Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar Leiden

Vergelijkbare documenten
Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Notitie. Inleiding. Methodiek. Opdrachtgever: A. Nijssen, Gemeente Leiden, Team Ruimtelijke Ordening W. Moerland. Auteur: Betreft: Projectnummer: 0866

Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten.

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Notitie. Inleiding. Methodiek

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen

D.A.J. van der Staak, Provincie Zuid-Holland G. Bakker. Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

BM-RAPPORT Vleermuisonderzoek. Veenendaal Industrielaan. M.W. van den Hoorn, 5 oktober 2011.

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Notitie. Inleiding. W. Kleinbruinink (gemeente Leiden) aan. van W. Moerland. betreft Flora- en faunawetonderzoek Driestar College.

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Notitie flora en fauna

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

I. Candido Gemeente Leiden, Projectmanagementbureau

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

Rapport Lelystad, oktober 2010 J.C. Nagel

Activiteitenplan Gewone dwergvleermuis Driestar-Dieperhout, Leiden

Rapportage. dhr. S. Bek Gemeente Leiden, Afdeling Realisatie. aan. W. Moerland Msc. van. Natuuronderzoek Aalmarkt Leiden. betreft.

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Notitie. Inleiding. Dhr. Nijenhuis (gemeente Haarlemmermeer) A. de Baerdemaeker & S.D. Elzerman Vleermuisonderzoek Waterzuivering Anthony Fokkerpark

Vleermuisinventarisatie De Annenborch, Rosmalen

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Figuur 1. Links: onderzocht plangebied (rood omlijnd). Rechts: het plangebied bezien vanaf de Boommarkt.

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Nader onderzoek Vleermuizen Sportpark Middelweide

Notitie. Inleiding. W. Kleinbruinink (gemeente Leiden) aan. van W. Moerland. betreft Flora- en faunawetonderzoek Driestar College.

Postbus RK Utrecht. Notitie nader onderzoek vleermuizen Centrumkwadrant Utrecht

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t

Vleermuizenonderzoek Heemse Rabobank te Hardenberg

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10

Notitie. Aanvullend faunaonderzoek locatie Brusselse Poort te Maastricht

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Inventarisatie muurplanten Het projectgebied is visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van beschermde muurplanten.

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Natuurwaarden onderzoek de Hallen

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Notitie. Inleiding. Methodiek. Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden. Wabo

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Notitie Quickscan flora en fauna

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus ZH GILZE

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Vleermuisonderzoek Kildijk

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

memo datum: 22 juli 2011

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

NOTITIE Ruimte voor Advies

Notitie. Inleiding. Figuur 1. Onderzochte bomen (rood omlijnd) en locatie nest Boomvalk (zie resultaten). bsr-notitie / 6

Herstructurering Stadshart Amstelveen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Quick scan ecologie winkelcentrum t Gein

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Memo Aanleiding Werkwijze

Geachte mijnheer Eggenhuizen,

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

Flora en fauna quickscan Jachthuisstraat te Malden

Geachte heer van Gerven,

/ Stadhuisplein, Veghel

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Vleermuisonderzoek Gorinchem

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Ecologisch sporenonderzoek

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

Aanvullend natuuronderzoek Oostelijke Randweg in Doetinchem

Transcriptie:

Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar Leiden In het kader van de Flora- en faunawet W. Moerland bsr-rapport 187 in opdracht van S. Eefting gemeente Leiden

Colofon bsr-rapport 187 titel auteurs afbeeldingen kaartmateriaal Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Flora- en faunawet. W. Moerland boven, onder: W. Moerland midden: G. Bakker Gemeentewerken Leiden, google maps Geproduceerd in opdracht van S. Eefting Deze uitgave kan geciteerd worden als: Moerland, W. 2011. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Flora- en faunawet. bsr-rapport 187. Bureau Stadsnatuur Rotterdam, Rotterdam. bureau Stadsnatuur Rotterdam, oktober 2011 Westzeedijk 345-3015 AA Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. bsr kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.

INHOUD Samenvatting... 3 1 Inleiding... 5 2 Methodiek... 7 2.1 Deelgebied B Dieperhout-Driestar... 7 2.2 Deelgebied C Diaconessenhuis... 8 3 Resultaten... 9 3.1 Deelgebied B Dieperhout-Driestar... 9 3.2 Deelgebied C Diaconessenhuis... 11 4 Conclusie... 13 5 Aanbevelingen... 15 Literatuur... 17 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 1

2 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

SAMENVATTING In verband met een herinrichting in de Leidse wijk Houtkwartier heeft bureau Stadsnatuur Rotterdam onderzoek gedaan naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden in het kader van de Flora- en faunawet. Onderhavig rapport presenteert de bevindingen van twee projecten, namelijk van het Flora- en faunawetonderzoek Dieperhout-Driestar (bsr-project 0693), alsmede van een verkennend onderzoek ( quick scan ) van twee beoogde parkeerterreinen van het naburig gelegen Diaconessenhuis (bsr-project 0727). Uit onderzoek is naar voren gekomen dat een vast verblijf van de Gewone dwergvleermuis aanwezig is in het Agnesgebouw. In verband met de sloop van dit pand zal een door het Ministerie van EL&I goed te keuren mitigatieplan opgesteld moeten worden. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 3

4 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

1 INLEIDING Op verzoek van de gemeente Leiden heeft bureau Stadsnatuur Rotterdam onderzoek gedaan naar beschermde natuurwaarden in een plangebied gelegen in het Leidse Houtkwartier (Figuur 1 en Figuur 2). Een ruimtelijk herinrichting gaat plaatsvinden waarbij gebouwen gesloopt gaan worden en bomen worden gekapt dan wel verplaatst. Het plangebied wordt begrensd door de Poelwetering, Zweilandlaan, Houtlaan, Faljerilstraat en Eijmerstraat. In het kader van het gemeentelijk project is reeds in 2010 door bsr een ecologisch onderzoek (Moerland 2010) in het kader van de Flora- en faunawet uitgevoerd voor een deel van het plangebied, op het terrein van het huidige Da Vincicollege (Figuur 1). In navolging hierop is onderhavig onderzoek uitgevoerd naar beschermde natuurwaarden in het ROC-gebouw en Agnesgebouw (Figuur 1). Dit naar aanleiding van een verkennend ecologisch onderzoek in maart 2011 (Moerland 2011a). Aanvullend zijn twee beoogde parkeerterreinen van het Diaconessenhuis (Figuur 2) onderzocht op potenties naar soorten van de Flora- en faunawet (bsr-project 0727). B A B Figuur 1. Deelgebieden per onderzoek: A (project 0609 Moerland 2010) en B (project 0693). Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 5

Figuur 2. Ligging onderzoeksgebied project 0727 (deelgebied C) in rood omcirkeld. Op basis van de quick scan van deelgebied B (Moerland 2011a) is geconcludeerd dat aanvullende kennis wenselijk was omtrent de functionaliteit van het projectgebied voor beschermde soorten. Hierbij ging het om terreingebruik door vleermuizen, in de vorm van verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden. De Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en Laatvlieger (Eptesicus serotinus) hebben mogelijk kraamkolonies dan wel paarverblijfplaatsen in de verschillende gebouwen. Paarverblijven van de Ruige dwergvleermuis (Pipistrelllus nathusii) worden evenmin uitgesloten. Daarnaast is het mogelijk dat jaarrond beschermde nestplaatsen van roofvogels en uilen in het plangebied aanwezig zijn. 6 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

2 METHODIEK De deelgebieden A en B zijn beide met een vervolgonderzoek nader onderzocht op vleermuizen en vogels. Deelgebied A is in 2010 onderzocht. Resultaten van dit onderzoek blijven drie jaar van kracht, zolang de situatie ongewijzigd blijft. Voor specificaties wordt verwezen naar de bijbehorende rapportage (Moerland 2010). Deelgebied C is bezocht voor een verkennend ecologisch onderzoek ( quick scan ). Bezoekdatums worden gepresenteerd in Tabel 1. Tabel 1. Bezoekgegevens per deelgebied. datum bsr-project deelgebied dagdeel functionaliteit ecoloog soortgroep 7-6-2010 0609 A avond kraamkolonies W. Moerland, G. Bakker vleermuizen, vogels 15-6-2010 0609 A avond kraamkolonies W. Moerland, G. Bakker vleermuizen, vogels 12-8-2010 0609 A avond paarverblijven W. Moerland vleermuizen 16-9-2010 0609 A avond paarverblijven W. Moerland, M. Grutters vleermuizen 28-9-2010 0609 A avond paarverblijven W. Moerland, N. de Zwarte vleermuizen 1-6-2011 0693 B zonsopkomst kraamkolonies W. Moerland vleermuizen 14-6-2011 0693 B avond kraamkolonies W. Moerland vleermuizen kraamkolonies, 23-6-2011 0693 B avond vogelnesten W. Moerland, W. van Esch vleermuizen, vogels 24-6-2011 0693 B zonsopkomst kraamkolonies W. Moerland, W. van Esch vleermuizen 12-7-2011 0693 B zonsopkomst kraamkolonies W. Moerland vleermuizen 1-9-2011 0693 B avond paarverblijven W. Moerland, A. de Baerdemaeker, W. van Esch vleermuizen 8-9-2011 0727 C middag potenties op beschermde natuurwaarden W. Moerland quick scan 20-9-2011 0693 B avond paarverblijven W. Moerland, W. van Esch vleermuizen 2.1 Deelgebied B Dieperhout-Driestar Onderzoek naar de aanwezigheid van jaarrond beschermde rust- of verblijfplaatsen van vogels, in het bijzonder van Sperwer (Accipiter nisus) en Ransuil (Asio otus). In juni zijn nesten van Sperwer eenvoudig op te sporen door de voederactiviteit van de ouders en luidruchtigheid van (dons)jongen. Territoriale uilen zijn eenvoudig gedurende de avonduren op te merken. Het vleermuisonderzoek is uitgevoerd volgens het Vleermuisprotocol, zoals dat is vastgesteld door de Gegevensautoriteit Natuur (NGB & VZZ 2009). In de periode juni september zijn zeven bezoekrondes uitgevoerd om alle mogelijke functionaliteiten van het gebied voor vleermuizen te kunnen inventariseren (Tabel 1). Veldbezoeken zijn te voet uitgevoerd door één tot drie deskundigen, waarbij gebruik is gemaakt van batdetectors (type: Pettersson D100 en D240x). Het onderzoeksgebied is ruim na zonsondergang en bij gunstige weersomstandigheden (niet te koud, niet te veel wind en nauwelijks of geen neerslag) geïnventariseerd. Kraamkolonieonderzoek geschiedde vanaf het intreden van de schemering, bij zonsopkomst of zonsondergang, wanneer vleermuizen respectievelijk in- of uitvliegen. In september is het terrein in de avond bezocht voor paarverblijven, onder meer van de Gewone dwergvleermuis en Ruige dwergvleermuis. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 7

2.2 Deelgebied C Diaconessenhuis Op de middag van 8 september 2011 is deelgebied C door een ecoloog van bsr onderzocht op de potentiële aanwezigheid van vaste rust- of verblijfplaatsen van soorten die jaarrond beschermd zijn. Gedurende dit bezoek is gekeken: - of er (indirecte) aanwijzingen zijn voor het voorkomen van strikt beschermde soorten; - of het gebied potentie heeft voor strikt beschermde soorten; - of er in het kader van de Flora- en faunawet vervolgonderzoek nodig is. Bij ruimtelijke ontwikkeling is voor deze soorten een ontheffing ex. artikel 75 van de Flora- en faunawet vereist indien aan deze ontwikkeling verstorende effecten zijn verbonden. Naast de inschattingen op basis van het veldbezoek zijn ook natuurgegevens afkomstig uit het Stadsnatuurmeetnet (Moerland 2011b) geraadpleegd. 8 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

3 RESULTATEN 3.1 Deelgebied B Dieperhout-Driestar Vogels Onderzoek naar jaarrond beschermde nesten van vogels heeft geen relevante waarnemingen opgeleverd. Binnen het plangebied komen diverse soorten struweel- en bomenbroeders voor. Daarnaast broeden meeuwen op de platte daken van de gebouwen, als ook Scholekster (Haematopus ostralegus). Alle broedende vogels zijn strikt beschermd door de Flora- en faunawet. Vleermuizen Gedurende voor- en najaarsbezoeken zijn vleermuizen binnen het plangebied waargenomen. Het ging in de regel om de Gewone dwergvleermuis, niet om grote aantallen. Activiteit van de vleermuizen was hoofdzakelijk gecontreerd op twee locaties (Figuur 3): - de westhoek van het onderzoeksgebied; - de binnentuin van het Agnesgebouw. Figuur 3. Vleermuiswaarnemingen in het kader van project 0693. In rood het gehele plangebied van Driestar- en Dieperhout. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 9

Waargenomen dieren betroffen hoofdzakelijk passerende of foeragerende dieren van zowel Gewone dwergvleermuis als (in het najaar) Ruige dwergvleermuis. Binnen het plangebied zijn geen kraamverblijven aanwezig. Wel zijn zeer sterke aanwijzingen gevonden dat een Gewone dwergvleermuis een paarverblijf heeft in het Agnesgebouw. Gedurende alle najaarsbezoeken van 2011 alsmede van 2010 (in het kader van bsr-project 0693) is een fanatiek baltsend mannetje in vlucht waargenomen. Deze baltsvluchten waren geconcentreerd in het oostelijk deel van het Agnesgebouw (Figuur 4). Op basis van deze waarnemingen valt af te leiden dat ten minste één paarverblijf van de soort binnen het plangebied aanwezig is. Hoewel het feitelijk verblijf niet gevonden is wijst het gedrag ontegenzeggelijk op een paarverblijf in de directe omgeving (Sachteleben & Von Helversen 2006). In de westhoek is eveneens een baltsend mannetje van de Gewone dwergvleermuis waargenomen gedurende de najaarsbezoeken. Dit exemplaar vertoonde echter geen directe verbondenheid met een gebouw. Bovendien waren de vluchten onregelmatig, wat erop wijst dat het paarverblijf zich buiten het plangebied ophoudt. Figuur 4. Het Agnesgebouw. De rode lijnen duiden de beschermde situatie. Andere vliegbewegingen betroffen de enkele exemplaren die passeerden over de Poelwetering, het water dat de begrenzing vormt aan de zuidoosthoek van het plangebied. Deze wetering is relatief donker en omzoomd met vele loofbomen. Enkele passerende gewone dwergvleermuizen werden in de ochtend van 24 juni 2011 waargenomen. De dieren vlogen zuidwestwaarts, het water volgend. Van een essentiële route lijkt nochtans geen sprake te zijn. Het gaat om een klein aantal dieren dat bovendien voldoende mogelijkheden heeft om omliggende wateren en de Leidsche Hout te bereiken. 10 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

3.2 Deelgebied C Diaconessenhuis Het veldwerk heeft geen aanwijzingen opgeleverd die wijzen op potenties voor aanwezigheid van beschermde soorten binnen het plangebied C. Flora Het onderzochte terrein biedt weinig mogelijkheden voor beschermde flora zoals Rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa) of stinzenplanten. Dit als gevolg van de inrichting en onderhoud van de plantsoenen. De enige (tijdelijke) bebouwing ((Figuur 5) aanwezig biedt geen potenties op beschermde muurflora. Vogels Er zijn geen (directe) aanwijzingen dat jaarrond beschermde verblijfplaatsen van uilen of roofvogels aanwezig kunnen zijn. Potentiële verblijfplaatsen (oude coniferen of opgaande klimopstruwelen) zijn vrijwel afwezig in het gebied. Nesten van gebouwbewonende vogelsoorten met een jaarrond beschermde status, zoals Huismus (Passer domesticus) of Gierzwaluw (Apus apus) zijn niet te verwachten in het enige gebouw. Figuur 5. Enige bebouwing binnen het plangebied van bsr-project 0727. Naar verwachting zijn vogelterritoria aanwezig in de broedtijd, van bijvoorbeeld Houtduif (Columba palumbus) en Merel (Turdus merula). Te verwachten valt dat ze in de groenpercelen rondom de parkeerterreinen tot broeden komen. Ook in de losstaande bomen kunnen vogels in het broedseizoen hun nesten hebben. Vleermuizen Het plangebied zal naar waarschijnlijkheid niet van dienst zijn als essentieel leefgebied voor vleermuizen. Mogelijkheden voor vaste verblijven zijn niet aanwezig op het terrein. De enige bebouwing is ongeschikt voor gebouwbewonende soorten als de Gewone dwergvleermuis. De aanwezige bomen zijn te jong om verblijfmogelijkheden te bieden voor boombewonende vleermuizen. Voorts zal het plangebied niet als belangrijke vliegroute of essentieel foerageergebied functioneren. De directe nabijheid van de Leidsche Hout voorziet in grote mate aan foerageer- en verblijfmogelijkheden voor ten minste zes soorten vleermuizen (Moerland 2011b). Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 11

12 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

4 CONCLUSIE Op basis van onderhavig onderzoek wordt het volgende geconcludeerd: - jaarrond beschermde nesten van vogels zijn niet binnen de drie deelgebieden aanwezig; - broedende vogels zijn in het gehele plangebied van Dieperhout-Driestar aanwezig; - potenties voor beschermde natuurwaarden, broedende vogels daargelaten, zijn in deelgebied C niet gevonden; - een vast verblijf van de Gewone dwergvleermuis bevindt zich in het Agnesgebouw (deelgebied B, Figuur 4). Naar aanleiding van het Flora- en faunawetonderzoek in 2010 (deelgebied A) is geconcludeerd dat een paarverblijf van de Gewone dwergvleermuis in het Agnesgebouw aanwezig is. Dit wordt bevestigd in de bevindingen van het onderzoek in 2011. In het volgende hoofdstuk (Aanbevelingen) worden op basis van bovenstaande resultaten adviezen gegeven ten aanzien van het gemeentelijk project. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 13

14 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

5 AANBEVELINGEN In het kader van het gemeentelijk project worden de volgende aanbevelingen gedaan: - Bij alle werkzaamheden dient men de Zorgplicht te volgen zoals beschreven in artikel 2 van de Flora- en faunawet. Dit is een algemeen geldende fatsoensnorm voor de omgang met flora en fauna. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. In het geval van beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht voor dieren betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien onvermijdelijk, met zo min mogelijk lijden gepaard gaat; - Voor de sloop van het Agnesgebouw en de verplaatsing / kap van de aangrenzende bomen is vanwege het paarverblijf van de Gewone dwergvleermuis ministriële goedkeuring van mitigatiemaatregelen noodzakelijk. Deze maatregelen worden samengevat in een zogenaamd activiteitenplan ten behoeve van de ontheffingsaanvraag. Deze zal uiterlijk november 2011 worden ingediend bij het Ministerie van EL&I. De beschermde situatie wordt weergegeven in Figuur 4; - Voor alle werkzaamheden wordt aanbevolen deze uit te voeren volgens de richtlijnen genoemd in de Gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen in Leiden (Groos 2005). Ook bij werkzaamheden aan de vijver in de binnentuin van het Agnestuin zal gewerkt worden middels deze Gedragscode. Dempen van het water zal plaatsvinden vanaf het kopse eind richting de open verbinding met de Poelwetering. Dit om waterdieren als vissen en amfibieën een ontsnappingsmogelijk te bieden; - Bij de ontwikkeling van het plangebied wordt geadviseerd te kiezen voor een vleermuisvriendelijke inrichting. Dit betekent dat er ruimte voor groenstroken is met boven- en ondergroei. Voorts is een terughoudendheid met openbare verlichting geboden. Extra attentie wordt gevraagd voor de Poelwetering, die door de weldadige begroeiing op de oevers en langs de kant aantrekkelijk is voor vleermuizen. Behoud van de donkere inrichting is wenselijk. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 15

16 Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet

LITERATUUR NGB & VZZ, 2009. Het protocol voor vleermuisinventarisaties. 2 april 2009. Odijk. Moerland, W. 2010. Aanvullend Flora- en faunawetonderzoek - vleermuizen en vogels Driestar College. bsr-notitie 0609. bureau Stadsnatuur Rotterdam, Rotterdam. Moerland, W. 2011a. Quick scan Dieperhout-Driestar Leiden. bsr-notitie 0673. bureau Stadsnatuur Rotterdam, Rotterdam. Moerland, W. 2011b. Resultaten inventarisaties 2010 Stadsnatuurmeetnet Leiden. bsr-rapport 167. bureau Stadsnatuur Rotterdam, Rotterdam. Sachteleben, J. & O. von Helversen. 2006. Songflight behaviour and mating system of the pipistrelle bat (Pipistrellus pipistrellus) in an urban habitat. Acta Chiropterologica, 8(2): 391 401. Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar in het kader van de Ff-wet 17