b e s l u i t : vast te stellen de volgende Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand

Vergelijkbare documenten
Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

TOELICHTING BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

gelet op artikelen 1:3 en 4:81, lid v van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 54 en 58 tot en met 60 van de Wet werk en bijstand,

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

TOELICHTING BELEIDSREGELS TERUGVORDERING & VERHAAL WWB

Beleidsregels terugvordering WWB

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE OLDEBROEK

BELEIDSREGEL HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG (RDWI) 2013

Beleidsregels inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van bijstand en inkomensvoorzieningen

Debiteurenbeleid Sociaal Domein Waalre

Beleidsregels terugvordering uitkeringen gemeente Noordoostpolder 2015

Dit document omvat dan ook de Beleidsregels en Uitvoeringsvoorschriften Terugvordering en Verhaal van de gemeente Gouda.

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Beleidsregels Terugvordering. Wet werk en bijstand (WWB) Gemeente Voorst

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg

Beleidsregels Verhaal WWB en WIJ. Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling. Opmerkingen m.b.t. de regeling. Grondslagen

BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN TERUGVORDERING EN VERHAAL WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HULST

gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015;

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe

BELEIDSREGEL inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015 (beleidsregels terugvordering Utrecht 2015)

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught.

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

Nota van B&W Beleidsregels terugvordering en verhaal Wet werk en bijstand R. Kouwenhoven H. Tuning

Artikel 1 Verhaal van bijstand Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet Hellevoetsluis 2017

BELEIDSREGELS TERUG- EN INVORDERING EN VERHAAL IN HET KADER VAN DE WET WERK EN BIJSTAND VAN DE SOCIALE DIENST WALCHEREN.

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

B&W 01 december 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B123 AFLOSSINGSREGELS TERUGVORDERINGSSCHULDEN

Beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Amstelveen

Beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Leusden 2018

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Kempengemeenten 2016

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 7 juli 2015;

HOOFDSTUK I ALGEMEEN. Artikel I Begripsomschrijvingen. Regeling terugvordering en verhaal 2019 Waalre

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregel terugvordering gemeente Elburg

Beleidsregels 2013 e.v. van de gemeente Montferland inzake terugvordering inzake WWB, IOAW en IOAZ

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ Breda 2016

Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Maasgouw 2015

Besluit College van BenW

Beleidsregels en uitvoeringsvoorschiften terugvordering onder de Wet Werk en Bijstand van de gemeente Vianen

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Uitvoeringsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 voor de gemeenten Súdwest-Fryslân en Littenseradiel

Beleidsregel Terug- en invordering 2018

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013

Beleidsregels Inkomensvoorziening Participatiewet 2015

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING EN VERHAAL Wwb, Ioaw en Ioaz GEMEENTE ROERDALEN Gemeente Roerdalen. 23 oktober 2013, Sint Odiliënberg.

TERUGVORDERING VAN BIJSTAND

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels terugvordering, invordering, verhaal en kwijtschelding Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

^^meppel.nl. Nr Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Beleidsregels terugvordering en verhaal WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

ALGEMEEN TERUGVORDERING

HOOFDSTUK 2 GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN VERDERE TERUGVORDERING

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal

Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk

Gemeenteblad nr. 128, 15 mei Wijzigingsoverzicht. Wijziging n.a.v. verzamelwet SWZ

B&W 20 april 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE RICHTLIJN NR. B123 AFLOSSINGSREGELS TERUGVORDERINGSSCHULDEN

B&W 16 maart 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGELS HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ)

Beleidsregels Terug- en invordering WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Versie 2013

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW en IOAZ

Beleidsregels verhaal PW 2015 gemeente Roosendaal. gelet op het bepaalde in de Participatiewet (PW) inzake verhaal van bijstand;

Hoofdstuk 1 - Algemeen

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

CVDR. Nr. CVDR326941_1. Beleidsregels verhaal WWB Hoofdstuk 1 - Algemeen. 9 januari Officiële uitgave van Venlo.

Beleidsregel Terugvordering bijstand/uitkering Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Beleidsregels terug- en invordering sociale zekerheidswetten gemeente Bussum 2014

TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

Artikel 2- Geheel of gedeeltelijk afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017

Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels verhaal en terugvordering Participatiewet gemeente Slochteren. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren,

Toelichting op de Beleidsregels Terugvordering Afdeling Mens en Werk 2013

BELEIDSREGELS VERHAAL Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren

beleidsregels herziening, terugvordering en verhaal 2015

Beleidsregels terug- en invordering Wet werk en bijstand, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2013

Technische aanpassing beleidsregels terugvordering Wet werk en bijstand

afdeling Werk, Zorg en Inkomen Beleidsregels terugvordering en verhaal Gemeente Barneveld

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5

Gewijzigde beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2015

Transcriptie:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel, gelet op paragraaf 6.4 van de Wet werk en bijstand, de Algemene bijstandswet en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, overwegende dat het noodzakelijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot terugvordering van verleende uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, b e s l u i t : vast te stellen de volgende Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand ALGEMEEN Regel 1. Algemeen 1. Het college van burgemeester en wethouders maakt gebruik van de bevoegdheid tot: a. het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 69, lid 3 van de Algemene bijstandswet (Abw) of artikel 54, lid 3 van de Wet werk en bijstand (WWB); b. het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand zoals neergelegd in de artikelen 78 tot en met 90 van de Abw en de artikelen 58 tot en met 60 van de WWB. 2. Van het nemen van een herzienings- intrekkings- of terugvorderingsbesluit kan op grond van dringende redenen worden afgezien. Regel 2. Afzien van terugvordering om doelmatigheidsredenen 1. Het college van burgemeester en wethouders ziet af van terugvordering indien het terug te vorderen bedrag lager is dan 125,00 op jaarbasis en er twee aanmaningen aan de debiteur zijn gestuurd en artikel 60, lid 4 (vereenvoudigd derdenbeslag) niet toepasbaar is. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 17, lid 1 WWB, of de artikelen 28, lid 2 en 29, lid 1 Wet Suwi. KWIJTSCHELDING Regel 3. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere terugvordering af te zien, indien: a. redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in beleidsregel 4, onder b. bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en c. de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang. Regel 4. Afzien van kwijtschelding Van toepassing van beleidsregel 3 wordt afgezien indien: a. de terugvordering van bijstand het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende; b. de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden. Regel 5. Inwerkingtreding van het besluit tot kwijtschelding Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering als bedoeld in beleidsregel 3 treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 1 -

Regel 6. Intrekking besluit tot kwijtschelding Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering als bedoeld in beleidsregel 3 wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien: a. niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen; b. de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of c. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid. Regel 7. Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting 1. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien de belanghebbende: a. gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; b. gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald; c. gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost, mits vrijwel vast staat dat de reguliere wijze van invordering minder oplevert dan datgene dat met afkoop van 50% van het restant kan worden geïncasseerd. 2. Bij een besluit om af te zien van terugvordering of verdere terugvordering neemt het college van burgemeester en wethouders in alle gevallen in aanmerking: a. de verwijtbaarheid met betrekking tot het ontstaan van de vordering b. de hoogte van de restantvordering in vergelijking met de oorspronkelijke vordering c. de door de belanghebbende verleende medewerking bij onderzoeken terzake van de vordering en betalingsmogelijkheden d. de omstandigheden van de belanghebbende of het gezin van belanghebbende ten tijde van het besluit; e. de inspanningen van belanghebbende om door arbeid zelfstandig in zijn bestaan te voorzien; f. de toekomstverwachtingen en vooruitzichten van belanghebbende of het gezin van belanghebbende; Regel 8. Verkorting periode De in beleidsregel 7 genoemde termijn is drie jaar indien: a. het gemiddeld inkomen van de belanghebbende in die periode de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan; en b. de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, lid 1 WWB. Regel 9. Geen kwijtschelding Kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel 7 vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voorzover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 2 -

INVORDERING VAN TERUGGEVORDERDE BIJSTAND Regel 10. Betalingsverplichting 1. Het aflossingsbedrag zoals medegedeeld in het terug- of invorderingsbesluit geldt als een opgelegde betalingsverplichting; 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een onderzoek instellen naar de hoogte van het inkomen van de belanghebbende. Indien het inkomen daartoe aanleiding geeft, wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld. Regel 11. Vaststellen aflossingsbedrag 1. Indien en voor zover de betaling ineens van de vordering niet mogelijk is, wordt het maandelijkse aflossingsbedrag vastgesteld op: a. 6% van het inkomen tot aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, vermeerderd met 50% van het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm; b. 10% van het inkomen tot aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, vermeerderd met 100% van het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, indien de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, als bedoeld in artikel 17, lid 1 WWB. 2. Op grond van bijzondere individuele omstandigheden kan het aflossingsbedrag in afwijking van het eerste lid worden vastgesteld. 3. Op verzoek van belanghebbende kan, in afwijking van het eerste lid, het aflossingsbedrag lager worden vastgesteld mits de terugvorderingsschuld met het lagere aflossingsbedrag binnen één jaar is voldaan. Regel 12. Verrekening en beslaglegging Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling, of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, dan wordt het terugvorderingsbesluit tenuitvoergelegd door middel van: a. verrekening met de maandelijks verleende bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand, op grond van artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid; b. een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of; c. beslag in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Regel 13. Invorderingskosten Indien voor de invordering als bedoeld in beleidsregel 12 een deurwaarder wordt ingeschakeld, wordt de vordering verhoogd met de door de deurwaarder gemaakte invorderingskosten. Regel 14. Inwerkingtreding Deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften treden in werking met ingang van 1 oktober 2004. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel op 14 september 2004 Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel. De secretaris, De burgemeester,. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 3 -

TOELICHTING BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND In de Wet werk en bijstand, die per 1 januari 2004 in werking is getreden, is het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand een algehele bevoegdheid geworden van het college van burgemeester en wethouders. Dit houdt in dat het wettelijk kader op zichzelf geen sluitende basis meer vormt voor de gemeentelijke terugvorderingspraktijk. Het is aan de gemeente om te bepalen in hoeverre het terugvorderings- en verhaalsbeleid daadwerkelijk in beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften wordt vastgelegd. Het opstellen van deze regels is geen wettelijke verplichting. In beginsel kunnen burgemeester en wethouders per individuele situatie bepalen of zij van hun bevoegdheid tot terugvordering en verhaal gebruik maken. Hiertoe kunnen zij volstaan met te besluiten dat van de in de wet gegeven bevoegdheid gebruik zal worden gemaakt. Wanneer het beleid echter niet in regels of nadere voorschriften is vastgelegd dan stelt dit hoge eisen aan de motivering van elk individueel besluit. Bij elk besluit zal immers moeten worden aangegeven waarom van de in de wet gegeven bevoegdheid gebruikt wordt gemaakt. Met name in bezwaar- en beroepsprocedures kan dit tot problemen leiden. Dit kan grotendeels worden ondervangen door te verwijzen naar beleidsregels. Bovendien biedt het beschrijven van beleid, en het publiceren hiervan, de beste waarborg tegen een willekeurige toepassing van de wettelijke bepalingen. Regel 1. Algemeen Met deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften Terugvordering Wet werk en bijstand wordt een basis gecreëerd om het bestaande terugvorderingsbeleid van de gemeente met ingang van 1 januari 2004 te kunnen continueren. Het college van burgemeester en wethouders maakt gebruik van de hierboven bedoelde bevoegdheid in de gevallen en op grond van de bepalingen in deze beleidsregels. De WWB is, evenals de Abw, een minimum bestaansvoorziening, welke aanvullend is op de eigen bestaansmiddelen. Gelet op de gewijzigde financiële verantwoordelijkheid voor de kosten van de bijstand achten burgemeester en wethouders het van groot belang dat de bijstand alleen terecht komt bij die burgers die hieraan de meeste behoefte hebben. Bovendien hebben de ontvangsten voortvloeiend uit de terugvordering een gunstig effect op het beschikbare budget binnen het Inkomensdeel van de WWB. Een eventueel overschot op dit budget kan vervolgens worden ingezet voor extra reïntegratietrajecten ten behoeve van werkzoekenden. Daarnaast is een belangrijk beleidsuitgangspunt dat het plegen van bijstandsfraude onder geen enkele voorwaarde mag worden beloond door de ten onrechte verleende bijstand niet terug te vorderen. Ter voorkoming van elke onduidelijkheid over de toepasselijkheid van oude of nieuwe terugvorderingsartikelen in voorkomende gevallen is in dit artikel bepaald dat de beleidsregels betrekking hebben op zowel terugvordering van bijstand ingevolge de Abw als de WWB. In een handboek en/of werkinstructies kunnen nadere werkafspraken en administratieve handelingen worden beschreven. Herzienings- en intrekkingsbesluit Evenals terugvordering van bijstand is het met terugwerkende gewijzigd vaststellen van het recht op bijstand door middel van een herzienings- of intrekkingsbesluit een algehele bevoegdheid geworden van burgemeester en wethouders. Gelet op de hierboven geformuleerde uitgangspunten maken burgemeester en wethouders in beginsel in alle gevallen waarin er aanleiding is het toekenningsbesluit met terugwerkende kracht te wijzigen gebruik van deze bevoegdheid. De bepalingen onder a. en b. zijn identiek aan de bepalingen van artikel 69 lid 3 Abw en 54 lid 3 WWB, doch zijn met een dwingend karakter geformuleerd. Indien als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting van de belanghebbende ten onrechte bijstand is verleend dan wordt in alle gevallen het bijstandsrecht naar het verleden toe gecorrigeerd naar de juiste situatie. Het kan hierbij gaan om het schenden van de inlichtingenplicht naar zowel de gemeente als naar het CWI. In gevallen waarin er kennelijk in het verleden een niet correct toekenningsbesluit is genomen, maar dit niet is veroorzaakt door de belanghebbende, dan kan in voorkomende gevallen toch herziening of intrekking van het toekenningsbesluit aan de orde zijn. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 4 -

Dit zal zich vooral voordoen in gevallen waarin door burgemeester en wethouders onjuiste besluitvorming heeft plaatsgehad. Deze vorm van intrekking/herziening staat op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel. Op grond van dit beginsel kunnen rechten niet zonder meer met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Doorslaggevend moet zijn of belanghebbende enige blaam treft bij het niet melden van de onjuiste situatie. De belanghebbende zal derhalve op zijn klompen hebben kunnen aanvoelen dat er iets mis was met de toekenning. Als dit niet het geval is dan gaan burgemeester en wethouders niet over tot herziening/intrekking met terugwerkende kracht. Het uitkeringsrecht zal in dat geval uiterlijk met ingang van de datum waarop de onjuistheid is geconstateerd worden gewijzigd, mits de belanghebbende hiervan tijdig op de hoogte wordt gebracht. Een andere overweging is of burgemeester en wethouders als gevolg van een grove fout een foutief besluit hebben genomen. Grove nalatigheid van het bestuursorgaan kan niet voor rekening komen van de belanghebbende, tenzij het bij de belanghebbende volkomen duidelijk kan zijn dat het hier een fout betreft. Afzien nemen terugvorderingsbesluit In het terugvorderingsproces kan op twee momenten worden afgezien van terugvordering. Ten eerste kan worden besloten om geen terugvorderingsbesluit te nemen. De vordering komt in dat geval niet tot stand. Ten tweede kan worden afgezien van verdere terugvordering in een later stadium. Deze variant wordt ook wel kwijtschelding genoemd. Er kunnen in de individuele situatie dringende redenen zijn op grond waarvan van een terugvorderingsbesluit kan worden afgezien. Hiervan kan sprake zijn wanneer de vordering is ontstaan buiten toedoen van de belanghebbende, en hem hiervan geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Tevens zal in dat geval aannemelijk moeten zijn dat de belanghebbende niet kon weten dat hij ten onrechte bijstand ontving. In gevallen waarin eerst een herzienings- of intrekkingsbesluit aan de orde is kan van een dergelijk besluit reeds worden afgezien wegens dringende redenen. In dat geval is ook geen grond tot het nemen van een terugvorderingsbesluit. Regel 2. Afzien van terugvordering om doelmatigheidsredenen Het kan zijn dat de ten onrechte verleende bijstand dermate laag is dat de kosten die de terugvordering met zich meebrengt hoger zijn dan de vordering ( kruimelbedragen ). Op grond van de Algemene bijstandswet kon dan worden besloten van terugvordering af te zien. De WWB kent een dergelijke bepaling niet. Uitgangspunt is wel dat hetgeen teveel is verstrekt moet worden terugbetaald. Er moet een feitelijke inspanning worden geleverd om de bijstand in te vorderen. Daarom is beleidsregel 2 niet eerder toepasbaar dan nadat twee aanmaningen aan de debiteur zijn verstuurd en artikel 60, lid 4 (vereenvoudigd derdenbeslag) geen uitkomst biedt. Het grensbedrag is afgeleid van de oude ministeriële regeling kruimelbedragen. Deze beleidsregel is niet van toepassing wanneer de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht (fraude). Dit in het kader van het Handhavingsbeleid ( fraude mag niet lonen ). Regel 3 tot en met 6. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek Wanneer een bijstandsvordering door middel van een terugvorderingsbesluit is vastgelegd dan kan er in een later stadium reden zijn om de vordering (gedeeltelijk) kwijt te schelden. In deze beleidsregel is artikel 78a Abw nagenoeg letterlijk overgenomen. Dit is noodzakelijk om het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid met ingang van 1 januari 2004 te continueren. Een dergelijke bepaling komt in de nieuwe WWB niet meer voor. Regel 7 tot en met 9. Kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting Op grond van artikel 78c Abw kon een restant van de nog openstaande vordering worden kwijtgescholden indien de belanghebbende gedurende een periode van 5 jaar aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid dat na de invoering van de Wet herziening debiteurenbeleid (1 augustus 1998) is geformuleerd kan op deze wijze per 1 januari 2004 worden gecontinueerd. De bepalingen van artikel 78c Abw zijn in deze beleidsregels overgenomen aangezien in de WWB een dergelijke bepaling niet meer voorkomt. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 5 -

Met de onder sub d. genoemde mogelijkheid tot afkoop van 50% van de restsom tegen finale kwijting van het restant wordt zeer terughoudend omgegaan. Van deze mogelijkheid wordt alleen gebruikt gemaakt in situaties waarin tevoren vrijwel vast staat dat de reguliere wijze van invordering minder oplevert dan datgene dat met afkoop van 50% van het restant kan worden geïncasseerd. In beleidsregel 7, lid 2 is bepaald dat in alle gevallen een beoordeling moet plaatsvinden aan de hand van relevante feiten en omstandigheden, zowel ten tijde van het ontstaan van de vordering als ten tijde van het besluit tot kwijtschelding. Zo kan de kwijtschelding ook worden toegepast als instrument in het kader van uitstroombevordering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan kwijtschelding bij de succesvolle afronding van een reïntegratietraject. Op deze wijze kan kwijtschelding, naast of aanvullend op reeds bestaande subsidiemogelijkheden, fungeren als een prikkel tot het aanvaarden van betaalde arbeid, of het deelnemen aan scholing of sociale activering. Regel 10. Betalingsverplichting In de beleidsregels wordt meerdere malen gesproken over het aflossingsbedrag als betalingsverplichting. Om er geen misverstand over te laten bestaan dat in dit verband van een verplichting wordt gesproken wordt hier bepaald dat een aflossingsbedrag dat is opgenomen in een terug- of invorderingsbesluit geldt als aflossingsverplichting. Het college van burgemeester en wethouders kan regelmatig onderzoek doen naar de hoogte van het inkomen. Dit gebeurt periodiek op basis van het heronderzoeksplan of zoveel vaker als wijzigingen in het inkomen hiertoe aanleiding geven. Regel 11. Vaststellen aflossingsbedrag In de beschikking moet het college op grond van artikel 60, lid WWB aangeven binnen welke termijn of termijnen de belanghebbende, hetgeen van hem wordt teruggevorderd, zal moeten terugbetalen (aflossingsschema). Uitgangspunt is dat het terug te vorderen bedrag in één keer moet worden terugbetaald. Echter, in de praktijk is dit vrijwel nooit mogelijk, indien de belanghebbende niet beschikt over vermogen (bijvoorbeeld spaargeld) of vermogen vertegenwoordigende goederen (bijvoorbeeld een auto). De belanghebbende zal zijn schuld aan de gemeente doorgaans in maandelijkse termijnen moeten aflossen. De hoogte hiervan is afhankelijk van zijn draagkracht ofwel aflossingscapaciteit. Bij bepaling van de draagkracht zullen in ieder geval de regels inzake de beslagvrije voet gehanteerd moeten. Er is echter geen reden om niet van belanghebbende te verlangen dat hij ook vrijgelaten middelen aanwendt om de terugvorderingsschuld te betalen. Deze middelen zou hij immers ook moeten aanwenden ter voldoening van 'gewone' schulden en terugvordering is een bevoorrechte vordering. Indien en voor zover betaling ineens van de terugvorderingschuld niet mogelijk is wordt de aflossing vastgesteld op een bedrag per maand van 6% van het inkomen tot aan het toepasselijke bijstandsniveau plus 50% van het inkomen voorzover dit meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm. Ingeval -door samenloop met vorderingen van hogere preferentie- belanghebbende door toepassing van deze regel over een inkomen van minder dan de beslagvrije voet zou komen te beschikken wordt het aflossingsbedrag naar beneden bijgesteld tot een bedrag waarbij belanghebbende wel over een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet kan beschikken. In het eerste lid onder sub b. is bepaald dat voor fraudeschulden strengere aflossingsregels gelden. In beginsel moet voor de aflossing van deze schuld de maximale aflossingscapaciteit worden aangewend. Op verzoek van belanghebbende kan het college de aflossingsbedragen anders vaststellen mits binnen één jaar de gehele schuld is terugbetaald. Regel 12. Verrekening en beslaglegging De bepalingen omtrent verrekening en pseudo-verrekening komen in de WWB niet meer terug. Wel heeft het terugvorderingsbesluit op grond van artikel 60 lid 3 WWB direct een executoriale titel. De gemeente kan overgaan tot dwanginvordering door middel van verrekening (wanneer aan de debiteur tevens bijstand wordt verleend), of door middel van het leggen van vereenvoudigd derdenbeslag. Daarnaast staat ook de gewone weg van executoriaal beslag open, daar waar verrekening of vereenvoudigd derdenbeslag niet mogelijk is. Deze omstandigheid kan zich voordoen wanneer er geen inkomstenbron beschikbaar is, of wanneer beslag wordt gelegd op een onroerend goed. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 6 -

Verrekening met de bijstand wordt gebaseerd op artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek. Voor deze vorm van verrekenen moet aan de navolgende vereisten worden voldaan: er moet een wederkerig schuldenaarschap bestaan. Het gaat hier om het over en weer voldoen van een schuld. De door de belanghebbende te ontvangen bijstand, en de ten onrechte verleende bijstand die moet worden terugbetaald, worden beschouwd als de hier bedoelde wederkerige schuld; er moet gelijksoortigheid van schuld en prestatie zijn. Hieruit vloeit voort dat bijstand alleen met bijstand kan worden verrekend. Dit betekent dat een ten onrechte verleende bijstand niet met bijvoorbeeld een Wvg-vergoeding kan worden verrekend; er moet een bevoegdheid zijn om betaling van de vordering af te dwingen. Verrekening is een vorm van tenuitvoerlegging. Dit kan niet zonder executoriale titel. Het tenuitvoerleggen van deze titel gebeurt pas als debiteur niet aan de (al dan niet minnelijk) vastgestelde betalingsverplichting voldoet; bij verrekening is de gemeente gehouden aan de beslagvrije voet; verrekening kan alleen voor zover de uitkering voor beslag vatbaar is (dus bijvoorbeeld niet met bijzondere bijstand voor specifieke kosten) Tenuitvoerlegging door middel van beslag kan geschieden conform de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De gemeente heeft, evenals onder de Abw, de mogelijkheid van vereenvoudigd derdenbeslag op loon of uitkering. De procedure is als volgt: de gemeente stuurt met een kennisgeving een afschrift van het terugvorderingsbesluit naar degene van wie debiteur een periodieke uitkering ontvangt hierin wordt de beslagvrije voet aangegeven de derde-beslagene moet de kennisgeving binnen 8 dagen voor gezien terugzenden aan de gemeente door de terugzending is het beslag gelegd. De derde-beslagene wordt hiermee verplicht het voor beslag vatbare bedrag uit te betalen aan de gemeente de gemeente moet binnen 7 dagen na retourontvangst van de kennisgeving een afschrift van die kennisgeving aangetekend toezenden aan de debiteur. Als de gemeente dit nalaat kan debiteur de President van de rechtbank vragen het beslag op te heffen. Naast het vereenvoudigd derdenbeslag wordt ook de mogelijkheid van gewoon beslag als bedoeld in het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nadrukkelijk in de gemeentelijke regels opgenomen. Dit instrument kan bijvoorbeeld worden ingezet bij een beslaglegging op onroerend goed in het buitenland. Regel 13. Invorderingskosten Wanneer de belanghebbende de betalingsverplichting niet nakomt, dan dienen voor de onder beleidsregel 12 genoemde vormen van dwanginvordering kosten te worden gemaakt. Deze kosten hebben met name betrekking op zowel verschuldigde rente als overige kosten van betekening en dergelijke. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 7 -

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel, gelet op paragraaf 6.5 van de Wet werk en bijstand, de Algemene bijstandswet en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, overwegende dat het noodzakelijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot verhaal van verleende uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, b e s l u i t : vast te stellen de volgende Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften verhaal Wet werk en bijstand Regel 1. Verhaal van bijstand Het college van burgemeester en wethouders maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand als bedoeld in artikel 29 tot en met 105 van de Algemene bijstandswet en artikel 61 van de Wet werk en bijstand. Regel 2. Afzien nemen verhaalsbesluit Het college van burgemeester en wethouders ziet af van het nemen van een verhaalsbesluit indien: a. de op te leggen verhaalsbijdrage lager is dan 50,00 per maand; b. daarvoor, gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn. Regel 3. Geen verzoek om herziening Het college van burgemeester en wethouders maakt geen gebruik van de bevoegdheid tot indiening van een verzoek bij de rechter tot wijziging van eerder vastgestelde alimentatie. Regel 4. Inwerkingtreding Deze beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften treden in werking met ingang van 1 oktober 2004. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel op 14 september 2004 Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel. De secretaris, De burgemeester,. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 8 -

TOELICHTING BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN VERHAAL WET WERK EN BIJSTAND Algemeen Het betreft hier beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften om vast te stellen dat de gemeente gebruik maakt van de in de Wet werk en bijstand en de Invoeringswet genoemde mogelijkheid kosten van bijstand te verhalen. Een en ander past in de visie om in het kader van de volledige financiële verantwoordelijkheid van de gemeente zorg te dragen voor eenduidige vastlegging van de tot 1 januari 2004 vastgestelde werkwijze en de uit die werkwijze en activiteiten voortvloeiende middelen te waarborgen. In een handboek en/of werkinstructies kunnen nadere werkafspraken en administratieve handelingen worden beschreven. Regel 1. Verhaal van bijstand Er kan worden volstaan met het besluit dat van de in de wet gegeven bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Voor het overige kan worden teruggegrepen op de wettelijke bepalingen van de Algemene bijstandswet. Deze blijven op grond van artikel 13 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand van kracht tot het moment waarop een nieuw stelsel van kinderalimentatie in werking treedt. Vanaf dat moment dient te worden bezien in hoeverre de gemeente haar beleid op het gebied van bijvoorbeeld kwijtschelding nader in beleidsregels wenst vast te leggen. Regel 2. Afzien nemen verhaalsbesluit Het kan zijn dat de op te leggen verhaalsbijdrage dermate laag is dat de kosten die het verhaal met zich meebrengt hoger zijn dan de vordering ( kruimelbedragen ). Daarom kan om doelmatigheidsoverwegingen worden besloten om van verhaal af te zien indien de verhaalsbijdrage lager is dan 50,00 per maand. Regel 3. Geen verzoek om herziening Met het oog op de inwerkingtreding van het nieuwe stelstel van kinderalimentatie is ervoor gekozen om terughoudend te zijn met het opleggen van een verhaalsbijdrage. Gelet op dit uitgangspunt maakt het college van burgemeester en wethouders geen gebruik van de in artikel 98, lid 2 Abw opgenomen bevoegdheid om de rechter te verzoeken het verhaalsbedrag in afwijking van een rechterlijke alimentatie-uitspraak vast te stellen. Met andere woorden, het college conformeert zich aan de alimentatie-uitspraken en stelt geen zelfstandig onderzoek in naar mogelijkheden tot verhaal als een rechterlijke uitspraak/toets over de mogelijkheid van alimentatie heeft plaatsgevonden. Beleidsregels Terugvordering en verhaal WWB - 9 -