Inspectierapport Cool Kidz BSO (BSO) Parkweg 222 3119CR SCHIEDAM Registratienummer 103132144 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: SCHIEDAM Datum inspectie: 15-07-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 21-08-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Veiligheid en gezondheid...6 Accommodatie en inrichting...7 Ouderrecht...8 Inspectie-items...9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Voorafgaand aan de inspectie zijn geen documenten opgevraagd. De oordelen zijn gebaseerd op het inspectiebezoek op locatie, de pedagogische de observatie, het gesprek met de beroepskrachten en n.a.v. de na inspectie opgevraagde documenten. Beschouwing Buitenschoolse opvang Cool Kidz is onderdeel van kinderopvang Cool Kidz B.V. en samen met het kinderdagverblijf gevestigd in een volledig aan de doelgroep aangepast gebouw. Het kindercentrum heeft 2 verdiepingen. Op de begane grond zijn 4 groepsruimten voor het kinderdagverblijf en een centrale hal waar bij slecht weer ook gespeeld kan worden. Op de eerste verdieping zijn nog 3 groepsruimten voor het kinderdagverblijf en 2 groepsruimten voor de buitenschoolse opvang. Tijdens het inspectiebezoek was er één groep geopend. In het onderzoek is gebleken dat de houder aan de voorwaarden uit de Wet Kinderopvang voldoet. De beroepskracht is op de hoogte van en handelt conform het beleid en kan duidelijk verwoorden waar BSO Cool Kidz voor staat. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder aan de hand van een observatie instrument de pedagogische praktijk geobserveerd op de groep. Er zijn tijdens deze inspectie geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Op het moment van observatie was er één groep geopend met drie kinderen en één beroepskracht. De beroepskracht is op de hoogte van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelt ernaar. Dit komt naar voren in de volgende voorbeelden. emotionele veiligheid De beroepskrachten kennen ieder kind bij naam en zijn op de hoogte van de gezinssituatie van het kind. Tijdens de observatie zijn er aan de beroepskracht wat vragen gesteld over de kinderen die in haar groep zaten. Uit haar antwoorden kwam duidelijk naar voren dat de beroepskracht de achtergrond en aard van de kinderen goed kent. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen. Tijdens de observatie is gezien dat beroepskrachten oog hebben voor de behoeften van het individuele kind. De kinderen gingen met een kleurplaat werken. De beroepskracht gaf hen daarbij een duidelijke opdracht. Bij navraag aan de beroepskracht werd duidelijk dat deze kinderen expres worden gestuurd bij het kiezen van activiteiten om ze meer oefening te geven in het hanteren van potloden. Na deze opdracht mochten de kinderen vrij spelen. Later op de middag zouden de kinderen in een nabij gelegen speeltuin gaan spelen. Er is zowel binnen als buiten voldoende speelmateriaal voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. Tijdens de observatie is het volgende gezien. Twee kinderen waren nog niet lang in Nederland. Ze spraken tijdens het kleuren Antiliaans met elkaar. De beroepskracht stond dit niet toe. Ze liep naar de kinderen toe en zei dat ze moesten proberen Nederlands te spreken met elkaar. Ze legde aan de kinderen uit dat ze zoveel mogelijk Nederlands moeten praten om de taal goed te leren. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (in alle ruimten waar kinderen komen) Pedagogisch beleidsplan 4 van 13
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten, bezettingslijsten en observatie in de praktijk. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskracht beschikt over een verklaring omtrent het gedrag die op de datum van inspectie nog net geldig was. De VOG van de betreffende medewerker moet opnieuw worden aangevraagd om aan de eis uit voorwaarde 4 te voldoen. Passende beroepskwalificatie De beroepskracht beschikt over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie waren er drie kinderen met één beroepskracht. De medewerkers van het inpandige KDV van dezelfde houder zijn achterwacht voor deze BSO. 5 van 13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens de observatie is gezien dat beroepskrachten maatregelen uitvoeren die beschreven staan in het veiligheid- en gezondheidsbeleid. Zo werden bijvoorbeeld de kinderen eraan herinnerd de handen te wassen vóór het eten. Bij navraag aan de beroepskracht komt naar voren dat het veiligheid-en gezondheidsbeleid in teamoverleggen aan de orde komt. Meldcode kindermishandeling De houder heeft de meldcode kindermishandeling in gebruik genomen. Het beleid hierop is met de medewerkers besproken. Bij navraag komt naar voren dat beroepskrachten voldoende kennis hebben om de meldcode waar nodig toe te passen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Meldcode kindermishandeling 6 van 13
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Het kindercentrum beschikt over twee groepsruimten voor de BSO. Sinds enige tijd is er slechts één groep BSO geopend wegens teruglopende kindaantallen. De groepsruimte die in gebruik was tijdens de inspectie was helder en overzichtelijk ingericht. Er is voldoende spelmateriaal voor kinderen in de basisschool leeftijd. Buitenspeelruimte Kinderen kunnen spelen in de aangrenzende buitenruimte. Soms wordt gebruik gemaakt van een nabijgelegen speeltuin. Op maandag, woensdag en vrijdag doen de kinderen mee aan een sportactiviteit (startblokken) op het schoolplein in de buurt. Gebruikte bronnen: Observaties (in alle ruimten waar kinderen komen) 7 van 13
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Informatie De website van Cool Kidz geeft voldoende informatie over het beleid dat het kindercentrum hanteert. Op de website is het laatste inspectierapport van het kindercentrum geplaatst. Oudercommissie De oudercommissie is niet actief benaderd om na te vragen of aan de voorwaarden met betrekking tot de advieswerking is voldaan. Er zijn geen signalen ontvangen van ouders of de oudercommissie dat de werking van het adviesrecht niet goed verloopt. Gebruikte bronnen: Informatiemateriaal voor ouders Website 8 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 13
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 13
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Cool Kidz BSO Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Cool Kidz B.V. Adres houder : Oberonhof 1 Postcode en plaats : 3194VL HOOGVLIET ROTTERDAM KvK nummer : 51512963 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond Adres : Postbus 70014 Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM Telefoonnummer : 010 4984015 Onderzoek uitgevoerd door : Jolie van Beers Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : SCHIEDAM Adres : Postbus 1501 Postcode en plaats : 3100EA SCHIEDAM Planning Datum inspectie : 15-07-2014 Opstellen concept inspectierapport : 14-08-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 21-08-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-08-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 21-08-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-08-2014 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 19 augustus 2014 heeft per e-mail hoor en wederhoor plaatsgevonden en is tussen houder en toezichthouder overeenstemming bereikt over de inhoud van dit inspectierapport. 13 van 13