Verwerkingsvoorschriften. Breedplaatvloeren. Orion Beton BV Enschede

Vergelijkbare documenten
Op de bouwplaats of op de kraan dient het volgende hijsgereedschap beschikbaar te zijn.

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

LEIDINGVERLOOP. leidingverloop (algemeen).doc Pagina 1 van 5

Verwerkingsrichtlijnen Breedplaatvloer BPV

verwerkingsvoorschriften

Algemeen productgegevens Standaard breedte : 2400 mm of 3000 mm : min 500 mm ( langszijde uitgevoerd met een vuilekant Lengte maximaal : 9950 mm

De breedplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw. Uitvoering traditioneel gewapend of voorgespannen gewapend.

Dycore breedplaatvloer

Contactpersonen: ==Projectleider== ==Telefoon== == == ==Werkvoorbereider== ==Telefoon== == == ==Uitvoerder== ==Telefoon== == ==

Richtlijnen leidingen in breedplaatvloeren

5 PRODUCTEN 5.3 SYSTEEMVLOEREN

BEKISTINGSPLAATVLOER. De verdeel- of dwarswapening in de elementen zijn. De bovenwapening, zoals de steunpuntswapening en

verwerkingsvoorschriften

Optimalisatie van ondersteuningsconstructies en breedplaatvloeren

Dycore ribbenvloer. De voordelen van de toepassing van de Dycore ribbenvloer zijn ondermeer:

ribcassettevloeren NIEUW! Vloerhoogte 350 mm Rc-waarde tot 5,0

KANAALPLAATVLOER PRODUCTEN 3 SYSTEEMVLOEREN

Richtlijnen leidingen in breedplaatvloeren. 1. Introductie. 2. Definities

De wanden die verticaal vervoerd worden kunnen zonder hulp middelen worden opgehesen aan de speciaal ingestorte hijsvoorziening.

Instructie over het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

Dycore massieve plaatvloer

Instructie t.b.v. het gebruik van de HIJSMIDDELEN. T.B.V. MONTAGE van de Dycore kanaalplaat, massieve plaat en leidingplaat.

PRODUCT. BROCHURE dehoop-pekso.nl. Combinatievloer. flexibel vloersysteem. uw ruwbouw totaalleverancier

KOMO. Fingo N.V. kwaliteitsverklaring

B e k i s t i n g s p l a a t v l o e r S p a n c o n

MONTAGE EN BEHANDELING

SPANCON. Elementen Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

KNPL 150 KNPL 165 KNPL 200 KNPL 260/265 KNPL 320 KNPL 400. De kanaalplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw.

Handleiding Kopgevelsteigers

KANAALPLAATVLOER Elementen. Vloeren Ondergrondse Infra Funderingen

5.3 COMBINATIEVLOER. Ra veelconstructie. bij de gevel PRODUCTEN SYSTEEMVLOEREN

KOMO. Orion Beton B.V. kwaliteitsverklaring

Overzicht van in Nederland verkrijgbare vloersystemen

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

voor betonconstructies en bekistingen

Alle verwerkingsinstructies

Stappen voor plaatsing:

Holle Wand Massieve Wand SV-vloeren

verwerkingsinstructies

PassePartout. Vloer voor speciale toepassingen

Nummer K86186/02 Vervangt K86186/01. Uitgegeven d.d Geldig tot Pagina 1 van 19. Voorgespannen breedplaatvloer

Alle verwerkingsinstructies

Daar kun je op bouwen!

Uw alles-in-één-hand prefab-partner

verwerkingsvoorschriften

Verwerkingsvoorschriften Dycore Kanaalplaatvloeren en massieve plaatvloeren

Nummer K86115/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Pagina 1 van 16. Gewapende breedplaatvloer

Handleiding Omloopsteiger

Uw totaalleverancier van prefab betonelementen. Daar kun je op bouwen!

Holle Wanden. Vraag een overzicht van ons complete leveringsprogramma!!

Holle Wanden. Vraag een overzicht van ons complete leveringsprogramma!!

Vloerplaten uit gewapend beton

verwerkingsinstructies

Handleiding Vlonderframes

Betonson Prefab B.V. Productielocatie Haatlanderdijk 47 Meridiaan AP Kampen Postbus 167. Tel AD Gouda

Schöck Isokorf type KS

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN

Erkend BB-Aansluitdocument

Afstandsbalk. Gebruiksaanwijzing. klemmen K 120/120/120. Voor Afstandsbalk met een hefvermogen van 10 ton, (lengte 12,60 m)

Nummer K86165/02 Vervangt K86165/01. Uitgegeven d.d Geldig tot Pagina 1 van 12. Gewapende breedplaatvloer

CONTROLEPLAN prefab betonvloeren. Over dit controleplan

DEZE GEBRUIKSAANWIJZING DIENT VOOR AANVANG VAN DE WERKZAAMHEDEN VOLLEDIG GELEZEN EN BEGREPEN TE ZIJN EN BEWAAR DEZE VOOR LATER GEBRUIK

Holle Wanden. Fabiton heeft jarenlange ervaring in waterdichte prefab-betonsystemen

Stappen voor plaatsing:

Kalkzandsteen lateien Kalkzandsteen lateien (belastingtabellen)

attest-met-productcertificaat Nummer K22641/05 Vervangt K22641/04 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8

W i n g p l a a t v l o e r

attest-met-productcertificaat

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN G-SERIE

Orion Beton BV. In kort bestek. Orion Beton, een betrouwbare en flexibele partner

PRODUCTEN LATE I E N/KA N TP LA N K E N/D O R P E LS/A F D E K B A N D E N/ G E V E L B A N D E N / V O R S T R A N D E N

attest-met-productcertificaat Nummer K/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

KOMO. B.V. De Meteoor. attest-met-productcertificaat. Stelcon bedrijfsvloerplaten van constructief beton

KOMO Attest-met-productcertificaat K2392/09

Handleiding Aankleden / storten topwandbekisting

Schöck Isokorb type KS

Installatie instructie voor stalen glijopleggingen met een dubbele gekromde glijoppervlak Type FIP-D. uw bouw onze technologie

CHECKLIST Datum 03/2015

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN MEADOWFLOOR

attest-met-productcertificaat Nummer K75730/02 Vervangt K75730/01 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7

Onderslagbalken. [01] Producttypering. [02] Vormgeving en afmetingen

KANAALPLAATVLOEREN RIBBENVLOEREN COMBINATIEVLOEREN BREEDPLAATVLOEREN (HOLLE)WANDEN KOLOMMEN

Hijsklemmen. Alles wat u moet weten over hijsklemmen. Verticale platenklemmen. Horizontale platenklemmen. Balkenklemmen

Productdatablad. Appartementenvloer

Breedplaten uit gewapend beton

fundamentele verbetering voor grondgebonden woningbouw

Productdatablad. Combinatievloer

Productdatablad. Combinatievloer

Betonlateien voorgespannen

Erkend BB-Aansluitdocument

Productdatablad. Combinatievloer

Erkende BB-Aansluitdocument K95221/01

Schöck Isokorb type QS 10

KS innovatieplaat. Montage adviezen

KANAALPLAATVLOEREN RIBBENVLOEREN COMBINATIEVLOEREN BREEDPLAATVLOEREN WANDEN KOLOMMEN

KOMO. N.V. Oeterbeton. Bouwbesluit Besluit bodemkwaliteit. attest-met-productcertificaat. Gewapende breedplaatvloer

Zwaluwstaart platen. Frank Treuren BV. Februari Voor prijzen en info:

Transcriptie:

Verwerkingsvoorschriften Breedplaatvloeren Orion Beton BV Enschede Pagina 1 van 11

Inhoudsopgave 1 Algemeen 2 Afroep, Transport en Goedkeuring 2.1 Afroep 2.2 Transport 2.3 Goedkeuring 3 Maattoleranties / Afwerking 4 Oplegging 5 Tijdelijke Ondersteuning 6 Hijsen 6.1 Hijsinstructie breedplaatvloeren met hijsogen 6.2 Hijsinstructie breedplaatvloeren zonder hijsogen 7 Leidingen in de vloer 8 Storten Pagina 2 van 11

1 Algemeen In deze verwerkingsvoorschriften zijn alle zaken opgenomen die betrekking hebben op de verwerking zoals genoemd in het KOMO attest, NEN-EN 13369, NEN-EN 13670 en NEN-EN 13747. De vloerelementen worden aangebracht overeenkomstig het legplan dat door of vanwege Orion Beton is verstrekt, waarbij u dient te controleren of u in het bezit bent van de meest recente tekening Alle attesten en overige informatie : http://www.orionbeton.com/kwaliteit/downloads/ 2 Afroep, Transport en Goedkeuring 2.1 Afroep Met u is een project specifieke planning afgesproken waarin is aangegeven wanneer uw goedkeuring uiterlijk bij Orion Beton aanwezig dient te zijn. Na ontvangst van de door u voor productie vrijgegeven tekening en berekening kunnen de benodigde elementen ingepland en geproduceerd worden. De definitieve afroep van de elementen dient tenminste de overeengekomen werkdagen voor levering plaats te vinden. Eventuele verschuivingen of annuleringen van vrachten vindt plaats conform de in de orderbevestiging genoemde afspraken.. 2.2 Transport Handelingen met betrekking tot transport, hijsen en opslag mogen geen aanleiding geven tot beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Houd bij de indeling en uitvoering van het bouwterrein rekening met de grootte en het gewicht van onze opleggercombinaties, zodat een vlotte aanvoer en verwerking van de elementen mogelijk is. De beladingsvolgorde op de auto zal, zoveel als praktisch en transporttechnisch mogelijk is, overeen komen met de aangegeven montagevolgorde en de door ons gemaakte vrachtindeling. Tussenopslag op de bouw wordt ontraden vanwege de extra handelingskosten en de kans op beschadigingen. Zorg, daar waar dit toch noodzakelijk is, voor een vlakke, horizontale en voldoende draagkrachtige ondergrond en stophout van goede kwaliteit, die over de gehele breedte van het element doorlopen. De elementen moeten vrij van de grond worden gestapeld. 2.3 Goedkeuring Inspecteer bij aflevering van de producten of: - geleverd is wat is overeengekomen; - het merk en de wijze van merken juist zijn; - de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport e.d. Reclamaties dienen zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 48 uur na aankomst van de vloerplaten, schriftelijk aan Orion Beton te worden gemeld. 3 Maattoleranties / Afwerking De maattoleranties zijn conform NEN-EN 13369 (NEN 2889), NEN-EN 13670 en NEN-EN 13747 Het afwerkingsniveau is conform klasse A van de NEN6722 Pagina 3 van 11

4 Oplegging De ontwerp-opleglengte is op het legplan aangegeven. De steunpunten ter plaatse van de oplegging van de vloer (indien opgelegd) moeten vlak en strak worden afgewerkt. Indien er aanvullende eisen zijn aan de oplegging inzake ontkoppeling dient deze aanvullende informatie van de ontwerper van de hoofdconstructie te komen. 5 Tijdelijke Ondersteuning De combinatie van plaatdikte, plaatwapening, vloerdikte en tralieliggers in een breedplaat bepalen de tijdelijke ondersteuningsafstand ofwel de afstand van de te plaatsen rijen jukken of baddingen. De baddingen dienen onder de breedplaat haaks op de lengterichting van de tralies geplaatst te worden. De maximale afstand van de tijdelijke ondersteuningen staat vermeld op de indelingstekening. Bij een opleglengte < 50 mm mag het eerste tijdelijke ondersteuning niet verder dan 500 mm uit de wand of balk worden geplaatst. Bij een opleglengte 50 mm mag de aangeven stempelafstand worden aangehouden Orion Beton adviseert de aannemer over de optimale de hart-op-hart afstand van de rijen baddingen per project. Dit is vastgelegd in de orderbevestiging en wordt ook uitgewerkt op de tekeningen. De tijdelijke ondersteuning moeten zodanig gesteld worden dat de elementen een zeeg krijgen. Wij adviseren hiervoor in het midden ca. 1/400 (gewapende breedplaat) resp. 1/700 (voorgespannen breedplaat) van de plaatlengte aan te houden. Bij het bepalen van de maximale jukafstand wordt uitgegaan van een doorgaande tralie over de gehele lengte van de plaat. Indien de tralie wordt onderbroken, bijvoorbeeld vanwege het aanbrengen van leidingen, is de aangegeven jukafstand niet meer te realiseren en dienen er aanvullende maatregelen te worden getroffen in overleg met Orion Beton. Door het weghalen van een deel van de bovendraad en/of de diagonalen van de tralieligger kan deze niet meer fungeren als trek- of drukstang bij het storten van de beton op de breedplaat. Het aanbrengen van een losse wapeningsstaaf voor het herstellen van de bovendraad heeft geen zin. Indien een tralieligger moet worden weggeknipt: - voor het knippen van de tralie altijd extra stempel(s) onder de vloer plaatsen. - de tralie zo minimaal mogelijk wegknippen (maximaal 300 mm) In het algemeen dienen te storten vloeren onderstempeld te worden, zodanig dat het eigen gewicht en stortbelasting van de te vervaardigen vloer door twee of drie onderliggende vloeren gedragen kan worden. Het juiste aantal zal door berekening moeten worden bepaald. Het tijdstip van verwijderen respectievelijk herstempelen wordt bepaald door de sterkte-ontwikkeling van de betonnen druklaag, het aantal verdiepingsvloeren dat boven de beschouwde vloer gestort gaat worden en de cyclus waarin dat plaats zal vinden. Ter voorkoming van overbelasting van stempels en onderliggende vloeren wordt herstempeling toegepast. Dit wordt bereikt door de stempels te laten schrikken door deze te lossen en weer aan te draaien. Hierdoor wordt de onderliggende vloer ontlast van het eigen gewicht van de boven-vloer en kan vervolgens weer bijdragen aan het ondersteunen van de te storten bovenvloer. Bij dit herstempelen van vloeren worden veelal de randstempels nabij de betonwanden verwijderd, omdat de betonwanden in staat zijn deze randbelasting op te nemen. Het moment waarop de vloer voldoende sterkte heeft ontwikkeld om zijn eigen gewicht te dragen wordt bepaald door de sterkte-ontwikkeling van het beton van de betreffende druklaag. Dit dient te geschieden conform NEN 6722 (VBU)/NEN-EN 13670.. Orion Beton doet geen uitspraak over de afmetingen van de baddingen of jukken boven en onder de stempels en ook niet over het aantal stempels per rij. Dit geldt tevens voor het plaatsen, verwijderen en afschoren van de stempels. Dit dient te geschieden conform NEN 6722 (VBU)/NEN-EN 13670. Algemene info: http://breedplaatinfo.nl/documenten/optimalisatie_ondersteuningsconstructies.pdf Pagina 4 van 11

6 Hijsen 6.1 Hijsinstructie breedplaatvloeren met hijsogen 6.1.1 Hijsgereedschap (niet door Orion Beton meegeleverd) Op de bouwplaats of op de kraan dient het volgende hijsgereedschap beschikbaar te zijn. 4-sprong : 6-sprong : Extra inkorthaken nodig voor het inkorten van de middelste lengen (sprongen). 8-sprong: De 8 -sprong kan bestaan uit (van boven af); 2 -sprong met een lengte van 2-4m., SWL > elementgew., in elke haak een doorloopleng, bv. een eindloze hijsband (2st.) van 2-4m., SWL 3-4t. voorzien van D-sluitingen (4st.), in elke sluiting een 2 sprong (4st.) met een Lengte van 2-5m., SWL 2-4t. Zie bijgaande schets. De doorlooplengen zorgen automatisch voor gewichtsverdeling tussen de 4 tweesprongen. Evenaar: Voor platen >8m1 (wordt niet meegeleverd door Orion Beton) 6.1.2 Vanuit de verwerkingsvoorschriften(aanwezig bij de uitvoerder) Handelingen met betrekking tot hijsen, opslag en transport mogen geen aanleiding geven tot beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Indien tussenopslag noodzakelijk is, dienen de elementen vrij van de grond worden gestapeld en gelijkmatig worden onderstopt. Ondergrond dient voldoende draagkrachtig te zijn, eventueel de ondersteuningsoppervlakte vergroten of stapelhoogte verlagen. Ondersteuningspunten dienen zich recht boven elkaar te bevinden (fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade t.g.v. tussenopslag). 6.1.3 Hijsen De vloerelementen mogen uitsluitend gehesen worden aan de hijsogen. Het is NIET toegestaan om te hijsen aan de tralies. De kleinste hoek tussen kabels en element moet tenminste 60 graden bedragen. Alle aanpikpunten dienen gelijkmatig belast te worden. De elementen dienen gelijkmatig en horizontaal te worden gehesen, waarbij gelet moet worden op een goede gewichtsverdeling. Het hijsen, laten zakken en neerleggen dient zonder schokken of stoten plaats te vinden. Tijdens het hijsen dient de aanpikker zich niet op, onder of tussen de elementen te bevinden. Bespreek met de machinist de draairoute en zorg ervoor dat zich hierin geen mensen bevinden. Na het plaatsen van het element en het afkoppelen van de haken, dienen de haken te worden gesloten en begeleid langs de tralieliggers om spontaan inhaken te voorkomen. Bij asymmetrische elementen zijn meestal extra verlengers, of inkorthaken nodig om het element gelijkmatig en horizontaal te hijsen. Geef extra aandacht aan smalle (zwakke) plaatsen in elementen en laat de machinist voorzichtig hijsen. Pagina 5 van 11

Voorbeeld samenstelling 8-sprong: Materieellijst: 1 st. 2- sprong, lengte 3m., SWL 5t. 2 st. eindloze hijsband, lengte 3m., SWL 3t. 4 st. D-sluitingen, SWL 3½ t., voorzien van borgclip. 4 st. 2 sprongen of 8 st. losse lengen, lengte 5m., SWL 2t (per leng). In de kraanhaak de 2-sprong van 3m. lang à SWL 5t. per leng. In elke haak een eindloze hijsband van 3m. lang à SWL 3t. halverwege ingehaakt, lengte is dan ca. 1,5m. Beide losse uiteinden van elke hijsband voorzien van een D-sluiting, hierin een 2-sprong aanbrengen van 5m. lang à SWL 2t per leng. Pagina 6 van 11

6.2 Hijsinstructie breedplaatvloeren zonder hijsogen 6.2.1 Hijsgereedschap (niet door Orion Beton meegeleverd) Op de bouwplaats of op de kraan dient het volgende hijsgereedschap beschikbaar te zijn. 4-sprong : 6-sprong : Extra inkorthaken nodig voor het inkorten van de middelste lengen (sprongen). 8-sprong: De 8 -sprong kan bestaan uit (van boven af); 2 -sprong met een lengte van 2-4m., SWL > elementgew., in elke haak een doorloopleng, bv. een eindloze hijsband (2st.) van 2-4m., SWL 3-4t. voorzien van D-sluitingen (4st.), in elke sluiting een 2 sprong (4st.) met een Lengte van 2-5m., SWL 2-4t. Zie bijgaande schets. De doorlooplengen zorgen automatisch voor gewichtsverdeling tussen de 4 tweesprongen. 6.2.2 Vanuit de verwerkingsvoorschriften(aanwezig bij de uitvoerder) Handelingen met betrekking tot hijsen, opslag en transport mogen geen aanleiding geven tot beschadiging en/of scheurvorming van de vloerelementen. Indien tussenopslag noodzakelijk is, dienen de elementen vrij van de grond worden gestapeld en gelijkmatig worden onderstopt. Ondergrond dient voldoende draagkrachtig te zijn, eventueel de ondersteuningsoppervlakte vergroten of stapelhoogte verlagen. Ondersteuningspunten dienen zich recht boven elkaar te bevinden (fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade t.g.v. tussenopslag). 6.2.3 Hijsen De vloerelementen mogen uitsluitend gehesen worden in de hoek tussen een opgaande en neergaande diagonaal van de tralieliggers. Aanpikpunten moeten zich bevinden aan buitenste tralieligger en tussen 1 en 1,25m. van einde plaatlengte. De aanpikker dient hier nadrukkelijk op te worden gewezen. De kleinste hoek tussen kabels en element moet tenminste 60 graden bedragen. Alle aanpikpunten dienen gelijkmatig belast te worden, eventueel een aanpikpunt één hoekpunt verplaatsen om de benodigde lengte aan te passen. De elementen dienen gelijkmatig en horizontaal te worden gehesen, waarbij gelet moet worden op een goede gewichtsverdeling. Het hijsen, laten zakken en neerleggen dient zonder schokken of stoten plaats te vinden. Tijdens het hijsen dient de aanpikker zich niet op, onder of tussen de elementen te bevinden. Bespreek met de machinist de draairoute en zorg ervoor dat zich hierin geen mensen bevinden. Na het plaatsen van het element en het afkoppelen van de haken, dienen de haken te worden gesloten en begeleid langs de tralieliggers om spontaan inhaken te voorkomen. Bij asymmetrische elementen zijn meestal extra verlengers, of inkorthaken nodig om het element gelijkmatig en horizontaal te hijsen. Geef extra aandacht aan smalle (zwakke) plaatsen in elementen en laat de machinist voorzichtig hijsen. Pagina 7 van 11

Voorbeeld samenstelling 8-sprong: Materieellijst: 1 st. 2- sprong, lengte 3m., SWL 5t. 2 st. eindloze hijsband, lengte 3m., SWL 3t. 4 st. D-sluitingen, SWL 3½ t., voorzien van borgclip. 4 st. 2 sprongen of 8 st. losse lengen, lengte 5m., SWL 2t (per leng). In de kraanhaak de 2-sprong van 3m. lang à SWL 5t. per leng. In elke haak een eindloze hijsband van 3m. lang à SWL 3t. halverwege ingehaakt, lengte is dan ca. 1,5m. Beide losse uiteinden van elke hijsband voorzien van een D-sluiting, hierin een 2-sprong aanbrengen van 5m. lang à SWL 2t per leng. Aanpikpunt tralieligger Goed Fout Pagina 8 van 11

Enkele voorbeelden van asymmetrische platen met de aanpikpunten ( bovenaanzicht ) Pagina 9 van 11

6.2.4 Bepaling aantal hijspunten bij verschillende schildiktes en lengtes Het aantal hijspunten wordt bepaald met de onderstaande uitgangspunten/randvoorwaarden: Schildikte : maximaal toelaatbare dekking : 50mm 15mm 60mm 25mm 70mm 30mm 80mm 40mm 90mm 45mm Hijspunten worden gelijkmatig belast. Plaatbreedte 2.400mm : Plaatdikte Lengte 4,0 5,0 6,0 7,0 7,5 8,0 9,0 10,0 11,0 12,0 m m m m m m m m m m 50 mm 120 kg/m2 4 4 4 4 4 4 4 6 6 6 60 mm 144 kg/m2 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 70 mm 168 kg/m2 4 4 4 6 6 6 6 6 8 8 80 mm 192 kg/m2 4 4 4 6 6 6 6 8 8 8 90 mm 216 kg/m2 4 4 6 6 6 6 8 8 ## ## 100 mm 240 kg/m2 4 6 6 6 8 8 8 ## ## ## Plaatbreedte 3.000mm : Plaatdikte Lengte 4,0 5,0 6,0 7,0 7,5 8,0 9,0 10,0 11,0 12,0 m m m m m m m m m m 50 mm 120 kg/m2 4 4 4 4 4 6 6 6 6 8 60 mm 144 kg/m2 4 4 4 6 6 6 6 8 8 8 70 mm 168 kg/m2 4 4 6 6 6 6 8 8 8 ## 80 mm 192 kg/m2 4 6 6 6 8 8 8 8 ## ## 90 mm 216 kg/m2 4 6 6 8 8 8 ## ## ## ## 100 mm 240 kg/m2 6 6 8 8 8 ## ## ## ## ## ##: Bij ## zijn de plaatgewichten zijn dermate hoog dat hijsen op 8 punten niet voldoende is en zijn bedrijfsafhankelijk hijsvoorzieningen (bv hijsankers) noodzakelijk. Pagina 10 van 11

7 Leidingen in de vloer Volgens de geldende Criteria 73 dient de vloerenleverancier in Categorie 4a rekening te houden met alle leidingen die in de vloer aanwezig zijn (taak 7). De opdrachtgever heeft de verplichtinginformatie over alle in te storten leidingen en de sparingen van de installateurs aan Orion Beton te verstrekken. De informatie dient uiterlijk aanwezig te zijn op het moment dat met de berekeningen van de vloeren wordt begonnen en/of op het moment dat er nog een mogelijkheid is tot aanpassing van het leidingverloop. Aan de hand van de aangeleverde leidingverloop wordt door de vloerenleverancier beoordeeld of het geplande leidingverloop mogelijk is. Indien leidingen of het samenstel van leidingen voor constructieve problemen in de vloer zorgen, zal het leidingverloop moeten worden gewijzigd. Uitgangspunt is dat door de leverancier van de vloer geen aanvullende berekeningen moeten worden gemaakt en/of dat geen extra wapening moet worden aangebracht die door berekening moet worden aangetoond. De leidingen in een vloer kunnen de minimale vloerdikte bepalen. Gezien de richtlijnen komt het er op neer, dat de dikte van de breedplaatelementen samen met de maat van de grootste leiding of van de combinatie van elkaar kruisende leidingen en de benodigde dekking boven deze leiding(-en) de minimaal toe te passen vloerdikte bepalen. Dit kan meer zijn dan theoretisch constructief is bepaald. Alle richtlijnen met betrekking tot leiding verloop worden op tekening aangegeven. Al deze informatie is ook te vinden op onze website: http://www.orionbeton.com/media/bestanden/richtlijnen_leidingen_breedplaatvloeren.pdf 8 Storten Het te storten beton moet gelijkmatig worden aangebracht, zodat opeenhoping van de betonmortel wordt voorkomen. Pagina 11 van 11