CGM/ Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum

Vergelijkbare documenten
Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies: Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Taraxacum kok-saghyz

Advies: Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met gg-tagetes erecta en gg-tagetes patula

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies: Inschaling van de potplant Kalanchoe blossfeldiana

CGM/ Advies: Inschaling van de tropische planten Trema orientalis en Trema tomentosa

CGM/ Advies: Inschaling van de tropische plant Parasponia andersonii

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus GX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

Ooievaarsbek (Geranium)

CGM/ Advies: inschaling van werkzaamheden met gg-aardappel Solanum tarijense

CGM/ Advies inperkingsmaatregelen bij werkzaamheden met gg-capsicum chinense

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

CGM/ Advies: Inperkingsmaatregelen bij werkzaamheden met gg-aethionema arabicum en gg-cleome gynandra

CGM/ Advies inperkingsmaatregelen Stevia rebaudiana

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

CGM/ Advies Voorgenomen wijziging van Regeling ggo inzake kennisgeving- en vergunning-plichtige activiteiten

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

Advies inperkende maatregelen harde tarwe Triticum turgidum ssp. durum

ADRES 12 februari 2007 KENMERK CGM/ Advies n.a.v. aanvullende informatie met betrekking tot veldproef met NK603x1507x59122 maïs

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

Antwoorden Biologie Thema 7

CGM/ Advies: Aanvullende informatie over een klinische studie met adenovirussen

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

Voortplanting bij planten

Datum 26 juli 2010 Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele gentechaardappels.

14 september 2007 CGM/ Advies herziening lijst van inhullingsverplichtingen BGGO

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bestuivingsinformatie

De Bij hoort erbij. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards

CGM/ Advies grootschalige productie van genetisch gemodificeerd Canine parvovirus in een Single-Use bioreactor

CGM/ Advies: Verzoek tot wijziging vergunning fase I/II klinische studie met conditioneel-replicerende adenovirussen

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"

CGM/ Vervolgadvies omschaling van werkzaamheden met gg-veev replicondeeltjes

CGM/ Signalering bij onderzoeksrapport 'Opvattingen over genetische modificatie en genetisch gemodificeerde organismen'

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O

Geachte heer Van Geel,

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers

CGM/ Advies: Inschaling retrovirale vectoren afkomstig van ecotrope muizenretrovirussen

CGM/ Advies: inschaling van werkzaamheden met Marchantia polymorpha (Parapluutjesmos)

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Hierbij bied ik u de Signalering Criteria voor de classificatie van dierpathogene microorganismen

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

CGM/ Advies: handelingen met een aantal gg-plantensoorten

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies: Aanvullende informatie over klinische studie met retroviraal getransduceerde T-cellen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

C/GB/03/M5/3 30 januari 2004 CGM/ maart 2003

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport international medical tourism from the Netherlands for gene therapy

De milieuveiligheidsfunctionaris

Datum 22 februari 2007 Kenmerk CGM/ Onderwerp Advies grootschalige productie van een influenzavaccin (IG )

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

CGM/ Advies pathogeniteitsclassificatie van de schimmel Mycothermus thermophilus

Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wespenorchis (Epipactis)

Kleine bosfragmenten: oases voor bestuivers in een groene woestijn?

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

CGM/ Advies 'aanpassing lijst met inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde planten'

De grond waarop wij wonen

Beschikking GGO IM-L

CGM/ Advies: Ontwikkelingsstadia en levensvatbaarheid hybride planten

Tabel Werkplekvoorschriften van laboratoria, plantenkweekcellen, kassen en dierverblijven

Beschikking GGO C/NL/04/02/001

Nederlandse Vereniging voor Microbiologie. onder redactie van: H. Schellekens

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Basterdwederik (Epilobium)

Bloemen en hun bezoekers

CGM/ Advies tentoonstelling met gg-magnetotactische bacteriën

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

Hierbij mijn tweede reactie op uw brief met kenmerk BJZ van 2 april jl.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december Beste natuurliefhebber/-ster,

Activiteiten waarbij ongekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt: Activiteiten waarbij gekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt:

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Bloemen en hun bestuivers: een netwerk van relaties

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

preview uit NIET ZONDER ELKAAR BLOEMEN EN INSECTEN verspreiding verboden Copyrights: Uitgeverij Natuurmedia/de fotografen, 2014

De teelt van zonnebloemen

Bijlage VMBO-KB biologie CSE KB. tijdvak 1

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie b

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

de zon. De stokroos is in diverse kleuren te krijgen. Bijen bezoeken de bloem vooral om het stuifmeel. De hoogte varieert van 50 cm tot 2 meter.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 18 mei 2015 KENMERK ONDERWERP CGM/150518-01 Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum Geachte mevrouw Mansveld, Naar aanleiding van een vergunningaanvraag met de titel: Genetische modificatie van twee plantensoorten die niet op bijlage 7 staan: Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum van de Universiteit Utrecht, deelt de COGEM u het volgende mee. Samenvatting: De COGEM is gevraagd te adviseren over inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum in verband met de plaatsing van deze plantensoorten op Bijlage 7 van de Regeling ggo. G. robertianum en G. pyrenaicum zijn kruisbestuivers waarbij het stuifmeel door verschillende insecten verspreid wordt. Daarnaast kan er zelfbestuiving optreden. Na de bevruchting vormen beide planten kleine dopvruchtjes die over een afstand tot 6,5 meter weggeschoten kunnen worden. Beide plantensoorten komen in Nederland voor. Daarnaast is van G. robertianum bekend dat het kan kruisen met de in Nederland voorkomende wilde verwant G. purpureum. Gezien de eigenschappen van beide planten is de COGEM van mening dat werkzaamheden met gg-g. robertianum en gg-g. pyrenaicum alleen plaats kunnen vinden als maatregelen worden genomen om insectenbestuiving te voorkomen. Ook is het noodzakelijk dat aanvullende maatregelen worden genomen om verspreiding van de vruchtjes te voorkomen.

De door de COGEM gehanteerde overwegingen en het hieruit voortvloeiende advies treft u hierbij aan als bijlage. Hoogachtend, Prof. dr. ing. Sybe Schaap Voorzitter COGEM c.c. Drs. H.P. de Wijs, Hoofd Bureau GGO Mr. J.K.B.H. Kwisthout, Ministerie van IenM

Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum COGEM advies CGM/150518-01 Inleiding De Universiteit Utrecht heeft een vergunning aangevraagd om met genetisch gemodificeerde (gg-) Geranium robertianum en gg- Geranium pyrenaicum te mogen werken onder ingeperkt gebruik. De COGEM is naar aanleiding van deze vergunningaanvraag gevraagd om te adviseren over eventueel noodzakelijke inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met deze plantensoorten in verband met de plaatsing van de plantensoorten op Bijlage 7 van de Regeling ggo. Deze bijlage bevat een tabel met planten en de maatregelen die genomen moeten worden bij werkzaamheden met gg-planten om de verspreiding van pollen, zaden en reproductieve plantendelen te voorkomen. 1 G. robertianum en G. pyrenaicum zijn niet eerder voor advies aan de COGEM voorgelegd en daarom nog niet opgenomen in deze tabel. Geraniaceae G. robertianum en G. pyrenaicum behoren tot de familie van de Geraniaceae (Ooievaarsbekfamilie). De Ooievaarsbekfamilie omvat ongeveer achthonderd soorten en bestaat voornamelijk uit kruidachtige planten. Bij de in Nederland voorkomende leden van de Ooievaarsbekfamilie zijn alle groene delen van de plant behaard, vaak met klierharen, die een karakteristieke geur verspreiden. De bloemen zijn in de regel tweeslachtig en vijftallig, met vrije kelk- en kroonbladen. De vrucht bestaat uit een middenzuil en vijf deelvruchtjes die door een gemeenschappelijk snavelvormig verlengstuk samenhangen. 2 De soort dankt zijn naam aan dit snavelvormige verlengstuk. In Nederland komen, naast G. robertianum en G. pyrenaicum, onder andere de soorten G. purpureum (Klein robertskruid), G. pratense (Beemdooievaarsbek), G. columbinum (Fijne ooievaarsbek), G. rotundifolium (Ronde ooievaarsbek), G. molle (Zachte ooievaarsbek) en G. pusillum (Kleine ooievaarsbek) voor. 3 Kenmerken van Geranium robertianum G. robertianum is een één- of tweejarige plant die in een groot deel van Nederland algemeen voorkomt. G. robertianum kan zowel in de schaduw als in het volle zonlicht groeien en wordt op vochtige, voedselrijke grond in bossen (aan de bosrand, langs paden en beekjes) en onder dicht struweel in de duinen en op rivierduinen aangetroffen. De plant kan ook op muren en steenhellingen voorkomen. 2,4 G. robertianum is een vaak wijd vertakte plant van tien tot vijftig centimeter lang. De plant heeft een zwak wortelstelsel dat tot ongeveer 10 centimeter diep wortelt. 2,5 G. robertianum bloeit vanaf april tot november met dieproze, wit gestreepte bloemen. Het is een kruisbestuiver die door insecten, zoals bijen, vlinders en sommige zweefvliegen, wordt bestoven. Daarnaast kan er zelfbestuiving optreden. 4 Na de bestuiving worden er dopvruchtjes gevormd die na rijping over een afstand tot 6,5 meter worden weggeschoten. 4 Deze dopvruchtjes hebben twee vezeldraden, waardoor het vruchtje in de vegetatie COGEM advies CGM/150518-01 1

kan blijven hangen en dieren verder kan worden verspreid. De dopvruchtjes zijn ongeveer 2,7 mm lang en 1,2 mm breed. 2,4,5 Kenmerken van Bermooievaarsbek G. pyrenaicum (Bermooievaarsbek) is een overblijvende plant die vooral in Zuid-Limburg en langs de grote rivieren voorkomt. De plant heeft een voorkeur voor zonnige, open plaatsen en wordt aangetroffen in wegbermen en op hellingen van rivier- en spoordijken. 2,6 G. pyrenaicum is twintig tot zestig centimeter groot en staat verankerd met een krachtige penwortel. 2 De plant bloeit met paarse bloemen van mei tot oktober en is net als G. robertianum een kruisbestuiver die door insecten wordt bestoven. De bloemen worden bezocht door onder andere bijen, hommels, vliegen en kevers. 2,7,8 Daarnaast kan er zelfbestuiving optreden. Na bestuiving worden er dopvruchtjes gevormd die worden weggeschoten als ze rijp zijn. De dopvruchtjes zijn circa 3,3 mm lang en 1,5 mm breed. 9 Overwegingen en advies Tijdens handelingen met gg-planten onder ingeperkt gebruik dient verspreiding van de in de ggplanten ingebrachte of gemodificeerde sequenties naar het milieu voorkomen te worden. Deze sequenties zouden zich mogelijk via zaden, pollen en andere voortplantingswijzen kunnen verspreiden. Dit wordt voorkomen door tijdens de werkzaamheden inperkingsmaatregelen te hanteren. Op basis van de biologische kenmerken van de betreffende plantensoort wordt bepaald welke doelvoorschriften nodig zijn om verspreiding van de in de plantensoort ingebrachte of gemodificeerde sequenties naar het milieu tegen te gaan. G. robertianum en G. pyrenaicum komen beide in de Nederlandse natuur voor. Het zijn kruisbestuivers waarbij het stuifmeel door verschillende insecten verspreid wordt. Daarnaast kan er zelfbestuiving optreden. G. robertianum kan kruisen met de in Nederland voorkomende verwante soort G. purpureum. 4 Van G. pyrenaicum is niet bekend of het kan kruisen met verwante soorten. Het valt echter niet uit te sluiten dat de plant kan uitkruisen met soorten met een gelijk chromosoomgetal, zoals de in Nederland voorkomende soorten G. rotundifolium, G. molle en G. pusillum. 3,10 Om verspreiding van in gg- G. robertianum en gg-g. pyrenaicum ingebrachte of gemodificeerde sequenties te voorkomen, acht de COGEM maatregelen noodzakelijk om insectenbestuiving te voorkomen. Na de bevruchting vormen beide planten dopvruchtjes die over een afstand tot 6,5 meter weggeschoten kunnen worden. Daarnaast bevatten de dopvruchtjes van G. robertianum twee vezeldraden, waardoor het vruchtje kan blijven hangen. Omdat de dopvruchtjes van beide planten zich zeer gemakkelijk kunnen verspreiden, is de COGEM van mening dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om verspreiding van de vruchtjes te voorkomen. De COGEM heeft in haar eerdere advies over aanvullende maatregelen voor zaden en grond diverse maatregelen beschreven waarmee hier invulling aan gegeven kan worden. Voorbeelden hiervan zijn het inhullen van de bloeiwijzen of de gehele plant, of het dragen van beschermende kleding in de werkruimte. 11 COGEM advies CGM/150518-01 2

De COGEM is gezien de aard van het wortelstelsel van mening dat aanvullende maatregelen niet nodig zijn om verspreiding van vegetatieve delen te voorkomen. Conclusie De COGEM is van mening dat werkzaamheden met gg-g. robertianum en gg-g. pyrenaicum alleen plaats kunnen vinden als maatregelen worden genomen om insectenbestuiving te voorkomen. Ook is het noodzakelijk dat aanvullende maatregelen worden genomen om verspreiding van de vruchtjes te voorkomen. Referenties 1. Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2015). Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013. www.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-11317.html (bezocht: 6 mei 2015) 2. Weeda EJ (1999). Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. KNNV-uitgeverij, Zeist 3. Van der Meijden R (2005). Heukels' Flora van Nederland. Wolters-Noordhoff bv, Groningen/Houten 4. Tofts RJ (2004). Geranium robertianum L. Journal of Ecology 234: 537-555 5. FLORON Verspreidingsatlas Planten. Geranium robertianum. www.verspreidingsatlas.nl/0576 (bezocht: 7 mei 2015) 6. Soortenbank.nl. Bermooievaarsbek (Geranium pyrenaicum). http://bit.ly/1jripsq (bezocht: 7 mei 2015) 7. Knuth P (1908). Handbook of flower pollination: based upon Hermann Müller's work 'The fertilisation of flowers by insects'. Clarendon Press, Oxford 8. Clapham AR (1987). Flora of the British Isles, Third Edition. Cambridge University Press, Cambridge 9. Digitale zadenatlas van Nederland. Geranium pyrenaicum. http://dzn.eldoc.ub.rug.nl/?page=details&item=2069 (bezocht: 7 mei 2015) 10. Moore DM (1982). Flora Europaea Check-List and Chromosome Index. Cambridge University Press, Cambridge 11. COGEM (2012). Aanvullende maatregelen voor zaden en grond bij werkzaamheden met gg-planten onder ingeperkt gebruik. Advies CGM/121018-02 COGEM advies CGM/150518-01 3