Door: Erwin Sedlmeier, 1 e Voorzitter van de Europaclub der Brünner Kröpfer-Züchter

Vergelijkbare documenten
Tekst: Harrie Kruize Foto s: D.J. Hamer Tekeningen: Jan de Jong en Diane Jacky

NEDERLANDSE KRULVEERKROPPER?

Tekst en foto s (archief) Gregor Mathieu

Mogen wij u voorstellen:

117 JAAR WITTE DUITSE LANGSNAVELIGE TUIMELAARS

KO SHAMO KO SHAMO. Intro Oorsprong Raskenmerken Kleurslagen Beoordeling Samenvatting. Door: Urs Lochmann

Door: Fabio van Olst (NL)

duiven Het Vlaams Neerhof - oktober - november - december

De weg naar erkenning van de Nederlandse Kleurpostduif

DE NEDERLANDSE UILEBAARD

Tekst en foto s: N.M.D. van Benten

ONLINE DUIVEN SHOW JULI 2015

De Schoonheidspostduiven op de Keistadshow 2009

Tekst en foto s: Tiziano Trinci, Italië Eindredactie: Sytze de Bruine

Door: Paul Allen, Secr. British Frillback Club Vertaling: Hein van Grouw

Hollandse Kropper. Tekst en foto s: Aviculture Europe (tenzij anders vermeld)

63 e VDT Show 2014 Gehouden van: 21 tot 23 november 2014 in de MESSE-HALLEN van Ulm an der Donau (Duitsland)

Algemene Richtlijnen & Vakuitdrukkingen. Vakterm, Jargon, bewoording

OPGROEIENDE JONGE DUIVEN Door: Mick Bassett

64 e VDT Show 2015 Gehouden van: 4 t/m 6 december 2015 Neue MESSE Leipzig (Duitsland)

VERSLAG CLUBSHOW DOOR KEURMEESTER DICK HAMER bij de EERSTE SIERDUIVENSHOW NOORD-NEDERLAND.

Tekst en tekeningen: N. Akkerman

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen)

Oud-Hollandse Meeuwclub - OHMC

Meer over de West f o England Tuimelaar in Amerika Do or: Chuck Zeller

OUD HOLLANDSE DWERGKUIFEENDEN

WIERINGERLANDSHOW NOVEMBER 2006

MIJN ERVARINGEN MET DE BARB - Door Josip Pekanović

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties. Deel 4

De eerste nieuwsbrief van de FCN

Gehouden in METZ FRANKRIJK van november 2015 Eindredactie: Sytze de Bruine

DE WATERMAALSE BAARDKRIEL

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 4

HET HERVE HOEN. Foto: Genootschap Herve / Mergelland Hoen.

Tekst en foto s: Robert Hoornstra

De Mookee. Waar niet alleen beginners op moeten letten.!! Peter van Amelsvoort, Nederland

Foto: Hub Maar Tekst: Syb Cornel Foto s: Berend Beekhuis, allen genomen op de Gelderlandshow Eindredactie: Sytze de Bruine

FAVEROLLES Frans, Duits en kriel

De Java Kriel DOOR WILLY TOONEN P R ESENTATIE ZATERDAG 9 ME I L A NDELI JK K E URMEESTERS CON G RES

JUBILEUMSHOW van de WYANDOTTECLUB Met dank aan de Wyandotteclub

Moezelaardag Gehouden op 7 november 2015 te Neukirchen-Vluyn (Duitsland)

het cluborgaan van de sierduivenfokkersvereniging amersfoort en omstreken oktober 2014

Gehouden in METZ FRANKRIJK van november 2015

THEORIE EN PRAKTIJK BIJ DE CREATIE VAN DE BLAUWGETEKENDE ZALMKLEURIGE WYANDOTTE KRIEL

Tekst en foto s: Nico van Benten

WERKDOCUMENT KLEINE GRASPARKIET

Serama. Raskenmerken haan:

Thans volop in de schijnwerper. De Australorps

Reglement voor de Europastandaard voor Sierduiven (ESRT)

Door: Aviculture-Europe Eindredactie: Sytze de Bruine

Korte geschiedenis van het ras

Tekst en foto s: Mick Basset

INTERNATIONALE TENTOONSTELLING IN SOMBOR 2014 Tekst en foto s: Hristo Lukanov (BG)

EUROPASHOW IN LEIPZICH, DE GROOTSTE ALLER TIJDEN

Trotse eigenaars, top dieren en in het oog lopende fokprestaties Deel 1. West-Brabantshow op 2 en 3 november 2013 in de Lanteern te St. Willebrord.

Felegyhazer Tuimelaar

Transcriptie:

Door: Erwin Sedlmeier, 1 e Voorzitter van de Europaclub der Brünner Kröpfer-Züchter Links: Brünner Kropper, blauw witgeband. Tekening: Jean-Louis Frindell. Europaclub verbindt fokkers en ras Onze Europaclub van Brünner Kropperfokkers bestaat nu vijf jaar. Na het grandioze vuurwerk dat de Europese Brünnerfokkers in 2010 lieten zien, vreesden we dat we in een diep gat zouden vallen. Voor veel fokkers was deze show het hoogtepunt van hun fokkerscarrière waarop zij hun actieve loopbaan wilden beëindigen. Kijken we echter naar de laatste jaren, dan kunnen we vaststellen dat het tegendeel waar is gebleken. De Brünner Kropper is in heel Europa onovertroffen geliefd. Dit feit is natuurlijk vooral een verdienste van de toonaangevende fokkers die jaar na jaar voor sensatie zorgen met hun uitstekende prestaties en daarmee steeds weer nieuwe fokkers inspireren. Daarbij niet te vergeten de bestuursleden van de Nationale clubs die nauwgezet het prachtige werk van de leden in goede banen leiden. De Standaard, onze leidraad De wijze waarop onze Brünner Kropper werd gefokt verschilde sterk tot de oprichting van nationale club. Aanvankelijk werd deze kropper, die al meer dan 150 jaar gefokt wordt, in diverse regio s verschillend gezien en gefokt, zoals dat bij zo vele andere duivenrassen het geval was. Een eerste aanzet tot een eenduidige visie op het ras zou kunnen zijn te lezen in het boek De Kropper soorten. De beroemde duivenexpert en auteur Gustav Prutz beschreef in 1904 de Brünner Kropper in dit boek als volgt: De Brünner Kropper is volgens Dietz in zijn volmaaktheid, de kleinste en meest delicate van alle Kroppersoorten. Hun lichaam zal bij hoge en rechte houding zo smal zijn dat je het kan omvatten met de hand!" Deze beschrijving was zeker een eerste leidraad voor de evaluatie van onze kropper. Maar pas met de standaardisatie in Duitsland in 1910 kwamen er duidelijke richtlijnen over de doelstelling, over het uiterlijk en over het droombeeld van de Brünner Kropper. Het verbazingwekkende is dat de opstellers van deze allereerste standaard al een heel duidelijk idee over het huidige uiterlijk van het ras hadden.

Rechts: Brünner Kropper, blauwzilvergeband bont, duivin. Eigenaar: Sedlmeier (D). Dit is des te verrassender als we ons realiseren hoe de kropper er in die dagen in het echt uitzag. Ja, de Brünner was in die dagen een breedstaande, korthalzige en zeer vlieggrage duif. Alleen de doffer toonde iets blaaswerk, dat echter bij lange na niet kogelrond was. Daarom is het niet verrassend dat het geruime tijd duurde voordat ze werkelijk een onderscheidend uiterlijk hadden verkregen. Interessant in dit verband zijn de aantekeningen van wijlen Josef Erber, München, een uitgemaakte kenner van de Brünner Kropper in zijn tijd, die werden gepubliceerd in 1954. Volgens hem was in 1924 het niveau van de getoonde kleurslagen (eenkleurig of witgeband) van een gelijkmatige kwaliteit! Volgens Erber begon het uiterlijk van de Brünner Kropper pas vanaf dat jaar geweldig te veranderen. Het ras maakte een grote stap voorwaarts bij de hereniging van Duitsland en de versoepeling van de Europese grenzen. Een zeer belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de Brünner kropper was toen in 2010 gezamenlijk de Europese norm voor het ras werd opgesteld. Onder de leiding en met nauwgezet detailwerk van Wolfgang Schreiber, de erevoorzitter van de Duitse club, bereikten de nationale vertegenwoordigers van het ras of de clubs overeenstemming over een gemeenschappelijke standaard in Europa. Hierbij zijn we vooral dank verschuldigd aan degenen die verantwoordelijk zijn voor dit ras in de Tsjechische Republiek, met name de clubvoorzitter Jiri Veltrusky, die zeer constructief en loyaal meegewerkt heeft aan de totstandkoming. Met deze gemeenschappelijke standaard hebben nu alle fokkers in Europa dezelfde specificaties, dezelfde visie, dezelfde puntentoekenning. Links: Brünner Kropper, blauwzwartgeband bont. Eigenaar: Steller (D). Wat weten we nu over deze fijngebouwde kropper? We weten dat de herkomst van onze Brünner Kropper volgens de huidige standaard Bohemen en Moravië is. In de nieuwe Europese Standaard van 3 maart 2010 werd toegevoegd dat het ras al in het midden van de 19 e eeuw vanuit Saksen in Duitsland verspreid werd. Bij Algemeen voorkomen kunnen we lezen dat de Brünner Kropper de kleinste en meest delicate is van de Kropperrassen. Door zijn fascinerende temperament is deze Kropper zeer aantrekkelijk.

Kenmerkend is het drijven, buigen en springen tijdens de balts, net als staan en lopen op zijn tenen. Een hoog opgerichte en rechte houding zijn vereist. Het voorste deel van het lichaam is lang en smal (in verhouding met het achterlichaam ongeveer 2/3 : 1/3). De vleugels zijn hoog aangezet en goed gekruist over de romp. Rug en staart vormen een rechte lijn. De krop is kogelrond. Als we deze korte maar duidelijke specificaties van onze fascinerende Kropper lezen in de Europese standaard, dan zou men kunnen denken dat niets een congruente beoordeling in de weg staat. De realiteit op de Nationale clubshows geeft ons echter soms een heel ander beeld. Toch staat in dit prachtige standaardwerk expliciet de volgorde van belangrijkheid aangegeven. Als het eerste en belangrijkste punt is hier het Algemeen voorkomen beschreven. Gevolgd door type en stand, actie, hals- en beenlengte, blaaswerk en beenstelling. Pas aan het eind vinden we de kleur en tekening. Rechts: Brünner Kropper, geel, duivin. Eigenaar: Fita (Cz). Wat verstaan we onder deze genoemde punten? Laten we eerst kijken naar het algemeen voorkomen. Hieronder vallen eigenlijk de belangrijkste kenmerken van dit ras, namelijk dat de Brünner Kropper de kleinste en meest delicate is onder de Kropperrassen, en zich altijd levendig presenteert. Maar wat verstaan we eigenlijk onder de kleinste en meest delicate? Is dat het lichaam, het type, de hele duif? Wel, alle drie de antwoorden moet men bij elkaar bezien. Zonder delicaat lichaam, dat tevens smal in de schouders en vleugelschilden is, is er geen slank lichaam en dus geen delicate kropper. De fijnheid van het lichaam wordt versterkt als de vleugels smal en hoog zijn aangezet en duidelijk kruisen over de romp. De algehele indruk wordt enorm beïnvloed door de lengte verhoudingen van 2/3 voor en 1/3 in het achterste gedeelte. Hier worden vaak cruciale fouten in de beoordeling gemaakt. Duivinnen die de hals- en voorbouwlengte missen, krijgen geen bruikbare nakomelingen, zodat ze leiden tot stagnatie en regressie. Vanwege dit feit moet hier de strengste maatstaf worden toegepast. Van cruciaal belang voor een goede beoordeling is de rechte houding. Dit brengt ons tot het volgende belangrijkste kenmerk van dit ras. Afhankelijk van de stand van de Kropper verandert daadwerkelijk de voorlengte. Wanneer de duif horizontaal staat, iets wat bij paargrage duivinnen nogal eens voorkomt, dan toont de achterlengte bijna twee keer zo lang. Wanneer de stand te opgericht, ofwel te steil is, dan bestaat het risico dat er een knik in de rug ontstaat. Of - en dat is niet leuk de duif zich in de hielgewrichten doordrukt. Om een verkeerde indruk uit te sluiten, is het noodzakelijk om de kropper in de kooi te laten lopen (stappen). Ik hou de duif dan altijd even vast nadat ik hem op z n benen heb gezet en laat hem dan uit mijn hand glijden. Met goede kooigewenning (training) zal de duif zich dan met een gespreide staart tonen. In deze actie laat de duif echter nog veel meer zien. Ik herken meteen het geslacht, of het lichaam soepel is en of er een optimale vleugeldracht beschikbaar is.

Een andere belangrijke eigenschap is natuurlijk het kogelronde blaaswerk van de krop. Dit is waar de meeste fouten bij het beoordelen worden gemaakt. Veel van onze tijdgenoten zien vaak alleen het blaaswerk van een duif, wat natuurlijk in z n algemeenheid niet verkeerd is als we het hebben over een kropper. Alleen bij een Brünner Kropper is dit net een beetje ingewikkelder, omdat, zoals we eerder hebben gelezen, het totale type in de afweging bij de beoordeling moet worden betrokken. Natuurlijk, een krachtiger duif, geeft ook een groter volume. Alleen gaat het er hier om, om de totale samenstelling en de harmonie van elk van de belangrijkste raskenmerken te betrekken in de overweging. Ja, bepalend is de harmonie tussen lichaam en het delicate kogelblaaswerk. Dit blaaswerk moet van alle kanten bekeken worden, het moet rond zijn en mag niet rusten op de schouders en moet goed worden ingesnoerd in de taille, zonder dat het borstbeen scherp uitsteekt. Een optimale expressie van het kogelblaaswerk ziet eruit alsof de ballon op de romp drijft. Onthoud dit: Een delicaat figuur met een fijn kogelblaaswerk, heeft sterk de voorkeur op een duif met groter lichaam en kogelblaaswerk! Geen onbelangrijk hoofdraskenmerk is de beenlengte en de beenstand. Vaak hoor ik van kijkers die het ras eigenlijk niet zo goed kennen, de opmerking: Maar deze duif is al rijkelijk groot. Een beslissing is snel gemaakt, maar kan net zo snel verkeerd zijn, want er zijn soms al Brünner Kroppers die een enorme hoge stand hebben en nog steeds in lichaam ongelooflijk kort zijn. Belangrijk hierbij is dat de vereiste houding sterk gekenmerkt wordt door een parallelle beenstand. De benen moeten vrijwel recht uit het lichaam komen en komen enigszins schuin in de hielgewricht. Duiven met sterk gebogen voorbenen (kikkerdijen), breedgesteld met X-benen, of met doorgedrukte hielgewrichten, moeten deze fouten streng worden aangerekend. Een bijzonder probleem is de Brünner Kropper die de tenen niet spreidt. Anatomisch moet die tenenstand kloppen, omdat je anders en dat zie je wel eens bij erg koude shows - een slechte doorbloeding van de tenen ontstaat. Dit heeft tot gevolg dat de lange dunne tenen niet optimale spreiden, hetgeen moet resulteren in een aftrek van punten. Maar wees voorzichtig, de Brünner Kropper zou - en dit is echt een karakteristieke raseigenschap op de punten van z n tenen, door de kooi moeten lopen en springen. Dus zeker niet met platte voeten in de kooi moeten blijven staan; hier mag geen tolerantie in gelden. Links: Brünner Kropper, wit, duivin. Eigenaar: Smíšek (Cz). Een zeer elegante Brünner Kropper heeft schone, strak aanliggende veren op het lichaam en de dijen. Losse krop- en beenbevedering doen veel afbreuk aan de waarde van de Brünner en ontnemen veel van de elegantie, evenzo het ontbreken van de bevedering aan de binnenzijde van de benen en dijen. Komen we nu aan bij de kleuren en de tekening. De Brünner Kropper is - nu de ooievaars (gestorkten) ook erkend zijn in het blauw - rijkelijk gezegend met 46 verschillende kleur en tekeningvarianten. We maken een onderscheid in éénkleurig, geband, gekrast witgeband, (donker)getijgerden, ooievaars, (kropper)bonten, geëksterden en schimmels. Maar in principe komen kleur en tekening bij het keuren pas op de laatste plaats.

Rechts: Brünner Kropper, zwart. Eigenaar: Fritz Kleine (D). Het zal ook duidelijk zijn dat met zo veel varianten, het niveau niet allemaal op dezelfde hoogte zal staan. Kleurslagen die bij de fokkers vooral hoog in de gunst staan, worden in grotere aantallen gefokt; de concurrentie is groter en ze zijn daarom ook beter gefokt in de belangrijkste raskenmerken. Dit heeft tot gevolg dat deze kleuren met een hogere maatstaf gekeurd moeten worden. Indien nu bijvoorbeeld een witte duif zijn vleugels niet over de romp kruist, dan is het duidelijk dat hij geen 93 punten kan behalen. Hetzelfde geldt voor zwart als de oogranden te licht zijn. We zien tegenwoordig heel goede types in de gelen en vanwege dit feit is ook hier de kleur een belangrijke factor bij de beoordeling geworden. We zien dezelfde excellerende types niet bij de witgebanden en de geëksterden. Hier moet een keurmeester enige tolerantie betrachten; van hem mag worden verwacht dat hij bekend is met de moeilijkheidsgraad en de zeldzaamheid per kleurslag, in de huidige fokkerij. Een opgave die niet eenvoudig is. Laten we even wat dieper op de individuele variaties ingaan. De witten zijn redelijk goed verspreid in alle Europese clubs. De topdieren zijn elfachtige wezens. Reeds kleine nuances kunnen leiden tot een puntenaftrek. De zwarten zijn markante dieren en hebben een grote kring van liefhebbers. Maar soms lijken ze wat te groot voor het ras. De andalusiers moeten nog wat fijner in figuur worden. Veel fokwerk is er nog te doen bij de gebanden, hoewel ze ieder jaar iets beter worden. Klasse, wat men bij de roden heeft bereikt. De beste dieren hebben een diep rode kleur en een glanzend verenkleed. In veel delen van Europa worden de gelen zeer goed voorgebracht, met een goed type. Verbetering is er ongetwijfeld in kleur. Veel meer fokkers hebben nu ook de blauwzwartgebanden. Een onderdeel wat aandacht en zorg vraagt is de zachtheid van de kleur. Hetzelfde geldt voor het blauwzilver met donkere banden. Vermindering van het aantal fokkers zien we bij de eenkleurige roden en (bleek) gelen, hoewel ze er erg aantrekkelijk uit zien met die prachtige pasteltinten. Goed ontvangen worden de relatief jonge kleuren bij de gekrasten. Links: Brünner Kropper, rood donker getijgert, doffer. Toont hier wat ruw in beenbevedering. Eigenaar: Pecka (Cz)

Links: Standaard afbeelding: Brünner Kropper, roodzilvergeband. - Nek, vol en goed gerond. - Schouders, smal en afstaand. - Lichaam, zacht en delicaat. - Vleugelschild, smal en hoog aangezet. - Vleugel, goed gekruist. - Staart, smal en gesloten, afhellend, met de rug een rechte lijn vormend. - Kiel- en beenbevedering, glad, stevig en aanliggend. - Tenen, gespreid en onbevederd. - Hiel gewricht iets schuin ingestoken. - Benen, lang en parallel staand. - Dijen aansluiting, dienen harmonieus het lichaam te verlaten. - Borstbeen, lang. - Rug, lang en met de staart een rechte lijn vormend. - Taille, goed ingesnoerd. - Blaaswerk, vol en kogelrond. - Snavel, op de ballon rustend. Rechts: Standaard afbeelding: Brünner Kropper, uit 1993, gemaakt door Jan de Jong. Tegenwoordig, willen we wat meer (kogelrond)blaaswerk in de hals zien. Afbeelding: Archief Aviculture-Europe. Naast het type moet er nog wel iets verbeterd worden aan de kleur en een duidelijker krastekening. De witgebanden worden - ondanks dat ze tot de oorspronkelijke kleurvariëteiten van de Brünner Kropper behoren - helaas steeds minder gezien. Wie op zoek is naar een uitdaging, die kan hier een breed scala aan activiteiten ondernemen. De beste Brünners kunnen we vinden in het blauw met witte banden en bij de Isabellen. Bij de getijgerden is de situatie anders. Men profiteert er al jaren van om die kleurslag met éénkleurigen te verbeteren. De ooievaars behoren ook tot een van de traditionele kleuren van het ras.

Links, v.l.n.r.: 1) Standaard Brünner Kropper, 2) Grof lichaam, 3) Nauwe beenstand, 4) X-benen. Onder, v.l.n.r.: 1) Stand te vlak, 2) Krop moet ronder, dijen te ruw en te rond en te weinig bevederde benen, 3) Benen moeten langer, 4) Stram been. Tekeningen: Jan de Jong uit 1989, maar nog steeds van grote betekenis. Ze zijn ook sterk afhankelijk van een paar fanatieke fokkers die deze kleurslag hebben geadopteerd en ze hebben geleid tot de huidige opmerkelijke kwaliteit. De (kropper) bonten zijn ongelooflijk goed ontvangen in Europa. Brünners in deze kleurslag behoren bij de Clubshows in Europa tot een van de grootste aantallen ingezonden kleuren. Dienovereenkomstig hoog is de fokkwaliteit in deze tekeningvariant. Uitspringend zijn de zwart-, rood-, blauw- en blauwzilverbonten. Iets teruggevallen in kwaliteit zijn de geëksterden, ofschoon toch steeds weer enkele juweeltjes in blauw- en zwart geëksterd worden aangetroffen. De steunmaatregelen hebben echter niet het effect opgeleverd, die men zich ervan had voorgesteld. Subsidies leveren alleen een korte termijn effect, zoals we ook hier hebben gezien. Zeer goed ontvangen zijn de vier schimmelkleuren. Je zult zeker in de toekomst hier meer fokkers van gaan zien, waarmee de kwaliteit nog verder zal toenemen. Met de goedkeuring van de AOC klasse, ofwel Alle andere kleuren, die in Duitsland in 2000 werd erkend, ontstond er een nieuwe stimulerende factor voor de tentoonstellingen. Deze nieuwe klasse is naar mijn mening zeer belangrijk. Hierin kunnen er nu officieel genetisch waardevolle dieren worden getoond aan het publiek. Voor veel speciaalclubs is deze

AOC klasse echter nog steeds een gesloten boek. Dit geldt niet voor onze Nationale Brünner Kropper club. Zoals zo vaak waren de Brünner fokkers hun tijd ver vooruit; zij hadden de AOC klasse al uitgeprobeerd nog voor de officiële goedkeuring. Bestuurders erkenden de waarde ervan al in de jaren 90. Zo had men in deze klasse een onderverdeling in twee verschillende groepen voorgesteld. Deze manier van denken werd ook overgenomen door de Europese Standaard Commissie voor de sierduiven in de EE in 2005. Helaas hebben niet alle aangesloten Nationale bonden van Europa dit besluit van de EE Commissie in Mondorf-les- Bains / Luxemburg genomen op 6 mei 2005 overgenomen. Dit betrof: Bij de afdeling sierduiven kunnen op de Nationale tentoonstellingen en clubshows, achter de reguliere inzending, ook duiven worden ingezonden in een AOC-klasse. Deze klasse omvat twee speciale klassen, zoals hieronder omschreven: a) duiven met niet voor dit ras erkende kleuren (bij de keuring wordt in dit geval ook de kleur beoordeeld). b) duiven met niet nader gespecificeerde kleuren en tekeningvariëteiten (hierbij wordt alleen het type van de duif gekeurd). Zeer belangrijk in deze b-klasse is de mogelijkheid dan men eindelijk die super types kon inzenden, zonder rekening te houden met kleur of tekeningpatroon of de kleur van de ogen. Dit kan eindelijk worden gepresenteerd. Niet zelden worden er voor deze fascinerende nieuwe creaties liefhebbers gevonden, die met deze dieren nieuwe wegen in de ontwikkeling van de Brünner Kropper inslaan. Met deze korte uiteenzetting over onze Brünner Kropper wil ik het hierbij laten. Wel zeker is dat het ras een enorme stimulans heeft opgedaan in Europa door de uitstekende samenwerking van de fokkers en de Nationale speciaalclubs. Gezamenlijke tentoonstellingen van Nationale en Europese Brünner Kropper Clubs, waar de Brünner Kroppers worden beoordeeld volgens een gemeenschappelijke norm, door een internationaal platform, waarbij het ras een enorme sprong in haar ontwikkeling heeft doorgemaakt. We moeten echter niet achterover gaan leunen bij het bereikte resultaat. Stilstand is achteruitgang. Er is nog steeds werk aan de winkel en vele handen maken licht werk. De tolerantie van de fokker speelt een rol, met elkaar moeten we ons blijven afvragen of we wel op de goede weg zijn. Doen we wel genoeg voor het ras en hun fokkers? Dit is niet altijd het geval. Echter, veel problemen zijn al opgelost door het feit dat deze niet als een echt probleem werden gezien. Vaak is het slechts een kleine stap, om een half leeg glas, halfvol te maken. De altijd mooie Brünner Kropper, en niet alleen in een speciale droom, maar ook in werkelijkheid, wens ik u in 2015. Erwin Sedlmeier, 1 e voorzitter van de Europese Club van Brünner Kropper fokkers, Essenbach Duitsland e-mail: Erwin.Sedlmeier@t-online.de Copyright 2015 All rights reserved by the Aviculture-Europe Foundation. Dit is een publicatie uit het online tijdschrift www.aviculture-europe.nl Nederlandse uitgave ISSN: 1871-6865 U mag deze tekst / foto s niet kopiëren, distribueren, zenden of publiceren zonder schriftelijke toestemming.