LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen

Vergelijkbare documenten
LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen


Openbaar lichaam Saba

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

LANDSVERORDENING van de 7de maart 1968 houdende nieuwe voorschriften inzake middelen tot bestrijding van schadelijke dieren en planten

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

LANDSVERORDENING van de 26ste februari 2002 houdende maatregelen tot opruiming van schepen en wrakken in zee en op het

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het houden van algemene volkstellingen

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

==================================================================== Artikel 1

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

Datum ondertekening. Bron bekendmaking A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

==================================================================== Artikel 1

Vestigingsregeling voor bedrijven

==================================================================== Artikel 1

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Volksgezondheidswetgeving LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Artikel 1 2. Artikel 2

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 22ste maart 1994 ter uitvoering van artikel 358 van het burgerlijk wetboek. Datum ondertekening

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

A 2012 N 19 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

De wijzigingsregeling van (Monumentenverordening 1989, P.B. 1989, no. 55) is in werking getreden voor:

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

LANDSVERORDENING van de 29ste december 1997 houdende regels ten aanzien van waren (P.B no. 334)

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Artikel 1 1. Artikel 2

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A 2017 N 77 (GT) PUBLICATIEBLAD. De tweede waarnemende Gouverneur van Curaçao, Heeft goedgevonden: Artikel 1

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Wet arbeid Vreemdelingen

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Gouverneur van de Nederlandse Antillen personeel en organisatie. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

: Landsverordening deviezenprovisie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

==================================================================== Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

************************* AB 1989 no. GT 31 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 21 oktober 2013 *************************

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

DECREET van 19 november 1980, houdende machtiging tot oprichting van de Stichting Staatsziekenfonds (S.B no. 120).

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

: LANDSVERORDENING van 17 oktober 1991 houdende regelen betreffende de vlag, het wapen en het volkslied van Aruba

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

3 december 1992, houdende plaatsing in het

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

AFKOND1GINGSBLAD CURASAO 2009 no. 92

Marktverordening Maastricht 2009.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

A 2014 N 3 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 17 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

Verordening op het parkeren 2007

;A 2008 N 7 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

LANDSVERORDENING van de 13de december 1976 houdende regelen ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van petroleum in of op de Saba Bank

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1

Vindplaats : AB 2000 no. 28 (Inwtr. AB 2001 no. 106) ==================================================================== Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Openbaar lichaam Bonaire. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

: LANDSVERORDENING tot vaststelling van nieuwe voorschriften betreffende de meting van zeeschepen

==================================================================== Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Sint Maarten. 1 Definities. 2 Technische eisen

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

: LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren

Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van , (P.B. 1999, no. 125).

EILANDSVERORDENING ter uitvoering van de Leerplicktlandsverordening. DE EILANDSRAAD VAN HEX EILANDGEBIED CURACAO,

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1

LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening identificatie bij dienstverlening

Transcriptie:

Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Koninkrijksdeel Curaçao LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen Visserijlandsverordening Gouverneur van de Nederlandse Antillen financiën en economie milieu; verkeer en vervoer Opmerkingen met betrekking tot de regeling Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 22-11-1993 (P.B. 1993, no. 110). Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 16-2-2004 (P.B. 2004, no. 16) is vastgesteld bij landsbesluit van 19-2-2004 (P.B. 2004, no. 19). Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Onbekend Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Visserijlandsbesluit Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum uitwerkingtreding Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel 10-10-2010 bestendiging Antilliaanse regelgeving in 10-10-2010 onbekend Page 1 of 9

Curaçao A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87 Tekst van de regeling Intitulé LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzonevan de Nederlandse Antillen LANDSVERORDENING van 11 juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen HOOFDSTUK I Begripsbepalingen Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: de Minister : de Minister van Algemene Zaken; vissen : het te water brengen, te water hebben, lichten, ophalen of anderszins bedrijfsgereed hebben van vistuigen, alsmede het aanwenden van enig ander middel om vis te bemachtigen; Visserijcommissie : de commissie ingesteld krachtens artikel 13; Visserijzone : de zone ingesteld krachtens de Machtigingswet instelling visserijzone (St 1977, 345). In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder vis mede verstaan: schaaldieren, schelpdieren en overige weekdieren, zeewieren, koralen, zeezoogdieren, schildpadden, zeesterren en zeeëgels; kuit en broed van vis; broed en zaad van schaal- en schelpdieren. HOOFDSTUK II Algemene Bepalingen Artikel 2 Het is verboden in de territoriale zee en in de visserijzone te vissen zonder vergunning. Het in het eerste lid bedoelde verbod is behoudens het bepaalde in het derde lid in de territoriale zee niet van toepassing op degene die vist met een vaartuig met een inhoud van minder dan zes bruto registerton of lengte van minder dan twaalf meter. Page 2 of 9

De lengte van het vaartuig wordt hierbij gemeten van de aansnijding van het dek of het doorgestrookte dek met de voorsteven tot aan de binnenkant van de spiegel. 5. 6. 7. 8. 9. Bij eilandsverordening kan worden bepaald, dat voor het vissen in de territoriale zee met een vaartuig als bedoeld in het tweede lid een vergunning van het bestuurscollege van het desbetreffende eilandgebied vereist is. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op degene die vist met een vaartuig waarop ten hoogste vier sleep- of handlijnen in gebruik zijn. De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt door of namens de Minister, gehoord de Visserijcommissie verleend. Indien de vergunning mede zal gelden voor het territoriale zeegebied rondom een eilandgebied kan deze slechts worden verleend met instemming van de vertegenwoordiger van het desbetreffende eilandgebied in de Visserijcommissie. In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid wordt aan ingezetenen van de Nederlandse Antillen de vergunning voor het vissen in de visserijzone met een vaartuig als bedoeld in het tweede lid verleend door het bestuurscollege van het eilandgebied waarop zij woonachtig zijn. Door of namens de Minister, gehoord de Visserijcommissie, kan ontheffing worden verleend van het verbod bedoeld in het eerste lid ten behoeve van het verrichten van wetenschappelijk zeeonderzoek. Een ontheffing als bedoeld in het zevende lid wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat de resultaten van het onderzoek ter beschikking zullen worden gesteld aan het land en de desbetreffende eilandgebieden. Door of namens de Minister kan ontheffing worden verleend van het verbod bedoeld in het eerste lid ten behoeve van het houden van viswedstrijden. De ontheffing wordt verleend aan de instantie die de wedstrijd organiseert en heeft betrekking op alle voor de wedstrijd ingeschreven vaartuigen. De ontheffing geldt voor de daarbij aangegeven dagen. Artikel 3 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld ten aanzien van: vistuigen waarmee het is toegestaan te vissen; de te vangen vis. Het is aan vergunninghouders verboden aan boord te hebben: andere vistuigen, dan die waarmee het krachtens het in het eerste lid bedoelde landsbesluit is toegestaan te vissen; andere vissoorten dan die waarop het krachtens het in het eerste lid bedoelde landsbesluit is toegestaan te vissen; andere vis, dan die welke men krachtens het in het eerste lid bedoelde landsbesluit mag behouden. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld ten aanzien van de gegevens die door vergunninghouders dienen te worden bijgehouden en de wijze waarop dit dient te geschieden. Artikel 4 Bij eilandsverordening kunnen voor het vissen met een vaartuig als bedoeld in het tweede lid van artikel 2, in het territoriale zeegebied rondom het desbetreffende eilandgebied, regels worden gesteld. Page 3 of 9

De regels die ingevolge het bepaalde in het eerste lid van artikel 3 en het eerste lid van dit artikel worden vastgesteld dienen zoveel mogelijk met elkaar overeen te komen. Op de plaatsen waar de territoriale zee tussen eilandgebieden minder breed is dan 24 zeemijlen wordt voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen de grens tussen de twee eilandgebieden gevormd door de middellijn. De middellijn is de lijn waarvan elk punt gelegen is op gelijke afstand van de dichtstbijzijnde punten op de basislijn van waaraf de breedte van de territoriale zee rondom de eilandgebieden wordt gemeten. Artikel 5 De Minister kan, gehoord de Visserijcommissie, voor een bepaald tijdvak een visverbod instellen. Dit tijdvak kan voor de verschillende vissoorten verschillend worden vastgesteld. Artikel 6 Vergunningen als bedoeld in artikel 2, kunnen, voor zover het voortbestaan en de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich er niet tegen verzetten, worden verleend aan: natuurlijke personen, ingezetenen van de Nederlandse Antillen; in de Nederlandse Antillen gevestigde naamloze en besloten vennootschappen waarvan hetzij aandelen, welke tenminste twee derde van de geplaatste aandelen vertegenwoordigen, luiden ten name van ingezetenen van de Nederlandse Antillen, en tevens de meerderheid der bestuurders ingezetenen van de Nederlandse Antillen zijn, hetzij alle bestuurders ingezetenen van de Nederlandse Antillen zijn; in de Nederlandse Antillen gevestigde stichtingen en verenigingen, waarvan alle bestuurders ingezetenen van de Nederlandse Antillen zijn. Bedoelde vergunningen kunnen slechts aan andere dan de in het eerste lid genoemde personen worden verleend, voorzover het voortbestaan en de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich er niet tegen verzetten, dat behalve aan degene aan wie krachtens het eerste lid een vergunning is verleend, ook aan deze anderen een vergunning wordt verleend. Artikel 7 5. 6. Een vergunning wordt slechts op schriftelijk verzoek verleend. De Minister kan, gehoord de Visserijcommissie, algemene regelen stellen betreffende de gegevens welke bij het verzoek dienen te worden verstrekt alsmede de wijze waarop het verzoek dient te worden ingediend. In de vergunning wordt de naam en het registratienummer van het vaartuig vermeld. Een vergunning wordt slechts verleend nadat het krachtens artikel 12 verschuldigde recht is voldaan. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. De aan een vergunning verbonden voorschriften kunnen ambtshalve of op verzoek worden gewijzigd of ingetrokken. Van een voorgenomen wijziging dient de vergunninghouder tijdig op de hoogte te worden gesteld. De beslissing op het verzoek wordt schriftelijk aan de verzoeker medegedeeld; de weigering geschiedt onder opgave van de redenen daarvan. Een vergunning kan door of namens de Minister, gehoord de Visserijcommissie, worden ingetrokken: Page 4 of 9

indien de voor de verkrijging daarvan verschafte gegevens zodanig onvolledig of onjuist blijken te zijn, dat de vergunning niet zou zijn verleend als de juiste gegevens volledig bekend waren geweest; indien wordt gehandeld in strijd met het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde; indien wordt gehandeld in strijd met de voorwaarden van de vergunning. 7. 8. 9. Een beschikking tot intrekking van een vergunning of wijziging van de aan de vergunning verbonden voorschriften is met redenen omkleed en wordt schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld. Het niet beschikken binnen drie maanden na indiening van het verzoek, wordt, behoudens het bepaalde in het vierde lid van artikel 8, voor de mogelijkheid van beroep gelijk gesteld met een weigering. Het verzoek waarbij de voorziening wordt gevraagd, is met redenen omkleed. Artikel 8 Een vergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste twaalf maanden. Na het verstrijken van de periode waarvoor de vergunning is verleend, wordt deze telkens door of namens de Minister, gehoord de Visserijcommissie, verlengd voor ten hoogste twaalf maanden, tenzij het voortbestaan of de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich hiertegen verzetten. Art. 7 is van overeenkomstige toepassing. Een krachtens artikel 6, tweede lid, verleende vergunning wordt niet verlengd, indien het voornemen bestaat een of meer vergunningen te verlenen aan personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en het voortbestaan en de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich tegen deze verlenging, onder gelijktijdige verlening van de vergunning krachtens artikel 6 eerste lid zouden verzetten. Verlenging van een vergunning dient te worden aangevraagd tenminste drie maanden vóór het verstrijken van de termijn van de geldigheid van een vergunning. Indien de aanvraag voor een verlenging tijdig is ingediend, en de beslissing op het verzoek tot verlenging niet binnen drie maanden na haar indiening is genomen, wordt de vergunning geacht te zijn verlengd tot het moment waarop de beslissing aan de verzoeker is medegedeeld. Artikel 9 Een vergunning kan slechts op één, in de vergunning aangewezen, vaartuig betrekking hebben. De vergunning dient aan boord van het vaartuig aanwezig te zijn en op de eerste vordering van de opsporingsambtenaren te worden getoond. De Minister of een door de Minister aan te wijzen instantie kan toestemming verlenen om tijdelijk gebruik te maken van een vaartuig ter vervanging van het in de vergunning aangewezene. In de schriftelijke toestemming wordt de periode waarvoor deze geldt, alsmede de naam en het registratienummer van het andere vaartuig vermeld. Artikel 10 Vergunninghouders zijn uitsluitend ten behoeve van de verzameling van statistisch materiaal verplicht op verzoek van de door de Minister aangewezen instantie als bedoeld in artikel 9, derde lid, gegevens te verstrekken met betrekking tot de omvang en de samenstelling van hun vangst alsmede van de vangstgebieden. Artikel 11 Page 5 of 9

Een vergunning is niet overdraagbaar. Artikel 12 Degene aan wie vanwege het land een vergunning verleend wordt, is aan het land een recht verschuldigd. De hoogte en de wijze van inning daarvan worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld. HOOFDSTUK III De Visserijcommissie Artikel 13 5. 6. 7. Er is een Visserijcommissie. De Visserijcommissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en vijf andere leden. De leden van de Visserijcommissie, de voorzitter daaronder begrepen, worden telkens voor de periode van 6 jaren benoemd. De voorzitter wordt benoemd en kan ontslagen worden door de Minister. Ieder eilandgebied benoemt een lid. Het eilandgebied dat een lid heeft benoemd kan dit lid ontslaan. Een zodanig lid handelt in overeenstemming met het standpunt van het bestuurscollege van het desbetreffende eilandgebied. Aan de Visserijcommissie wordt een secretaris toegevoegd, die door de Minister wordt benoemd en ontslagen. De leden en de secretaris van de Visserijcommissie ontvangen een vergoeding welke door de Minister wordt vastgesteld. De uitgaven die hieruit voortvloeien komen ten laste van het land. De Visserijcommissie besluit bij meerderheid van tenminste vier stemmen. De Visserijcommissie heeft, naast hetgeen in andere bepalingen van deze landsverordening is bepaald, tot taak: het volgen van de ontwikkeling van de visstand en de visserijactiviteiten in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen; het, op verzoek en uit eigen beweging, geven van advies aan de Minister en de bestuurscolleges der eilandgebieden omtrent visserij-aangelegenheden. 8. Omtrent ontwerpen tot wijziging van deze landsverordening en omtrent ontwerpen van landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van deze landsverordening wordt de Visserijcommissie gehoord. HOOFDSTUK IV Geheimhoudingsplicht Artikel 14 Het is aan een ieder, die uit hoofde van deze landsverordening of van het krachtens deze landsverordening bepaalde een taak vervult, verboden van gegevens of inlichtingen, ingevolge of krachtens deze landsverordening verkregen, verder of anders gebruik te maken of daarvan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak strikt noodzakelijk is. Page 6 of 9

HOOFDSTUK V Strafbepalingen Artikel 15 Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 2, 3 en 5 bepaalde, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden en geldboete van ten hoogste vijfhonderdduizend gulden, hetzij met een van deze straffen. Het niet voldoen aan een verzoek als bedoeld in artikel 10, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee weken of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Het niet voldoen aan een vordering als bedoeld in het eerste lid van artikel 17, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden. De feiten, strafbaar gesteld bij dit artikel, worden als overtredingen beschouwd. Artikel 16 Met het toezicht op de naleving en het opsporen van de overtredingen van deze landsverordening zijn behalve de in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen aangewezen personen belast de door de Minister en de Minister van Justitie aangewezen personen. Artikel 17 De in artikel 16 bedoelde personen zijn uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd: d. van iedere vergunninghouder en van ieder waarvan vermoed wordt dat deze zonder vergunning heeft gehandeld, alle inlichtingen te verlangen; van iedere vergunninghouder en van ieder waarvan vermoed wordt dat deze zonder vergunning heeft gehandeld, inzage te verlangen van alle boeken en bescheiden en daarvan afschrift te nemen; goederen van vergunninghouders en van ieder waarvan vermoed wordt dat deze zonder vergunning heeft gehandeld, aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen; alle plaatsen, met uitzondering van woningen, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen. Zo nodig verschaffen zij zich de toegang tot een plaats als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, met behulp van de sterke arm. Artikel 18 De in artikel 16 bedoelde personen zijn ter vervulling van hun taak bevoegd te vorderen, dat gezagvoerders van vaartuigen, met uitzondering van openbare vervoermiddelen, deze doen stilhouden en onderzoek toestaan van de zich daarin bevindende voorwerpen. Zij kunnen tevens vorderen, dat de gezagvoerders overeenkomstig hun aanwijzingen terzake medewerking verlenen. De Minister kan, in overeenstemming met de Minister van Justitie, regelen stellen omtrent de wijze waarop een vordering als bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan. Ook buiten het geval van ontdekking op heterdaad kunnen de in artikel 16 bedoelde personen voor inbeslagneming vatbare voorwerpen op elke plaats in beslag nemen. Artikel 17, eerste lid, onderdeel d, is van toepassing. Page 7 of 9

Artikel 19 5. Indien een bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gesteld feit wordt begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of een doelvermogen, wordt de strafvervolging ingesteld en worden de straffen uitgesproken, hetzij tegen die rechtspersoon, die vennootschap, die vereniging of dat doelvermogen, hetzij tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijk leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten, hetzij tegen hen gezamenlijk. Een bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gesteld feit wordt onder meer begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, indien zij begaan wordt door personen, die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit andere hoofde handelen in de sfeer van de rechtspersoon, de vennootschap, de vereniging of doelvermogen, ongeacht of deze personen ieder afzonderlijk het strafbaar feit hebben begaan, dan wel bij hen gezamenlijk de elementen van dat feit aanwezig zijn. Indien een strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, wordt deze respectievelijk dit tijdens de vervolging vertegenwoordigd door de bestuurder en indien er meerdere bestuurders zijn, door een dezer. De vertegenwoordiger kan bij gemachtigde verschijnen. De rechter kan de persoonlijke verschijning van een bepaalde bestuurder bevelen; hij kan alsdan medebrenging gelasten. Voor wat betreft de bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gestelde feiten worden rechtspersonen voor de toepassing van artikel 20 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen geacht te wonen, waar zij gevestigd zijn. Indien een strafvordering wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, geschieden de in het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen voorgeschreven betekeningen, dagvaardingen, oproepingen, kennisgevingen of andere mededelingen aan de persoon of de woonplaats van de bestuurder en indien er meerdere bestuurders zijn, aan een van deze of op de plaats waar het bestuur zitting of kantoor houdt, behoudens, indien het een dagvaarding betreft, overeenkomstige toepassing van artikel 130, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen. Artikel 20 De strafwetgeving van de Nederlandse Antillen is mede van toepassing op een ieder die zich binnen de visserijzone schuldig maakt aan de bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4 en 5 strafbaar gestelde feiten. HOOFDSTUK VI Reikwijdte van de landsverordening Artikel 21 De toepassing van deze landsverordening wordt beperkt door de regels van het volkenrecht. HOOFDSTUK VII Overgangs- en slotbepalingen Page 8 of 9

Artikel 22 Deze landsverordening is tot het moment van instelling van de visserijzone niet van toepassing buiten de territoriale zee. Het bepaalde in artikel 2, eerste lid, wordt voor personen genoemd in artikel 6, eerste lid, van toepassing twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze landsverordening. Het bepaalde in artikel 2, eerste lid, wordt voor personen genoemd in artikel 6, tweede lid, van toepassing vier maanden na de datum van inwerkingtreding van deze landsverordening. Artikel 23 Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip. Zij kan worden aangehaald als "Visserijlandsverordening". Page 9 of 9