Weersafhankelijke regelaar SAM 91

Vergelijkbare documenten
Weersafhankelijke regelaar SAM 2003

Weersafhankelijke regelaar SAM91

De PS 005 op z'n duimpje kennen

DE PS005 OP Z N DUIMPJE KENNEN. Module voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel.

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Elektronische module EK002 voor het sturen van twee ketels in cascade

Multizone-modules MZ003 en MZ004

Weersafhankelijke regelaar SAM 2001 (3) Gebruiksaanwijzing

Schakelkasten voor installaties met één ketel

Weersafhankelijke regelaars

Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen

Boiler Control BC 03 BOILERVOORRANGSMODULE OF REGELING VAN 2 ONAFHANKELIJKE VERWARMINGSKRINGEN

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

Draadloze ruimtethermostaat TRT047

De handleiding voor regeltechniek!

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Weersafhankelijke regelaar SAM2200 Gebruiksaanwijzing

Espace bedrade regeling (230 volt)

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000

Energiemeter en Modulator CL 2356

PROMO. 15.o3 > 3o.o4.18. wwww.tempolec.be. Promo voor professionele klanten en geldig tot de voorraad strekt

Elektronische kamerthermostaat

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

TW (99.12) OSW O

MGC OpenTherm regelaar

Weersafhankelijke regelaar SAM3000

Itho Daalderop CV-regelaar VAG4000. installatiehandleiding

UNIMIX compact en universeel regelsysteem voor vloerverwarming. member of

66 [ PRIJSLIJST BULEX 2015/2 ]

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

Geconnecteerde en multifunctionele. Voor verwarming en ventilatie. 1 enkel toestel voor 9 geconnecteerde functies

AD B

Programmeerbare klokthermostaten RAM BLE. Veilig en comfortabel!

Gebruikershandleiding

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Gebruiksaanwijzing

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

Regelingen. Œ-tronic 3 p REA p 80-82

Dendermondesteenweg 268 B Destelbergen tel.: 09 / fax: 09 / Programmeerbare RF-thermostaat

Gebruiksaanwijzing. Siemens Building Technologies AG c 1/24

Day Night Round T8700A1009/T8700N1000

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

N301/R01( ) Digitale thermostaat TH132-AF

Klokthermostaat RAM 811 top. Gebruiksaanwijzing

HANDLEIDING SAUNABESTURING A2 TECHNISCHE GEGEVENS

Bedienings- en servicehandleiding

Elektrische verwarmingssystemen

Thermostaten en Comfort systemen. Ervaar het optimale verwarmingscomfort. DANFOSS HET GEVOEL VAN PERFECTIE

Installatiehandleiding

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

Bestelling. Apparatencombinaties. Techniek

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Thermostaten en weersafhankelijke regelaars. Ervaar het optimale verwarmingscomfort.

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 HDR-105 HALOGEEN DIMMER/SCHAKELAAR MET TRANSFORMATOR

Vitodens 300-W type B3HA, Vitodens 333-F type B3TA, Vitodens 343-F type B3UA

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR

Danfoss Radiatorthermostaten RA 2000

NL Installatie instructie. devireg 120

Techneco Elga. Regeling en Extra s

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

nl Hulp bij opstarten

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie

OpenTherm T88101A1006 MONTAGE EN BEDIENINGSHANDLEIDING

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

De juiste cv regeling

Gebruikers- en service-instructie

Instellen van de dag en de tijd. De dag en de uurtijd worden met behulp van de knopen DAY, HOUR en MIN ingesteld.

Installatiehandleiding VAG5000-Basic. Weersafhankelijke ketelregelaar

Dendermondesteenweg 268 B Destelbergen tel.: 09 / fax: 09 / HANDLEIDING

Weersafhankelijke regelaar SAM2100

Installatie instructies

De 4 aandrijvingen zijn in groep met een schakelaar lokaal te bedienen. Meerdere schakelaars en sturingen kunnen parallel aangesloten worden.

Kit zwembad code

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS

1. Fundamentele veiligheidsvoorschriften

Bedieningsinstructie

Bedieningshandleiding. Kamerthermostaat

Bedieningshandleiding. Kamerthermostaat 24/5 (2) A~ met wisselcontact

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

GEBRUIKSAANWIJZING. Elektronische zwakstroom kamerthermostaat met automatisch dag-/nachtprogramma

VIESMANN. Toebehoren voor regelingen en warmwaterboilers. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel

Gebruiksaanwijzing Weersafhankelijke regelaar RVL472

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08

Transcriptie:

Weersafhankelijke regelaar SAM 91 AANWIJZINGEN VOOR MONTAGE EN AANSLUITING VOOR DE INSTALLATEUR BELANGRIJK! De elektrische en hydraulische schema s werden opzettelijk vereenvoudigd. Bij het installeren moeten de van kracht zijnde elektrische voorschriften alsook de gangbare hydraulische richtlijnen opgevolgd worden.

1. Montageaanwijzingen 1.1. Regelaar SAM 91 73 66 105 36 45 63 De SAM 91 is voorzien voor montage in een elektrische kast voor modulaire apparatuur. Montage in een schakelbord of op de ketel is eveneens mogelijk. Men zal een droge, stofvrije en goed verluchte montageplaats kiezen (max. omgevingstemperatuur 45 C). De sokkel wordt op DIN-rail 35 mm of d.m.v. 2 schroeven bevestigd. 1.2. Buitenvoeler Kies een montageplaats op 2-3 m hoogte, bij voorkeur op een noord- of noordoostgevel, beschut tegen directe zonnewarmte, eventuele tochtstroom en zoveel mogelijk tegen regen. De voeler m.b.v. de bijgeleverde schroeven en bouten bevestigen. De draadingang moet naar beneden gericht worden. Deze voeler is voorzien van een klemmenstrook met schroeven voor de aansluiting van een 2-aderige kabel (maximum 0,75 mm 2 ). 1.3. Klemvoeler Wordt op de aanvoerleiding, na de circulatiepomp, gemonteerd. De buis tot op de metaalschittering reinigen. De buis met thermogeleidende pasta bestrijken en de voeler d.m.v. de klembeugel bevestigen. Wanneer het vastdraaien moeilijk is, zal men een aan de buisleiding aangepaste klembeugel gebruiken. VV 1.4. Dompelvoeler De voeler wordt op de aanvoerleiding, na de circulatiepomp, geplaatst en moet volledig ondergedompeld zijn. Als hij in een bocht geplaatst wordt, erop letten dat de waterafvoer met het uiteinde van de voeler contact heeft. De voeler kan rechtstreeks (R 1/4") of in een dompelhuls (R 1/2") gemonteerd worden. KSB Opmerking : de klemvoelers worden met een gegoten kabel van 6 m lengte geleverd, de dompelvoelers met een kabel van 2 m lengte. De kabels kunnen eventueel verkort resp. verlengd worden d.m.v. een normale 2-aderige kabel (maximum 0,75 mm 2 ). 2

1.5. Omgevingsvoeler SAR 84 of SAD 84 X X X X X ±1,50m Kies een referentielokaal waarvan de temperatuur overeenstemt met de omgevingslucht van het gebouw. De voeler mag niet gemonteerd worden in de nabijheid van warmtebronnen (radiatoren, open haard, spotlight, enz.), achter meubels, overgordijnen of in tochtstromen. De omgevingsvoelers beschikken over een klemmenstrook voor de aansluiting van een 2-aderige kabel (maximum 0,75 mm 2 ). Gelieve de montageaanwijzingen van de voeler op te volgen. 1.6. Omgevingsthermostaat Bij gebruik van een 4-draads omgevingsthermostaat met de SAM 91-regelaar, moeten de laagspanningsaansluitingen en de 230 V-voeding van de thermostaat in twee gescheiden buizen geplaatst worden. Bij gebruik van een 2-draadsthermostaat, is één buis voldoende. OPGELET : hoewel de weersafhankelijke regelaars tegen geïnduceerde spanningen beveiligd zijn, moet men vermijden de laagspanningskabels (voelers of thermostaat) en de 220/230 V-kabels in één buis te plaatsen. Zo nodig, kan men gebruik maken van afgeschermde kabels waarvan het scherm op de aardleiding wordt aangesloten. 1.7. Gemotoriseerde mengkraan met motor SM 100 Gelieve de montageaanwijzingen van de SM 100 te raadplegen. Vóór het monteren van de servomotor, erop letten dat de kraan correct geregeld is (zie merkteken op de as). In de onderstaande afbeeldingen zijn de mengkranen op de centrale stand ingesteld. 3-wegkraan met sector, montage in menging T Keteltoevoer Aanvoer installatie Terugloop installatie 3

3-wegkraan met sector, montage in verdeling T Aanvoer installatie Ketelafvoer Ketelafvoer Terugloop installatie 4-wegkraan met mengklep Aanvoer installatie T Terugloop installatie Keteltoevoer 4

2. Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting 2.1. Voelers Vermijd zoveel mogelijk het gebruik van een kabel van meer dan 0,75 mm 2 doorsnede. Het is overbodig (laagspanning) en haast onmogelijk om zulke aansluitkabels in de basis van de regelaar te plaatsen. Controleer steeds, vóór hun aansluiting, de ohmse waarde van de buiten- en aanvoervoelers volgens onderstaande tabel : Ohmse waarden C ohm C ohm C ohm C ohm C ohm C ohm -20 14 625-19 13 976-18 13 327-17 12 679-16 12 030-15 11 382-14 10 892-13 10 402-12 9 912-11 9 422-10 8 933-9 8 559-8 8 186-7 7 813-6 7 439-5 7 066-4 6 779-3 6 492-2 6 202-1 5 919 0 5 632 +1 5 410 +2 5 187 +3 4 965 +4 4 743 +5 4 521 +6 4 347 +7 4 173 +8 4 000 +9 3 826 +10 3 653 +11 3 516 +12 3 380 +13 3 244 +14 3 107 +15 2 971 +16 2 863 +17 2 755 +18 2 647 +19 2 539 +20 2 431 +21 2 344 +22 2 258 +23 2 172 +24 2 086 +25 2 000 +26 1 931 +27 1 862 +28 1 793 +29 1 724 +30 1 655 +31 1 599 +32 1 543 +33 1 488 +34 1 432 +35 1 376 +36 1 331 +37 1 286 +38 1 241 +39 1 195 +40 1 150 +41 1 113 +42 1 076 +43 1 040 +44 1 003 +45 966 +46 936 +47 905 +48 875 +49 845 +50 815 +51 790 +52 765 +53 740 +54 715 +55 690 +56 669 +57 649 +58 628 +59 608 +60 587 +61 570 +62 553 +63 536 +64 518 +65 501 +66 487 +67 473 +68 458 +69 444 +70 430 +71 418 +72 406 +73 394 +74 382 +75 370 +76 359 +77 349 +78 339 +79 329 +80 319 +81 310 +82 302 +83 293 +84 285 +85 276 +86 269 +87 262 +88 254 +89 247 +90 240 +91 234 +92 228 +93 221 +94 215 +95 209 +96 204 +97 199 +98 193 +99 188 +100 183 De ohmse waarde van de omgevingsvoelers bedraagt echter ± 17 k, wanneer de voeler op 20 C ingesteld is en er in het lokaal inderdaad een temperatuur van 20 C heerst. Brandersturing Mengkraansturing RAM RAM AA AA VV VV T T M AA = buitenvoeler, VV = aanvoervoeler, T = ketelthermostaat, = circulatiepomp, = flow-valve = mengkraan, M = servomotor, 5

2.2. Regelaar De klemmenstrook is voorzien voor laagsspannings- en 230 V-aansluitingen. Een vrije klem (10) scheidt de laagspanning van de 230 V. Vermijd het plaatsen van de 230 V- en laagspanningskabels in één buis; men moet een doorsnede van max. 1,5 mm 2 voor de 230 V en 0,75 mm 2 voor de voelers in acht nemen. Laagspanningskant AA 17,4 K A-AV buitenvoeler VV V-AV aanvoervoeler Fb-Fb 17,4 K-weerstand, te verwijderen bij aansluiting van een omgevingsvoeler. A V A/V 1 2 Fb Fb1 P klem overbrugd met een Fb-klem. Te ontkoppelen wanneer de verwarming tijdens de verlaagde periode volledig uitgeschakeld moet zijn. Fb-P overbrugde klemmen voor een P-gedrag (brandersturing). De overbrugging moet weggenomen worden voor een PI-gedrag (mengkraansturing). 1-2 klemmen voor het schakelen van de comfort- en verlaagde periodes d.m.v. handbediende schakelaar of schakelklok. Contact 1-2 open = comfortperiode, contact 1-2 gesloten = verlaagde periode. Voor een omschakeling van de comfort/verlaagde periodes, keuzeschakelaar in stand. Opmerking De voelers kunnen kortgesloten of in een open kring geplaatst worden in geval van een speciale sturing d.m.v. schakelaars of thermostaten met minimum- of maximumbegrenzing. De volgende principes zijn dan van toepassing : - kortsluiting = regelaar uitgeschakeld - open kring = regelaar ingeschakeld. Met 2-draads omgevingsthermostaat Met omgevingsthermostaat RAM AA VV Contact van thermostaat werkt als vorstbeveiliging in verlaagde periode 17,4 K AA RAM 12345 17,4 K 220/ 230 V~ VV A V A/V 1 2 Fb Fb1 P A V A/V 1 2 Fb Fb1 P Dit schema is niet geschikt voor de thermostaten zonder potentiaalvrij contact. 6

230 V-Kant L-N 230 V-voeding beveiligd d.m.v. smeltveiligheden of veiligheidsschakelaar van max. 6 A R-W-B aansluiting van de mengkraanservomotor R = gemeenschappelijk W = sluiten van kraan B = openen van kraan N-3 aansluiting van een 230 V-brander. Als de brander niet afzonderlijk gevoed wordt, klem L overbruggen met klem R. Als de brander wel afzonderlijk gevoed wordt, het potentiaalvrije contact R-3 gebruiken (zie schema). Het schakelvermogen van de contacten bedraagt 5 A/230 V. Opmerking : de SAM 91 is in principe voorzien voor het sturen van een mengkraan of een brander, maar niet van beide tegelijk. Sturing van een gemotoriseerde mengkraan met servomotor 220/230 V (SM 100 of SM 80) L N 3 B W R Sturing van een gemotoriseerde mengkraan met servomotor met 24 V-voeding L N 3 B W R openen 1 2 sluiten openen sluiten 230 V 50 Hz 3 230 V 50 Hz 24 V~ Sturing van een 230 V-brander L N 3 B W R Sturing van een 230 V-brander via potentiaalvrij contact L N 3 B W R 230 V 50 Hz 230 V 230 V 50 Hz Het contact R-3 wordt aangesloten zoals het contact van een thermostaat. Het kan op dezelfde wijze aangesloten worden voor een brander met een 24 V-stuurkring 7

Sturing van een brander en een vertraagde circulatiepomp L N 3 B W R 230 V 50 Hz 18 L 0530.85. 148.001 B1 N 230 V Dit schema kan enkel gebruikt worden voor het sturen van een brander die niet afzonderlijk gevoed wordt (het contact R-B is niet potentiaalvrij wanneer de klem R overbrugd is met fase L) Met boilervoorrang-moduul PS 005 en klokthermostaat PS 005 230 V~ L N B V~ SAM 91 B brander L Cc verwarmingspomp N N 3 Cb boilerlaadpomp B N W T R L SB M TB M H M AC X M Y ruimtethermostaat of overbrugging T-L boilerthermostaat facultatief klokcontact 2.3. Instelling aan de achterzijde voor een nauwkeurige aanpassing van de regelaar aan de installatie NIV ON Zie ook uitleg en aansluitschema's van de gebruiksaanwijzing van de boilervoorrangmodules. NIV NZ ON 0 5 5 graadverdeling 0 : normale stand die een aanvoertemperatuur van 20 C doet overeenkomen met -20 20 0,5 10 0,5 10 een buitentemperatuur van 20 C graadverdeling +20 : stand die een aanvoertemperatuur van 40 C doet overeenkomen met een buitentemperatuur van 20 C. Voor verwarming d.m.v. luchtverhitters of convectoren evenals om te vermijden dat de ketel aan een te lage temperatuur werkt (condensatie) graadverdeling 0,5 : normale stand bij mengkraansturing graadverdeling 5 : normale stand bij brandersturing graadverdeling 10 : te kiezen stand voor het vermijden van te frequente in- en uitschakelingen van de brander (uitdrogen van de ketel) 8

ZN graadverdeling 0,5 : normale stand voor een nauwkeurige regeling met mengkraan graadverdelingen 510 : in deze stand kan de mengkraan langer gestabiliseerd worden (ten nadele van de nauwkeurigheid van de regeling). 3. Klokken voor de SAM 91 De SAM 91 kan met om het even welke schakelklok gecombineerd worden voor het programmeren van de comfort-/verlaagde periodes. Wij raden het gebruik van de volgende THEBEN-klokken aan : met 24 h-schijf zonder gangreserve : SYN 161 h met 24 h-schijf met gangreserve : SUL 181 h met 7 dagen-schijf met gangreserve : MEM 198 h digitaal 24 h/7 dagen met gangreserve : TR 610 top of TR 610 top2 SAM 91 1 2 2 3 7(L) 8(N) M 230 V Opmerking : het contact 2-3 van de klok is gesloten wanneer de klok op OFF staat (= verlaagde periode) en open wanneer de klok op ON staat (= comfortperiode). Aansluitschema Voor de programmering van de klok wordt naar de gebruiksaanwijzing van deze laatste verwezen. 4. Controle vóór de inwerkingstelling De elektrische aansluiting is conform. De ketelthermostaat is ingesteld op minimum 70/80 C. De mengkraan draait ongehinderd (bij omgekeerde werking moet men de aansluiting van de klemmen W en B op de SAM, of van 1 en 2 op de servomotor, omwisselen). De circulatiepomp is bedrijfsklaar. De radiatorkranen (al of niet thermostatisch) zijn volledig open. De programmering en de tijdsinstelling van de eventuele klok zijn correct. De instellingen aan voor- en achterzijde van de SAM zijn correct. 9

5. Diagnose bij defect De regelaar werkt niet meer, de gele signaallamp is gedoofd Controleer de 230 V-inkom op de klemmen L en N. De regelaar is permanent in warmtevraag, de gele en rode signaallampen lichten Controleer de ohmse waarde en de bedrading van de voelers op de sokkel, nadat de regelaar weggenomen is Controleer de 17,4 K-weerstand op de klemmen Fb-Fb evenals de eventuele omgevingsvoeler (17,4 K bij 20 C). De regelaar is permanent in rust, de gele en groene signaallampen lichten Controleer de ohmse waarde en de bedrading van de voelers op de sokkel, nadat de regelaar weggenomen is. Controleer of de klemmen Fb-Fb niet kortgesloten zijn. De ingestelde omgevingstemperatuur wordt niet in acht genomen, de temperatuur van het aanvoerwater stemt niet overeen met de instellingen van de regelaar Controleer de ohmse waarde en de bedrading van de voelers op de sokkel, nadat de regelaar weggenomen is Controleer of de aanvoervoeler een goed thermisch contact geeft (vooral bij de klemvoeler - opgelet voor oxydatie op de buisleiding) Controleer de thermische isolatie van de buitenvoeler in verhouding tot de muur (desnoods de voeler van de muur verwijderen) Zich ervan verzekeren dat de buitenvoeler nooit door zonnestralen of andere warmtebronnen beïnvloed wordt Controleer de werking en de montage van de servomotor en de mengkraan. De regelaar is in warmtevraag, de brander wordt niet ingeschakeld Controleer of de ketelthermostaat en/of de omgevingsthermostaat ingesteld is op een hogere temperatuur dan deze gevraagd door de regelaar (brander in beveiliging?) Controleer de aansluiting Aan de brander eerst de kabels ontkoppelen, die overeenkomen met de klemmen N-3, en daarna met een voltmeter controleren of het contact wel sluit wanneer de regelaar in warmtevraag is. Desnoods het contact R-B gebruiken Een inschakeltest uitvoeren door de keuzeschakelaar op ON-stand te plaatsen. 10 De regelaar is in warmtevraag, de kraan gaat niet open of de regelaar vraagt het sluiten van de kraan en deze sluit niet Controleer de aansluitingen van de servomotor Een schakeltest uitvoeren door de keuzeschakelaar in ON- en OFF-stand te plaatsen De servomotor uitschakelen en met de volt- of ohmmeter controleren of de contacten R-B en R-W correct reageren Controleer de servomotor door de 230 V-netvoeding achtereenvolgens op de klemmen 1-3 en 2-3 toe te passen. Hij moet eerst in de ene, dan in de andere richting draaien zonder haperen, noch abnormaal trillen, noch vreemd geluid. Controleer de toestand van de eindloop-microswitches van de servomotor. Als de circulatiepomp via een microswitch gestuurd wordt, er de toestand van controleren alsook zijn inschakeling wanneer de kraan volledig gesloten is.

Weersafhankelijke regelaar SAM 91 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER 6. Instelling van de SAM 91 6.1. Stooklijn 110 =II 100 NIV=0 90 80 70 60 50 40 30 20 15 10 5 + 0 5 10 15 20 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,4 1,2 1,4 1,6 Deze curve bepaalt de verhouding tussen de aanvoertemperatuur en de buitentemperatuur bij een constante 0,8 1 omgevingstemperatuur. 0,6 Instelvoorbeeld 0,4 Hetzij een installatie met radiatoren berekend voor een buiten- temperatuur van -20 C bij een watertemperatuur van 80 C. De stooklijn wordt volgens de volgende formule berekend : twater ( 20 C buiten) twater ( 20 C buiten) 80 20 15, 20 C ( 20 C ) 40 Op dezelfde wijze kan men een curve 1,2 bepalen voor verwarming via convectoren en 0,8 voor vloerverwarming. 1,7 1,9 2,1 2,2 6.2. Comforttemperatuur + Deze instelling bepaalt het niveau van de gewenste omgevingstemperatuur door de curven evenwijdig te verplaatsen. Het centraal merkteken komt overeen met ± 20 C en elk streepje komt overeen met ± 1 Comgevingslucht. Voor een curve van 1,4 komt elk streepje overeen met een wijziging van de watertemperatuur van ± 2 C. 6.3. Verlaagde temperatuur 110 =II 100 =II NIV=0 90 80 70 60 50 40 30 20 15 10 5 + 0 5 10 15 20 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 Deze instelling bepaalt de verlaging van de omgevingstemperatuur in verhouding tot het comfortperiode. Het centraal merkteken komt overeen met een verlaging van ± 5 C. De werkelijk verkregen verlaging hangt hoofdzakelijk af van de inertie van de 0 installatie. Om een gecontroleerde verlaging van de omgevingstemperatuur te verkrijgen, is het aangeraden de SAM te combineren met een omgevingsthermostaat met of zonder klok. 11

6.4. Keuzeschakelaar ON OFF uitschakeling van de regelaar - klok in werking - brander uitgeschakeld permanent verlaagde periode (lange afwezigheid) permanent comfortperiode (deze stand wordt gekozen wanneer de SAM gecombineerd wordt met een klokthermostaat of een omgevingsvoeler met klok) periodeschakeling volgens de programmering van de eventuele klok, aangesloten op de klemmen 1-2 van de SAM inschakeling van de brander - openen van de mengkraan (teststand) uitschakeling van de brander - sluiten van de mengkraan (zomerstand). off on 7. Controle vóór de inwerkingstelling De elektrische aansluiting is conform. De ketelthermostaat is op minimum 70/80 C ingesteld. De mengkraan draait ongehinderd (bij omgekeerde werking moet men de aansluiting van de klemmen W en B op de SAM, of 1 en 2 op de servomotor, omwisselen). De circulatiepomp is bedrijfsklaar. De radiatorkranen, al of niet thermostatisch, zijn volledig open. De programmering en de tijdsinstelling van de klok zijn correct. De instellingen aan voor- en achterzijde van de SAM zijn correct. 8. Bijregelen na 1 of 2 dagen werking Waarnemingen Oorzaken Optreden Het is de ganse dag te warm NIV (achterzijde) te hoog NIV of lager instellen Het is de ganse dag te koud NIV (achterzijde) te laag NIV of hoger instellen Het is s morgens te koud Het is s namiddags te koud Stooklijn te laag Curve te hoog en NIV (achterzijde) te laag Stooklijn hoger instellen NIV hoger instellen, curve lager instellen Het is s nachts te warm Instelling te hoog Verlaging hoger instellen (naar links draaien). Plaats een nachttemperatuur-bewaking De brander schakelt te dikwijls in en uit ON te klein ON hoger instellen LP/regulation\tempolec_sam91_me_nl/15-06-2007 De mengkraan slingert permanent ZN te klein kraan te groot ZN hoger instellen of een kleinere kraan plaatsen De instellingen aan de achterzijde van het apparaat (NIV - ON - NZ) mogen enkel door een vakman gewijzigd worden. De voeding van de regelaar moet vooraf onderbroken worden. B-6530 THUIN Route de Biesme 49 TEL 071 59 00 39 FAX 071 59 01 6 info@tempolec.be www.tempolec.be Wijzigingen voorbehouden Texte français sur demande