Belastingtarieven en verordeningen 2014

Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Belastingtarieven en verordeningen 2016

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

RAADSBESLUIT 14R.00481

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 16 november 2010 Corr. nr.:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019)

Verordening rioolheffing

Verordening op de heffing en invordering van leges 2019

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening rioolheffing

Belastingtarieven en verordeningen 2017

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Belastingtarieven en verordeningen 2011

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Verordening: U wordt uitgenodigd tot besluitvorming over te gaan. Het college, Beslui: Volgens voorstel door de raad besloten op 22 december 2016.

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

De raad van de gemeente Bunnik;

Belastingtarieven en verordeningen 2013

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Behoort bij raadsvoorstel 366i (titel: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017)

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

NIEUWE Legesverordening 2014

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 en de bijbehorende tarieven vast te stellen.

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Artikel 1 Inleidende bepaling

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Samenvatting Intrekken legesverordening 2011en vaststellen legesverordening 2011 versie mei 2011

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf )

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Legesverordening met de bijbehorende tarieventabel vast te stellen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

Raadsvoorstel. Onderwerp Belastingtarieven 2015: legesverordening

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam van.9 oktober 2007, GBR015; raadsstuk ;

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer b e s l u i t :

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2003

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Transcriptie:

Belastingtarieven en verordeningen 2014 1 Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer

2

Inhoudsopgave 1. Inleiding: 4 2. Leeswijzer 5 3. Samenvatting 6-8 4. Verordeningen, tarieventabellen en toelichtingen a. Verordening Rioolheffing 9-13 b. Verordening Vermakelijkheden retributie 14-16 c. Verordening Marktgelden 17-19 d. Legesverordening 20-38 e. Verordening Toeristenbelasting 39-43 f. Verordening Onroerende-Zaakbelasting 44-48 g. Verordening Reclamebelasting 49-56 h. Privaatrechtelijke tarieven 57-60 Blz. 3

1. Inleiding De begrotingsvoorstellen van het college zijn op 7 november 2013 door uw raad aangenomen. De voorstellen betreffen onder andere een extra opbrengstverhoging van de onroerendezaakbelastingen met 2%, naast een verhoging met 2,4% voor 2014 waartoe al in 2011 was besloten. Daarnaast worden de tarieven verhoogd met het inflatiepercentage van 1,6. Voorts wordt een verhoging van de tarieven rioolheffing voorgesteld met 5%, welke voortvloeit uit het nieuwe Water- en rioleringsplan Loon op Zand van 2010. Verder zal het tarief toeristenbelasting overeenkomstig uw besluit in de begrotingsvergadering van november 2012 verhoogd worden met 5 %.. In de begroting 2014 is de paragraaf lokale heffingen opgenomen. Hierin zijn opgenomen de tarieven voor het jaar 2014 inzake de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en reinigingsrecht, rioolheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting en leges. De in die betreffende paragraaf opgenomen tarieven zijn indicatief. Om de betreffende tarieven te formaliseren, moeten deze opgenomen worden in diverse belastingverordeningen welke door uw raad moeten worden vastgesteld voor het jaar 2014. In deze nota treft u de betreffende belastingtarieven en verordeningen aan. 4

2. Leeswijzer Van alle heffingen en belastingen zijn de verordening en de bijbehorende toelichting opgenomen. Bij een tweetal heffingen is de bijbehorende tarieventabel opgenomen. In de toelichtingen zijn opgenomen de tarieven 2013 en 2014 en een overzicht van de kosten en opbrengsten. 5

3. Samenvatting I. Publiekrechtelijke tarieven a. Retributies: 1. Reinigingsheffingen Onder deze heffingen vallen de reinigingsrechten (voor het ophalen van bedrijfsvuil) en de afvalstoffenheffing (voor het ophalen van huisvuil). De huidige tarieven (2013) per maand zijn als volgt: - afvalstoffenheffing: éénpersoonshuishouden : 12,56; - afvalstoffenheffing: meerpersoonshuishouden : 18,99; - reinigingsrecht bedrijven : 22,98 (inclusief BTW). 2014: Door een uitname (verlaging) uit de Egalisatiereserve Reiniging kunnen de bovenstaande tarieven ongewijzigd blijven. 2. Rioolheffingen Deze rechten worden geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Op het terrein van de riolering zijn de komende jaren forse investeringen te verwachten. De investeringen vloeien voort uit het Water- en rioleringsplan Loon op Zand van 2010, hetgeen door u eind 2010 is vastgesteld. In dat plan is een berekening opgenomen, die de noodzaak aantoont om de tarieven rioolheffing jaarlijks met 5% te verhogen. Het tarief rioolheffing (tot een waterverbruik van 250 m³) wordt in verband hiermee verhoogd tot 18,28 (was 17,40) per maand. De overige gedifferentieerde tarieven worden met hetzelfde percentage verhoogd. 3. Vermakelijkhedenretributie In 1999 is in deze gemeente de Vermakelijkhedenretributie 1999 ingevoerd, als vervanging voor het vervallen van toeristenbelasting voor dagrecreatie. De heffingsgrondslag is toen bepaald op 226.890,00. Voor het jaar 2013 was de heffingsgrondslag ongewiizigd bepaald op 252.952,-,. Voorgesteld wordt deze grondslag voor het jaar 2014 te verhogen met het inflatiepercentage van 1,6 tot 256.999,-. 4. Marktgelden Voorgesteld wordt deze te verhogen van 4,80 naar 6,25 per verkoopplaats en een kwartaalabonnement te verhogen van 47,80 naar 62,-. 5. Leges Ten aanzien van de leges kan het navolgende worden medegedeeld: - in zijn algemeenheid worden de tarieven met het inflatiepercentage van 1,6 % verhoogd; - de maximumtarieven van de paspoorten en de identiteitsbewijzen zijn van Rijkswege vastgesteld. De tarieven worden ingaande 1 januari 2014 van Rijkswege verhoogd; - de leges rijbewijzen worden in ingaande 1 januari 2014 gemaximeerd op een bedrag van 38,40; - leges bouwvergunningen: deze worden verhoogd met 1,6 %.; b. Belastingen: 1. Toeristenbelasting Voor overnachtingen op een vaste standplaats op een camping geldt een forfaitair tarief (gebaseerd op een gemiddeld aantal personen en overnachtingen vermenigvuldigd met het tarief). 6

Tarief per persoon per overnachting: 1,77 in een hotel, in een vakantiewoning 1,33 en voor overige accommodaties 1,02. Voorgesteld wordt deze tarieven voor het jaar 2014 te verhogen met 5 %. 2. Onroerende-zaakbelastingen Ingaande 2009 is de rekenmethodiek gewijzigd. Vanaf dat moment geldt een tarief dat een percentage is van de WOZ-waarde. In het Dekkingsplan 2012-2015 is opgenomen, dat de opbrengst onroerende-zaakbelastingen ook voor het jaar 2014 met 2,4% verhoogd moet worden. Verder worden de gemeentelijke tarieven verhoogd met het inflatiepercentage van 1,6. Tevens wordt voorgesteld de tarieven onroerende-zaakbelastingen extra te verhogen met 2 %. Kort geleden zijn de hertaxaties in het kader van de Wet WOZ afgerond naar het waardeniveau van 1 januari 2013. Deze nieuwe taxaties gaan in per 1 januari 2014 en gelden voor het jaar 2014. Woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van woningen in de periode 2012-2013 met 5,7 % is gedaald. Om de daaruit volgende opbrengstvermindering te compenseren, moet het tarief met datzelfde percentage (5,7%) extra verhoogd worden. Op basis van het voorgaande betekent dit een stijging van het tarief met 11,7%, deze bestaat uit: - 2,4,% Dekkingsplan 2012-2015; - 1,6 % inflatie; - 2% extra verhoging - 5,7 % in verband met waardedaling. De lastenstijging is beperkter, zijnde 6 %. Voorgesteld wordt het tarief eigendom woningen vast te stellen op een percentage van 0,1263 % (van de WOZ-waarde). Niet-woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van niet-woningen in de periode 2012-2013 met 3 % is gedaald. Deze tarieven worden in verband hiermee verhoogd met 9 %. De lastenstijging is net als bij de woningen 6 %. Voorgesteld wordt het tarief eigendom niet-woningen vast te stellen op 0,1836 % en het tarief gebruik niet-woning vast te stellen op 0,1473 %. 3. Hondenbelasting De hondenbelasting is in zijn algemeenheid een algemeen dekkingsmiddel. Bij de invoering van de hondenbelasting heeft de raad echter besloten de opbrengsten van de hondenbelasting te gebruiken voor de bekostiging van het hondenpoepbeleid. Omdat het aantal honden jaarlijks fluctueert en de kosten steeds wijzigen, zouden de tarieven het ene jaar kunnen stijgen en het jaar daarop weer kunnen dalen, vanuit de wens de ontwikkeling van tarieven gelijkmatig te laten verlopen, is dit een ongewenste situatie. Door uw raad is in 2011 besloten tot het instellen van een egalisatiereserve waarmee tot een zuivere 100% dekking van de kosten kan worden gekomen. Op basis hiervan blijven de tarieven ongewijzigd. 4. Reclamebelasting Als uitvloeisel van het Sociaal Economisch Beleidsplan 2011-2015 zijn in de loop van dit jaar voor de gebieden Centrum Kaatsheuvel en Bedrijvenpark Kaatsheuvel ondernemersfondsen gecreëerd. Om de Ondernemersfondsen te financieren is ingaande 1 juli 2013 een reclamebelasting ingevoerd voor de betreffende gebieden. De betreffende belastingverordening is door u vastgesteld in de vergadering van 6 juni 2013. 7

In de betreffende belastingverordening zijn minimum- en maximum belastingbedragen en tarieven opgenomen. Voor het gebied Centrum Kaatsheuvel heeft er om een betere differentiatie in de te betalen belastingbedragen te verkrijgen een heroverweging van de minimum en maximum bedragen plaatsgevonden, deze zijn aangepast. Voor het Bedrijvenpark Kaatsheuvel heeft dat niet plaatsgevonden. Buiten die heroverweging moet in verband met de daling van de WOZ-waarden ook een tariefsverhoging plaatsvinden. Op 11 september 2013 heeft er voor het Centrumgebied Loon op Zand de stemming plaatsgevonden voor het ook daar invoeren van een Ondernemersfonds met daaruit volgend de invoering van de reclamebelasting. De uitslag van de stemming was zodanig dat er ook in dat gebied een ondernemersfonds wordt ingevoerd ingaande 1 januari 2014. Dit betekent, dat ook voor dat gebied ingaande 1 januari 2014 een reclamebelasting wordt ingevoerd. Voor de drie gebieden is de reclamebelasting opgenomen in één gezamenlijke Verordening Reclamebelasting 2014. De tarieven en de minimum- en maximumbedragen en de tarieven zijn als volgt: Centrum Kaatsheuvel: Minimum bedrag : 300,00, maximum bedrag : 1.000,00, het tarief: 0,275 % van de WOZ-waarde; Bedrijvenpark Kaatsheuvel: Minimum bedrag : 200,00, maximum bedrag : 600,00 (ongewijzigd), het tarief: 0,41 % van de WOZ-waarde; Voor het nieuwe gebied Centrum Loon op Zand: : Minimum bedrag : 300,00, maximum bedrag : 600,00, het tarief: 0,25 % van de WOZ-waarde; Gebied Minimum Minimum Maximum Maximum, Tarief Tarief 2013 2014 2013 2014 2013 2014 Centrum Kaatsheuvel 200,00 300,00 500,00 1.000,00 1,5% 0,275% Bedrijven park Kaatsheuvel 200,00 200,00 600,00 600,00 0,4% 0,410% Centrum Loon op Zand 300,00 600,00 0,250% II. Privaatrechtelijke tarieven Betreft: Tarieven voor het maken van verlaagde inritten. Deze tarieven worden steeds jaarlijks opnieuw vastgesteld. Voor 2013 is dit vastgesteld op 562,00 voor een inrit van maximaal 10 m². Op basis van een gewijzigde kostenberekening wordt voorgesteld het tarief aan te passen tot 788,00. Tarieven voor het maken van rioolaansluitingen. Voor 2013 is het tarief voor het maken van een rioolaansluiting van φ 125 mm 1.280,00, voor een aansluiting van φ 160 mm is het tarief 1.381,00. Op basis van een gewijzigde tarievenberekening wordt voorgesteld voor φ 125 mm aansluitingen het tarief te verhogen tot 1.360,00 en voor φ 160 mm aansluitingen het tarief te wijzigen in 1.466,00. Tarieven milieustraat en verhuur extra papier- en duobakken. Geadviseerd wordt de huurprijzen van een extra papierbak en duobak te handhaven. Verder wordt voorgesteld de tarieven van de milieustraat niet te wijzigen. 8

Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2014 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013, nummer ; gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 28 november 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van Rioolheffing 2014. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. 2. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 - voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. 9

Artikel 5 Vrijstellingen Het recht wordt niet geheven ter zake van: 1. een gebouwd eigendom of een gedeelte daarvan, dat in hoofdzaak wordt gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van de gebouwen voor onderwijs; 2. een gebouwd eigendom dat in hoofdzaak is bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten. Artikel 6 Maatstaf van heffing 1. Het recht wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd. 2. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 3. Indien het tweede lid, eerste volzin, niet kan worden toegepast, wordt, in afwijking van het daar gestelde, het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de verbruiksperiode waarop de afrekeningnota van Brabant Water N.V. betrekking heeft, is toegevoerd of is opgepompt. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie, moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest, kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 5. De op de voet van het tweede of derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of gepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd. Artikel 7 Belastingtarieven De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt per maand: 1. a. voor 1 tot en met 250 kubieke meter afvalwater 18,28 b. voor een hoeveelheid afvalwater van 251 kubieke meter tot en met 500 kubieke meter 31,08 c. voor een hoeveelheid afvalwater van 501 kubieke meter tot en met 750 kubieke meter 43,88 d. voor een hoeveelheid afvalwater van 751 kubieke meter tot en met 1.000 kubieke meter 54,84 e. voor een hoeveelheid afvalwater van 1.001 kubieke meter tot en met 5.000 kubieke meter 54,84 vermeerderd met een bedrag van 0,01 per kubieke meter boven de 1.000 kubieke meter afvalwater f. voor een hoeveelheid afvalwater van 5.001 kubieke meter en meer wordt het onder e verschuldigde vermeerderd met een bedrag van 0,02 per kubieke meter boven de 5.000 kubieke meter afvalwater 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid is het tarief, indien het belastingtijdvak gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel twaalfde delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan kalendermaanden behoren tot het belastingtijdvak. 3. Voor de berekening van de onder e van het eerste lid van dit artikel genoemde opslag dient het verbruik op volle eenheden van 10 kubieke meter naar beneden afgerond te worden. 10

Artikel 8 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende perceel geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 8, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze. 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 9 Wijze van heffing 1. Het recht per verbruiksperiode wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen. 2. Het recht per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag. 3. Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen. Artikel 10 Voorlopig gevorderde bedragen Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor 3 van het overeenkomstig artikel 7 van toepassing zijnde tarief. Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld Indien het recht bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. Artikel 12 Termijnen en wijze van betaling Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald. De belasting die wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing. Artikel 14 Kwijtschelding Bij de invordering van de heffing als bedoeld in artikel 2 wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend. 11

Artikel 15 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening rioolrecht 2013" van 13 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de betreffende in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Rioolheffing 2014". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 12 december 2013. De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 12

TOELICHTING Behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing 2014 (Verordening Rioolheffing 2014). Algemeen Op het terrein van de riolering zijn in de komende jaren forse investeringen te verwachten. Deze investeringen vloeien voort uit het Water- en rioleringsplan Loon op Zand 2010. In dit plan is een berekening opgenomen, die de noodzaak aantoont om de tarieven rioolheffing jaarlijks 5% te verhogen. Het tarief rioolheffing 2014 wordt in verband hiermee verhoogd met 10,56 tot 219,36. Om een betere aansluiting te krijgen met de afrekenwijze van het waterleidingbedrijf dat voor de gemeente de heffingen incasseert, zijn de tarieven ingaande 2002 opgenomen als maandbedragen. Het maandtarief voor een verbruik tot 250 m³ komt hiermee op 18,28. Tarief 2011 2012 2013 2014 Minimumtarief (tot 250 m3) 189,36 198,84 208,80 256.999,00 13

Besluit Verordening Vermakelijkhedenretributie 2014 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013, nummer ; gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 28 november 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende verordening Verordening op de heffing en de invordering van een Vermakelijkhedenretributie 2014. (Verordening Vermakelijkhedenretributie 2014) Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek dit amusement, deze verstrooiing, deze ontspanning of dit vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte voor een ieder na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren, etc. Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit Onder de naam vermakelijkhedenretributie worden geheven rechten ter zake van het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid gegeven wordt. Artikel 4 Maatstaf ven heffing en belastingtarief 1. De grondslag voor de heffing van de vermakelijkhedenretributie is het aantal betalende bezoekers van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde vermakelijkheden. 2. Het tarief bedraagt 0,13 per betalende bezoeker met een maximum van 256.999,00. Artikel 5 Het belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing De rechten worden bij aanslag geheven. 14

Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De belastingaanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid moeten voorlopige aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet / de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de vermakelijkhedenretributie. Artikel 9 Kwijtschelding Bij de invordering van de vermakelijkhedenretributie wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening Vermakelijkhedenretributrie 2012 van 19 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Vermakelijkhedenretributie 2014". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 12 december 2013. De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 15

TOELICHTING Behorende bij de "Verordening Vermakelijkhedenretributie 2014" Tarief 2014 In 1999 is in deze gemeente de Vermakelijkhedenretributie ingevoerd. De wetgever heeft het heffen van deze retributie mogelijk gemaakt, met het oog op het verhaal van kosten die grote attracties (hier is de Efteling met name genoemd) voor een gemeente kunnen oproepen. Voorgesteld wordt de het tarief vermakelijkhedenretributie te verhogen met het inflatiepercentage van 1,6 % tot 256.999,00 Tarief 2011 2012 2013 2014 280.990,00 252.952,00 252.952,00 256.999,00 16

Besluit Verordening Marktgelden 2014 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013, nummer ; gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 28 november 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2014. (Verordening marktgelden 2014) Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam marktgeld worden rechten geheven voor het hebben van standplaatsen, als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening, op het, voor het houden van de wekelijkse warenmarkt, aangewezen terrein. Artikel 2 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die een standplaats op de markt inneemt, dan wel degene aan wie een standplaats is toegewezen. Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief 1. Het marktgeld als bedoeld in artikel 1 wordt geheven naar de lengte van de verkoopplaats en bedraagt per dag of gedeelte van een dag per 4 strekkende meter 6,25. 2. Ter zake van het afsluiten van een abonnement voor een periode van een kwartaal bedraagt het recht per 4 strekkende meters 62,00. 3. Ten aanzien van de in de leden 1 en 2 van dit artikel genoemde eenheid van 4 strekkende meters geldt, dat een gedeelte van een eenheid van 4 strekkende meters geldt voor een gehele eenheid van 4 strekkende meters. Artikel 4 Wijze van heffing; tijdstip van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 wordt: a. Het marktgeld per kwartaal geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving. b. Het marktgeld per dag of gedeelte daarvan geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de eerste lid gestelde termijnen. 17

Artikel 5 Kwijtschelding Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 6 Nadere Regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden. Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening marktgelden 2010 van 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening marktgelden 2014. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 12 december 2013. De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 18

TOELICHTING Behorende bij de "Verordening marktgelden 2014" Voor de marktgelden "weekmarkt" is uitgegaan van het volgend aantal standplaatsen: - 30 vaste standplaatsen (abonnement) : 71 kramen a 4 m¹ In verband met een forse kostenoverschrijding ook over 2013 is het noodzakelijk de tarieven aanzienlijk te verhogen, zijnde met 30 %. Ondanks deze verhoging liggen deze nieuwe tarieven nog onder die van omliggende gemeenten. Tarieven 2012, 2013 en 2014 2012 2013 2014 per verkoopplaats 4,80 4,80 6,25 kwartaalabonnement 47,80 47,80 62,00 19

Besluit Legesverordening 2014 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013, nummer ; gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 28 november 2013; gelet op artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van leges 2014. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: 1. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; 2. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen; 3. 'maand': het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand; 4. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar; 5. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam "leges" worden rechten voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 4 Zakelijke vrijstellingen De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor: 1. het afgeven van bewijzen van onvermogen; 2. het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden of loon; 20

3. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen; 4. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente; 5. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas; 6. de vergunningen, bedoeld onder 2.3.1 van de Tarieventabel, die na tevoren reeds verleend, doch ingetrokken of vervallen zijn, andermaal verleend worden en de vergunningen, bedoeld in die nummers 2.3.1 welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor een bepaalde proeftijd verleende vergunningen, een en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvrage heeft plaatsgehad en evenmin terugbetaling ter zake op grond van het nummer 2.3.1 is geschied, noch de begroting van kosten, bedoeld in nummer 2.3.1 wegens stijging der bouwkosten is verhoogd, in welk geval de leges naar de nieuwe kostenbegroting worden berekend onder verrekening van de reeds betaalde leges; 7. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; 8. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo; Artikel 4A Vrijstellingen vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties zijn vrijgesteld van de gemeentelijke leges indien aan de onderstaande criteria wordt voldaan: 1. het dient een vrijwilligersorganisatie uit de gemeente Loon op Zand te zijn volgens de definitie vrijwilligersorganisaties; 2. het dient betrekking te hebben op een evenement van niet-commerciële aard, dat wil zeggen niet gebaseerd op het maken van winst. Eventuele inkomsten dienen ten goede te komen aan de eigen organisatie of een goed doel en de organisatie dient aan te geven waar deze opbrengsten voor worden ingezet; 3. het evenement moet toegankelijk zijn voor tenminste de gehele lokale gemeenschap, tenzij er sprake is van een evenement dat specifiek gericht is op fondsenwerving voor een goed doel; 4. het evenement moet daadwerkelijk plaatsvinden, tenzij het evenement buiten de invloedsfeer van de organisatie afgelast moet worden; 5. in geval van een buurtgerichte activiteit, dient het een vrijwilligersorganisatie te betreffen die een activiteit organiseert volgens de definitie van een buurtgerichte activiteit; Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven bij wege van een mondeling, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. 21

Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 9 Vermindering of teruggaaf Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen: 1. van zuiver redactionele aard zijn; 2. een tariefsverlaging betreffen; 3. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde Rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: a. onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand); b. hoofdstuk 2 (reisdocumenten); c. hoofdstuk 3 (rijbewijzen); d. onderdeel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag); e. hoofdstuk 11 (kansspelen). Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 12 Overgangsrecht 1. De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening 2013 van 13 december 2012, vervallen met ingang 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten: a. die zich voor die datum hebben voorgedaan; 2. b. indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, a. opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt. 2. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening. Artikel 13 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. 22

Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2014. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 12 december 2013. De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 23

Legesverordening 2014 Tabel 2014 Titel 1 Algemene Dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 1.1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: 1.1.1.1 1. in het Gemeentehuis: 1.1.1.2 a. maandag en dinsdag (niet zijnde feestdagen) om 9.00 uur ( op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand) kosteloos b. van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van 08.00 uur tot en met 16.00 uur 348,00 c. op zaterdag en zondag en feestdagen en van maandag tot en met vrijdag van 16.01 uur tot 08.00 uur 537,00 2. in andere locaties dan het Gemeentehuis: a. van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van 08.00 uur tot 17.01 uur 537,00 b. van maandag tot en met vrijdag van 17.01 uur tot 08.00 uur en op zaterdag tot 17.01 uur 698,00 c. op zaterdag na 17.01 uur en op zon- en feestdagen 698,00 3. Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap geannuleerd wordt, bedragen de leges 50,00 1.1.2.1 Getuigen: Voor het van gemeentewege beschikbaaar stellen van getuigen bij huwelijksvoltrekking c.q. registeren van partnerschap bedragen de leges per getuige 32,00 1.1.3 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: 1.1.3.1 een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering 1.1.3.2 voor een duplicaat van een boekje als onder 1.1.5.1 bedoeld 1.1.3.3 een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering 1.1.3.4 voor een duplicaat van een boekje als onder 1.1.5.3. bedoeld 26,50 26,50 53,00 53,00 1.1.3.5 Het tarief voor een eenmalige benoeming van een bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) bedraagt 50,00 1.1.4 Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier 20,00 1.1.5 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 1.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 24

1.2.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen 50,30 1.2.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) 50,30 1.2.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) 50,30 1.2.2 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet 1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt 31,80 1.2.2.2 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1 41,90 1.2.3 De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2.1 en 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van 46,60 1.2.4 Het tarief als genoemd in 1.2.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van een of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4 slechts een keer per reisdocument berekend 1.2.5 Indien een aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt en bij de aanvraag tot het verstrekken van een nieuw reisdocument het eerder verstrekt reisdocument niet of niet compleet kan worden overgelegd worden de terzake verschuldigde leges verhoogd met 16,00 Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 38,40 1.3.2 Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met 34,10 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personene moet worden geraadpleegd. 1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.4.2.1 tot het ad hoc verstrekken van gegevens aan afnemers, per verstrekking 2,70 1.4.2.2 tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen, per verstrekking 9,85 1.4.2.3 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: 1.4.2.3.1 voor 100 verstrekkingen 64,70 1.4.2.3.2 voor 500 verstrekkingen 294,50 1.4.2.3.3 voor 1.000 verstrekkingen 523,00 1.4.2.3.4 voor 5.000 verstrekkingen 1.963,00 1.4.2.3.5 voor 10.000 verstrekkingen 2.946,00 1.4.3 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier 20,00 25

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken 1.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.5.1.1 een afschrift van de Programmabegroting 25,00 1.5.1.2 een afschrift van de Kadernota 15,00 1.5.1.3 een afschrift van het Collegeprogramma 10,00 1.5.1.4 een afschrift van de Bestuursrapportage I en II 10,00 1.5.1.5 een afschrift van de Nota reserves en voorzieningen 15,00 1.5.1.6 een afschrift van de Programmarekening 20,00 1.5.1.7 een afschrift van het MPG 15,00 1.5.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van rapporten, nota's en andere boekwerken over het gemeentelijk beleid of onderdelen daarvan met een inhoud van: 1.5.2.1 1-50 pagina's, per stuk 10,00 1.5.2.2 50-100 pagina's, per stuk 15,00 1.5.2.3 100-150 pagina's, per stuk 20,00 1.5.2.4 150-200 pagina's, per stuk 25,00 1.5.2.5 200 pagina's of meer, per stuk 25,00 vermeerderd met 0,10 per pagina boven de 200 pagina's Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie 1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.6.1.1 tot het verstrekken van een fotokopie of lichtdruk van een kaart, tekening, plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan 1.6.1.1.1 in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier 6,70 in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier 1.6.1.1.2 in formaat A3 7,50 1.6.1.1.3 in formaat A2 8,25 1.6.1.1.4 in formaat A1 11,00 1.6.1.1.5 formaat groter dan A1 13,00 1.6.2.1 het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen 10,00 1.6.2.2 tot het verstrekken van gegevens uit de Gemeentelijke Kadastrale Balie per object 7,50 Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken 1.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.7.1 tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag 30,05 1.7.2 tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto 9,00 1.7.3 tot controle op echtheid documenten 9,00 Hoofdstuk 8 Gemeentearchief 1.8.1 1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: 1.8.1.1 een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina 0,50 26

1.8.1.2 Voor het door of vanwege de gemeente doen van nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud en nieuw archief van de gemeente of statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, één en ander voor zover deze diensten niet met name in tabellen behorende bij deze verordening, of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden kwartier of een gedeelte daarvan 16,00 Hoofdstuk 9 Leegstandwet 1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : 1.9.1 tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet 97,00 1.9.2 tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet 97,00 Hoofstuk 10 Marktstandplaatsen/ventvergunningen 1.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verkrijgen van een vergunning tot het in de gemeente venten, of tot het hebben van een standplaats met een commercieel doel op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats (artikel 5:15 en 5:18 van de APV Loon op Zand 2012): 1.10.1 a. geldig voor bepaalde tijd 71,50 1.10.2 b. geldig voor onbepaalde tijd 117,00 Hoofdstuk 11 Kansspelen 1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: 1.11.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat 56,50 1.11.1.2 voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat 56,50 en voor iedere volgende speelautomaat 34,00 1.11.1.3 voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd 226,50 1.11.1.4 voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat 226,50 en voor iedere volgende speelautomaat 136,00 1.11.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) 47,50 1.11.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) 332,00 27

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie 1.12.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet per locatie 1.12.1.1 voor een ononderbroken trace tot een lengte van 100 meter 376,00 1.12.1.2 het tarief genoemd onder 1.12.1.1 wordt voor een trace met een lengte vanaf 100 meter verhoogd met de kosten voor administratieve werkzaamheden, waarvoor een tarief geldt van 2,14 per strekkende meter sleuf tot een maximum van 2.996,00 1.12.1.3 indien met betrekking tot een melding voor een trace langer dan 500 meter onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. 1.12.2 Indien een begroting als bedoeld in 1.12.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. 1.12.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2.1.5.2 van de A.P.V. voor de aanleg van kabels, cq. leidingen per locatie 1.12.3.1 voor een ononderbroken trace tot een lengte van 100 meter 376,00 1.12.3.2 het tarief genoemd onder 1.12.3.1 wordt voor een trace met een lengte vanaf 100 meter verhoogd met de kosten voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden, waarvoor een tarief geldt van 2,14 per strekkende meter sleuf tot een maximum van 2.996,00 1.12.3.3 indien met betrekking tot een melding voor een trace langer dan 500 meter onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. 1.12.3.4 Indien een begroting als bedoeld in 1.12.3.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer 1.13 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.13.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement 31,00 Hoofdstuk 14 Diversen 1.14.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 1.14.1.1 afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: 1.14.1.1.1 per pagina op papier van A4-formaat 1.14.1.1.2 per pagina op papier van een ander formaat 0,50 2,55 28