VAN DE ZESDE BIJEENKOMST VAN DE GEMENGDE ADVIESCOMMISSIE NEDERLAND-MAROKKO INZAKE HET FAMILIERECHT 1 EN 2 JUNI 2006 TE RABAT

Vergelijkbare documenten
Notulen van de Vijfde Bijeenkomst van de Marokkaans-Nederlandse Adviescommissie van 17 en 18 mei 2005 te Den Haag

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus ER DEN HAAG

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

CIRCULAIRE NOTA. (16 mei 2008)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gew. bij S.B no. 104.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

1 Inleiding. 1.1 In beqinsel schrifteliik contact

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 97

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Rechtbank van eerste aanleg Mechelen, vonnis van 16 maart 2010

De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Huwelijksaangifte en samenlevingscontract vereenvoudigd

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

14 Nederlands nationaliteitsrecht

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Benelux-verdrag inzake tekeningen of modellen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013)

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË MONTENEGRO INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR BEPAALDE GEZINSLEDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Onder afhankelijke gezinsleden wordt verstaan:

BIJLAGE. Aanhansgel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, /FA RK ; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Landsverordening politieke partijen

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

Benelux-verdrag inzake de warenmerken

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

VERSLAG VAN DE ZESDE BIJEENKOMST VAN DE GEMENGDE ADVIESCOMMISSIE NEDERLAND-MAROKKO INZAKE HET FAMILIERECHT 1 EN 2 JUNI 2006 TE RABAT

Indachtig de voortzetting van hun dialoog om de bestaande problemen af te bakenen, zijn de Marokkaanse en Nederlandse delegaties, waarvan de ledenlijst aan onderhavige notulen is gehecht, in het kader van hun periodieke besprekingen op 1 en 2 juni 2006 bijeengekomen op het Ministerie van Justitie in Rabat om de punten van de voor deze bijeenkomst vastgestelde agenda te bespreken. I Nationaliteit en burgerlijke stand 1 De kwestie van de dubbele nationaliteit De Nederlandse delegatie heeft blijk gegeven van het belang dat de Nederlandse regering en het parlement hechten aan het vraagstuk van de dubbele nationaliteit en de mogelijkheid voor vreemdelingen die de Nederlandse nationaliteit verkrijgen om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit. Zij heeft erop gewezen dat dit vraagstuk werd aangehaald tijdens het bezoek van de Nederlandse Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie aan Marokko. Met het oog hierop wenst de Nederlandse delegatie ingelicht te worden over het Marokkaanse standpunt ten aanzien van dit vraagstuk, ook al is zij zich ervan bewust dat het onderzoek naar dit vraagstuk nog niet is afgerond. De Marokkaanse delegatie heeft aangegeven dat het wetboek inzake de nationaliteit, conform de Hoge Koninklijke Richtlijnen terzake, thans wordt bestudeerd waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheid voor de Marokkaanse moeder om haar nationaliteit aan haar kinderen toe te kennen. Zij heeft de Nederlandse delegatie in kennis gesteld van het feit dat de technische commissie die belast is met de herziening van het Marokkaanse wetboek inzake de nationaliteit, hervormingsplannen heeft opgesteld die rekening houden met de Marokkaanse specificiteit en met de beginselen die op dit gebied algemeen worden erkend. Het ontwerp van het herziene wetboek zal na afloop van de besprekingen die thans worden gevoerd met de diverse betrokken partijen, aan het Parlement ter beoordeling worden voorgelegd. Wat de mogelijkheid betreft om afstand te doen van de Marokkaanse nationaliteit heeft de Marokkaanse delegatie aangegeven dat de van kracht zijnde bepalingen, in navolging van wetgevingen van meerdere landen, voorzien in de mogelijkheid om volgens welbepaalde voorwaarden een verzoek in te dienen waarop overeenkomstig de wet wordt beslist. In het kader van de vragen van de Nederlandse autoriteiten omtrent deze kwestie zal de Marokkaanse delegatie het nieuwe wetboek overleggen zodra dit is uitgevaardigd. 2 Het begrip onbekende vader De Nederlandse delegatie heeft de kwestie aan de orde gesteld met betrekking tot de problemen omtrent de interpretatie van het begrip onbekende vader, zoals voorzien bij artikel 6 van het Marokkaanse wetboek inzake de nationaliteit. Hieromtrent heeft zij zich afgevraagd of er mogelijkheden bestaan om het begrip te preciseren alsmede situaties die reeds voor de uitvaardiging van het wetboek bestonden, te regulariseren. 2

De Marokkaanse delegatie heeft aangegeven dat het begrip onbekende vader was vastgesteld in tegenstelling met een regelmatige huwelijkssituatie. De lopende beschouwingen die moeten leiden tot de hervorming van het Marokkaanse wetboek inzake de nationaliteit, zullen waarschijnlijk de gelegenheid geven om deze dubbelzinnigheid terzijde te stellen omdat de toekenning van de nationaliteit via de moeder het belang van het begrip onbekende vader wegneemt, terwijl naar aanleiding van de hervorming van de wetgeving overgangsbepalingen kunnen worden geformuleerd die de gestelde vragen behandelen. De beschouwing met betrekking tot de toekenning van de nationaliteit via de moeder richt zich eveneens op de vormen van toekenning daarvan. 3 Voornamen De Nederlandse delegatie heeft aangegeven dat de kwestie van de voornamen uitvoerig besproken is in het Nederlandse parlement. Zij vraagt zich af of er een mogelijkheid bestaat dat de Marokkaanse wetgeving gezinnen toestaat om hun kind een Nederlandse voornaam te geven, dan wel eventueel een compromis te vinden is waardoor twee voornamen in de registers van de burgerlijke stand kunnen worden opgenomen. De Marokkaanse delegatie heeft nota genomen van de bezorgdheid van de Nederlandse delegatie door aan te geven dat de kwestie is voorgelegd aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken waaronder vraagstukken omtrent de burgerlijke stand vallen. Bovendien is gewezen op het nauwe verband dat bestaat tussen deze kwestie en de beschouwingen omtrent de identiteit. In geval van weigering van registratie van een door de ouders gekozen voornaam kunnen laatstgenoemden zich evenwel wenden tot de hoge commissie voor de burgerlijke stand. In dit opzicht heeft de voorzitter van de Marokkaanse delegatie een aantal buitenlands klinkende voornamen genoemd die door genoemde commissie zijn aanvaard. II Erkenning van huwelijken 1 Het certificat de coutume [verklaring van huwelijksbekwaamheid naar Marokkaans recht] De Marokkaanse delegatie informeert opnieuw naar de maatregelen die door de Nederlandse delegatie zijn genomen ten aanzien van het verzoeken door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de overlegging van het certificat de coutume door de aanstaande echtgenoten. De Nederlandse delegatie heeft aangegeven dat de kwestie met de Nederlandse ambtenaren van de burgerlijke stand is besproken en dat laatstgenoemden hebben verklaard dat zij de van kracht zijnde Nederlandse wetgeving toepassen en daarbij niet van de toekomstige echtgenoten kunnen eisen dat genoemd certificaat wordt overgelegd. De Marokkaanse delegatie heeft aangegeven dat zij zich bewust is van de positie van de ambtenaren van de Nederlandse burgerlijke stand die gehouden zijn de wet toe te passen. Zij heeft evenwel opgemerkt dat overlegging van het certificat de coutume tot doel heeft de toekomstige echtgenoten die hun huwelijk in Nederland sluiten, te wijzen op de bepalingen van de Marokkaanse wetgeving om zo eventuele problemen in verband met de erkenning van hun huwelijk in Marokko te voorkomen. 3

De Nederlandse delegatie heeft de nadruk gelegd op het belang van door de Marokkaanse autoriteiten opgestelde folders om het publiek te informeren over de bepalingen van het wetboek van familierecht. Zij heeft aangegeven dat er op het gebied van deze voorlichting omtrent de bepalingen van het wetboek een nauwere samenwerking tussen beide partijen tot stand zou kunnen komen. De Marokkaanse delegatie heeft haar bereidheid kenbaar gemaakt om samen met de Nederlandse delegatie informatiedragers uit te werken, en zulks in navolging van documenten die met andere landen zijn opgesteld. 2 Huwelijksbevoegdheid De Marokkaanse delegatie heeft aangegeven dat de rechters voor familiezaken die belast zijn met het huwelijk, toestemming kunnen verlenen voor een huwelijk dat werd gesloten voor het bereiken van de huwbare leeftijd. Het betreft hier evenwel over het algemeen uitzonderlijke gevallen waarin toestemming is verleend aan toekomstige echtgenoten waarvan de leeftijd tussen 15 en 18 jaar ligt. Het verlenen van deze toestemming is onderworpen aan bijzondere voorwaarden, waaronder de voorwaarde van een medisch onderzoek naar de lichamelijke gesteldheid en de mogelijkheid de lasten van het huwelijk te dragen. De Nederlandse delegatie heeft aangegeven dat de huwbare leeftijd in Nederland op 18 jaar is gesteld. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter evenwel toestemming verlenen voor een huwelijk tussen minderjarigen waarvan de leeftijd tussen de 15 en 18 jaar ligt. Het Nederlands internationaal privaatrecht erkent in Marokko gesloten huwelijken van personen waarvan de leeftijd tussen de 15 en 18 jaar ligt. Desalniettemin heeft de Nederlandse delegatie aangegeven dat indien de minderjarige echtgenoot de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt en de huwelijksband na deze leeftijd wordt voortgezet, het huwelijk wordt erkend. 3 Akten van erkenning van een huwelijk De Marokkaanse delegatie heeft geïnformeerd naar het standpunt van de Nederlandse rechtspraak ten aanzien van de nieuwe procedure die op het gebied van de erkenning van huwelijken door het wetboek van familierecht is ingesteld. In dit opzicht heeft zij erop gewezen dat het probleem inzake de [lafif-]akten van erkenning van een huwelijk niet meer speelt, aangezien vanaf 4 februari 2004, datum van inwerkingtreding van het nieuwe wetboek van familierecht, de notariële akten van erkenning van een huwelijk niet meer vormen dan een begin van bewijs van het huwelijk en dat dit wetboek voorziet in een overgangsperiode om daarvoor reeds bestaande situaties te regulariseren door een verzoek in rechte tot erkenning van het huwelijk; thans vormt de huwelijksakte het enige rechtsgeldige bewijs van dit huwelijk. De Nederlandse delegatie heeft aangegeven dat de gerechtelijke instanties in kennis zijn gesteld en dat de rechters inlichtingen kunnen verkrijgen bij de Marokkaanse ambassade in geval van twijfel over de authenticiteit van documenten. 4

III Erkenning van echtscheidingen 1 Vereenvoudiging van de procedure inzake erkenning van in Nederland uitgesproken echtscheidingen De Nederlandse delegatie heeft de wens geuit dat de Marokkaanse delegatie nieuwe maatregelen in overweging neemt die gericht zijn op een vereenvoudiging van de exequaturprocedure in navolging van de oplossingen die werden genomen vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Marokkaanse wetboek van familierecht. De Marokkaanse delegatie heeft erop gewezen dat deze tijdelijke oplossing gebaseerd was op een circulaire. Thans is deze oplossing achterhaald gezien het bepaalde in artikel 128 van het nieuwe Marokkaanse wetboek van familierecht. In het kader van deze nieuwe regeling heeft het Marokkaanse Ministerie van Justitie vereenvoudigde formaliteiten aanbevolen door de invoering van een formulier dat de verzoeker de mogelijkheid biedt zijn verzoek via het Ministerie van Buitenlandse Zaken door tussenkomst van het Ministerie van Justitie in te dienen, waarmee wordt voorkomen dat hij moet afreizen naar Marokko om daar zelf de procedure in te stellen. Dat neemt niet weg dat de Marokkaanse delegatie haar beraadslaging voortzet over de mogelijkheden om de vereenvoudiging van deze procedure verder door te voeren. 2 Gebrek aan motivering van beslissingen door de Nederlandse rechtspraak op het gebied van echtscheiding De Marokkaanse delegatie heeft de aandacht gevraagd voor Nederlandse gerechtelijke beslissingen die geen melding maken van de echtscheidingsgronden, hetgeen dan ook in Marokko problemen oplevert bij de exequatur van genoemde beslissingen. In dit opzicht zou de Marokkaanse delegatie graag zien dat de Nederlandse gerechtelijke autoriteiten bewust werden gemaakt omtrent deze kwestie. De Nederlandse delegatie heeft het door de Marokkaanse delegatie geuite verzoek aanvaard, waarbij zij evenwel aangeeft dat echtscheidingsbeslissingen die in Nederland worden gegeven, enkel zijn gebaseerd op duurzame ontwrichting. Verder heeft de Nederlandse delegatie ter kennis gebracht dat de erkenning van in Marokko uitgesproken ontbindingen van het huwelijk geen probleem meer oplevert. Zij heeft evenwel geïnformeerd naar het document dat als basis genomen moet worden bij het vaststellen van de datum van ontbinding van het huwelijk. De Marokkaanse delegatie heeft aangegeven dat als referentiedatum geldt de datum van het opmaken van de echtscheidingsakte. Derhalve is de echtscheiding bewezen hetzij door overlegging van de adoulaire echtscheidingsakte, hetzij door het vonnis dat op voornoemde akte volgt. 3 Alimentatie De Marokkaanse delegatie heeft opnieuw aandacht gevraagd voor de problematiek die zij ontmoet bij de behandeling van alimentatiezaken in het kader van het Verdrag van New York van 1956, in casu waar het betreft de ontvangst van documenten in de Nederlandse taal wat een vertaalprobleem oplevert en dus kosten voor de onderhoudsgerechtigde partij. 5

De Nederlandse delegatie heeft nota genomen van de door de Marokkaanse delegatie aangehaalde problemen en neemt zich voor de noodzakelijke oplossingen te onderzoeken. Bovendien heeft de Marokkaanse delegatie de kwestie van de dubbele rechterlijke beslissingen op het gebied van alimentatie aangeroerd en heeft de aandacht gevestigd op de noodzaak dat de respectievelijke gerechtelijke instanties rekening houden met beslissingen die eerder in alimentatiezaken zijn gewezen om zo voor de onderhoudsplichtige soms dramatische situaties te voorkomen. In dit opzicht heeft de Marokkaanse delegatie voorgesteld ontmoetingen te organiseren tussen rechters die met de rechtspraak in dit soort zaken zijn belast en wel met het doel een betere kennis te verkrijgen over onze respectievelijke wetgevingen terzake. De Nederlandse delegatie zal dit voorstel bestuderen en laat haar antwoord hieromtrent op een later tijdstip weten. De Marokkaanse delegatie heeft eveneens de wens geuit dat de Nederlandse delegatie haar informatie doet toekomen over de toekenning van alimentatie door de Nederlandse gerechtelijke instanties, waarbij zij met name wenst te weten of de kinderbijslag wordt meegenomen bij de vaststelling van het bedrag van de alimentatie. IV De Haagse Verdragen van 1996 inzake de kinderbescherming en van 1980 inzake de kinderontvoering De Marokkaanse delegatie heeft aangehaald dat het verdrag van 1996 door Marokko is ondertekend en geratificeerd. Met betrekking tot het verdrag van 1980 heeft de Marokkaanse delegatie aangegeven dat de ratificatieprocedure lopende is, en dat Marokko instemt met de beginselen die in dit verdrag zijn neergelegd. Dat in gedachte stelt de Marokkaanse delegatie voor om hetzij een bilateraal protocolakkoord op te stellen dat gebaseerd is op de bepalingen van genoemd verdrag, hetzij de bevoegdheden van onderhavige commissie zodanig uit te breiden dat de vraagstukken met betrekking tot ongeoorloofde overbrengingen van kinderen en de regeling van het omgangsrecht tot zijn bevoegdheden gaan horen. Een ontwerpprotocol is ter bestudering voorgelegd aan de Nederlandse delegatie die haar bevindingen en voorstellen hieromtrent binnenkort zal mededelen. De Nederlandse delegatie heeft zich bereid verklaard samen te werken in het kader van de twee voornoemde verdragen. V DIVERSEN 1 Opvangtehuizen Hoewel de Marokkaanse delegatie het belang erkent van deze opvangtehuizen waar sommige moeders en kinderen die zich in een moeilijke situatie bevinden, terecht kunnen, vestigt zij de aandacht van de Nederlandse delegatie op de negatieve gevolgen van het feit dat de vader niet op de hoogte is van de verblijfplaats van zijn kinderen. Ook heeft zij voorgesteld dat de Marokkaanse consulaire autoriteiten door de leidinggevende personen van deze 6

opvangtehuizen op de hoogte worden gehouden over de feitelijke situatie van de betrokken personen. De Nederlandse delegatie heeft de Marokkaanse delegatie in kennis gesteld van het feit dat er hieromtrent reeds eerder een bijeenkomst is belegd en stelt voor deze ontmoeting binnenkort opnieuw te doen plaatsvinden om de Marokkaanse consulaire autoriteiten zo in staat te stellen de gevraagde informatie in te winnen. De Marokkaanse delegatie heeft verzocht om overlegging van documentatie over opvangtehuizen die volgens een systeem lijken te werken dat meegenomen zou kunnen worden in de lopende beschouwingen met betrekking tot de oprichting van dit soort tehuizen in Marokko. 2 Probleem inzake de erkenning van akten van erkenning van het huwelijk (Lafif) door ambtenaren van de Nederlandse burgerlijke stand De Marokkaanse delegatie heeft de problematiek aangehaald omtrent de niet-erkenning door ambtenaren van de Nederlandse burgerlijke stand van akten van erkenning van een huwelijk die zijn opgemaakt voor de datum van inwerkingtreding van het wetboek van familierecht. Zij zou graag zien dat de bevoegde Nederlandse instanties onderscheid maken tussen akten die zijn opgemaakt voor en na de inwerkingtreding van het wetboek van familierecht. De Nederlandse delegatie brengt het bestaan van deze problemen ter sprake in de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit en zal de Marokkaanse delegatie in kennis stellen van de initiatieven die zullen worden genomen. Beide delegatie s zijn verheugd over de hartelijke sfeer waarin de besprekingen zijn verlopen en over de besluiten en aanbevelingen die hieruit zijn voortgevloeid. Zij zijn overeengekomen om hun volgende bijeenkomst in Den Haag te houden, op een datum die op een later tijdstip wordt vastgesteld. Gedaan te Rabat, 2 juni 2006. De Voorzitter van de Marokkaanse delegatie namens deze [handtekening] De heer Brahim LISSER De Voorzitter van de Nederlandse delegatie [handtekening] De heer Sjaak Jansen 7

Lijst van de Marokkaanse delegatie - Dhr. Mohamed LIDIDI, Secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie, Voorzitter van de delegatie - Dhr. Brahim LISSER, Directeur Civiele Zaken bij het Ministerie van Justitie - Dhr. Abdelmajid RHOMIJA, Directeur Studies, Samenwerking en Modernisering bij het Ministerie van Justitie - Dhr. Mahjoub BENTALEB, Hoofd van de Afdeling Juridische en Gerechtelijke zaken bij het Ministerie van Justitie - Mevr. Malika MEZDALI, Hoofd van de Afdeling Nationaliteit en Burgerlijke Stand, Ministerie van Justitie - Mevr. Samira MEDDOUN, Rechterlijk ambtenaar belast met de gerechtelijke samenwerking in civiele zaken, Afdeling Civiele Zaken - Dhr. Choukri AJRAOUI, Rechterlijk ambtenaar, gedetacheerd bij het Algemeen Secretariaat van het Ministerie van Justitie - Dhr. El Mahdi AROUSSI IDRISSI, Rechterlijk ambtenaar, gedetacheerd bij de Directie Civiele Zaken van het Ministerie van Justitie - Dhr. Abdelkamel DINIA, Hoofd van de Afdeling Consulaire Zaken - Dhr. Ahmed LASFAR, Dienst Administratieve Verdragen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken 8

Lijst van de Nederlandse delegatie - Dhr. Sjaak Jansen, Adjunct-hoofd van de Directie Wetgeving, Sector Privaatrecht van het Ministerie van Justitie, Voorzitter van de Nederlandse delegatie - Mevr. Caroline Weijers, Adjunct-hoofd bij de Nederlandse Ambassade te Rabat - Prof. Frans Van Der Velden, deskundige - Dhr. Ilan Cohen, Afdeling Juridische Consulaire Zaken van het Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken 9