Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststellen financieel besluit Wmo en ingangsdatum pilot SVB Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 19 november hebben wij de nieuwe gekantelde Wmo-regelgeving vastgesteld. Nu blijkt dat het financieel besluit op een paar kleine onderdelen dient te worden geactualiseerd. Middels dit besluit stellen we het geactualiseerde financieel besluit Wmo vast. Daarnaast hebben we op 19 november besloten in 2014 een pilot uit te gaan voeren met de Sociale Verzekeringsbank om nieuwe PGB s bij Hulp bij het Huishouden voortaan via Trekkingsrecht te verstrekken. We hebben besloten de ingangsdatum van de pilot separaat vast te stellen. Bij deze besluiten we de ingangsdatum vast te stellen op 01-03-2014. BW-nummer N.v.t. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Jan Marten de Hoop, 2541 Datum ambtelijk voorstel 3 februari 2014 Registratienummer 14.0000929 Ter besluitvorming door het college 1. Het aangepaste financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2014 vast te stellen. 2. De datum van inwerkingtreding met terugwerkende kracht vast te stellen op 01-02-2014. 3. Het financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2014, gepubliceerd onder GB2014-017, met terugwerkende kracht in te trekken per 01-02-2014. 4. De ingangsdatum van de pilot Trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank vast te stellen op 01-03-2014. Beleidsadviseur J.M. de Hoop Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 11 februari 2014 nummer: 3.9 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Cvs vaststellen financieel besluit Wmo en ingangsdatum pilot SVB
Collegevoorstel 1 Probleemstelling De afgelopen maanden is gebleken dat het nieuwe financieel besluit Wmo op enkele onderdelen geactualiseerd dient te worden. De aanpassingen hebben te maken met het volgende: De bedragen voor de verhuiskostenvergoeding (artikel 5.2), de tegemoetkoming in verband met huurderving (artikel 5.4) en de tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting (artikel 5.5) dienen te worden geïndexeerd. Ten tijde van het schrijven van het voormalige financieel besluit was het indexeringspercentage nog niet bekend. Bij de te indexeren artikelen (artikel 13) stond nog geen sportvoorziening. De sportvoorziening is aan het artikel toegevoegd en eveneens geïndexeerd (artikel 7). Op grond van het voormalige artikel 3.4 kan de indruk gewekt worden dat we geen eigen bijdrage opleggen voor hulp bij het huishouden, omdat we hulp bij het huishouden niet in bruikleen verstrekken. De formulering is aangepast. Daarnaast hebben we op 19 november besloten om samen met de Sociale Verzekeringsbank voor nieuwe klanten Hulp bij het Huishouden in 2014 PGB s via Trekkingsrecht te gaan verstrekken. We hebben daarbij tevens aangegeven dat de exacte ingangsdatum separaat dient te worden vastgesteld. We stellen de ingangsdatum van de pilot vast op 01-03-2014. 2 Juridische aspecten De gemeenteraad heeft de nieuwe verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2014, ingangsdatum 01-02-2014, reeds vastgesteld. Wij hebben daarnaast op 19 november aanvullende regelgeving vastgesteld in de beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning 2014 met bijbehorend financieel besluit 2014. De beleidsregels blijven ongewijzigd en het nieuwe financieel besluit wordt aan de reeds gepubliceerde stukken toegevoegd. 3 Doelstelling Doel van het voorstel is het aangepaste financieel besluit vast te stellen en de ingangsdatum voor de pilot Trekkingsrecht met de Sociale Verzekeringsbank vast te stellen. 4 Argumenten Het financieel besluit dient geactualiseerd te worden op basis van de huidige inzichten en ten aanzien van de pilot Trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank geldt dat we in november besloten hebben de ingangsdatum van de pilot separaat vast te stellen. 5 Financiën De beperkte financiële consequenties door de indexering van enkele vergoedingen passen binnen de begroting van het product Individuele Voorzieningen. 6 Participatie en Communicatie We brengen een persbericht uit over de pilot Trekkingsrecht bij de Sociale Verzekeringsbank. Het nieuwe financieel besluit wordt gepubliceerd bij de beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning 2014 in het Gemeenteblad en op www.nijmegen.nl. 7 Uitvoering en evaluatie Het aangepaste financieel besluit wordt met terugwerkende kracht per 1 februari 2014 van kracht. Per 1 maart 2014 gaan we van start met de pilot Trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds getroffen. 8 Risico Aan dit voorstel zijn geen risico s verbonden. Bijlage: Financieel besluit
FINANCIEEL BESLUIT BIJ BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 (collegebesluit van ) Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen; op grond van de Verordening Wmo-voorzieningen Gemeente Nijmegen BESLUIT vast te stellen het navolgende Financieel Besluit Wmo gemeente Nijmegen 2014 Inleiding De financiële regels Wmo zijn een uitwerking van de Verordening Wmo gemeente Nijmegen 2014 en zijn bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen periodiek gewijzigd kunnen worden vanwege trendmatige verhogingen. De financiële regels worden vastgesteld door burgemeester en wethouders. Opname in de verordening zou betekenen dat de verordening telkens door de Raad opnieuw moeten worden vastgesteld. Daarnaast zijn alle regels waarvoor de verordening een delegatiebepaling voor het college bevat in dit besluit ingevuld. HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Paragraaf 1. Begripsbepalingen Artikel 1 De begripsbepalingen genoemd in artikel 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de verordening maatschappelijk ondersteuning zijn ook op dit financieel besluit van toepassing. Daarnaast wordt in deze regeling verstaan onder: Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is. Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het (landelijk) Besluit individuele Wmo voorzieningen van toepassing zijn. Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening; Zorgperiode: periode van 4 weken, door het CAK gehanteerd bij de berekening en inning van de eigen bijdrage. 13 zorgperioden is één jaar.
Paragraaf 2. Kosten voor rekening aanvrager, eigen bijdrage of eigen aandeel Artikel 2 2.1. Indien de aanvrager een duurdere voorziening wil dan de goedkoopst compenserende komt het meerdere voor rekening van de aanvrager. 2.2. Voor voorzieningen die in de vorm van een financiële tegemoetkoming worden verstrekt is een eigen aandeel verschuldigd. 2.3. Voor voorzieningen die in natura of als persoonsgebonden budget worden verstrekt is een eigen bijdrage verschuldigd. 2.4. In uitzondering op het onder 2.2 en 2.3 gestelde, is geen eigen aandeel of eigen bijdrage verschuldigd voor verhuiskostenvergoedingen, vervoerskostenvergoedingen, rolstoelvoorzieningen, voor collectief vervoer, voor woningaanpassingen in gemeenschappelijke ruimten, voor tijdelijke huisvesting, voor huurderving en voor voorzieningen voor kinderen jonger dan 18 jaar. Artikel 3 3.1. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb. 2006 nr. 450, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 3.2. Berekening, oplegging, vaststelling en inning van de eigen bijdrage of het eigen aandeel vindt plaats door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) met de door de gemeente Nijmegen vastgestelde regels. 3.3. De maximale eigen bijdrage of het maximale eigen aandeel, voor zover niet bepaald in artikel 5.7 en artikel 9, wordt als volgt bepaald: a. Verstrekking in natura: huurprijs of kostprijs per zorgperiode; b. Verstrekking als financiële tegemoetkoming: verstrekt bedrag / 39 zorgperioden; c. Verstrekking als persoonsgebonden budget: verstrekt bedrag / afschrijvingstermijn voorziening; d. Verstrekking als persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden: verstrekt bedrag per zorgperiode. 3.4. De looptijd van de eigen bijdrage of eigen aandeel wordt als volgt bepaald: a. Verstrekking in natura: duur van de verstrekking; b. Verstrekking als financiële tegemoetkoming: 39 zorgperioden; c. Verstrekking als persoonsgebonden budget: afschrijvingstermijn voorziening; d. Verstrekking als persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden: duur van de verstrekking. 3.5. Voor de duur van de verstrekking van het persoonsgebonden budget en de periode van de eigen bijdrage als bedoeld onder artikel 3.3 sub c en artikel 3.4 sub c wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd: voorzieningen voor volwassenen: 7 jaar (91 zorgperioden).
HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Paragraaf 1 Een schoon en leefbaar huis/ Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding, bed- en linnengoed/ Het thuis kunnen verzorgen van kinderen die tot het gezin behoren Artikel 4 4.1. De tarieven voor Hulp bij het Huishouden in natura worden bepaald door de gemeente bedongen uurtarieven middels een aanbesteding. 4.2. De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding vindt plaats in de vorm van een bedrag per uur. Paragraaf 2 Wonen in een geschikt huis Artikel 5 5.1. De financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. 5.2. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding 2.571,51. 5.3. Als financiële tegemoetkoming voor woningsanering gelden als normbedrag: a. voor zeil of linoleum 53,-per meter (kamerbreed) inclusief egalisatiekosten; b. voor gordijnen 15,-per meter. Als financiële tegemoetkoming voor rolstoelvast tapijt geldt als normbedrag 53,-per meter (kamerbreed) inclusief egalisatiekosten. 5.4. Een tegemoetkoming in verband met huurderving wordt verstrekt indien een leegstaande woning is aangepast of aan te passen valt voor een bedrag van meer dan 4.628,56. De tegemoetkoming is gemaximeerd op zes maanden op basis van de netto (kale) huurprijs. 5.5. Een tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting wordt verstrekt voor een periode van maximaal zes maanden. De vergoeding vindt plaats op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van 462,86 per maand. 5.6. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het logeerbaar maken bedraagt eenmalig 5.000,-. 5.7. Voor de hieronder genoemde woonvoorzieningen gelden, als uitzondering op artikel 3.3 de volgende maximale eigen bijdragen per zorgperiode. Roerende woonvoorzieningen tussen 700,- en 1000,- 7,50 Roerende woonvoorzieningen vanaf 1000,-. 15,- Verrijdbare tilliften (passief) 35,32 Verrijdbare tilliften (actief)... 44,20 Trapliften, recht. 32,- Trapliften, met bocht 41,- Plateauliften.. 32,-
Paragraaf 3. Zich verplaatsen in en rond de woning. Artikel 6 Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopstadequate voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen in het een na vorige volledige kalenderjaar. Elke rolstoel die enige aanpassing behoeft zal uitkomen op een ander bedrag. Daarom vindt vaststelling van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen vaak per rolstoel plaats. Artikel 7 De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt 3.580,48, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening voor een periode van drie jaar. Paragraaf 4 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 8 Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, vermeerderd met de instandhoudingskosten (voor onderhoud, reparatie en (indien van toepassing) verzekering) over een periode van 7 jaar. Artikel 9 Voor de hieronder genoemde voorzieningen gelden, als uitzondering op artikel 3.3 de volgende maximale eigen bijdragen per zorgperiode. Scootmobielen Voor gebruik in de woonomgeving (cat. A/B).. 30,- Voor gebruik in de woonomgeving (cat. C).. 52,- Voor buiten en intensief gebruik (cat. A/B/C).. 41,- Max. 8/10 km p/u.. 23,- Gesloten buitenwagen.. 52,- Driewielfiets volwassenen.... 19,- Driewielfiets elektrisch.. 44,- Tandem... 15,- Artikel 10 a. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt 400,- forfaitair met een maximum van 1110,-. b. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (rolstoel) taxi bedraagt 400,- forfaitair met een maximum van 1110,-. c. Het bedrag dat per afgelegde kilometer wordt vergoed in het kader van de vervoersvoorziening onder a. is 0,27. Paragraaf 5. Terugvordering Artikel 11 De meerwaarde van de woning die door het ontvangen van een woonvoorziening, zoals bedoeld in artikel 10 van de verordening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald. Voor het bepalen van het bedrag van meerwaarde wordt uitgegaan van: a het toegekende bedrag voor de woonvoorziening minus de eigen bijdrage die voor de woonvoorziening is betaald; b een afschrijving van 10% voor elk vol jaar dat de voorziening was gerealiseerd.
Artikel 12 Bij bedragen tot 150,00 wordt afgezien van terugvordering. Paragraaf 6. Slotbepalingen Artikel 13 Jaarlijks worden de normen uit de artikelen 5.2 t/m 5.5 en artikel 7 geïndexeerd aan de hand van de CPB prijsindex voor gezinsconsumptie. Artikel 14 Citeertitel Deze regeling kan aangehaald worden als: Financieel Besluit Wmo. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen op 11 februari 2014. De burgemeester, De secretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bekendmaking is geschied op Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2014
Communicatie en Representatie PERSBERICHT Datum Nummer persbericht 11 februari 2014 140211L Persoonsgebonden budget cliënten WMO in beheer bij Sociale Verzekeringsbank In Nijmegen start een pilot voor het beheer van het persoonsgebonden budget (PGB). WMOcliënten die de huishoudelijke hulp betalen uit hun PGB-budget, hoeven de administratie en betalingen vanaf 1 maart niet meer zelf te regelen. Vanaf dat moment wordt het PGB budget dat nieuwe cliënten van de gemeente ontvangen voor huishoudelijke hulp, in beheer gegeven aan de Sociale Verzekeringsbank. Uit steekproeven blijkt dat wmo-cliënten het vaak een last vinden om de administratie rondom een PGB te voeren. Van 1 april kunnen naast de nieuwe ook bestaande wmo- cliënten hun PGB huishoudelijke hulp in beheer geven bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze keert het bedrag direct uit aan de huishoudelijke hulp. De gemeente Nijmegen wil de administratieve ballast bij cliënten weghalen, maar er ook voor zorgen dat het persoonsgebonden budget gebruikt wordt voor de uren huishoudelijke hulp dat is afgesproken. Met het oog op de rijksbezuinigingen van zo n 40% op huishoudelijke hulp is het zaak dat de hulp terecht komt bij de mensen die het nodig hebben. De pilot met de SVB als beheerder van de PGB s start op 1 maart 2014 en duurt tot het einde van het jaar. Het doel is om dit zogenaamde trekkingsrecht vanaf 2015, wettelijk in te voeren. De pilot is bedoeld om kinderziekten in de werkwijze op te sporen en ervoor te zorgen dat de invoering per 2015 soepel verloopt.. Noot voor de pers (niet voor publicatie): Voor meer informatie kunt u terecht bij de woordvoerder van wethouder Frings, Suzanne Baks, tel. 06-11360084 of e-mail: s.baks@nijmegen.nl.