Masterscriptie Nederlands Recht, accent privaatrecht. Leonie van t Hof ANR: Afstudeerdatum: 6 november 2009

Vergelijkbare documenten
Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling

Introductie Wet BOPZ. Jacqueline Koster juni 2013

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014

Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging. Informatie voor cliënten

Gedwongen opname met een rechterlijke machtiging (RM)

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) / 31

Gedwongen opname. informatie voor cliënten

De Wet Bopz: Gedwongen of niet? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de uitbreiding van de mogelijkheden tot dwangbehandeling

Wilsonbekwaamheid of BOPZ. Jacqueline Koster oktober 2014

Gedwongen opname Uw rechten en plichten

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en betrokkenen

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Over de Wet bopz Actueel overzicht van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

Gedwongen opname (BOPZ)

Wat is een voorlopige machtiging? Wel of geen machtiging. Gevolgen en duur voorlopige machtiging. Wat is machtiging voortgezet verblijf?

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Over de Wet bopz Actueel overzicht van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

Artikel 2 Wet Bopz Voorlopige machtiging. Artikel 14a Wet Bopz Voorwaardelijke machtiging

Over de Wet Bopz De inbewaringstelling (ibs) Wat is ibs? Eisen en procedures. Gevolgen en duur. Voortzetting ibs. Rechtspraak.

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

De voorwaardelijke machtiging

DE VOORWAARDELIJKE MACHTIGING; GEDWONGEN BEHANDELING BUITEN HET PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS

Addendum Bopz, een klachtenregeling Bopz

Uw rechten en behandeling

Uw rechten en behandeling

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS)

Toelichting vragenlijst Dit is de vragenlijst voor Bopz meldingen. Deze vragenlijst bevat een drietal pagina s die toelichting behoeven:

Toekomstige wetgeving; gevolgen voor Korsakov patiënt?

Over de Wet Bopz De inbewaringstelling (ibs) Wat is ibs? Eisen en procedures. Gevolgen en duur. Voortzetting ibs. Praktijk. Middelen voor de patiënt

BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Wet BOPZ (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen)

Vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen

Regels rond een gedwongen opname

Gedwongen opgenomen. Wat zijn mijn rechten en plichten? Inbewaringstelling (IBS)

Als een gedwongen opname nodig is

Rechterlijke Machtigingen

Rechterlijke Machtiging

Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling

Rechten in de ggz Zelfbinding in de ggz

KENNISMAKING Een paar vragen ter introductie (JURIDISCHE) INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Programma

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Brochure crisismaatregel

Van Bopz naar Wet verplichte GGZ

Rechterlijke Machtiging

Onvrijwillige opname op een BOPZ-afdeling met vrijheidsbeperkende maatregelen Inbewaringstelling of rechtelijke machtiging

Gedwongen opnames. middels Rechterlijke Machtiging en Inbewaringstelling en Middelen en Maatregelen

JURIDISCHE INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Kennismaking met je buurvrouw of buurman. Programma

Nu afspreken hoe wij u behandelen

BOPZ addendum. Bijlage bij Klachtenregeling Tergooi. Voorwoord

Inbewaringstelling. Mondriaan. Informatie voor patiënten. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

a. Bopz-klacht : klacht over een beslissing zoals bedoeld in artikel 41 Bopz

Externe rechtspositie van onvrijwillige opneming en verblijfe

Toepassing van Middelen en Maatregelen

De Wet Bopz Informatie voor ouders of vertegenwoordigers

Gedwongen opnames. middels Rechterlijke Machtiging en Inbewaringstelling en Dwangtoepassing

Bopz beleid. Informatie over opname op een psychogeriatrische (pg)afdeling, beleid en klachtenregeling. vit0032_brochure BOPZ-07.indd :22

Informatiefolder Wet BOPZ

Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) Laatst bijgewerkt: 10 oktober 2002

Informatieboekje wet BOPZ

Veilige zorg voor mensen met dementie

Gedwongen opgenomen met een inbewaringstelling. Informatie voor cliënten

Gedwongen opname en gedwongen verblijf

Inbewaringstelling. Informatie voor patiënten

Er zijn twee vormen van gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis: Een inbewaringstelling Een rechterlijke machtiging

Brochure zorgmachtiging

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014

Over de Wet Bopz Het klachtrecht en de patiëntenvertrouwenspersoon (pvp) Klachtrecht: waarover, wie en hoe. Procedure bij klachtencommissie

Gedwongen opgenomen, welke rechten en plichten gelden dan?

Rechten in de psychiatrie Informatie over een gedwongen opname in het psychiatrisch ziekenhuis

Informatie voor patiënten

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

JURIDISCHE INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Kennismaking met je buurvrouw of buurman. Programma

Informatie over gedwongen opname

Zelfbinding. in de psychiatrie

BOPZ klachten. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Juridische problematiek. Mieke van den Bergh jurist Maasstad Ziekenhuis

Wet Verplichte GGZ. Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag. 28 juni 2017

Stichting Pandora GEDWONGEN OPNAME. Stichting Pandora, februari /8

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) De Wet zorg en dwang (Wzd) Ketenconferentie 14 maart 2019

Zelfbinding in de ggz

Uw rechtspositie. bij een voorwaardelijke machtiging FOTO: WILLEM WOZNITZA FOTO: WILLEM WOZNITZA FOTO: ARENDO SCHIPPER

De wet Bopz voor cliënt en familie

De Crisismaatregel (CM) in de Wet Verplichte GGZ

Wet van 29 oktober 1992, tot vervanging van de Wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen

Rechtspositie. Mondriaan. Mondriaan. van opgenomen patiënten. voor geestelijke gezondheid

Rechten in de psychiatrie Ontslag en verlof uit het psychiatrisch ziekenhuis

Bijlage 3 Negen voorstellen ter vermindering van de administratieve lasten van uitvoering van de Wzd

Interzorg en de wet Bopz

Toelichting Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz)

U hoeft geen postzegel te plakken! Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief nemen wij contact met u op.

Opname op een BOPZ-afdeling met mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten

Opname op een BOPZ-afdeling met mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Introductie. 1 Situatie. Laatste wijziging:

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Factsheet gemeenten

Informatiebrochure voor cliënten en familie over de uitvoering van de Wet Bopz binnen De Rijnhoven

Transcriptie:

Klachtenprocedures tegen dwangbehandeling of toepassing van middelen en maatregelen onder dwang en de rechtspositie van de gedwongen opgenomen psychiatrische patiënt. Masterscriptie Nederlands Recht, accent privaatrecht Naam: Leonie van t Hof ANR: 660934 Afstudeerdatum: 6 november 2009 Examencommissie: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Mw. mr. J.M.H.P. van Neer

Voorwoord Bij de vakken personenrecht en gezondheidsrecht kwam ik in aanraking met de Wet Bopz en mijn interesse was gewekt. Ik wilde meer weten over de rechten van psychiatrische patiënten en daarom was de keuze om mijn scriptie hierover te schrijven snel gemaakt. Hoewel het schrijven van de scriptie zeker voor kopzorgen heeft gezorgd en ik een enkele keer in mijn dromen zelf een psychiatrische patiënt was, is dat het dan toch zover: mijn scriptie, eindelijk af! Ik wil hierbij een aantal mensen bedanken die er voor gezorgd hebben dat ik het bijltje er niet bij heb neergegooid. Ten eerste bedank ik ma, Cees en Steef. Hoewel jullie zelf vonden dat de stress deze keer meeviel, hebben jullie het zeker ook wel eens zwaar te verduren gehad met mij. Bedankt voor het eeuwige geduld: niet alleen tijdens de scriptie, maar tijdens de gehele studie. Ten tweede de Rechtbank Den Bosch die mij de mogelijkheid heeft gegeven om daar mijn scriptie te schrijven. Ook al heb ik het helemaal zelf gedaan, het was een enorme stok achter de deur om daar 3 dagen per week te kunnen schrijven en een stukje van de praktijk mee te pikken. Verder, bedankt lieve vriendinnen die in hetzelfde scriptie-schuitje zitten of zaten. Heerlijk om even tegen elkaar aan te zeuren dat we het zo zwaar hadden, hoe verschrikkelijk het is om een scriptie te moeten schrijven en daarna leuke dingen te gaan doen omdat we dat toch zeker wel verdiend hadden! En als laatste niet te vergeten de heer Vlaardingerbroek. Bedankt voor de begeleiding bij het schrijven en de nuttige adviezen. Leonie van t Hof Maastricht, 23 oktober 2009 1

Inhoudsopgave 1 Inleiding 6 2 Huidige regelgeving: Wet Bopz 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Totstandkoming en ontwikkeling 7 2.3 Reikwijdte 8 2.4 De externe rechtspositie: opneming 9 2.4.1 Voorlopige machtiging 9 2.4.2 Voorwaardelijke machtiging 11 2.4.3 Machtigingen tot voortgezet verblijf 12 2.4.4 Inbewaringstelling en machtiging tot voortzetting van de 13 inbewaringstelling 2.4.5 Rechterlijke machtiging op eigen verzoek 13 2.4.6 Zelfbinding 14 2.5 De interne rechtspositie: rechten binnen instelling 15 2.5.1 Informatievoorziening en huisregels 16 2.5.2 Behandeling 16 2.5.3 Dwangbehandeling 17 2.5.4 Middelen of maatregelen in tijdelijke noodsituatie 17 2.5.5 Vrijheidsbeperkingen 18 2.5.6 Klachtenregeling 18 2.5.7 Schadevergoedingsacties 18 2.6 De externe rechtspositie: verlof en ontslag 19 2.6.1 Verlof 19 2.6.2 Ontslag 20 2.7 Conclusie 21 3 Dwang en de grenzen aan dwang 22 3.1 Inleiding 22 3.2 Dwangbehandeling in de Wet Bopz 22 3.2.1 Gevaar binnen de inrichting 22 2

3.2.2 Gevaar buiten de inrichting 24 3.2.3 Beslissing en duur 24 3.3 Middelen of maatregelen bij tijdelijke noodsituatie in de Wet Bopz 26 3.3.1 Criteria en mogelijkheden 26 3.3.2 Beslissing en duur 28 3.4 Rol Inspectie voor de Gezondheidszorg 29 3.5 Grenzen aan dwang: grondrechten 30 3.5.1 Werking grondrechten 30 3.5.2 Recht om verschoond te blijven van een onmenselijke of vernederende behandeling (artikel 3 EVRM) 31 3.5.3 Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artikel 8 EVRM) 33 3.5.4 Recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam (artikel 11 GW) 33 3.6 Conclusie 34 4 Dwang in de praktijk vanuit ethisch perspectief 36 4.1 Inleiding 36 4.2 Ervaringen en opvattingen in de praktijk 36 4.2.1 Doel van dwang 37 4.2.2 Invulling gevaarscriterium 37 4.2.3 Mogelijke oplossingen 39 4.3 Dwang vanuit ethisch perspectief 40 4.3.1 Respect voor de autonomie van de patiënt & zelfbeschikkingsrecht 40 4.3.2 Kritiek 42 4.4 Conclusie 44 5 Klachtenprocedures en de rechtspositie van de patiënt 45 5.1 Inleiding 45 5.2 De patiëntenvertrouwenspersoon 45 5.3 De interne klachtenprocedure: klachtencommissie 47 5.3.1 De klachtencommissie 47 5.3.2 Procedure 48 5.3.3 Beslissingen 49 3

5.4 De externe klachtenprocedure: rechtbank 51 5.4.1 Beroepsmogelijkheid 51 5.4.2 Procedure 52 5.4.3 Beslissingen 53 5.5. Bescherming rechtspositie patiënt? 55 5.6 Conclusie 55 6 Wvgg: wijzigingen klachtenprocedures en de rechtspositie van de patiënt 57 6.1 Inleiding 57 6.2 Wetsvoorstel Wvgg 57 6.2.1 Kern wetsvoorstel 57 6.2.2 Reikwijdte 58 6.3 Verplichte zorg 59 6.3.1 Verplichte zorg binnen zorgmachtiging of crisismaatregel 59 6.3.2 Verplichte zorg buiten zorgmachtiging of crisismaatregel 61 6.3.3 Mogelijkheden toepassing van dwang: uitbreiding of inperking? 62 6.4 Rol Inspectie voor de Gezondheidszorg 63 6.5 Klachtenprocedures 63 6.5.1 Klachtencommissie 64 6.5.2 Rechtbank 64 6.6 Bescherming rechtspositie patiënt? 65 6.7 Conclusie 65 7 Eindconclusie en aanbevelingen voor de rechtspraktijk 67 7.1 Inleiding 67 7.2 Eindconclusie 67 7.3 Aanbevelingen voor de rechtspraktijk 69 7.3.1 Invoering spoedprocedure voor klacht gericht tegen dwangbehandeling of toepassing van middelen en maatregelen onder dwang 69 7.3.2 Schadevergoedingsverzoek altijd bij Bopz-rechter 70 7.3.3 Publicatieplicht voor uitspraken van klachtencommissies en rechtbanken 70 7.3.4 Actievere controlefunctie IGZ op de inhoud van de gedane beslissingen 71 4

7.3.5 Verplichte scholingen voor leden klachtencommissies 72 7.4 Tot slot 72 Bronvermelding 73 Boeken 73 Tijdschriftartikelen 74 Jurisprudentie 75 Kamerstukken 76 Rapporten en verslagen 76 Websites 77 5

1 Inleiding Het komt regelmatig voor dat psychiatrische patiënten geen ziektebesef hebben en niet opgenomen willen worden in een ziekenhuis of inrichting om behandeld te worden. Echter, soms is dit onvermijdelijk en worden patiënten toch onvrijwillig geplaatst. Wanneer zij vervolgens binnen de inrichting elke behandeling weigeren of de situatie escaleert, is het soms nodig dwang toe te passen, een omstreden begrip wegens de ingrijpendheid ervan. Regelmatig komt het voor dat de patiënt het niet eens is met de beslissing om dwangbehandeling of middelen en maatregelen onder dwang toe te passen. Er is dan de mogelijkheid voor de patiënt om een klacht in te dienen tegen deze beslissing. Heeft de patiënt daadwerkelijk iets aan de mogelijke klachtenprocedures? Met andere woorden: vervullen zij wel een functie? In deze scriptie zal dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal staan: In hoeverre wordt de rechtspositie van de onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënt, die te maken krijgt met dwangbehandeling of toepassing van middelen of maatregelen onder dwang, beschermd door de huidige interne en externe klachtenprocedure van de Wet Bopz en van de mogelijke toekomstige regeling ter vervanging van de Wet Bopz (de Wvgg)? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zal allereerst in hoofdstuk 2 de huidige regelgeving worden geschetst die van toepassing is op de onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënt. Aansluitend volgt in hoofdstuk 3 een bespreking van dwangbehandeling en de middelen en maatregelen die onder dwang kunnen worden toegepast en de grenzen die hieraan worden gesteld door bepaalde grondrechten. In hoofdstuk 4 zal dwang bekeken worden vanuit ethisch perspectief, waarbij aandacht geschonken zal worden aan de autonomie van de patiënt. Tevens zullen in dit hoofdstuk de opvattingen en ervaringen over dwang in de praktijk aan bod komen. De klachtenprocedures betreffende dwangbehandeling en toepassing van middelen of maatregelen onder dwang zullen nader worden toegelicht in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk zal tevens aan bod komen de vraag of de klachtenprocedures in haar huidige vorm een bijdrage leveren aan de bescherming van de rechtspositie van de patiënt. Het huidige wetsvoorstel (de Wvgg) zal in hoofdstuk 6 worden besproken, waarbij ik zal ingaan op de wijzigingen betreffende de toepassing van dwang en of dit een verandering met zich meebrengt in de bijdrage die klachtenprocedures leveren aan de bescherming van de rechtspositie van de patiënt. In hoofdstuk 7 zal ik afsluiten met een eindconclusie en aanbevelingen voor de rechtspraktijk. 6

2 Huidige regelgeving: Wet Bopz 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal ik ingaan op de totstandkoming, ontwikkeling en inhoud van de Wet Bopz. Hierbij zal zowel de interne als de externe rechtspositie van de gedwongen opgenomen psychiatrische patiënt aan bod komen. Ik zal hiermee de context schetsen, waarin de onderzoeksvraag moet worden gelezen. Gezien de onderzoeksvraag vind ik het niet noodzakelijk de inhoud van de gehele wet te bespreken. Ik wil u er dan ook op wijzen dat onderstaande informatie onvolledig kan zijn. 1 2.2 Totstandkoming en ontwikkeling Er is sinds de inwerkingtreding van de Krankzinnigenwet (hierna: KW) van 1884 veel veranderd op het gebied van de rechten van psychiatrische patiënten. Ten eerste zijn er zowel mondiale als Europese verdragen gesloten waarin de mensenrechten centraal staan, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ook zijn de maatschappelijke opvattingen veranderd op tal van terreinen, waaronder dat van de psychiatrie. Men is de onvrijwillige opname, zowel in psychiatrische ziekenhuizen als in zwakzinnigen- en verpleeginrichtingen, steeds meer gaan zien als een vorm van vrijheidsbeneming, waarvoor een betere rechtsbescherming moest komen. 2 Uiteindelijk is de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (hierna: Wet Bopz) de opvolger geworden van de KW die na een lange ontstaansgeschiedenis in werking is getreden op 17 januari 1994. Deze wet regelt in tegenstelling tot de KW naast de externe rechtspositie (tijdens opneming en ontslag) ook de interne rechtspositie (tijdens het verblijf) van de patiënt. De Wet Bopz is drie keer geëvalueerd: in november 1996, maart 2002 en mei 2007. Deze evaluaties en andere kritiek hebben tot verschillende wetswijzigingen geleid. De meest recente is de Wet van 25 februari 2008 3 voor wijziging van de wet teneinde het bereik van de voorwaardelijke machtiging uit te breiden alsmede de mogelijkheden van toepassing van dwangbehandeling van patiënten binnen een instelling te verruimen, die op 1 juni 2008 inwerking is getreden. De commissie die de derde evaluatie begeleidde, kwam in haar rapport tot de conclusie dat de wet niet toekomstbestendig is en toe is aan vervanging. 4 Een jaar na 1 2 3 4 Voor een uitgebreidere bespreking van de gehele wet wil ik verwijzen naar Keurentjes 2008a, Keurentjes 2008b en Vlaardingerbroek 2008. Keurentjes 2008a, p. 1. Stb. 2008, 80. Evaluatierapport: voortschrijdende inzichten 2007, p. 106. 7

het uitkomen van dit rapport heeft het kabinet een standpunt ingenomen en gezegd te gaan werken aan een nieuwe wet, die de Wet Bopz moet vervangen. 5 Inmiddels is het conceptwetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvgg) gepresenteerd. 6 Deze wet, waarin het begrip zorg op maat centraal staat, maakt het mogelijk dat mensen met een psychische stoornis op een voor hen minder ingrijpende wijze worden onderworpen aan dwang. In hoofdstuk 6 zal ik nader ingaan op dit wetsvoorstel. Naast de Wvgg, is tevens het conceptwetsvoorstel Forensische zorg in formele schriftelijke consultatie gegeven, welke bedoeld is om de aansluiting tussen de forensische zorg 7 en reguliere geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Indien namelijk blijkt dat ten aanzien van een verdachte geen forensische zorg noodzakelijk is, is het gewenst om op hetzelfde moment te kunnen bezien of in plaats daarvan zorg op grond van de Wet Bopz of de Wvgg noodzakelijk is. Als wel forensische zorg noodzakelijk blijkt, moet bij de beëindiging ervan, eveneens worden bezien of de betrokkene de genoemde aansluitende vorm van zorg nodig heeft. 8 2.3 Reikwijdte De Wet Bopz is van toepassing op alle onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten, zowel in reguliere inrichtingen als in zwakzinnigen- of verpleeginrichtingen. 9 Dit houdt in dat de wet ook van toepassing is op patiënten die in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting zijn opgenomen via een indicatiecommissie-procedure. Echter, voor deze categorie gelden wel enkele uitzonderingen. Het is ook mogelijk dat personen op een strafrechtelijke titel worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. De strafrechter kan onder bepaalde voorwaarden gelasten dat iemand in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst voor een jaar (artikel 37 Sr) of bepalen dat degene die ter beschikking wordt gesteld tot verpleging (de zogenoemde tbs-plaatsing) van overheidswege in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen (artikel 37a en 37b Sr). Ook op deze groep zijn niet alle bepalingen uit de wet van toepassing (artikel 51 Wet Bopz). Het is overigens van belang dat er geen samenloop kan zijn tussen een rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz en een strafrechtelijke plaatsing. 10 De 5 6 7 8 9 10 Kamerstukken ІІ 2007/08, 25 763, nr. 9. <http://www.justitie.nl/images/wetsvoorstel _tcm34-147701.pdf> Forensische zorg wordt verleend aan gedetineerden in een penitentiaire inrichting met een geestelijke stoornis, personen aan wie een tbs-maatregel is opgelegd en jongeren met psychische stoornissen in een jeugdinrichting. <http://www.justitie.nl/onderwerpen/wetgeving/forensische%2dzorg/conceptwetsvoorstel%2dforensische %2Dzorg/> Tegenwoordig worden deze zorginstellingen voor gehandicapten, verpleeghuizen of psychogeriatrische verpleeginstellingen genoemd. Aangezien in de Wet Bopz deze instellingen nog steeds worden aangeduid als zwakzinnigen- of verpleeginrichtingen, zal ik ook deze oude benaming aanhouden in dit schrijven. Volgens de Hoge Raad dient de burgerlijke rechter hiervoor zorg te dragen. HR 18 april 2003, BJ 2003, 21. 8

patiënt die zich bereid heeft verklaard tot opneming en verblijf valt niet onder de Wet Bopz, maar onder de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), welke is opgenomen in boek 7 van het BW. Men is van mening dat de Wet Bopz onvoldoende zou passen bij de zorg voor de specifieke groep patiënten die in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting verblijven. Daarom is het wetsvoorstel de wet Zorg en Dwang aanhangig gemaakt, die de rechtsbescherming van mensen met dementie of een verstandelijke beperking vergroot. Na goedkeuring van het kabinet is het wetsvoorstel nu aan de Raad van State gestuurd ter verkrijging van advies. 11 2.4 De externe rechtspositie: opneming Om een patiënt gedwongen op te nemen is een rechterlijke machtiging nodig. De voorlopige machtiging met betrekking tot de externe rechtspositie wordt ook wel de kapstok 12 of basismaatregel 13 genoemd. De voorlopige machtiging en de andere machtigingen die hiervan zijn afgeleid zijn te vinden in hoofdstuk 2 van de Wet Bopz. In deze paragraaf zal ik de verschillende machtigingen bespreken. De observatiemachtiging zal niet aan bod komen, omdat deze na 31 december 2008 opgehouden is te bestaan. 2.4.1 Voorlopige machtiging Wat is precies een voorlopige machtiging? Volgens Keurentjes is het de machtiging, anders geformuleerd de toestemming van de rechter om iemand tegen zijn wil, dus onvrijwillig, op te nemen in een psychiatrisch ziekenhuis en hem daar te houden. 14 Het is de eerste echte rechterlijke machtiging waarmee een patiënt gedwongen kan worden opgenomen. 15 Degenen die een verzoek kunnen doen om een voorlopige machtiging zijn genoemd in artikel 4 lid 1 Wet Bopz. Ten eerste is dit de echtgenoot van de betrokkene, voor zover zij niet van tafel en bed gescheiden zijn. Hiernaast zijn de ouders (dan wel een van hen voor zover zij niet van het gezag zijn ontheven of ontzet) en elke meerderjarige bloedverwant in de rechte lijn, niet zijnde een ouder en in de zijlijn tot en met de tweede graad, bevoegd. Hierbij kan gedacht worden aan broers, zussen, grootouders en kinderen van de betrokkene. Als laatste 11 12 13 14 15 <www.regering.nl/actueel/persberichten_ministerraad/2008/juni/27/kabinet_akkoord_over_wetsvoorstel_ zorg_en_dwang> Keurentjes 2008b, p. 21. Dijkers, aant. 1.1 bij artikel 2 Wet Bopz. Keurentjes 2008a, p. 9. Van Boven 2003, p. 17. 9

bevoegde groep wordt genoemd de voogd, curator of mentor van de betrokkene. Overigens is op te merken dat in andere artikelen soms een andere aanduiding wordt gebruikt. 16 Er moet voldaan worden aan vijf vereisten voordat er een voorlopige machtiging verleend kan worden (artikel 2 lid 2 Wet Bopz). Ten eerste moet er sprake zijn van een stoornis van de geestvermogens bij betrokkene. De Bopz-wetgever verstaat onder het begrip geestvermogens de mogelijkheid van de mens om te denken, te oordelen, te willen, te voelen en doelgericht te handelen. Dit zou worden bepaald en beïnvloed door biologische, psychische en sociale factoren. 17 Onder een stoornis van de geestvermogens wordt verstaan: een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens (artikel 1 lid 1 sub d Wet Bopz). Er is in de wet geen uitputtende lijst opgenomen met welke stoornissen er onder dit begrip vallen. 18 Ik ben echter van mening dat dit ook niet nodig is, aangezien door de constante ontwikkelingen in de psychiatrie, het (bijna) onmogelijk is een statische lijst te maken van mogelijke stoornissen. In de psychiatrie lopen de meningen overigens uiteen over de vraag of een stoornis die afhankelijk is van drank of drugs ook onder dit begrip valt. 19 Dit is bijvoorbeeld het geval bij het syndroom van Korsakov, wat een blijvende geheugenstoornis is als gevolg van langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met een vitamine B1- tekort. In dit licht is tevens een interessante discussie gaande of er nieuwe wetgeving moet komen (eventueel opgenomen in de huidige Wet Bopz), die het mogelijk maakt zwangere vrouwen die verslaafd zijn aan drank of drugs, met een machtiging gedwongen op te nemen. Naast Dia Flinterman (kinderrechter en voorzitter van de Familiekamer) wil ook de meerderheid in de Tweede Kamer dat er mogelijkheden komen in de wet om zwangere verslaafden verplicht op te nemen en af te laten kicken onder deskundige begeleiding. 20 Ik vind dit een goede ontwikkeling, aangezien op dit moment alleen de ernstig verslaafde zwangere vrouwen met (hieruit voortvloeiende) psychische problemen onder de Wet Bopz vallen en hierdoor vaak voorbij wordt gegaan aan het belang van het (ongeboren) kind. Een tweede vereiste is dat de patiënt een gevaar moet vormen voor zichzelf, voor een of meer anderen of voor de algemene veiligheid van personen of goederen (artikel 1 lid 1 sub f Wet Bopz). Wat is precies gevaar? Het blijkt uit de literatuur en praktijk dat het lastig is een goede 16 17 18 19 20 Keurentjes 2008b, p. 52. Kamerstukken ІІ 1979/80, 11 270, nr. 12, p. 12. In standaard geneeskundige verklaringen wordt door psychiaters wel gebruik gemaakt van een lijst van geestesstoornissen, die ontleend is aan de internationale DSM-classificatie (Diagnostic and Statical Manual of Mental Disorders).Keurentjes 2008b, p.41. Keurentjes 2008a, p. 10. < http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/binnenland/)/components/actueel/ rtlnieuws/ 2009/05_mei/09/ binnenland/0509_1930_zwanger_verslaafd_opname_verplicht.xml> 10

invulling aan dit begrip te geven. Men neigt naar het vroegere bestwil criterium. 21 Het gevaar blijkt een dynamisch begrip 22 maar mijns inziens moet men ervoor waken dat er niet een te ruime interpretatie aan wordt gegeven om te gemakkelijke gedwongen opname te voorkomen. In hoofdstuk 4 zullen de verschillende interpretaties van het begrip gevaar nader uitgewerkt worden. Als derde is vereist dat er sprake is van een causaal verband tussen de geestesstoornis en het gevaar. De stoornis van de geestvermogens moet dus de oorzaak zijn dat de betrokkene gevaar veroorzaakt. Het vierde vereiste is dat het gevaar niet kan worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis. Gedwongen opneming is dus een zogenoemd ultimum remedium, uiterst redmiddel, en mag alleen worden gehanteerd wanneer er echt geen andere mogelijkheden meer zijn. 23 Tot slot moet er sprake zijn van het ontbreken van de nodige bereidheid tot opname bij de patiënt (artikel 2 lid 3 Wet Bopz). Dit begrip geeft nogal eens problemen in de praktijk, omdat de patiënt soms wel aangeeft vrijwillig te willen verblijven, maar bijvoorbeeld in het verleden al is gebleken dat patiënt dan binnen enkele weken weer vertrekt uit de inrichting of hij wel vrijwillig wil verblijven, maar vervolgens zijn behandeling of medicatie weigert. Moet er in deze gevallen wel of niet een machtiging tot gedwongen verblijf worden verleend? Dit blijft een erg lastige kwestie, waarbij de rechter de afweging dient te maken of een machtiging wel of niet nodig is. De Wet Bopz is alleen van toepassing indien aan alle vijf vereisten is voldaan. Zo niet, is het afgeven van een voorlopige machtiging niet mogelijk. Enerzijds is het goed dat er zulke strenge vereisten zijn, maar anderzijds kan de patiënt die hulp hard nodig heeft zo tussen wal en schip raken wanneer niet duidelijk is of aan alle criteria is voldaan. Mocht een gedwongen verblijf na afloop van de voorlopige machtiging nog nodig zijn, kan een machtiging tot voortgezet verblijf worden verzocht. 2.4.2 Voorwaardelijke machtiging De regeling van de voorwaardelijke machtiging (artikel 14a tot en met 14g Wet Bopz) bestaat pas sinds 1 januari 2004 en heeft tot doel het gevaar door het naleven van voorwaarden zo te verkleinen dat opname en verblijf in een ziekenhuis niet nodig is. 24 21 22 23 24 Het bestwil criterium houdt in dat men zegt dat het alleen maar beter voor iemand is om hem op te nemen, omdat hij wel lijdt aan een stoornis van de geestvermogens, maar hij geen gevaar levert in de zin van de wet. Vroeger kwam het voor dat in een dergelijk geval iemand wel werd opgenomen met een rechterlijke machtiging, maar in de huidige Wet Bopz is dit niet meer mogelijk. Keurentjes 2006, p. 13. Keurentjes 2008b, p. 32. Keurentjes 2008b, p. 43. Keurentjes 2008a, p. 63. 11

Net als bij de voorlopige machtiging moet er sprake zijn van een stoornis van de geestvermogens die betrokkene gevaar doet veroorzaken (artikel 14a lid 1 Wet Bopz). Dat gevaar moet slechts kunnen worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden (lid 2) waardoor het ook een ultimum remedium is. Het verschil met de voorlopige machtiging is dat er voorwaarden kunnen worden gesteld aan het gedrag van betrokkene, die in verband staan met het gevaar dat de betrokkene zou kunnen veroorzaken. Een voorwaarde die in ieder geval moet worden gesteld is dat de betrokkene zich onder behandeling zal stellen van de behandelaar, in overeenstemming met het behandelingsplan (artikel 14a lid 6 Wet Bopz). De voorwaarden kunnen gedurende het verloop van de machtiging worden gewijzigd door de rechter (artikel 14b lid 3 Wet Bopz). Verder kan de machtiging indien nodig telkens worden verlengd, zolang er nog steeds voldaan is aan de vereisten (artikel 14c Wet Bopz). Er bestaan twee mogelijkheden om betrokkene te doen opnemen (artikel 14d Wet Bopz). Ten eerste moet de geneesheer-directeur de betrokkene opnemen indien buiten de inrichting het gevaar niet langer kan worden afgewend door naleving van de voorwaarden. Ten tweede kan de geneesheer-directeur de betrokkene doen opnemen wanneer de betrokkene de voorwaarden niet naleeft of op verzoek van de betrokkene. 2.4.3 Machtiging tot voortgezet verblijf Wanneer het nodig is het gedwongen verblijf in het ziekenhuis voort te zetten, is het mogelijk de rechter te verzoeken tot het afgeven van een machtiging tot voortgezet verblijf. Voor deze machtiging moet voldaan worden aan dezelfde criteria als bij het verlenen van een voorlopige machtiging (artikel 15 Wet Bopz). Dit betekent dat wanneer de situatie van de betrokkene niet of onvoldoende is verbeterd om het ziekenhuis te kunnen verlaten en eventueel ambulant behandeld te kunnen worden, er voldaan is aan de criteria. Het is van groot belang aan te tonen dat er op het moment van het verzoek nog sprake is van een causaal verband tussen de geestesstoornis en het daaruit voortvloeiende gevaar. 25 Ook bij deze machtiging blijkt de invulling van het begrip gevaar problemen op te leveren in de praktijk. Is er nog wel een realistisch beeld als men al een jaar of langer binnen een inrichting verblijft en zoals een behandelaar zegt: verblijft in een prikkelarme omgeving? In beginsel heeft de machtiging een geldigheidsduur van maximaal een jaar 26, maar deze kan telkens worden verlengd (artikel 18 en 19 Wet Bopz). 25 26 Keurentjes 2008a, p. 76. In een zwakzinnigen- of verpleeginrichting is de maximale geldigheidsduur echter vijf jaar (artikel 17 lid 4 Wet Bopz). 12

2.4.4 Inbewaringstelling en machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling Wanneer er sprake is van een spoedeisend geval, vraagt dit om een snelle procedure: de inbewaringstelling (hierna: ibs), welke geregeld is in artikel 20 tot en met 32 Wet Bopz. Een voorbeeld van een spoedeisend geval is de zaak waarin een persoon in een psychose lijkt te verkeren en suïcidaal gedrag vertoont. De burgemeester heeft de bevoegdheid over een ibs te beslissen, maar kan deze taak ook delegeren aan de wethouder in zijn gemeente (artikel 20 lid 1 Wet Bopz). 27 Er kan slechts een last tot ibs worden afgegeven wanneer de betrokkene gevaar veroorzaakt, het ernstige vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene gevaar doet veroorzaken, het gevaar zo onmiddellijk dreigend is dat een voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht en het gevaar niet op een andere wijze kan worden afgewend (artikel 20 lid 2 Wet Bopz). De vereisten bij deze spoedeisende maatregel zijn minder streng dan bij een voorlopige maatregel, aangezien voor een uitvoerige beoordeling vaak niet genoeg tijd is. Nadat de officier van justitie de stukken van de burgemeester heeft ontvangen, moet hij uiterlijk de volgende dag een verzoek indienen bij de rechter om een machtiging te krijgen de ibs voort te zetten (artikel 27 Wet Bopz). De rechter beslist vervolgens of de machtiging voortzetting ibs wordt verleend. Deze machtiging heeft een geldigheidsduur van drie weken. Wanneer de betrokkene vrijwillig wil verblijven in het ziekenhuis dient de onvrijwillige opname omgezet te worden in een vrijwillige opname. Wanneer het ziekenhuis echter van mening is dat onvrijwillig verblijf noodzakelijk is, dient zij voor het einde van de ibs een verzoek te doen tot verlening van een voorlopige machtiging, wat ook tegelijk kan met het verzoek tot voortzetting ibs. 28 2.4.5 Rechterlijke machtiging op eigen verzoek De regeling van de rechterlijke machtiging op eigen verzoek (artikel 32 tot en met 34 Wet Bopz) is bedoeld voor personen die onderkennen dat zij intramurale psychiatrische hulp behoeven, maar weten of vrezen dat hun motivatie voor behandeling tenslotte niet toereikend zal zijn. Met deze machtiging is het mogelijk om de betrokkene (tegen zijn wil) in het ziekenhuis te behouden en te behandelen. De machtiging kan dan ook worden gezien als een stok achter de deur. Bij het maken van deze regeling had de wetgever voornamelijk de groep van drugsverslaafden en alcoholisten in zijn gedachten. Deze machtiging kan ook verleend 27 28 Zie voor de kritiek op deze werkwijze en het gebruik van blanco lasten Keurentjes 2008a, p. 84 en 85. Keurentjes 2008a, p. 96. 13

worden aan de patiënt die al op basis van een ibs, de machtiging tot voortzetting daarvan, een voorlopige machtiging of een machtiging tot voortgezet verblijf in de instelling verblijft. Dit komt echter in de praktijk weinig voor. 29 De machtiging kan slechts worden verleend als er voldaan is aan bepaalde voorwaarden. De betrokkene moet gevaar veroorzaken en het gevaar kan niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend (artikel 32 lid 2 Wet Bopz). Het verschil met andere machtigingen is dat er geen causaal verband hoeft te bestaan tussen de aanwezigheid van de stoornis en het gevaar. Voordat de machtiging afloopt moet de behandelaar met de betrokkene overleggen wat er moet gebeuren. Wil deze naar huis, maar is een behandelaar het er niet mee eens, kan de procedure in gang worden gezet om een voorlopige machtiging of voorwaardelijke machtiging te verkrijgen. 30 In de praktijk wordt er minder gebruik gemaakt van de mogelijkheid een machtiging op eigen verzoek te krijgen dan men had verwacht. Mijns inziens jammer, aangezien het voor de doelgroep een goede maatregel kan zijn. 2.4.6 Zelfbinding Op 1 januari 2008 is de in de wet opgenomen regeling van de zelfbinding in werking getreden (artikel 34a tot en met 34p Wet Bopz). 31 Deze regeling is ingevoerd zodat patiënten die niet meer instemmen met de voorheen besproken behandeling, toch behandeld kunnen worden. Aan de regeling van de zelfbindingsmachtiging gaat een zelfbindingsverklaring vooraf. De eerste variant is de zelfbindingsverklaring die opneming, verblijf en behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis regelt. De tweede variant is gericht op de behandeling van een patiënt die al gedwongen is opgenomen. 32 De zelfbinding is bedoeld voor patiënten die lijden aan chronische psychiatrische stoornissen, waarbij periodes waarin deze patiënten nagenoeg vrij zijn van symptomen zich afwisselen met periodes van ziekte. 33 Voor de eerste variant vereist artikel 34a Wet Bopz dat de persoon minstens 16 jaar is en in staat is zijn wil te bepalen met betrekking tot opneming en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, niet zijnde een zwakzinnigen- of een verpleeginrichting. Het is niet vereist dat er bij de betrokkene sprake is van een geestesstoornis die de betrokkene gevaar doet veroorzaken. De betrokkene stelt samen met de psychiater de zelfbindingsverklaring op, 29 30 31 32 33 Van Boven 2003, p. 94. Keurentjes 2008b, p. 144 en 145. Stb. 2007, 510. Keurentjes 2008a, p. 109. Kamerstukken ІІ 2001/02, 28 283, nr. 3, p. 2. 14

waarin wordt opgenomen onder welke omstandigheden betrokkene opgenomen wil worden, welke behandeling hij dan wil ondergaan en hoe lang deze behandeling mag duren (artikel 34b Wet Bopz). De verklaring is een jaar geldig, kan telkens een jaar worden verlengd en kan tussentijds worden gewijzigd of ingetrokken (artikel 34e Wet Bopz). Wanneer men het nodig vindt de verklaring te effectueren door middel van de zelfbindingsmachtiging, kan een verzoek tot verlening van de machtiging worden ingediend. Deze kan worden verleend indien de in de verklaring omschreven omstandigheden zich naar het oordeel van de rechter voordoen en betrokkene geen blijk geeft van de nodige bereidheid tot opneming, verblijf of behandeling (artikel 34f Wet Bopz). De machtiging heeft een geldigheidsduur van ten hoogste de in de verklaring vastgelegde duur van de behandeling en vervalt indien een ibs is gelast of een voorlopige machtiging is verleend (artikel 34l Wet Bopz). Voor de tweede variant, wanneer de patiënt al in een ziekenhuis is opgenomen, moet de patiënt ook in staat zijn, zijn wil te bepalen met betrekking tot een behandeling in het ziekenhuis (artikel 34p Wet Bopz). De verklaring houdt in dat de betrokkene zich verbindt tot de behandeling van zijn geestesstoornis in het psychiatrisch ziekenhuis. Die behandeling en de duur moeten heel precies worden omschreven. Het is voor deze verklaring niet mogelijk om een rechterlijke machtiging te vragen die de verklaring effectueert. Dit komt doordat de rechter niet toetst op inhoud en de noodzaak van de behandeling. 34 Het belangrijkste verschil tussen de varianten is dat alleen op de patiënt in de tweede variant, hoofdstuk 3 van de wet (waarin dwangbehandeling, noodmaatregelen en vrijheidsbeperkingen zijn opgenomen) van toepassing is. Net als de rechterlijke machtiging op eigen verzoek, wordt ook van de zelfbinding minder gebruik gemaakt dan verwacht. 2.5 De interne rechtspositie: rechten binnen de instelling Met de interne rechtspositie wordt gedoeld op alle rechten en plichten van de patiënten, die gelden zodra ze zijn opgenomen met een rechterlijke maatregel. Deze zijn opgenomen in de Wet Bopz en in de uitvoeringsbesluiten van de wet. 35 De interne rechtspositieregeling uit hoofdstuk 3 van de wet, is van toepassing op patiënten die met een ibs of een rechterlijke machtiging gedwongen zijn opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. 36 Wanneer de bepalingen tevens van toepassing zijn op patiënten die via een indicatiecommissie-procedure zijn opgenomen in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting zal ik dit aangeven. 34 35 36 Keurentjes 2008a, p. 116. Keurentjes 2008a, p. 117. Voor de overige patiënten waar de wet op van toepassing is, zie De Roode 2003, p.15. 15

2.5.1 Informatievoorziening en huisregels De artikelen 36 en 37 Wet Bopz regelen de informatievoorziening door het bestuur aan de betrokkene en aan derden over het feit dat er een gedwongen opneming heeft plaatsgevonden en wie de verantwoordelijke behandelaar van de betrokkene is. Tevens krijgen zij de in het ziekenhuis geldende huisregels toegestuurd, net als de rechten die de betrokkene op grond van de Wet Bopz toekomen. Huisregels zijn regels die algemene gelding hebben voor alle patiënten in het ziekenhuis en zijn bedoeld de ordelijke gang van zaken in het ziekenhuis te reguleren. Zij mogen echter de vrijheid van de patiënt niet verder beperken dan voor de ordelijke gang van zaken nodig is, aldus lid 3 van het Besluit rechtspositieregelen Bopz. De huisregels mogen niet worden gebruikt voor het aanbrengen van beperkingen die samenhangen met de behandeling van de patiënt, mogen geen inbreuk maken op de rechten die de patiënt op grond van de wet heeft en mogen geen sancties bevatten. 37 2.5.2 Behandeling De wetswijziging van 25 februari 2008 heeft gezorgd voor een nieuw onderscheid tussen patiënten in de zwakzinnigen- en verpleeginrichtingen en patiënten in de algemene psychiatrie. Het nieuwe artikel 37b Wet Bopz bepaalt dat artikel 38 Wet Bopz van toepassing is op gedwongen opgenomen patiënten in een verpleeg- of zwakzinnigeninrichting, terwijl artikel 38a, b en c Wet Bopz van toepassing zijn op gedwongen opgenomen patiënten in de algemene psychiatrie. Voor beide categorieën geldt dat voor de totstandkoming van het behandelingsplan, de behandelaar overleg moet plegen met de psychiater of de instelling die de patiënt voorafgaande aan zijn opneming behandelde of begeleidde (artikel 38 lid 1 en artikel 38a lid 5 Wet Bopz). Wanneer de behandelaar van mening is dat de patiënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van de voorgestelde behandeling, pleegt hij overleg met de wettelijke vertegenwoordiger van de patiënt of, ingeval deze ontbreekt, met de persoon die daartoe schriftelijk is gemachtigd (artikel 38 lid 2 en artikel 38a lid 4 Wet Bopz). In het overleg dat gevoerd wordt, moet de behandelaar er voor zorgen dat de betrokkene weet waarmee hij instemt (ook wel informed consent genoemd). Alleen dan is de instemming rechtsgeldig te achten. 38 Voor de patiënten in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting is het doel van het behandelingsplan de stoornis zodanig te verbeteren dat het gevaar waardoor de patiënt in het ziekenhuis moet verblijven, wordt weggenomen (artikel 38 lid 3 Wet Bopz). Voor de 37 38 De Roode 2003, p. 19 en 20. Keurentjes 2008b, p. 177. 16

patiënten in de overige inrichtingen is het doel het zodanig wegnemen van het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de betrokkene doet veroorzaken, dat betrokkene niet langer in het ziekenhuis hoeft te verblijven (artikel 38a lid 1 Wet Bopz). Het behandelingsplan moet de middelen bevatten die kunnen worden aangewend om het in het plan geformuleerde doel te bereiken. Deze kunnen omvatten de medicatie, de te volgen therapie, de te verkrijgen vrijheden en de toe te passen middelen of maatregelen. Ook is het mogelijk om middelen of maatregelen op te nemen die op basis van een tijdelijke noodsituatie kunnen worden toegepast. 39 2.5.3 Dwangbehandeling Omdat dwangbehandeling aan bod zal komen in het volgende hoofdstuk, zal ik in deze paragraaf hier maar kort op ingaan. Wanneer de patiënt zich verzet tegen toepassing van het behandelingsplan, is volgens de wet uitvoering hiervan niet mogelijk (artikel 38 lid 5 en artikel 38b onder c Wet Bopz). Echter, voor beide categorieën patiënten zijn uitzonderingen in de wet opgenomen. Het oude criterium uit artikel 38 lid 5 Wet Bopz dat dwangbehandeling kan worden toegepast voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om gevaar voor de patiënt of anderen, voortvloeiende uit de stoornis van de geestvermogens af te wenden is van toepassing op alle patiënten die onder de Wet Bopz vallen. Voor patiënten in de psychiatrie, niet zijnde een zwakzinnigen- of verpleeginrichting, is de mogelijkheid voor het toepassen van dwangbehandeling met de laatste wetswijziging uitgebreid. Naast het oude criterium is het nieuwe criterium opgenomen dat dwangbehandeling mag plaatsvinden voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens betrokkene doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen (artikel 38c lid 1 Wet Bopz). 2.5.4 Middelen of maatregelen bij tijdelijke noodsituatie Omdat ook de toepassing van middelen of maatregelen in een tijdelijke noodsituatie zal worden besproken in het volgende hoofdstuk, zal ik me in deze paragraaf beperken tot enkele belangrijke aspecten. Hier gaat het om de vraag: wat nu als de zaken uit de hand lopen en de behandelingsmiddelen en maatregelen niet voldoende zijn om alles weer onder controle te krijgen? Er kunnen dan ook middelen en maatregelen worden toegediend die niet in het behandelingsplan zijn opgenomen, ondanks verzet van de betrokkene (artikel 39 Wet Bopz). 39 Keurentjes 2008a, p. 122 en 123. 17

Middelen of maatregelen worden bij voorkeur in het behandelingsplan opgenomen, zodat toepassing zonder dwang mogelijk is. Wanneer deze echter niet in het behandelingsplan zijn opgenomen, kunnen zij toch worden toegepast indien er sprake is van een noodsituatie. Bij deze noodsituatie moet het gaan over de patiënt, niet over bijvoorbeeld andere organisatorische noodsituaties. 40 De vijf mogelijke middelen of maatregelen die kunnen worden toegepast staan limitatief opgesomd en gedefinieerd in artikel 2 van het Besluit middelen en maatregelen Bopz. Dit zijn afzondering, separatie, fixatie, medicatie en toediening aan een patiënt van vocht of voeding. 41 2.5.5 Vrijheidsbeperkingen In artikel 40 Wet Bopz zijn enkele rechten en de mogelijke beperkingen die op de uitoefening van die rechten mogelijk zijn opgesomd. Op grond van dit artikel mogen beperkingen worden gemaakt op de huisregels, maar deze mogen slechts gelden voor de individuele patiënt. 42 De poststukken voor de patiënt en die de patiënt verzendt kunnen gecontroleerd worden. Ook kunnen er beperkingen worden gelegd op het recht op bezoek, het recht op bewegingsvrijheid in en rond het ziekenhuis 43 en het vrije telefoonverkeer, wanneer er voldaan is aan de voorwaarden die in het artikel zijn opgenomen. 2.5.6 Klachtenregeling De besproken interne rechtspositie van de patiënt, heeft pas betekenis wanneer zij geldend gemaakt kan worden. De wet regelt in de artikelen 41 en 41a de mogelijkheid een klacht in te dienen wanneer er een beslissing is genomen met betrekking tot de aan de patiënt toekomende rechten en de afwikkeling daarvan. Het recht op overplaatsing is hierbij echter uitgesloten. 44 Aangezien in deze scriptie de klachtenregeling uitvoerig besproken zal worden in hoofdstuk 5, zal ik in deze paragraaf hier niet verder over uitweiden. 2.5.7 Schadevergoedingsacties Aan gegrondverklaring van een klacht kan geen schadevergoeding worden verbonden. Er zijn echter wel twee andere mogelijkheden in de wet om een schadevergoeding aan te vragen. De 40 41 42 43 44 Keurentjes 2008a, p. 134. Deze middelen of maatregelen kunnen ook worden toegepast op patiënten die zijn opgenomen via de indicatiecommissie-procedure, met uitzondering van de separatie in verpleeginrichtingen. Keurentjes 2008b, p. 193. Deze beperking kan ook worden toegepast op patiënten die via een indicatiecommissie-procedure zijn opgenomen. De achterliggende gedachte van de wetgever was hierbij waarschijnlijk dat de afwijzing van zo n verzoek al door de inspecteur wordt getoetst. Keurentjes 2008a, p. 159. 18

eerste mogelijkheid is wanneer er sprake is van het onrechtmatig geven van een last door de burgemeester (artikel 28 Wet Bopz). Uit de jurisprudentie blijkt dat hieraan een ruime uitleg wordt gegeven. 45 De tweede mogelijkheid is wanneer de officier van justitie of de rechter een aantal bepalingen niet in acht heeft genomen (artikel 35 Wet Bopz). Als voorbeelden worden genoemd door de wetgever het niet horen van de betrokkene door de rechter of het overschrijden van een termijn door de officier van justitie. 46 In beide gevallen wordt de schadevergoeding naar billijkheid door de rechter vastgesteld. 47 Overigens is het ook mogelijk om een schadevergoeding te eisen op grond van onrechtmatige daad, zoals geregeld in artikel 6:162 BW. Het is niet mogelijk schadevergoeding te eisen op deze grond nadat men een van de bovenstaande acties al heeft gevolgd. 48 2.6 De externe rechtspositie: verlof en ontslag Wanneer en onder welke voorwaarden mag de patiënt de inrichting of het ziekenhuis verlaten? Naast de regels over opname in een inrichting (welke besproken zijn in paragraaf 2.4) wordt ook alles betreffende verlof en ontslag gezien als de externe rechtspositie van de patiënt. 2.6.1 Verlof Wanneer er sprake is van een verbetering van het ziektebeeld van de opgenomen patiënt, is er voor de patiënt de mogelijkheid van verlof. Het criterium voor de patiënt in de algemene psychiatrie is dat het gevaar dat voortvloeit uit de stoornis van de geestvermogens van de patiënt zover is verminderd dat het verantwoord is hem tijdelijk in de maatschappij te doen terugkeren en het tevens in het belang van de patiënt gewenst is (artikel 45 lid 1 Wet Bopz). In een zwakzinnigen- of verpleeginrichting wordt verlof verleend voor zover en voor zolang het verantwoord is de betrokkene buiten de inrichting te laten verblijven (artikel 46a Wet Bopz). De geneesheer-directeur is degene die het verlof verleent en hij moet hierbij ook de duur ervan aangeven. Het verlof kan maximaal twee keer per jaar voor een aaneengesloten periode van meer dan 60 uur worden gegeven en telkens voor ten hoogste twee weken. 49 Het is mogelijk om voorwaarden te verbinden aan het verlof, voor zover deze betrekking hebben op het gedrag van de patiënt en dit de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging dan wel de 45 46 47 48 49 Voor een uitgebreide bespreking, zie Keurentjes 2008a, p. 172-177. Kamerstukken ІІ 1988/89, 21 239, nr.3, sub 6. Voor het bepalen van de omvang van de schade moet volgens de Hoge Raad de begroting plaatsvinden op de wijze die het meest met de aard van de schade in overeenstemming is. HR 13 december 1996, NJ 1997, 682. Keurentjes 2008b, p. 207. Deze termijnen gelden niet voor de patiënten die zijn opgenomen in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting. 19

staatkundige vrijheid niet beperken. Verder is vereist dat de patiënt zich bereid heeft verklaard de voorwaarden na te leven of er redelijkerwijs is aan te nemen dat hij de voorwaarden zal naleven (artikel 45 lid 3 Wet Bopz). Wanneer toch blijkt dat de patiënt de voorwaarden niet naleeft, kan het verlof worden ingetrokken (artikel 46 Wet Bopz). 2.6.2 Ontslag Ontslag moet in verschillende gevallen worden verleend. Ten eerste indien er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden voor onvrijwillige opneming en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, dus dat er geen sprake meer is van een geestesstoornis en daaruit voortvloeiend gevaar of zodra het gevaar op andere wijze dan door middel van een onvrijwillig verblijf kan worden afgewend. Ten tweede wanneer de geldigheidsduur van een rechterlijke machtiging is verstreken en er geen vordering is ingediend voor het verlenen van een aansluitende rechterlijke machtiging. Ten derde indien er sprake is van opneming op basis van een last tot ibs van de burgemeester en de officier van justitie geen vordering tot voortzetting van de ibs indient, of de rechter afwijzend op die vordering beslist. Ten slotte is er ontslag op eigen verzoek 50 mogelijk, welke gedaan moet worden aan de geneesheerdirecteur (artikel 49 lid 1 Wet Bopz). Wanneer er een afwijzende beslissing volgt op het verzoek om ontslag, dan kan de verzoeker aan de officier van justitie vragen een beslissing van de rechter te verzoeken op het ontslagverzoek (lid 3). Het beroep tegen het geweigerde ontslag moet door de meervoudige kamer van de rechtbank worden behandeld, indien het ontslagverzoek door de patiënt zelf is ingediend (lid 9). In praktijk is mij gebleken dat een rechter het verzoek behandelt en vervolgens advies uitbrengt naar de overige twee rechters die daar wel of niet akkoord mee gaan. In eerste instantie vind ik het opmerkelijk dat een ontslagverzoek door de meervoudige kamer van de rechtbank moet worden beoordeeld, aangezien alle andere beslissingen in het kader van de Wet Bopz enkelvoudig kunnen worden genomen. De voorstelling die de wetgever zich maakte bij dit voorschrift is geweest dat bij gebreke van hoger beroep, drie rechters van dezelfde rechtbank de gerechtvaardigheid van (voortzetting van) het gedwongen verblijf zouden beoordelen. 51 In deze gedachtegang van de wetgever kan ik mij enigszins vinden. Tevens is voorwaardelijk ontslag mogelijk (artikel 47 Wet Bopz), waaraan dezelfde voorwaarden kunnen worden verbonden als aan het voorwaardelijk verlof. 50 51 Naast de patiënt kunnen ook de personen uit artikel 4 lid 1 Wet Bopz dit verzoek doen. Dijkers, aant. 4.3 bij artikel 49 Wet Bopz. 20

2.7 Conclusie De Wet Bopz is een gecompliceerde wet die voortdurend aan veranderingen onderhevig is. Dat men niet tevreden is over de huidige inhoud van de wet, blijkt uit de verschillende wetsvoorstellen die er zijn. Dat er een (gedeeltelijk) onderscheid wordt gemaakt voor de patiënten die zijn opgenomen in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting, maakt het mijns inziens erg onoverzichtelijk. Het is daarom geen overbodige luxe dat er voor deze patiënten een aparte wet in de maak is. Inhoudelijk zijn er veel rechten vastgelegd voor de patiënt, zowel betreffende de interne als de externe rechtspositie. In de praktijk wordt verschillend gedacht over de vraag hoe belangrijk de regeltjes nu eigenlijk zijn. Hoewel ik een jurist ben en deze personen vaak aan de wettelijke bepalingen vasthouden, kan ik me persoonlijk meer vinden in de visie van de meeste zorgverleners dat het niet altijd in het belang is van de patiënt om strikt aan de regels vast te houden. Omdat het om de onderzoeksvraag te beantwoorden erg belangrijk is hoe dwangbehandeling en toepassing van middelen of maatregelen onder dwang in de wet zijn vastgelegd en welke grenzen er aan dwang worden gesteld, zal ik hier in het volgende hoofdstuk uitgebreid op ingaan. 21

3 Dwang en grenzen aan dwang Ik ben bang dat ik doodga in de isoleercel, ik ben bang, bang dat ik een hartaanval krijg en dat jullie me niet horen. Als ik opgenomen word ben ik al bang dat ik weer in de isoleer terechtkom. Ik heb nog regelmatig nachtmerries van de isoleercel, bang dat ik er doodga. 52 3.1 Inleiding Dwang kan voor een patiënt behoorlijk ingrijpend zijn. Om tegen de wil mee te moeten werken aan een behandeling, medicijnen te slikken of in een isoleercel te worden geplaatst kan als een inbreuk op de privacy voelen. In dit hoofdstuk zal ik de mogelijkheden en criteria bespreken voor dwangbehandeling en de toepassing van middelen of maatregelen onder dwang. Ook zal ik ingaan op de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en zal ik enkele grondrechten uitwerken die grenzen stellen aan de toepassing van dwangbehandeling en middelen of maatregelen onder dwang. Ik zal afsluiten met een conclusie. 3.2 Dwangbehandeling in de Wet Bopz Dwangbehandeling is het toepassen van het behandelingsplan zonder dat de patiënt er mee instemt. Zoals in paragraaf 2.5.3 al is aangegeven, zijn door invoering van de Wet van 25 februari 2008 53 de mogelijkheden van toepassing van dwangbehandeling in de Wet Bopz verruimd. Het oude criterium van artikel 38 lid 5 Wet Bopz is van toepassing op alle patiënten die onder de reikwijdte van de wet vallen. 54 In het nieuwe artikel 38c Wet Bopz is hiernaast een extra criterium opgenomen in lid 1 sub a. Dit nieuwe criterium is niet van toepassing op patiënten die verblijven in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting (artikel 37b lid 2 Wet Bopz). Voor deze groep wordt, zoals al eerder is aangegeven in paragraaf 2.2, door de regering gewerkt aan een op hun situatie toegesneden regeling die, onder andere, ook dwangbehandeling zal betreffen. 55 3.2.1 Gevaar binnen de inrichting De criteria uit artikel 38 lid 5 en 38c lid 1 sub b Wet Bopz zien toe op gevaar binnen de inrichting. Het behandelingsplan kan, ook wanneer er geen instemming is van de patiënt, 52 53 54 55 Abma, Widderhoven & Lendemeijer 2005, p. 147. Stb. 2008, 80. Voor de reikwijdte van de wet, zie par. 2.2. Vlaardingerbroek 2008, p. 1299. 22

worden toegepast voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om gevaar voor de patiënt of anderen, voortvloeiende uit de stoornis van de geestvermogens, af te wenden. Het begrip geen instemming moet ruim worden uitgelegd. Alle afwijzende reacties van de patiënt moeten als weigering van de behandeling gelden. Wel moet de behandelaar eerst proberen de patiënt te overtuigen van het nut van de behandeling. 56 Volgens de regering hoeft er geen onderscheid te worden gemaakt tussen een wisbekwame en wilsonbekwame patiënt. 57 Een persoon kan wilsbekwaam worden geacht indien hij in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. Dit is het geval wanneer de persoon begrijpt wat de aard van zijn gezondheidstoestand is en de aard en het doel van de voorgestelde behandeling. Hiernaast moet de patiënt de aard en het doel van de alternatieven plus de gevolgen van de behandeling en het eventueel niet behandelen begrijpen. 58 Het gevaar waarvan sprake moet zijn, hoeft niet persé hetzelfde te zijn als het gevaar dat tot gedwongen opneming heeft geleid. 59 Voorheen moest er sprake zijn van ernstig gevaar, maar aangezien men van mening was dat op deze manier behandeling geweigerd kon worden terwijl er wel een effectieve behandeling mogelijk was, is het woord ernstig geschrapt. 60 Het gevaar moet verder zijn oorzaak vinden in de geestesstoornis en mag niet uit iets anders voortvloeien. Dat de nakoming van het behandelingsplan volstrekt noodzakelijk moet zijn om het gevaar af te wenden, betekent dat de beginselen van doelmatigheid, proportionaliteit en subsidiariteit in acht moeten worden genomen. 61 Dit houdt in dat er moet worden gekozen voor de minst ingrijpende behandeling, die in de gegeven omstandigheden effectief moet zijn en niet langer dan strikt noodzakelijk mag worden toegepast. Zo mag niet tot dwangbehandeling worden overgegaan als er een reële kans is dat de patiënt binnen korte tijd bereid zal zijn bijvoorbeeld de medicatie vrijwillig in te nemen. 62 Of de beslissing om over te gaan tot dwangbehandeling voldoet aan de voornoemde beginselen, hangt mijns inziens af van de omstandigheden van het geval. Omdat iedere patiënt anders is, moet degene die de afweging moet maken, zichzelf en de patiënt belangrijke vragen stellen. Wie is deze patiënt? Welke achtergrond heeft de patiënt? Wat zijn de voorkeuren van de patiënt? Welke behandelingen, middelen of maatregelen zijn in het verleden al toegepast? Is dit goed 56 57 58 59 60 61 62 Keurentjes 2008b, p. 177. Door weigering van een behandeling waarmee de patiënt oorspronkelijk heeft ingestemd, ontvalt hieraan de grondslag aldus de regering. Kamerstukken ІІ 1980/81, 11 270, nr. 17, p. 19. Rapport wilsbekwaamheid 1994. Kamerstukken І 1991/92, nr. 307b, p. 10. Dit naar aanleiding van het amendement dat bijgevoegd was aan de wijzigingswet. Kamerstukken ІІ 2000/ 01, 27 289, nr. 15. Keurentjes 2008b, p. 178. Vlaardingerbroek 2008, p. 1306. 23