Module: BLOUSE / JURK

Vergelijkbare documenten
MEISJESBLOES MET KNOOPSLUITING EN CLAUDINEKRAAG

Sean by XS - XL. #Sean 2/13

MEISJESBLOES MET KNOOPSLUITING EN CLAUDINEKRAAG

Simon by. #Simon 1/17

JONGENSHEMD MET KORTE MOUWEN

Filippa by. #Filippa 1/13

Pola by XS - XXXL 2/19. #Pola

Joanne by. #Joanne 1/16

Bertha by. #Bertha 1/15

Benodigdheden: 1.0 MOUWSPLIT DAMES. Stof. Versteviging. Knoop.

FICHE BLOESJE MET SJAAL

Carmella by. #Carmella 1/16

Wallys by. #Wallys 1/12

Susan by 1/16. #Susan. Make it yours / Create Share Inspire

Charlie by. #Charlie 1/12

Josie boxy top by. #Josie boxy top 1/12

Drew by XS - XXXL 2/22. #Drew

Sella by jaar. #Sella 2/9

Taylor by. #Taylor 1/13

Rosie by. #Rosie 1/16

Josie by. #Josie 1/12

Josie dress by. #Josie dress 1/11

Goldie by. #Goldie 1/14

Penny by. #Penny 1/10

Versie zonder lint. Versie met lint XS - XXXL

Willa by. #Willa 1/15

Vita by XS - XXXL 2/9. #Vita

Hazel by 1/15. #Hazel. Make it yours / Create Share Inspire

Kai by /19. #Kai

Connor by. #Connor 1/10

Violet by. #Violet 1/10

Celia Baby by. #Celia baby 1/10

Trish by. #Trish 1/12

Julia by. #Julia 1/11

Mira by /13. #Mira

Robyn by. #Robyn 1/12

Jutta by. #Jutta 1/11

Rufus by. #Rufus 1/14

Rosalie by. #Rosalie 1/12

Miyu by /12. #Miyu

Arlette by. #Arlette 1/12

farbenmix.de Seite 1 von 17 NADYA - jurk Winterjurk met broekleggging NADYA Design: Collie-Collie.com Beschrijving jurk

Naden afwerken. schoudernaad. schoudernaad. Open naden of randen afwerken. 1a 1b

Naden afwerken. schoudernaad. schoudernaad. Open naden of randen afwerken. 1a 1b

1.0 ROK MET SPLIT, AANZET TAILLEBAND, VERWERKING VOERING

patronen overgooier courgette

NAAIEN BASIS. [Document subtitle] [School] [Course title]

Pina I (met tailleband) by

Benodigdheden: 1.0 AFWERKEN VAN DE ZOOM. Stof. Voering.

Benodigdheden: 1.0 MOUW (MET SNORRETJE). Stof. Volumevlies. Versteviging.

EXTRA NAAITECHNIEKEN

Patroon en werkbeschrijving grote en kleine tas

Dixie by. #Dixie 1/11

Sara by XS - XXXL 2/12. #Sara

Maxirok met split. goed te los te strak. Meten, patroontekenen en knippen. voor dames en meisjes

Lauren by. #Lauren 1/9

farbenmix.de Seite 1 von 17 NADYA - jurk Winterjurk met broekleggging NADYA Design: Collie-Collie.com Beschrijving jurk

Frances by. #frances 1/7

Stella by. #Stella 1/10

Nala by XS - XXXL. #Nala 2/9

Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen! Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het vierkant exact 10 bij 10 cm.

Tips: Was alle stoffen vóór het knippen, omdat stof kan krimpen. Neem alle markeringen (streepjes en figuurnaden) van het patroon over op de stof.

Calvin by 1/11. #Calvin. Make it yours / Create Share Inspire. it yours / Create Share Inspire

Riva by /13. #Riva

patronen rokje aubergine

Elegante wollen. winterset, compleet in de stijl van. 26 TRUI + SJAAL maten 34 t/m ROK maten 34 t/m 48

Houd je van kleding die vooral lekker zit, elke beweging meedoet en toch heel leuk staat? Dan heb je WILMA beslist nodig!

Module ROK/PANTALON. Karine Jacobs Veronique Verhas Module: ROK / PANTALON

Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen! Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het vierkant exact 10 bij 10 cm.

Rode jurk. Maten 34-46

farbenmix.de Seite 1 von 5 SAMMY Tuniek-blouse SAMMY Design: glitzerblume*de Knip alle patroondelen met naadtoeslag uit de stof.

Phoenix by. #Phoenix 1/7

platstuk afwerken Afwerkingsgroep Nr.fiche Onderwerp Versie Verzamelnaden Afwerkingen verzamelnaden/overzicht

Hals en armsgat afwerken

NAALD/STOF/GAREN AFSTEMMEN

Kamille by. #Kamille 1/11

Blake by maanden. Stijlvol skinny broekje voor de allerkleinsten, met omslag. Een pamperproof legging met knuffelprint en een aangename pasvorm.

Oprolbaar etui voor halskettingen

ARWEN, in het Germaans betekent dat een "koninklijk meisje". In het Waals de "edele dame", als patroon een dubbele jurk van eenvoudige schoonheid.

JOEY. farbenmix.de Seite 1 von 11 JOEY. glitzerblume*de

Opleiding tot Coupeuse met baangarantie. ( geen vooropleiding nodig )

FARBENMIX FEESTJURK farbenmix. farbenmix Sabine Pollehn Seite 1 von 35 Feestjurk Gerkostr. 4, Wilhelmshaven, Germany

overslagblouse en shorts UNELLA-BLOMMA

MAMA MIZZY'S OVERSLAGJURKJE

patronen tuniek meloen

Handleiding CO(O)SY pakje met voeten

Cursus. Couturetechnieken. Deel 1. Couturetechnieken. deel 1

Tutorial jongensblazer

Gratis naaipatroon jurkje maat

DAMESSHIRT MET GESTRIKTE SCHOUDERS

Mantel mit Mütze TINKA-BELLA

Belangrijk! Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen!

farbenmix farbenmix Sabine Pollehn Seite 1 von 14 TINKA-BELLA Gerkostr. 4, Wilhelmshaven Jas met capuchon TINKA-BELLA Design: glitzerblume*de

KOM NAAIEN MET KVLV. Vind een naaicursus in je buurt via kvlv.be Volg zogemaakt.kvlv.be voor creatieve inspiratie

jurk met schort OLIVIA Werkbeschrijving Zo eenvoudig mogelijk gemaakt.

Brooke - jurk voeren. Voor beide opties geldt dezelfde voorbereiding:

Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen!

MOEILIJKHEIDSGRAAD: zijden crêpe de Chine synthetische zijde synthetische crêpe de Chine fijne katoenbatist

Belangrijk! Voordat u verder gaat, eerst deze pagina goed lezen!

Garen en naalden. Gebruikstabel: Beauty V.o.F. Een document van: Beauty V.o.F. - Dè tussenvoering en vlieseline specialist van Nederland!

Transcriptie:

Module: BLOUSE / JURK 1

Inhoudstabel: THEORIE: 1. Benodigdheden pag. 5 2. Verschillende machinenaalden pag. 6 2.1 Universele naalden pag. 7 2.2 Jerseynaalden pag. 7 2.3 Jeansnaalden pag. 8 2.4 Ledernaalden pag. 8 2.5 Stretchnaalden pag. 9 2.6 Microtex naalden pag. 9 2.7 Tweeling naalden pag. 10 3. Verschillende soorten Güttermann pag. 12 4. Verschillende soorten persvoetjes pag. 14 5. Verschillende soorten vlieseline en hun functies pag. 16 6. Maten nemen voor de blouse of jurk pag. 17 7. Patronen overnemen uit een raderblad pag. 18 8. Patronen voorbereiden pag. 20 9. Stofberekening pag. 23 2

TECHNIEKEN 10. Nepen pag. 26 11. Ritsen pag. 28 11.1 Rits met 2 biezen pag. 28 11.2 De blinde rits pag. 30 12. Zakken pag. 32 12.1 Opgestikte zak pag. 32 12.2 Opgestikte zak met klep pag. 33 12.3 Zak in naad pag. 34 13. Knoopsgaten en knopen pag. 35 13.1 Verschillende soorten knopen pag. 35 13.2 Knoopsgaten pag. 35 13.3 Knopen aannaaien pag. 36 13.3.1 Knoop met 2 gaatjes pag. 36 13.3.2 Knoop met 4 gaatjes pag. 37 14. Afwerking MV pag. 38 15. Kragen pag. 39 15.1 Hals afwerking zonder kraag maar met beleg pag. 39 15.2 Claudine kraag pag. 41 15.3 Officierskraag of recht opstaande kraag pag. 42 15.4 Kraag met voetje pag. 43 16. Polosluiting pag. 44 17. Polsafwerking pag. 46 17.1 Mouwsplit met rolzoom pag. 46 17.2 Mouwsplit met aparte bies pag. 47 17.3 Kapellesplit pag. 48 17.4 Polsboord uit 1 deel pag. 50 17.5 Polsboord uit 2 delen pag. 50 18. Bovendeel jurk dubbelen met beleg pag. 52 18.1 Beleg met MR.-naad pag. 52 18.2 Beleg zonder MR.-naad pag. 53 18.3 Indien de schouder te smal is om te keren pag. 53 3

THEORIE 4

1. Benodigdheden: Kopspelden Naainaalden Machinenaalden en spoelen (afhankelijk van merk van machine) Veiligheidsspelden of sluitspelden Stofschaar Papierschaar Pinkschaar (is niet verplicht) of schaartje met fijne punt. Klein latje Zoommetertje Tornmesje of Decovit Vingerhoed Lintmeter Kleermakerskrijt of markeerstift of -zeepje Vulpotlood of potlood met scherper en gom Naaigaren van goede kwaliteit Pleisters 5

2. Verschillende machinenaalden Welke naald je gebruikt voor je werkstuk heeft te maken met de stof en het garen dat je gebruikt. Algemeen moet een naald fijn genoeg zijn om door stof te gaan zonder deze te beschadigen en toch een oog hebben dat zo groot is dat het garen niet rafelt of breekt. Er bestaan verschillende diktes in machinenaalden, hoe hoger het nummer, hoe dikker de naald. Vb : jeansnaald nr 100. De meeste aangeboden naalden worden gemaakt in standaardlengten die in vrijwel alle moderne naaimachines passen. Men maakt wel een onderscheid tussen machinenaalden met een ronde of platte kant. Machinenaalden met ronde bovenkant komen meestal voor bij oudere types van naaimachine. Juiste naalddikte : Dunne stoffen = naalddikte 60-70-75 Gewone stoffen = naalddikte 80-90 Dikke stoffen = 100-110 6

2.1 Universele naalden > normale scherpe punt De normale scherpe punt is ideaal voor alle geweven stoffen, omdat hiermee een gelijkmatig stiksel kan worden gemaakt en het intrekken van de stof tot een minimum wordt beperkt. Te verkrijgen in verschillende diktes : NM 60-70-80-90-100-110. Meest gebruikte dikte is NM80. 2.2 Jersey/ballpoint naalden > afgeronde punt De ballpointnaald wordt aangeraden voor alle gebreide en elastische stoffen, omdat de enigszins afgeronde punt tussen de stofdraden door duwt in plaats van er doorheen te steken. Voordeel : de draden van een gebreide stof blijven heel en de stof gaat niet ladderen. Sommige aangepaste soorten kunnen ook worden gebruikt voor geweven stoffen. De afronding van de punt neemt toe met de naaldmaat. Meest gebruikte dikte is NM 70-80. 7

2.3 Jeansnaalden Voor jeansstoffen en andere vaste geweven stoffen en kunstleder. Deze naald is steviger dan een universele naald. Om over diktes te stikken is het aan te raden een jeansnaald te gebruiken ipv een hele dikke naald. Diktes jeansnaald NM : 70-80-90-100-110. Meest gebruikte is NM90. J of H-J naalden met een dunne scherpe punt heeft een stevige naaldschacht waardoor de naald gemakkelijk door het weefsel gaat. Hierdoor breekt de naald veel minder en heeft men geen gemiste steken. Ook herkenbaar aan de blauwe verfmarkering op de naald. 2.4 Ledernaalden Deze naald heeft een wig- of beitelvormige (driehoekige) punt die gemakkelijk door leder en vinyl snijdt. Het naaldgat dat de ledernaald vormt sluit zich weer. Hierdoor worden lelijke gaatjes in het kledingstuk vermeden. Bij het lostornen en uithalen van de draad onstaan er wel kleine slipjes. Gebruik voor dun leder super stretchnaalden. Dikte NM : 80-90-100-110. 8

2.5 Stretchnaalden Voor zeer elastische synthetische weefsels. Voor rekbare, niet gebreide stoffen. Wordt ook veel gebruikt voor lingerie en badkleding (lycra, ). Dikte : 75,90. Gele verfmarkering op de naald. 2.6 Microtexnaalden Speciaal voor dunne tere stoffen zoals zijde en microvezelstoffen. Paarse verfmarkering op de naald. 9

2.7 Tweelingnaalden Om 2 evenwijdige stiksels naast elkaar te maken in één bewerking. Twee naalden van dezelfde dikte naast elkaar. Verkrijgbaar in universeel, stretch, jeans, borduur en metalic. Verkrijgbaar in diverse afstanden en naalddikten. Stretch (breedte 2.5 en 4.0 mm)(meestal blauw blokje) Jeans (breedte 4.0mm) 10

Universeel (breedte 1.6 / 2.0 / 2.5 / 3.0 / 4.0 / 6.0 mm). Meestal rood blokje. Tweelingnaald met een afstand van 6.0 mm is niet altijd bruibaar op de gewone naaimachine omdat de opening van de steekplaat niet breed genoeg is. 11

3. Verschillende soorten Güttermann: Neem altijd stikzijde die net iets donkerder is dan de stof. Dan valt deze minder op. Als je verschillende kleuren in de stof hebt, neem je best de hoofdkleur als stikzijde, dan valt deze het minste op. Indien het stiksel moet opvallen kan je eventueel een ander kleur uit de stof kiezen. Witte klosjes Güttermann worden gebuikt als gewone stikzijde om te stikken of te naaien. Grijze klosjes Güttermann: extra sterke stikzijde (vb.: zakken, jeansbroeken, sierstiksels ) Blauwe klosjes Gütterman: zijde stikzijde (vb.: bloesjes in zijde of crêpe, als je in heel fijne stoffen werkt ) 12

Oranje klosjes Gütterman: katoen stikzijde (kan goed verfstoffen opnemen) Groene klosjes Gütterman: sier stikzijde (cordonnet) (vb.: sierstiksels, knoopsgaten..) 13

4. Verschillende persvoetjes gebruikt bij blouse of jurk (voorbeeld van Bernina voetjes) 1. Ritspersvoet (nr. 4) 2. Knoopsgatenvoet (nr. 3) 14

3. Blinde ritsvoet (nr. 35) 4. Blindzoomvoetje (nr. 5) 15

5. Verschillende vlieselines en hun functies. Dunne, soepele stoffen: vlieseline H180 (plakbaar) en G785 (niet plakbare, geweven tussenvoering) Lichte stoffen (katoen, viscose, polyester): vlieseline H200 Lichte stoffen die heet gewassen mogen worden (katoen): vlieseline F220 Stevigere stoffen (vb: jasje, blazer of mantel): vlieseline G405 (voor wol, zijde of tricot) of H410 (plakbaar, geweven, voor meer open geweven stoffen) Rekbare stoffen: vlieseline H608 Stevigere versteviging: vlieseline H205 Taillebanden: vlieseline plak-en-vouw-om heeft voorgeknipte lijnen die de vouwlijnen aangeven. Beschikbaar in verschillende breedtes en een stretchversie. Schuin of rondverlopende naden: vlieseline naadband. Deze band zorgt ervoor dat de naden niet beginnen rekken. De band is 1 cm breed en wordt verkocht op rolletjes. 16

6. Maten nemen voor de blouse jurk De maten die we nodig hebben voor onze blouse zijn de bovenwijdte, taillewijdte en de heupwijdte. De maten die we nodig hebben voor onze jurk zijn de bovenwijdte, taillewijdte en de heupwijdte. Indien het een blouse of een jurk is meet je best ook eens de lengte van de armen op vanaf de schouderkom naar de pols. Maat: BO: (borst omtrek) TO: (taille omtrek) HO: (heup omtrek) TBL: (tussenbeen lengte) TL: (totale lengte) MWL: (mouwlengte) PO: (pols omtrek) 17

7. Patronen overnemen uit raderblad 1. Kijk in de beschrijving van het gekozen model welk werkblad dat je nodig hebt maar ook welke nummer de patroondelen hebben. En welk lijntype je moet volgen en welk kleur van lijnen die je moet overtekenen. 2. Vervolgens ga je naar het juiste raderblad. 18

3. Ga op zoek, onder- of bovenaan, naar het juiste kleur en nummer van het patroondeel. 4. Zoek vervolgens het juiste patroondeel loodrecht op het nummer aan de kant van het raderblad. 19

5. Zoek de juiste vorm alvorens er papier op te leggen wanneer je de vorm gaat doortekenen. Bij de beschrijving van het model kan je ook nog eens nagaan hoe je deel er juist moet uitzien en welke binnenlijnen je eventueel moet overnemen. 8. Patronen voorbereiden Wat? Een snijpatroon is een patroon dat voorzien is van alle naden en zoombreedtes en aanduidingen die nodig zijn om te snijden. Waarom? Maakt het makkelijker voor degene die het snijplan zal intekenen (minder werk, minder aandacht, vlugger). Is nauwkeuriger. Aanduidingen op het patroon: Maatnummer. vb: T40 Nummer of naam van model. vb: rok Chris Draadrichting Naam van het patroondeel. vb: VP Frequentie. vb: 2x Stofsoort. vb: stof, contraststof, voering, plak enz Steunpunten 20

Draadrichting: Ketting of inslagdraad: De kettingdraad loopt evenwijdig aan de zelfkant. De inslagdraad loopt haaks op de zelfkant. Rechte draadrichting: Tegendraad of inslag: Schuine draadrichting: Algemeen kan gesteld worden dat een kledingstuk altijd in de rechte draadrichting gesneden wordt. Tegendraad of biais kan worden gebruikt als versiering, of als gedubbelde delen. 21

Wat is stof met richting? Hierbij is duidelijk te zien dat de vliegertjes allemaal in dezelfde richting hangen, nl met de punt naar omhoog. Hier mogen de patroondelen dus niet gedraaid worden. Wat is stof zonder richting? Effen stoffen hebben meestal geen richting, dit wil zeggen dat de patroondelen mogen gedraaid worden. Toch moet er steeds gekeken worden of er toch geen kleurverschil op zit indien de stoffen anders zouden verwerkt worden. 22

Frequentie: Het aantal keer dat een patroondeel in de stof moet gesneden worden. vb: 4x Stofvouw: Het symbool : vb: Steunpunten : Alle steunpunten moeten juist en duidelijk zijn. Binnenmerken staan in het patroon. vb: merken van de zak Buitenmerken staan aan de rand van het patroon. vb: merken voor de naadwaarde van de zoom. 9. Stofberekening Wat? We plaatsen de knippatronen (patroondelen met naadwaarde) op de stof om een juiste stofberekening te kunnen maken. Waarom? Om niks overbodig of te weinig aan stof te kopen. Om de prijs te drukken. Verschillende stofbreedtes De meest voorkomende stofbreedte voor katoen en dergelijke is 1,40m of 1,50m. Flanel kan wel eens 1,10m of 1,20m zijn. De meest voorkomende stofbreedte voor voering is 1,40m. De meest voorkomende stofbreedte voor plakvlieseline is 90cm. Het is aan te raden om verschillende stofbreedtes uit te werken zodat je bij aankoop in de winkel niet voor verrassingen komt te staan. 23

Wat moet er zeker op het patroon aanwezig zijn om een juiste stofberekening te kunnen maken? Draadrichting Stofvouw: ja of nee? Frequentie (hoeveel keer we het deel nodig hebben) Stofsoort, in welke stof moet dit geknipt worden: stof, contraststof, plak of voering, Hoe gaan we van start? We bepalen de stofbreedte. Voor de meeste stofberekeningen werken we met gevouwen stof. We plaatsen een lat op de tafel op de gewenste breedte. (Steeds de helft nemen van de stofbreedte). We plaatsen eerst de grootste delen, rekening houdend met de draadrichting, vouw, stofsoort en frequentie. Nadien plaatsen we de kleinere delen, ook rekening houdend met de draadrichting, vouw, stofsoort en frequentie. Als alle delen geplaatst zijn meten we op hoeveel stof we zullen nodig hebben. We ronden steeds het getal af naar een 5 of een rond getal en naar boven toe. Nu pas zijn we zeker dat we zeker geen extra kosten maken door een teveel aan stof te kopen. 24

Technieken 25

10.Nepen Vouw de stof rechts op rechts op elkaar (merk op merk). Stik in lichte curve naar +/- 1cm boven het merk en stik dan verder tot het merk op 1mm van de vouwlijn. 26

Stik verder van de stof af en knip de draadjes niet te kort af zodat je deze nog kunt verknopen. Strijk de neep mooi uit op een vormkussen (nooit plat strijken, altijd vorm inhouden). 27

11.Ritsen 11.1 De rits met 2 biezen Wanneer gebruiken: Deze rits wordt best in een rechte naad gestoken (MV-naad of MR- naad), indien deze in een bolle zou gestoken worden heeft deze kans dat deze biezen open komen te staan en dat de rits zichtbaar wordt. Waarop letten: Het hangertje kan verschillend van vorm zijn. Tandjes kunnen van metaal of nylon zijn. Tandjes zijn zichtbaar aan de rechter kant van de rits. Niet deelbare ritsen hiervoor gebruiken. Werkvolgorde: Overlock de naden waar de rits moet komen. Eens de rits in het kledingstuk zit kunnen we niet meer aan de naden om deze achteraf te overlocken. Stik de zijnaad dicht tot aan het merk van de rits. Waar de rits moet komen moet dus open blijven. Strijk de zijnaden open, strijk ook de naad verder waar de rits komt. 28

Speld de rits in aan de averechtse kant zodat de tandjes van de rits niet zichtbaar zijn (net gelijk met de strijkvouw). 1) Open de rits en stik met de ritspersvoet de rits in: vertrekkende van links (hechten aan begin), halfweg het eerste ritsbeen naad in de stof, rits dicht doen, persvoet omlaag en verder stikken tot het merkpunt. Naald in de stof. Persvoet naar omhoog, de stof 90 draaien, persvoet omlaag. 2) Tel je steekjes tot het midden van de naad. Tel evenveel steekjes voorbij de naad. Naald in de stof. Persvoet naar omhoog, de stof 90 draaien, persvoet omlaag. 3) ritsbenen mooi tegen elkaar houden en halfweg het 2e ritsbeen naald in de stof. Persvoet omhoog, rits openen, persvoet omlaag en verder stikken naar het einde. Goed hechten. 29

11.2 De blinde rits Wanneer gebruiken: Een blinde rits wordt zo ingezet zodat ze niet zichtbaar is aan de goede kant van het kledingstuk. Deze wordt veel gebruikt in rokjes, kleedjes, broeken, Waarop letten: Het druppeltje als ritshangertje. Het is altijd een nylon rits. Geen tandjes zichtbaar aan de rechter kant van de rits. Aan de averechte kant kan je de tandjes openrollen. Werkvolgorde: Overlock de naden waar de rits moet komen. Eens de rits in het kledingstuk zit kunnen we niet meer aan de naden om deze achteraf te overlocken. Open de rits en plaats deze met de rechter kant om de rechter kant van de stof. Hou rekening met de naadwaarde. 30

Stik deze in. Tandjes heel goed opendraaien als je deze onder de persvoet steekt. Hechten aan begin en stikken tot tegen het wagentje en weer hechten. Vervolgens speld je de andere kant aan. Best altijd eens de rits sluiten om te zien of de rits niet gedraaid zit en of de naden eventueel doorlopen. Stik het tweede ritsbeen in. Tandjes heel goed opendraaien als je deze onder de persvoet steekt. Hechten aan begin en stikken tot tegen het wagentje en weer hechten. Als je aan de rechter kant de rits niet ziet is de rits netjes ingestikt. 31

12.1 Opgestikte zak 12.Zakken Verstevig indien nodig het beleg met plakvlieseline. Strijk het beleg om, rechts op rechts. Strijk de naadwaarde van het beleg terug (averechts op averechts). Stik vervolgens het beleg af op de juiste naadwaarde. Hechten aan begin en einde. Draai het beleg met de rechter kant naar buiten en geef een sierstiksel op het beleg. Plooi het hoekje 90 om en knip het hoekje uit. Strijk de naadwaarde om. Plaats de zak op de daarvoor bestemde merkpunten op het kledingstuk. Stik de zak op, steeds hechten aan begin en einde. 32

Stiksels kunnen gegeven worden naar eigen fantasie. Best bovenaan de zak steeds 2 stiksel plaatsen voor de stevigheid. 12.2 Opgestikte zak met klep Stik de zak op zoals de opgestikte zak. Bekleef de onderklep met plakvlieseline (voor een bloesje H180). Stik de bovenklep en onderklep rechts op rechts op elkaar. Opgelet!!! Bovenzijde van de klep wordt niet dicht gestikt, anders kan de klep niet meer gekeerd worden. Naden uitdunnen en klep keren en platstrijken. Klep dicht overlocken Plaats de klep met de bovenklep op de stof, zie tekening. Geef een stiksel op vlak naast de overlocksteek. Klep goed plat strijken. Stierstiksel geven op klep op persvoetbreedte. 33

12.3 Zak in naad Overlock de verticale naad en de naad waar de zak in komt. De zakdelen op het voor- en achterpand plaatsen op de daarvoor voorziene knippen. Stik tussen de merkpunten, goed aan- en afhechten. Strijk de naden van het voorpand naar de zak toe. Geef een koordjesstiksel op de naad in het voorpand weer tussen de merken. Plaats de zakdelen op elkaar en stik de zijnaad dicht van aan het merk. Goed hechten! Stik de zak 2x dicht (1x op 1,5cm en de 2 de keer 2mm naast het eerste stiksel). Overlock de zak dubbel. Strijk de zak netjes op. 34

13.Knoopsgaten en knopen 13.1 Verschillende soorten knopen Verschillende soorten knopen: Knopen met 2 gaatjes Knopen met 4 gaatjes Knopen op een voetje Drukknopen Kamsnaps Haak en oogjes 13.2 Knoopsgaten Is afhankelijk van machine tot machine. Er kunnen ook verschillende vormen van knoopsgaten voorkomen op je machine. Let er steeds op dat je biezen en trensen van je knoopsgat niet beschadigd worden bij het openen van het knoopsgat. Bij het openen van het knoopsgat steek je best steeds 2 kopspelden zodat je niet doorschiet. 35

13.3 Knopen aannaaien 13.3.1 Knoop met 2 gaatjes aannaaien: Steek de draad door de naald en leg een knoop in je draad. Hou met de hand de knoop op de plaats waar de knoop moet vastgenaaid worden. Werk vanuit de binnenkant van het kledingstuk. Duw de punt van de naald door de stof op de plaats waar de oorspronkelijke knoop ook zat en steek door 1 van de 2 gaatjes van de knoop. Haal de naald met de draad door het eerste gaatje in de knoop. Zet dan de punt van de naald in het 2 de gaatje en trek hem er aan de achterkant van het kledingstuk weer uit. Herhaal vorige stappen en deze stap een 4 tal keer. Hou de knoop stevig vast. Zorg ervoor dat je met je naald eindigt tussen de knoop en de stof. Draai 4 keer rond de naaisteken. Hou de knoop schuin vast en leg vast door middel van een knoop die tussen de knoop en de stof wordt gemaakt. Herhaal deze knoop een 3 tal keer zodat de knoop stevig vast zit. Knip de resterende draad af. 36

13.3.2 Knoop met 4 gaatjes aannaaien: Plat aanzetten Neem een niet te lange draad. Knoopje in de draad leggen. Steek 3 tot 4x door de gaten van de knoop. Knoop vastleggen aan de binnenzijde van het kledingstuk. Draad afknippen. Met steeltje Neem een niet al te lange draad. Knoopje in draad leggen. Leg een lucifer of tandenstoker op het midden van de knoop en naai hierover de knoop aan. Verwijder de lucifer of tandenstoker. Steek de naald tussen de stof en de knoop. Voor het maken van het steeltje wikkel je de draad een paar keer tussen de stof en de knoop tot de knoop er een stevig steeltje ontstaat. Leg de knoop vast aan de binnenzijde van het kledingstuk. 37

14.Afwerking MV Bekleef het aangeknipte beleg op de averechtse kant. Strijk het beleg naar binnen toe. Geef een sierstiksel Knip de draadjes netjes af en strijk alles op. 38

15.Kragen: Waarom bekleven we de onderkraag, onderkant voetje, onderklant polsboord, patte.? Na het herhaaldelijk wassen is het mogelijk dat de plakvlieseline na een tijdje los komt. Het zou niet zo fijn zijn als we daardoor ons kledingstuk niet meer kunnen dragen. Daarom bekleven we steeds de onderkant van kragen, kleppen enz. 15.1 Halsafwerking zonder kraag maar met beleg Bekleven van belegdelen. Overlocken van schoudernaden, MV/MR van kledingstuk en beleg. Stikken van schoudernaden van kledingstuk en beleg. 39

Overlocken buitenste boord van beleg. Stikken halsbeleg op 1cm aan kledingstuk. Naadwaarde uitdunnen. Platstrijken halsbeleg. Eventueel sierstiksel geven. 40

15.2 Claudine kraag Bekleef de onderkraag (H180). Stik de kragen rechts op rechts op elkaar, halslijn open laten om te kunnen keren. Naden uitdunnen, keren, platstrijken en sierstiksel geven. Plaats de onderkraag op de rechter kant van het kledingstuk. MV kraag op MV van het kledingstuk!! Stik de kraag aan op 1cm. Om de hals netjes te kunnen afwerken stik je best een bieslint of biais aan. Plaats de biais met de rechter kant op de bovenkraag. Dun de naden uit zodat de naad netjes kan platvallen indien deze gekeerd wordt. Biais overplooien en stikken op 1mm. Kraag netjes opstrijken en draadjes afknippen. 41

15.2 Officierskraag of recht opstaande kraag Bekleef de onderkraag en bovenkraag. ( H180) Vouw de halsnaad van de bovenkraag 1cm om en stik op 1cm. Hoekjes uitdunnen, keren. Kraag aan de averechtse kant van het kledingstuk aanstikken (onderkraag op binnenkant van het kledingstuk plaatsen). Kraag keren en stiksel geven op 1mm. Eventueel sierstiksel geven op kraag. Alles netjes opstrijken en draden afknippen. 42

15.4 Kraag op een voetje Bekleef de onderkraag en binnenvoetje (H180). Stik de kragen rechts op rechts op elkaar, halslijn open laten om te kunnen keren. Naden uitdunnen, keren, platstrijken en sierstiksel geven. Strijk de binnenvoet 1cm naar binnen en geef een sierstiksel op persvoetbreedte. Plaats de rechterkant van de buitenvoet op de rechterkant van de onderkraag. Rechterkant van de binnenvoet op de rechterkant van de bovenkraag. Stik de naad op 1cm. Naadwaarde uitdunnen. Omkeren. Sierstiksel geven op breuklijn. Kraag aanstikken op 1cm, rechterkant van de kraag op de rechterkant van het kledingstuk. 43

Kraag overdraaien en sierstiksel geven op 1mm. Alles netjes opstrijken en draadjes afknippen. 16.Polosluitingen: Bekleef patte en split voor polosluiting. Kniplijn aanduiden op 1,5cm van MV of ½ breedte patte. Patte eventueel rondom overlocken. 44

Patte op kledingstuk plaatsen, kniplijn op kniplijn. Opstikken patte 2mm naast de kniplijn. Goed hechten. Inknippen tussen de 2 stiksels. Strijk de patte en vorm de boven- en onderpatte. Vaststikken onderpatte. Vaststikken bovenpatte. 45

17. Polsafwerkingen: 17.1 Mouwsplitje met rolzoom Knip het mouwsplit in tot aangegeven. Strijk de naad (2x2mm) naar de averechtse kant van de mouw toe. Geef een sierstiksel op 1mm. Plooi het splitje middendoor en stik het hoekje af. Splitje netjes opstrijken. 46

17.2 Mouwsplitje aparte bies Knip het mouwsplit in tot aangegeven. Stik de bies aan, rechts tegen averechts. Vouw de bies over naar de rechtse kant van de mouw en geeft een stiksel op 1mm. Plooi het splitje middendoor en stik het hoekje af. Stik nog +/- 1,5cm verder op de mouw op 1mm. Splitje netjes opstrijken. 47

17.3 Kapelle split Strijk 1 kant van de onderbies 1cm in. Strijk de naadwaarden in van het kapelletje. Opstikken rechter kant onderbies op de averechte kant van de mouw. Opstikken rechter kant kapelletje op de averechte kant van de mouw. 48

Inknippen split tot aangegeven merk. Alles naar de rechterkant draaien. Sierstiksel geven op 1mm op de onderbies. Sierstiksel geven op kapelletje. Draadjes netjes afknippen en alles netjes opstrijken. 49

17.4 Polsboord uit 1 deel. Bekleef de polsboorden. (H180) Strijk de boven polsboord om op 1cm en geef een sierstiksel op 0,5cm. Plooi de polsboord rechts tegen rechts en stik de zijkanten dicht. Dun de hoekjes uit. Draai de polsboord. Stik de polsboord een de mouw: Leg de rechterkant van de onder polsboord op de averechte kant van de mouw en stik op 1cm aan. Draai de polsboord met de rechterkant naar buiten en geef een sierstiksel op 1mm van de boord. Alle draadjes netjes afknippen en opstrijken. 17.5 Polsboord uit 2 delen. Bekleef de boven polsboorden. (H180) Strijk de boven polsboord om op 1cm en geef een sierstiksel op 0,5cm. Dubbel de polsboorden rechts op rechts en stik op 1cm. Dun de hoekjes uit. Draai de polsboord. Stik de polsboord aan de mouw: 50

Leg de rechterkant van de onder polsboord op de averechte kant van de mouw en stik op 1cm aan. Draai de polsboord met de rechterkant naar buiten en geef een sierstiksel op 1mm van de boord. Alle draadjes netjes afknippen en opstrijken. 51

18 Bovendeel jurk dubbelen met beleg. 18.1 beleg met MR.-naad Werkwijze: Beleg voorste en rug volledig bekleven. Onderste boord van belegsels overlocken. MR-naad beleg overlocken. Stik de schoudernaden van het kledingstuk en het beleg dicht (VP aan RP), rechts op rechts. Strijk de schoudernaden open. 52

Leg het beleg rechts op rechts op het kledingstuk. Stik de halsuitsnijding en de armsgaten op de juiste naadwaarde. Dun de naden uit alvorens het kledingstuk te keren. Stik de zijnaden op de juiste naadwaarde. Strijk alles netjes op. 18.2 beleg zonder naad Werkwijze: Beleg: voorste en rug volledig bekleven. Onderste boord van belegsels overlocken. Stik de zijnaden van het kledingstuk en het beleg dicht (VP aan RP), rechts op rechts. Strijk de zijnaden open. Leg het beleg rechts op rechts op het kledingstuk. Stik de halsuitsnijding en de armsgaten op de juiste naadwaarde. Dun de naden uit alvorens het kledingstuk te keren. Steek de schoudernaden rechts op rechts in elkaar. Stik de schoudernaden op de juiste naadwaarde. Trek de schoudernaden uit elkaar. Strijk alles netjes op. 18.3 Indien de schouder te smal is om te kunnen keren. Werkwijze: Beleg voorste en rug volledig bekleven. Onderste boord van belegsels overlocken. MR-naad beleg overlocken. 53

Stik de schoudernaden van het kledingstuk en het beleg dicht (VP aan RP), rechts op rechts. Strijk de schoudernaden open. Stik de halsuitsnijding op de juiste naadwaarde. Naadwaarde halsuitsnijding uitdunnen. Kledingstuk keren. Stik de armuitsnijding zo ver mogelijk rechts op rechts op elkaar (het kledingstuk zit nu deels in het beleg). Doe dit zowel rechts als links. Naad goed uitdunnen en keren. Stik vervolgens ook het laatste stukje van de armuitsnijding. Goed uitdunnen en alles netjes opstrijken. (Deze oefening moet zeker in deelstukstudie worden uitgewerkt) 54