RIS144276_16-MEI Voorstel van het presidium inzake verordening voorzieningen raadsleden.

Vergelijkbare documenten
Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening voorzieningen raadsleden 2013.

Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Maasdriel;

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden 2012.

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Valkenburg aan de Geul 2008

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Voorstel van het presidium inzake wijziging Verordening voorziening raadsleden 2007.

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006.

RAADSBESLUIT. Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Houten

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B /09192;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U ) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u );

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

vast te stellen de volgende: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

Raadsbesluit Reg. nr : Ag. nr : 9 Datum :

Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 onder de WKR

Artikel 3 Onkostenvergoeding Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen Artikel 5 Reiskosten Artikel 6 Verblijfkosten

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007;

Reg. nr.: Z /INT *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen.

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012.

Gemeente Wormerland. Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden Wetstechnische informatie. Tekst van de regeling

Nr GEMEENTEBLAD De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk

Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers

Onderwerp: Wijziging "Verordening wethouders en raadsleden 2007"

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr ;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 20 september 2007, nummer 040/2007. De raad van de gemeente Papendrecht;

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 495. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2009;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging)

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN.

Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening rechtspositie raadsleden 2017.

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014

Verordening rechtspositie wethouders gemeente De Wolden 2011

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: verordening rechtspositie wethouders. Aan de gemeenteraad,

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen. Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4

Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden, commissieleden en fractievertegenwoordigers 2009

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007

Voorstel van het college inzake verordening voorzieningen wethouders.

: Actualisering van de "Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007".

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 28 juni 2007

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Voorgestelde wijzigingen verordening: Was-wordt lijst verordening raadsleden en wethouders

RAADSVOORSTEL. Toelichting Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden.

Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden 2014

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Boxmeer van 26 juni 2007;

voor commissiebehandeling naam opsteller: F.A.M. van Gorkum telefoonnummer: adres:

CVDR. Nr. CVDR35860_1. Verordening voorzieningen raadsleden Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS 2014 onder WKR. De raad van de gemeente Oss

Onderwerp : Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

rv 90 Bestuursdienst. nr. BZ Uitkeringsverordening raadsleden. Den Haag, 1 maart Aan de gemeenteraad.

Nummer raadsnota: Onderwerp: Vaststelling Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gem. Drimmelen. 1. besluit met Verordening

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

TOELICHTING OP DE VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2013

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 juni 2014, nr ;

RAADSVOORSTEL. Nr. ID/038. Aan de Raad van de gemeente Gulpen-Wittem

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

ARTIKELSGEWIJS ADVIES BEHORENDE BIJ RAADSVOORSTEL INZAKE VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen

Gulpen-Wittem, 24 juli 2007 Auteur Thea Bormans Portefeuillehouder Burgemeester Bijlagen Diversen Afdeling personeelszaken Ons Kenmerk

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Utrecht

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2006

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Transcriptie:

rv 42 Griffie GRF/2007.136 RIS 144276_070515 Gemeente Den Haag RIS144276_16-MEI-2007 Gewijzigd voorstel Voorstel van het presidium inzake verordening voorzieningen raadsleden. Inleiding Onlangs is de tweede wijziging van de geactualiseerde voorbeeldverordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de VNG ontvangen. De voorbeeldverordening is aangepast aan gewijzigde wet- en regelgeving op zowel het rechtspositionele terrein als ook op het vlak van belastbaarheid van voorzieningen. In de verordening zijn bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van de raadsleden. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit Raads- en commissieleden. In deze wetten en nadere regelgeving zijn alle voor de rechtspositie van belang zijnde onderwerpen geregeld. Voor een aantal voorzieningen geldt dat de gemeente de vrijheid heeft om deze voorzieningen bij verordening te regelen. Buiten voornoemde verordening, regeling en besluit, genieten raadsleden als zodanig geen inkomsten in welke vorm dan ook, ten laste van de gemeente. De nieuwe Verordening voorzieningen raadsleden volgt in grote lijnen de Voorbeeldverordening van de VNG. Ten opzicht van de oude Verordening is een aantal artikelen gewijzigd. Toelichting op de artikelen welke zijn gewijzigd 1. Computer- en internetverbinding: Aanleg- en abonnementskosten (art.8) De aanleg- en abonnementskosten van de internetvoorziening komen ten laste van de gemeente. De aanlegkosten wordt eenmalig bij aantreding vergoed tot een maximum van 75,00. Nieuw is dat er met ingang van 1 januari 2007 een vergoeding plaats gaat vinden van de abonnementskosten. Deze gaat 10,00 per maand bedragen en wordt alleen verstrekt indien gebruik gemaakt wordt van artikel 8, lid 1. Deze vergoedingen zijn onbelast. Voor beide vergoedingen wordt ervan uitgegaan dat het zakelijk gebruik van de internetverbinding van meer dan bijkomstig belang is. Dat is het geval als het feitelijke gebruik voor meer dan 10% ten behoeve van de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking plaatsvindt. De kosten van de vergoeding abonnementskosten bedragen 5.400,00 op jaarbasis, uitgaande van 45 raadsleden, 12 x 10,00 per maand. 2. Tegemoetkoming ziektekosten (art.9) Dit artikel is nieuw. Onlangs is in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden artikel 11 opgenomen, dat toekenning van een tegemoetkoming in de ziektekosten voor raadsleden mogelijk maakt. Het raadslid ontvangt een aanvullende vergoeding voor de kosten van een ziektekostenverzekering van 175,00 per jaar. De betaling van de vergoeding geschiedt in maandelijkse termijnen. Indien de bezoldiging van het personeel werkzaam bij de sector Rijk wijziging ondergaat wordt voornoemd bedrag overeenkomstig gewijzigd. Dit artikel werkt terug ten aanzien van de op of na 16 maart 2006 beëdigde raadsleden tot en met de dag van hun beëdiging. 3. Fietsregeling (toevoegen aan artikel 10) Dit artikel is nieuw. Raadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap kunnen deelnemen aan de fietsregeling. Het gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale faciliteit voor werknemers. Het is niet mogelijk een werkgeversbijdrage te verstrekken. Naar keuze wordt de raadsvergoeding dan wel de onkostenvergoeding fiscaal verminderd. Deze fiscale vermindering bedraagt (voor 2007) niet meer dan 749,00 voor een fiets en 82,00 voor met een fiets samenhangende zaken. Dit houdt in dat over maximaal 749,00 en 82,00 geen loonheffing wordt ingehouden. Dit gedeelte (laatst genoemde bedragen) van de onkostenvergoeding of raadslidvergoeding wordt bruto= netto uitbetaald. 4. Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid (art.11) Dit artikel is nieuw. De gemeenteraad dient een brede afspiegeling van de bevolking te zijn. Om deze reden moeten drempels om raadslid te worden of te blijven, worden weggenomen. In WAO en WIA geldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet, dit in de regel zal leiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit omdat een dergelijke uitkering is bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid ontstane verlies aan verdienvermogen te vergoeden. Voor raadsleden kan dit ertoe leiden dat een geringe verhoging van het inkomen door een raadsvergoeding een grote teruggang betekent voor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van de anticumulatieregeling. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van een raadszetel of bij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden. Op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kunnen gemeenten hiervoor een voorziening treffen. Raadsvoorstellen 2007 1

Die is te vinden in artikel 11 van de verordening. Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de anticumulatieregeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid. Dit artikel brengt geen kosten met zich mee. 5. Compensatie korting werkloosheidsuitkering (art.12) Dit artikel is nieuw. Artikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat iemand een werkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden aanvangt, de WW- uitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt gewerkt. Het besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel kent een soortgelijke bepaling. De hoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Indien derhalve iemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het aantal uren dat het UWV voor het raadslidmaatschap in aanmerking neemt. De VNG neemt aan dat het UWV de tijdsbestedingnorm hanteert uit de taakurenbeschikking van de Minister van BZK van 12 april 1994. Voor een gemeente van de grootte van Den Haag wordt uitgegaan van 24 uur per week. Indien deze verlaging van de WW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een negatief inkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt gemeenten de mogelijkheid dit nadeel te compenseren. Dat is geregeld in artikel 12 van de verordening. De kosten van voornoemde compensatie zijn niet in te schatten, maar zullen waarschijnlijk nihil zijn. 6. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad (art.13) Dit artikel is nieuw. In artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de gemeenteraad bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen. De gemeenteraad heeft een raadslid aangewezen, die met de waarneming van het voorzitterschap wordt belast In overeenstemming met het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is in artikel 13 van de verordening geregeld dat bij een onafgebroken waarneming van meer dan 30 dagen het betreffende raadslid over de tijd van waarneming recht heeft op een toeslag van 8% van de vergoeding voor de werkzaamheden en van de vaste onkostenvergoeding. De kosten voor voornoemde vergoeding zijn niet in te schatten, maar zullen waarschijnlijk nihil zijn. 7. Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (art.16) Raadsleden kunnen tijdelijk worden vervangen wegens zwangerschap en bevalling dan wel wegens langdurige ziekte. De regeling daarvan is opgenomen in de Kieswet, omdat het te vervangen raadslid tijdelijk ontslagen wordt. In de vacature wordt voorzien door de tijdelijke benoeming van de vervanger. Het vervangen raadslid behoudt de raadsvergoeding en de helft van de onkostenvergoeding. De vervanger ontvangt de volledige raadsvergoeding en de volledige onkostenvergoeding. Na afloop van de vervangingsperiode is geen recht op een ontslaguitkering of voorziening bij overlijden. 8. Tegemoetkoming in kosten kinderopvang Dit artikel is vervallen. In het Belastingplan 2007 is een wijziging in de Wet kinderopvang opgenomen. De wijziging houdt in dat met ingang van 1 januari 2007 de bijdrage van de werkgever komt te vervallen. Hiervoor in de plaats ontvangen werkende ouders met ingang van 1 januari 2007 een toeslag rechtstreeks van de Belastingdienst. 9. Inwerkingtreding De regeling treedt in werking op 1 januari 2007 en werkt voor wat betreft artikel 9 ten aanzien van de op of na 16 maart 2006 beëdigde raadsleden terug tot en met de dag van hun beëdiging. Gezien het vorenstaande stelt het presidium de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van het presidium van 13 april 2007, Gelet op de artikel 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, Gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, Besluit: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING Voorzieningen raadsleden 2007 Raadsvoorstellen 2007 2

HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: ` het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244; b. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; c. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212; d. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; e. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder; f. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet. HOOFDSTUK II Voorzieningen voor raadsleden Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 18 vastgestelde maximum. Artikel 3 Onkostenvergoeding 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 18, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raadsen commissieleden. 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 18, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 5 Reiskosten 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders. Raadsvoorstellen 2007 3

Artikel 6 Verblijfkosten De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed. Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente. 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Aan het budget fractieondersteuning is een budget voor cursussen en congressen toegevoegd. Artikel 8 Computer en internetverbinding 1. Op aanvraag worden het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld, welke door hem geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te worden gebruikt. 2. Indien het raadslid gebruik maakt van artikel 8 lid 1 worden op aanvraag aan het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste genoemde computerapparatuur vergoed. 3. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 4. De raad stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. Artikel 9 Tegemoetkoming ziektekosten 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt 175 per jaar. 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling. 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling. 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Raadsvoorstellen 2007 4

Artikel 10a Fietsregeling 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3. Artikel 14 Uitkering bij aftreden 1. Begripsbepaling In dit artikel wordt verstaan onder: a. belanghebbende: degene die met ingang van, dan wel na de inwerkingtreding van deze verordening als lid van de gemeenteraad is gekozen en die geen lid is van het college; b. gezinslid van de belanghebbende is: de echtgenoot, echtgenote, geregistreerd partner of levenspartner van de belanghebbende; een kind, stiefkind of pleegkind, waarvoor de belanghebbende, de echtgenoot, echtgenote of levenspartner op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag geniet of zal genieten met ingang van de eerste dag van het kalenderkwartaal volgende op dat waarop het deel uit is gaan maken van het gezin, of dat in aanmerking komt voor een beurs als bedoeld in de Wet Studiefinanciering en niet ouder is dan 27 jaar; c. levenspartner is degene met wie het raadslid een geregistreerd partnerschap is aangegaan, of waarbij de niet-huwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract Raadsvoorstellen 2007 5

2. Het recht op uitkering a. Hij die ophoudt raadslid te zijn, heeft, tenzij hij zonder onderbreking weer als zodanig optreedt, met ingang van de dag, waarop het lidmaatschap van de gemeenteraad eindigt, voor zover hij alsdan de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, recht op een uitkering. b. Geen recht op uitkering heeft een raadslid, dat ontzet is uit het kiesrecht bij onherroepelijk geworden vonnis. c. De belanghebbende wordt geacht door het aanvaarden van de uitkering erin toe te stemmen, dat de raad alle inlichtingen omtrent de omstandigheden van belanghebbende vordert, welke voor de uitvoering van deze verordening naar zijn oordeel nodig zijn. 3. Uitkeringsduur a. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijdvak waarin de belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbreking zijn raadslidmaatschap heeft vervuld, doch ten hoogste voor de duur van twee jaar. b. De raad beslist of een onderbreking als wezenlijk moet worden beschouwd. Van een zodanige onderbreking is geen sprake, indien deze ten hoogste twee maanden heeft geduurd. 4. Bedrag van de uitkering a. De uitkering bedraagt gedurende de eerste twaalf maanden 80%, gedurende de dertiende tot en met de vierentwintigste maand 70% van de laatstelijk als raadslid genoten vergoeding. b. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder laatstelijk genoten verstaan: waarop aanspraak bestond of zou hebben bestaan op de dag, voorafgaande aan die waarop het raadslidmaatschap is geëindigd. 5. Korting wegens inkomsten a. De inkomsten die belanghebbende geniet worden met de uitkering verrekend over de maand waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. b. Voor de toepassing van lid 5, onder a, wordt onder inkomsten verstaan het gezamenlijke bedrag dat de belanghebbende wegens het verrichten van activiteiten geniet tijdens het uitkeringstijdvak als: - winst uit onderneming; - vergoeding wegens fractievertegenwoordiging of vergoeding aan commissieleden op grond van de Verordening geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden; - zuivere inkomsten uit of in verband met arbeid; Onder inkomsten bedoeld in de vorige volzin wordt mede verstaan een werkloosheid- of arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens een wettelijke bepaling. c. Voor de toepassing van lid 5, onder a, wordt als niet relevant beoordeeld of de in lid 5, onder b, bedoelde activiteiten door belanghebbende reeds aangevangen zijn in de periode voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging van het raadslidmaatschap. d. Onder inkomsten bedoeld in lid 5, onder a, b en c wordt niet verstaan de kinderbijslag, alsmede de compensatie voor of de vergoeding van de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Nabestaanden wet, welke in die inkomsten is of geacht kan worden te zijn begrepen. Inkomsten van gezinsleden en/of levenspartner blijven voor de toepassing van lid 5, onder a, buiten beschouwing. e. Belanghebbende is verplicht van het uitoefenen, of het ter hand nemen of weer ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf, terstond mededeling te doen aan de raad onder opgave voor zover mogelijk, van de verwachte inkomsten, een en ander overeenkomstig de voorschriften, die hem door de raad worden gegeven. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig voor het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt de aard van de activiteiten of de inkomsten mee, dat de inkomsten over een langere termijn dan een maand moeten worden berekend, dan wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag onder voorbehoud van verrekening aan het einde van even bedoelde termijn. 6. Betaling De uitkering wordt uitbetaald in maandelijkse termijnen. 7. Einde van de uitkering Onverminderd het gestelde in lid 3, onder a, eindigt de uitkering: a. met ingang van de dag, volgende op die waarop belanghebbende is overleden; b. met ingang van de dag waarop belanghebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt; c. met ingang van de dag waarop hij weer als raadslid aantreedt. Raadsvoorstellen 2007 6

8. Schorsing a. De betaling van de uitkering kan door de raad worden geschorst indien en voor zolang belanghebbende niet, of slechts gedeeltelijk, de mededeling of opgave doet als bedoeld in lid 5, sub e. b. Indien de in lid 8, onder a, bedoelde verplichting alsnog wordt nagekomen, wordt de uitkering over de tijd van de schorsing alsnog uitbetaald. Artikel 15 Voorziening bij overlijden 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande met wie het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden over een tijdvak van drie maanden. 2. Indien de overledene geen nabestaande nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel pleegkinderen. Ontbreken ook deze, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekkingen. 3. Onder de nabestaande van een raadslid wordt verstaan: degene met wie het raadslid was gehuwd c.q. een geregistreerd partnerschap was aangegaan, dan wel zijn/haar levenspartner, indien de niethuwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract. Artikel 16 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte 1. De artikelen 2 tot en met 4 en 8 tot en met 12, 14 en 15 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 2. De artikelen 1 tot en met 9, 11 en 12 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. HOOFDSTUK III De procedure van declaratie Artikel 17 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente. Artikel 18 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5 en 6 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door de raad is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 19 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 5 en 6 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Raadsvoorstellen 2007 7

3. Het raadslid dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier of de door hem aangewezen ambtenaar. HOOFDSTUK lv Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 20 Intrekking oude verordening De verordening Voorzieningen raadsleden (nr. 14/2003, zoals vastgesteld op 23 oktober 2003 (rb 165) laatstelijk gewijzigd 23 februari 2006 (rb 32)) wordt ingetrokken. Rechten ontleend aan artikel 10 van de Verordening voorzieningen raadsleden blijven onverkort gelden op grond van artikel 14 van deze verordening. Artikel 21 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007 en werkt voor wat betreft artikel 9 ten aanzien van de op of na 16 maart 2006 beëdigde raadsleden terug tot en met de dag van hun beëdiging. Artikel 22 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Voorzieningen raadsleden 2007. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De griffier. De voorzitter. Raadsvoorstellen 2007 8