UITOR: 133RQ249 Reg: 08/07/2013 (Dei ARCHIEFEXEMPLAAR Vergunningverlening Toezi zicht en Handhaving Deponeren Seer: Kopie: Sriffier: Aan: GRIFFIE Beh.: gza Ged. B-INFO: RvO svr I Kopie x Griffie gemeente Houten Onderdoor 25 Postbus 30, 3990 DA Houten Telefoon 030 639 26 11 Fax 030 639 28 99 E-mail: gemeentehuis@houten.nl Internet: www.houten.nl Aan de fractie van ITH t.a.v. de heer G. Zandbergen Hop-oord 34 3991 XB HOUTEN Datum Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk / Bijlagen 17 JULI 2613 Onderwerp: 1 iqüxlm($ 9 W 2013 VTH/ I 3 \oiy$> 3 Schriftelijke vragen ex art. 36 RvO over obstakelverlichting op de windturbines Geachte heer Zandbergen, Op 9 juli jl. heeft u ons schriftelijke vragen gesteld op grond van artikel 36 van het Reglement van Orde over de obstakelverlichting op de windturbines. Deze verlichting is anders uitgevoerd dan in de ruimtelijke onderbouwing bij de bouwvergunning beschreven is. Het verlenen van de vergunningen voor het windpark heeft lang geduurd en in die tijd is de wetgeving aangepast. Aanvankelijk moest Éneco voor het windpark beschikken over een milieuvergunning. Deze eis is per 1 januari 2011 als gevolg van een wetswijziging vervallen; het Activiteitenbesluit milieubeheer is nu van toepassing (op dit moment kan voor het windpark worden volstaan met een melding). Hiermee kwamen ook zaken die in de milieuvergunning stonden, waaronder de obstakelverlichting, te vervallen. Maatwerkvoorschriften Gelet op het maatschappelijk belang, heeft het college een viertal belangrijke zaken alsnog vastgelegd in zogenaamde "maatwerkvoorschriften" (betreffende geluid, ijsvorming, anti-reflecterende coating en slagschaduw). Hierover is intensief overleg geweest met Eneco, omdat het maar de vraag is of deze voorschriften stand houden wanneer Eneco hiertegen in beroep zou gaan. Ook de landelijke eisen voor de obstakellichten zijn inmiddels veranderd. Omdat wij geen bevoegd gezag zijn, zijn wij hier (door bijvoorbeeld de VNG) niet over geïnformeerd. Het gegeven dat wij hiervan niet tijdig op de hoogte waren of op de hoogte zijn gesteld, doet niets af aan het feit dat wij niet mogen afwijken van de (inter)nationale wetgeving die deze obstakelverlichting voorschrijft. Het is ook niet mogelijk om hiervoor nadere regels te stellen in de vorm van een maatwerkvoorschrift, of in welke vergunning dan ook. Consequentie Wij kunnen niet handhavend optreden tegen de aangepaste obstakelverlichting op de windturbines, omdat deze aanpassing bouwvergunningvrij is en omdat dit soort verlichting wettelijk verplicht is. Wel blijven wij ons met Eneco inspannen om de overlast die onze bewoners van de windturbines kunnen ervaren, tot een minimum te beperken. Zoals tijdens de raadsvergadering op 9 juli mondeling aan u is toegezegd onderzoeken wij nog of een verdere afscherming van de obstakelverlichting mogelijk is. Hieronder gaan wij puntsgewijs op uw vragen in. Vraag 1: Bent u het met ons eens dat de verlichting, zoals geplaatst conform de toestemmingsbrief van 8 maart 2012 van het ministerie, niet in overeenstemming is met de door u destijds toegezegde continu brandende rode verlichting met een intensiteit van slechts 50 candela? Zie ook het krantenartikel in het U.N. van februari 2005 door Vivian de Gier. Bij beantwoording datum en kenmerk vermelden.
Antwoord: Dat zijn wij met u eens. Bij brief van 9 september 2005 stemde de Inspectie Verkeer en Waterstaat in met de continu brandende rode obstakelverlichting (zie bijlagen 1 en 2). De brief van 8 maart 2012 (bijlage 3) waarin de huidige verlichting verplicht wordt, hebben wij pas afgelopen week in bezit gekregen. Als wij deze brief eerder hadden gehad, of deze kennis op een andere manier hadden verkregen, hadden wij, wat betreft de obstakelverlichting, echter niet anders kunnen handelen. Wij moeten ons immers aan deze wetgeving houden. Wij hadden deze wijziging in dat geval wel eerder naar de belanghebbenden kunnen communiceren. Vraag 2: Deelt u onze mening dat de thans aangebrachte verlichting strijdig is met de onherroepelijke bouwvergunning waarin de 50 candela is vergund en deze verlichting derhalve illegaal is? Antwoord: Deze mening delen wij niet. De obstakelverlichting die nu op de turbines zit, is inderdaad anders dan omschreven in de ruimtelijke onderbouwing bij de bouwvergunning, maar de wijziging van de obstakelverlichting is vergunningvrij toegestaan en daarmee is de verlichting niet illegaal. Vraag 3: Bent u met ons van mening dat deze vergunning dient te worden ingetrokken en met de juiste onderbouwing in procedure te worden gebracht? Antwoord: Nee, dat zijn wij niet met u eens. Zie ons antwoord bij vraag 2. Als er overigens een nieuwe aanvraag ingediend zou worden, zou daar geen ruimtelijke onderbouwing meer bij nodig zijn, omdat de windturbines passen binnen het geldende bestemmingsplan Sport- en Werklandschap Meerpaal. Vraag 4: Heeft u destijds de raad, de bezwaarden en omwonenden op de hoogte gesteld van de wijziging van de verlichting van de windturbines op basis van de toestemmingsbrief van het ministerie? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Nee, zie ons antwoord op vraag 1. Vraag 5: Wilt u in ieder geval op dit moment alles in het werk stellen dat er zo spoedig mogelijk een einde komt aan de hinder van deze verlichting door de flitslampen naar de bladen toe af te schermen, zodat deze verlichting alleen vanuit de lucht zichtbaar is? Antwoord: Wij zullen ons samen met Eneco inspannen om de overlast van de windturbines tot een minimum te beperken. Eneco heeft bijvoorbeeld bij de Inspectie van Leefomgeving en Transport al verzocht, en toestemming gekregen, om de obstakelverlichting op de masten achterwege te laten (zie bijlage 3). Ook is er, door de plaatsing bovenop, geen direct binnenschijnend licht bij de omwonenden. Onderzocht wordt nog of een extra afscherming toelaatbaar is, om weerkaatsing op de wieken zoveel mogelijk te voorkomen. De aangebrachte obstakellichten dienen echter vanuit de lucht rondom zichtbaar te zijn. Vraag 6: Is de meetkast al in bedrijf? Zo neen, waarom draaien de windmolens dan nu al? Antwoord: De windturbines moeten worden ingeregeld aan de hand van de meetgegevens van de meetmast; daarvoor moeten de turbines draaien. Dat inregelen vindt nu plaats. Onze toezichthouders houden gedurende het inregelen toezicht en koppelen hun bevindingen ook terug naar Eneco. Vraag 7: Er bereiken ons veel klachten van overlast van de windturbines. Lawaai, brommend geluid, e.d. Wilt u de desbetreffende instantie, het adres met telefoonnummer e.d. periodiek publiceren waar men terecht kan om deze overlast te melden? Antwoord: Deze meldingen bereiken ons ook. Voor het melden van hinder kan men terecht bij het Meldpunt Openbare Ruimte. Het Meldpunt is telefonisch en via de website 24 uur per dag bereikbaar. De contactgegevens van het Meldpunt worden elke week gepubliceerd op de gemeentepagina in 't Groentje. Onze toezichthouders reageren op deze meldingen en als er bovenmatige overlast geconstateerd wordt, zal Eneco gevraagd worden maatregelen te treffen. Enige overlast ten tijde van het inregelen is echter niet te voorkomen. Bij beantwoording datum en kenmerk vermelden. Pagina 2 van 3
Na het inregelen zorgt de meetmast dat de waarden uit de maatwerkvoorschriften niet worden overschreden. Een afschrift van deze brief wordt aan de leden van de raad verzonden. Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de heer W.J. van Heek via telefoonnummer (030)-63 92 611. Met vriendelijke groet, het college van burgemeester en wethouders de secretaris, de burgemeester, H.S. den Bieman, loco JU Bijlage(n): 1) Brief Houten 4 juli 2005 (2) 2) Brief Inspectie V&W 9 september 2005 (1) 3) Brief Inspectie L&T 7 maart 2012 (3) Bij beantwoording datum en kenmerk vermelden. Pagina 3 van 3
ARCHIEFEXEMPLAAR Deponeren Het Kant 2 Postbus 30,3890 DA Houten Telefoon 030 639 2611 F» 030 638 28 BB E-mail: gemeentehuis houten.nl Internet wwwjiout6n.nl Ministerie van Verkeer en Waterstaat Transport en Luchtvaart TAV. de heer J.AJ.M. Kneepkens Postbus 20904 2500 EX Den Haag Datum Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Bijlagen 0 4 JULI 2005 DGTLD5.003940 8 Juni 2005 RB-MIL 5 Onderwerp ObBtakeMakken rond burgerluchthavens, radars en bakens Geachte heer Kneep kens, Jn uw brief van 8 juni 2005 legt u uit dat Nederland de verplichting heeft om objecten met een hoogte van 100 meter of meer weer te geven in luchtvaartkaarten en luchtvaartpublicaties. U verzoekt de gemeente om plannen over dergelijke projectentertoetsing aan de luchtvaartautoriteiten voor te leggen. Middels deze brief geef ik u inzicht in de plannen van gemeente Houten om windturbines met een hoogte van meer dan 100 meter te plaatsen. v Gemeente Houten Is reeds een aantal jaar bezig mét plannen om windturbines te plaatsen langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Het gaat om drie turbines met een ashoogte van maximaal 105 meter en een rotordiameter van maximaal 90 meter., Omdat de windturbines niet binnen de huidige bestemmingsplannen passen, wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het voorontwerp heeft in juni 2004 ter inzage gelegen en is ter boordeling naar artikel 10 BRO-partners gestuurd. Reacties hebben niet geleid tot wijziging van het plan. inmiddels heeft Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht een algemene verklaring van geen bezwaar afgegeven en heeft het college ingestemd de procedure op grond van artikel 19 Ik) 2 van de Wet op de Ruimtelfke Ordening (WRO) te starten en de bouwaanvraag in behandeling te nemen. Ter voorbereiding op de milieuvergunning heeft in februari 2005 telefonisch overleg plaatsgevonden tussen gemeente Houten en de heer R. de Waard van de Inspectie Verkeer & Waterstaat over het plaatsen van obstakel verlichting op de windturbines. Op basis van zijn advies heeft Eneco in haar aanvraag voorde milieuvergunning opgenomen dat op de gondel van de windturbines obstakelverlichting wordt geplaatst waarvan de lampen een sterkte hebben van 50 Candela, rood licht geven en 'continu branden' (niet knipperen). In de motivering van de milieuvergunning is eveneens aangegeven dat de windturbines zijn voorzien van obstakelverlichting. Kopieën van de betreffendetekstenuit de aanvraag en uit de milieuvergunning zijn bijgevoegd (bijlage 1 en 2). Naar aanleiding van ujverzoek heb ik de planologische informatie over de windturbines bijgevoegd. Bfj beantwoording datum en kenmerk vermelden. Abe afdelingen zfjn geopend van 09.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur. Burgerzaken is op donderdag ook van 17.00
DGTL05.0U3940 U treft de volgende stukken aan: Productfolder met een korte schets van de geschiedenis, gegevens over de turbines en de locatie en de lopende procedures (bijlage 3); Ontwerpbestemmingsplan, inclusief plankaarten (bijlage 4); Ruimtelijke onderbouwing behorende bij het bouwplan (bijlage S). Ik verwacht u hiermee voldoende inzicht in de plannen te geven. Als u echter nog vragen heeft kunt u contact met mij opnemen via nummer 030-63 92 773. Gedurende mijn vakantie (juli) wordt u door het secretariaat doorverwezen naar één van mijn collega's. Ik ontvang graag van u de resultaten van de toetsing. Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van de gemeente Houten dithvlot Afdeling Milieu Bij beantwoording datum en kenmerk vermelden. Pagina 2
12/08/2005 Inspectie Verkeer en Waterstaat Kopie x Datum - 9 SEP.2005 Contactpersoon Remco de Waard Doorkiesnummer 3188 Bljlage(n) Onderwerp Ontwikkeling turbines Gemeente Hoi ocmcenie Houten Afdeling Milieu T.a.v. mw. J. Vlot Postbus 30 3990 DA HOUTEN Uw kenmerk RB-MIL Ons kenmerk IVW/LuLu/05.540676 Geachte mevrouw Vlot, In vervolg op onze brief van 1 augustus j.l. (kenmerk IVW/LuLu/05.540566) bericht ik u het volgende: De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft haar advies uitgebracht inzake uw voornemen tot het plaatsen van windturbines ten zuidwesten van de gemeente Houten. Op grond van de door u verschafte gegevens is onderzoek gedaan naar "mogelijke verstoring van elektronische navigatie-, communicatie en landingshulpmiddelen". Deze beoordelingen vinden plaats aan de hand van internationale burgerluchtvaartcriteria. Hierbij deel ik u mede dat de LVNL geen bezwaar heeft tegen bovengenoemde plannen. Zoals reeds eerder besproken dient elke molen voorzien te worden van een rood luchtvaarthindernislicht. De technische eigenschappen van de lichten zoals gemeld in uw brief van 4 juli (kenmerk RB-MIL) aan de heer Kneepkens zijn correct. Daarnaast dienen de windturbines ten behoeve van luchtvarenden als hindernis gepubliceerd te worden in de Luchtvaartgids. Hiervoor verzoek ik u telefonisch contact op te nemen met de heer J. van Rosmalen van mijn dienst. Met vriendelijke groet, DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze, de hoofdinspecteur van de Toezichteenheid Luchthavens en Luchtruim g. J.H. Wilbrink Toezichteenheid Luchthavens en Luchtruim Telefoon 023 566 30 00 Unit Kennis, Advies en Berichtgeving - Toelating en Fax 023 566 30 01 Continuering Luchthavens Internet www.ivw.nl Postbus 575, 2130 AN Hoofddorp Transpart and Water Management Inspectorate Netherlands
Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Mieu > Retouradres Postbus 575 2130 an Hoofdion. Windenergie Rijnkanaal B.V. T.a.v. de heer 3. Bosch Postbus 19020 3001 BA ROTTERDAM Datum Betreft Geachte heer Bosch, 0 7 m\\ 2012 Windpark nabij Houten 7110-00 Naam ontvanger: oz-\ De Inspectie Leefomgeving en Transport (de Inspectie) heeft uw e-mail van 28 februari 2012 ontvangen. In uw e-mail vraagt u om een beoordeling van de voorgenomen plaatsing van een windpark in Houten, op de locatie zoals aangegeven in bijlage I. Het gaat hierbij om windturbines met een tiphoogte van 150 meter. In reactie op uw verzoek kan ik u het volgende meedelen. Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Luchtvaart Saturnusstraat 50 Hoofddorp Postbus 575 2130 AM Hoofddorp www.llent.nl Contactpersoon Ing. H. van den Berg Senior inspecteur T 068 489 00 00 F 070 456 30 01 Henk.van.den.BergeiLenT.nl Ons kenmerk ILT-2012/5125 Uw kenmerk e-matl 28 februari 2012 Bijlage (n) 1 De Inspectie toetst of te realiseren objecten gevolgen hebben voor de veiligheid van de burgerluchtvaart. De plannen worden getoetst aan de hand van internationale burgerluchtvaartcriteria welke zijn opgesteld door de International Civil Aviation Organisation (ICAO). In het ICAO document over luchthavens (Annex 14) zijn de criteria met betrekking tot hoogtebeperkingen rondom luchthavens verwoord. Doel hiervan is het luchtruim rond luchthavens vrij te houden van obstakels om zodoende vliegtuigoperaties van en naar de luchthaven veilig te kunnen uitvoeren. Zo wordt voorkomen dat de omgeving van een luchthaven ongecontroleerd wordt volgebouwd. De door u voorgestelde windturbines met een tiphoogte van 150 meter bevinden zich buiten dergelijke hoogtebeperkingsgebieden. Ondermeer op grond van internationale burgertuchtvaartregelgeving dienen minimaal de volgende objecten van obstakelmarkering en -lichten te worden voorzien: objecten met een hoogte van 150 meter of meer; objecten binnen een afstand van 120 meter tot water- en/of snelwegen met een hoogte van 100 meter of meer; objecten in de nabijheid van luchtvaartterreinen; objecten met een hoogte van 100 meter of meer binnen laagvlieggebieden voor de burgerluchtvaart; objecten met een hoogte van 45 meter of meer ten opzichte van het maaiveld binnen een afstand van 950 m (ruim 0,5NM) tot een SAR route. Pagina 1 van 4
Naar aanleiding van het bovenstaande worden de windturbines als volgt van obstakel lichten voorzien: Voor de daglichtperiode: Op het hoogste vaste punt van de windturbineconstructie een wit flitsend obstakelficht met een gemiddelde lichtintensiteit van 20.000 candela (ICAO Medium Intensity type A; 20-60 flitsen per minuut). Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Luchtvaart Ons kenmerk ILT-2012/5125 Voor de nachtlichtperiode: Op het hoogste vaste punt van de windturbineconstructie een rood, flitsend obstakellicht met een gemiddelde lichtintensiteit van 2.000 candela (ICAO Medium Intensity type B; 20-60 flitsen per minuut). Circa 45-52 meter onder het hoogste vaste punt van de windturbineconstructie rode, vastbrandende obstakellichten met een lage lichtintensiteit van 50 candela. Ik wil u erop wijzen dat het van belang is dat zowel voor de dag- als voor de nachtlichtperiode de juiste obstakellichten worden toegepast, conform de specificaties zoals hierboven vermeld. De Inspectie constateert dat in de praktijk niet altijd de juiste lichten worden aangebracht. De aangebrachte obstakellichten dienen vanuit de lucht rondom zichtbaar te zijn. Dit kan resulteren in het aanbrengen van meerdere lichten per niveau. De lichten mogen naar de grond toe afgeschermd worden. Tevens verzoek ik u de windturbines uit te voeren in een witte kleur. U heeft verzocht aan te geven of de mogelijkheid bestaat alleen de buitenste windturbines van obstakellichten te voorzien. Hier kan ik echter niet mee instemmen. Dit gezien de onderlinge afstand tussen de windturbines. Daarnaast verzoekt u aan te geven of het mogelijk is de obstakellichten op de ondersteunende mast achterwege te laten. In reactie hierop kan ik aangeven dat wanneer een object wordt voorzien van obstakellichten deze op meerdere niveaus worden aangebracht wanneer het object hoger is dan 45 meter. Dit omdat hierbij de lay-out van het object wordt aangegeven en de stand ten opzichte van de horizon. Dit is wezenlijke informatie voor de vlieger. Het is niet onmogelijk om de obstakellichten op de toren van een windturbine met een tiphoogte van minder dan 150 meter aan te brengen. Gezien de locatie en het feit dat de betreffende windturbines een tiphoogte krijgen van niet meer dan 150 meter kan de Inspectie in deze situatie instemmen met het achterwege laten van de (rode) obstakellichten op de ondersteunende mast van de betreffende windturbines. Daarnaast beoordeelt Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) de invloed van de windturbines op de correcte werking van de ondermeer elektronische navigatie-, communicatie-, en landingshulpmiddelen. Defensie beoordeelt de invloed van de windturbines op de militaire luchtvaartoperaties. LVNL heeft per e-mail van 28 februari 2012 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de realisatie van de genoemde windturbines. Van Defensie heb ik tot nog toe geen reactie ontvangen. Wanneer ik de reactie van Defensie ontvang zal ik u hiervan in kennis stellen. Pagina 2 van 4
I Tenslotte wil ik u erop wijzen dat alle objecten met een hoogte van 100 meter of meer aan luchtvarenden moeten worden bekend gesteld. Daarvoor verzoek u tijdens de realisatie van de genoemde windturbines het formulier Melding Luchtvaartobstakels van 100 meter en hoger definitief in te vullen en toe te zenden aan de heer J. van Rosmalen van mijn dienst fobstakelsgdilent.nlv Dit formulier is te downloaden op inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Luchtvaart Ons kenmerk IIT-2012/5125 httd://www.ilent.nl/onderwerpen/transdort/luchtvaart/formulieren luchtvaart. Ik vertrouw erop u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namerfc deze, DE ir\sw CTEUR ILT/LUCHTVAART, ing.*l/vran den berg Senior inspecteur Pagina 3 van 4
BIJLAGE I LOCATIE WINDPARK NABIJ HOUTEN Inspectie Leefomgeving Transport ILT/Luchtvaart Ons kenmerk ILT-2012/5125 Locaties (RD) windturbines Houten: 1: 136810,447327 2:138174,447894 3:137574,448500 Local leschets: 1 i I : s vs. locatie windturbine HO MO I'M Pagina 4 van 4