Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

Vergelijkbare documenten
INHOUD. Inleiding Bezoldigingsregeling OCMW-voorzitter en OCMWondervoorzitter

Statuut lokale mandataris Directiecomité VVSG 18 oktober 2017

INHOUD Inleiding Bezoldiging en vergoedingen

Statuut van het lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Het mandatarispensioen: voorwaarden en berekening

Modelformulier voor een mandatenlijst

Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De heer Rudy Demotte - Minister Kunstlaan Brussel. Brussel, 30 september 2009

Modelformulier voor het jaarverslag

Gecoördineerde versie van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris 1

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt:

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Statuut van het lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Besluit van de Deputatie

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

AFDELING 3. RECHTSPOSITIE VAN DE REGERINGSCOMMISSARISSEN

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

219 ( ) Nr oktober 2009 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

Verkiezingen - Methodologie

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

Opgave van de financiële belangen van de leden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 1;

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn

Opgave van de financiële belangen van de leden

TOELICHTING. 1. Doel van het protocolakkoord

Omzendbrief BB 2007/06

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Opgave van de financiële belangen van de leden

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Page 1 of 7. Mededeling 2001/7 ( ) Het sociaal statuut van de niet beschermde lokale mandatarissen

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de provinciale mandataris

Opgave van de financiële belangen van de leden

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten

Directie Human Resources

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

Opgave van de financiële belangen van de leden

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties, Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

Opgave van de financiële belangen van de leden

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris

Naam van de persoon die recht heeft op de uitkeringen:... INSZ-nummer (rechterbovenhoek op de keerzijde van de SIS-kaart):...

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

GO-raM. Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas

Titel IX. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen.

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015

SLEUTELFORMULE. a) de website Administraties,Administratie van Fiscale Zaken, Publicaties, van de Fiscale Zaken ;

Het mandatarispensioen: voorwaarden en berekening. Uittreksel uit de VVSG-pocket Het statuut van de lokale mandataris, 13de editie, 2014

Cultuurgemeenschap van België» vervangen door de woorden «Vlaamse Gemeenschap». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan het decreet van 21 december 1976

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Provincieraadsbesluit

MEDEDELING. Vakantiegeld voor de gesubsidieerde personeelsleden. 1 Reglementering. 2 Personeelsleden met recht op vakantiegeld

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

1 raadgevende comités : de raadgevende comités bij de intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Statuut lokale mandataris. Toelichting voor uitvoerende mandatarissen

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

Het Brussels model van Goed Bestuur

HOE WERK IK ALS GEMEENTERAADSLID?

Transparantie en Politiek

~LGEMEEN rn5eheerscç:omite

Politieke en morele code Groen verkiezingen 2019

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

OPGAVE VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE LEDEN

Gemeenteraadsvoorzitter

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET SOCIAAL STATUUT VAN DE MANDATARISSEN

Versie van DEEL VII Hoofdstuk I : Presentiegelden - politieraad Inhoudstafel

Opgave van de financiële belangen van de leden

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 15 september 2011

BIJLAGE I GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE FINANCIËLE BELANGEN EN BELANGENCONFLICTEN

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Minister van Binnenlandse Zaken. Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI)

Transcriptie:

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris (10 de herziene editie, oktober 2009) 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1 Absolute en relatieve onverenigbaarheden Art. 1 van de Wet van 6 augustus 1931 somt enkele absolute onverenigbaarheden voor parlementsleden op (federaal personeel, provinciegouverneur, arrondissementscommissaris, ). Daarnaast geldt ook volgende relatieve onverenigbaarheid: het mandaat van kamerlid of senator mag slechts gecumuleerd worden met ten hoogste één bezoldigd uitvoerend mandaat (art. 1quater). In dezelfde trant zijn de regels voor leden van het Europees Parlement, van het Vlaams Parlement, van het Parlement van de Franse Gemeenschap en van het Waalse Parlement opgesteld. 2 Onder bezoldigd mandaat wordt verstaan: ieder mandaat uitgeoefend in een openbaar of privé-organisme, als vertegenwoordiger van de Staat, van een gemeenschap of gewest, of van een provincie of gemeente, voor zover dat mandaat meer bevoegdheid (lees: macht) verleent dan de gewone hoedanigheid van lid van de algemene vergadering of de raad van bestuur van dat organisme en ongeacht het inkomen dat eraan verbonden is; ieder mandaat uitgeoefend in een openbaar of privé-organisme, als vertegenwoordiger van de Staat, van een gemeenschap of gewest, of van een provincie of gemeente, voor zover het belastbaar bruto maandinkomen dat daaraan verbonden is tenminste 615,33 euro (reeds geïndexeerd) bedraagt; 3 het ambt van burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter, ongeacht het inkomen dat daaraan verbonden is. Merk op dat het, behalve voor de bepaling van de mandaten die in aanmerking kunnen komen (2 de streepje), niet uitmaakt of men ook daadwerkelijk een bezoldiging ontvangt voor een dergelijk mandaat. De beperking blijft gelden, of men nu afziet van het inkomen dat daaruit voortvloeit of niet. Dit is uiteraard anders voor de financiële cumulatiebeperking die hieronder wordt besproken. Financiële beperking Daarnaast legt de wet een financiële beperking op (art. 1quinquies). Het bedrag van de vergoedingen, wedden of presentiegelden, ontvangen als bezoldiging voor de door het lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of de Senaat naast zijn parlementair mandaat uitgeoefende activiteiten, mag de helft van het bedrag van de parlementaire vergoeding niet overschrijden (zie verder voor het begrip parlementaire vergoeding ). Voor de berekening van dit bijkomende bedrag komen in aanmerking: de vergoedingen, wedden of presentiegelden voortvloeiend uit de uitoefening van een openbaar mandaat, een openbare functie of een openbaar ambt van politieke aard (vergelijk met art. 70, 4 Gemeentedecreet en art. 68, 4 OCMWdecreet). 1 Wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers, art. 1, art. 1quater en art. 1quinquies voor leden van het Federaal Parlement. 2 Art. 42 van de Wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees parlement. Art. 24bis en 31ter van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, van toepassing op de leden van de parlementen van gemeenschappen en gewesten. 3 Bericht Belgisch Staatsblad van 30 januari 2009, blz. 7309. document3 - DAVA - 13 oktober 2009-1/5

Meldingsplicht Nemen de betrokken activiteiten een aanvang of een einde tijdens de duur van het parlementair mandaat, dan brengt het betrokken parlementslid de voorzitter van zijn assemblee daarvan op de hoogte. Het reglement van elke assemblee stelt nadere regels op voor de uitvoering van deze bepalingen. Welke mandaten tellen mee voor het cumulatieplafond? 4 (a) de bij verkiezing verleende mandaten Het betreft hier zowel een mandaat als lid van een gemeenteraad, een districtsraad of een raad voor maatschappelijk welzijn, als een mandaat van burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter. (b) de mandaten uitgeoefend in een openbare of particuliere instelling, als vertegenwoordiger van de Staat; als vertegenwoordiger van een gemeenschap of een gewest; als vertegenwoordiger van een provincie; als vertegenwoordiger van een gemeente. Het criterium dat hierbij wordt gehanteerd, is de aanwijzing door een politieke overheid. (c) de andere mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard Dit is een restcategorie. Volgens de parlementaire voorbereiding kunnen volgende functies NIET worden beschouwd als een politiek mandaat: - het lidmaatschap van commissies voor wedstrijden, examencommissies, technische raden, raadgevende comités of homologatiecommissies; - de deelname aan bijzondere, tijdelijke, toevallige of kortstondige opdrachten; - de onderwijzende ambten. Begrip parlementaire vergoeding Onder parlementaire vergoeding moet worden verstaan: de belastbare basisvergoeding, vermeerderd met het forfaitaire bedrag dat de assemblees aan hun leden uitkeren als terugbetaling van gemaakte kosten (28% van de basisvergoeding), de eindejaarspremie en het vakantiegeld. Bij het begin van elk kalenderjaar verschijnt in het Belgisch Staatsblad een bericht dat de parlementaire vergoeding vermeldt. BEDRAG 2009 5 In 2009 mogen parlementsleden ten hoogste 55 254,54 euro (= de helft van de parlementaire vergoeding) aan wedden, presentiegelden of andere vergoedingen ontvangen voor openbare mandaten, openbare functies of openbare ambten van politieke aard die ze uitoefenen naast hun parlementair mandaat (index 1,4859). De vergoedingen voor de uitoefening van bijzondere functies in de parlementaire assemblees (bv. lid van het bureau van de Kamer) worden niet in aanmerking genomen, noch voor het berekenen van het bedrag van de vergoeding waarop de 50%-regel wordt toegepast, noch voor de andere inkomsten. De cumulatiegrens bij cumulatie van de twee ambten gedurende een gedeelte van het jaar Wanneer een parlementair mandaat begint of eindigt gedurende het kalenderjaar, wordt het plafond proportioneel bepaald volgens de duur van het parlementair mandaat. Het bedrag van het plafond wordt 4 Zie hiervoor ook de nota van 14 maart 2001 aan het bureau van de Kamer van de werkgroep Financieel plafond cumulatie (nota SJD/2001/0089, ook wel nota werkgroep-tant ). 5 Mededeling in Belgisch Staatsblad van 30 januari 2009, blz. 7309. document3 - DAVA - 13 oktober 2009-2/5

vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 12 is, en de teller gelijk is aan het aantal maanden waarvoor men recht heeft op een vergoeding. VOORBEELD Een mandataris neemt ontslag uit de Kamer op 1 april 2009. Zij was nog gebonden aan de cumulatiegrens tot zolang de cumulatie duurde, d.w.z. tot zolang ze nog een parlementaire vergoeding ontving. Parlementsleden worden vooraf betaald: wie parlementslid was op 1 juni, kreeg de wedde voor de volledige maand, of men later op de maand ontslag nam of niet. Na verkiezingen wordt men pas uitbetaald vanaf de maand volgend op deze waarin de verkiezingen doorgingen. De cumulatiegrens moet berekend worden voor X/12 van 55 254,54 euro (bedrag van toepassing in 2009), waarbij X (in dit geval 4) staat voor het aantal maanden dat het parlementslid nog een vergoeding als parlementslid ontvangt. Een uittredingsvergoeding wordt niet beschouwd als een parlementaire vergoeding (men is op dat moment geen parlementslid meer en valt dus niet meer onder de beperking). Concreet: 4/12 x 55 254,54 = 18 418,18 euro. Sanctie bij overschrijding Bij het overschrijden van het plafond wordt de (lokale) mandatariswedde van de burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter verminderd. Gemeenten en OCMW s hebben er dus alle belang bij om de cumulatie grondig te bekijken. De betrokken mandataris kan geen compensatie vragen (zie 1.4.2.D) voor dit verlies aan inkomsten, want dan zouden de wettelijk opgelegde financiële beperkingen bij cumulatie van inkomsten uit een politiek mandaat geen zin hebben. PRAKTISCHE WERKWIJZE Bij het verminderen van de mandatariswedde kan men als volgt te werk gaan: het plafond wordt berekend op grond van een referteperiode van 12 maanden. Bij overschrijding van het plafond betaalt de personeelsdienst maandelijks één twaalfde van het toegelaten bedrag. Eventuele regularisaties zullen bijgevolg op het einde van het kalenderjaar moeten worden uitgevoerd. document3 - DAVA - 13 oktober 2009-3/5

Geschillenbeslechting Voor de geschillenbeslechting betreffende de toepassing van de regels m.b.t. de beperking van de cumulatie van mandaten duidt elke assemblee in haar schoot het orgaan aan dat hiervoor bevoegd is (binnen de Kamer is dit in principe het Bureau van de Kamer). 4.2 De cumulatie van de mandatariswedde met inkomsten uit een ander openbaar ambt Algemene regel 6 De som van de wedde van burgemeester, schepen of OCMW-(onder)voorzitter enerzijds, en van de vergoedingen, wedden en presentiegelden, ontvangen als bezoldiging voor de naast het lokale mandaat uitgeoefende openbare mandaten, functies of ambten van politieke aard anderzijds, is gelijk aan of lager dan anderhalve maal het bedrag van de parlementaire vergoeding van de leden van het Vlaams Parlement. De vergoeding van de Vlaamse Parlementsleden is dezelfde als deze van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Senaat. Bij het begin van elk kalenderjaar verschijnt in het Belgisch Staatsblad een bericht dat de parlementaire vergoeding vermeldt (zie ook punt 4.1). VOORBEELD KALENDERJAAR 2009 Een burgemeester die ook voorzitter van een intercommunale is, mag in totaal (wedde gecumuleerd met vergoedingen, wedden of presentiegelden van een ander openbaar ambt) maximaal 165 763,62 euro verdienen, dit is anderhalve keer de parlementaire vergoeding. 7 In de praktijk zullen het echter meestal de mandatarissen zijn die ook een parlementair mandaat hebben, die de cumulatiegrens (dreigen te) overschrijden. Meldingsplicht Uiteraard is het met het oog op het bepalen van de cumulatiegrens van belang dat de betrokken mandatarissen (of de instellingen waarbij zij actief zijn) hun bestuur op de hoogte brengen van alle wijzigingen die zich voordoen m.b.t. deze andere openbare mandaten, functies of ambten van politieke aard (zie ook Hoofdstuk 2.5). Welke mandaten? De begrippen openbaar mandaat, openbare functie en openbaar ambt moeten allemaal begrepen worden als politieke functies en niet als ambtenarenfuncties. Sinds 1 juli 2009 worden in het Gemeentedecreet en het OCMW-decreet de vergoedingen, wedden en presentiegelden vermeld die voortvloeien uit de oefening van deze mandaten: 1 vergoedingen ontvangen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement of het Europees Parlement; 2 presentiegelden ontvangen als lid van de provincieraad, als lid van de gemeenteraad resp. de raad voor maatschappelijk welzijn en als lid van de bestuursorganen van provinciaal (of gemeentelijk) extern verzelfstandigde agentschappen en hun filialen; 3 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van een intergemeentelijk samenwerkingsverband, zoals bedoeld in het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; 4 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van socialehuisvestingsmaatschappijen zoals bedoeld in het decreet houdende de Vlaamse Wooncode; 6 Art. 70, 4 en 274, 5 Gemeentedecreet en art. 68, 4 OCMW-decreet. 7 Mededeling in Belgisch Staatsblad van 30 januari 2009, blz. 7309. document3 - DAVA - 13 oktober 2009-4/5

5 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van de rechtspersonen als vermeld in artikel 195 van het Gemeentedecreet; 6 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van rechtspersonen als vermeld in artikel 188 van het Provinciedecreet; 7 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van rechtspersonen als bedoeld in Titel VIII, Hoofdstuk I, II en III van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Sanctie In tegenstelling tot de regeling bij cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat (vergelijk met 4.1), topt men niet de lokale mandatariswedde af bij het overschrijden van het plafond, maar wel de vergoedingen, wedden of presentiegelden die voortvloeien uit de uitoefening van de andere (openbare) activiteiten van politieke aard. In welke volgorde dit dan weer moet gebeuren, is wel niet helemaal duidelijk (bv. samenloop vergoedingen in intergemeentelijk samenwerkingsverband en socialehuisvestingsmaatschappij). De betrokken mandataris kan geen compensatie 8 vragen voor dit verlies aan inkomsten. Met de regeling van het compenserende voordeel (art. 70, 1, tweede lid GD en art. 68, 1, tweede lid OCMW-decreet) wilde de wetgever immers mogelijk maken dat politici het verlies van vervangingsinkomsten, dat ze door het opnemen van hun mandaat leden, konden compenseren. De cumulatie van inkomsten uit politieke mandaten daarentegen heeft de wetgever zélf willen beperken door financiële grenzen te bepalen in art. 70, 4 GD en in art. 68, 4 OCMW-decreet. Financiële compensatie mogelijk maken voor dit verlies aan inkomsten zou daarom absurd zijn en zou de wil van de wetgever volledig uithollen. 8 Zie hoger, onder punt 1.4.2.D. document3 - DAVA - 13 oktober 2009-5/5