PROGRAMMA Shalom aleichem Rest Sonnet nr. 43 Taaveti Laul (Psalm 104) Õnnis on inimene Taaveti Laul (Psalm 121) Salve Regina Imal Éném Sareri vrov Aká si mi krásna Túrót eszik a cigány La Dama de Mallorca Magali et se canto Over hill, over dale Eliezer Goldfarb, muziek Gil Aldema, bewerking Ralph Vaughan Williams Jurriaan Andriessen William Shakespeare, tekst Cyrillus Kreek Cyrillus Kreek Cyrillus Kreek Anton B.H. Verheij V. Harootiunian T. Altoonian, bewerking Rineke Marwitz, bewerking Komitas Eugen Suchoñ, muziek Peter Bella-Horal, tekst Zoltán Kodály Baltasar Bibiloni Roger Calmel J.I. Hatton William Shakespeare, tekst
Shalom aleichem (Hebreeuws) Shalom aleichem ma lachei hashalom ma lachei elion. Mimelech malchei hame lachim hakadosh baruch hu. Boachem leshalom mal achei hashalom mal achei elion. Mimelech malchei hamelachim hakadosh baruch hu. Vrede zij u, dienende engelen, boodschappers van de Allerhoogste, van de hoogste Koning der koningen, de Heilige, gezegend zij Hij. Moge uw komst in vrede zijn, engelen van vrede, boodschappers van de Allerhoogste, van de Koning der koningen, de Heilige, gezegend zij Hij. Rest O Earth, lie heavily upon her eyes; Seal her sweet eyes weary of watching, Earth. Lie close around her, leave no room for mirth with its harsh laughter, nor for sound of sighs. She hath no questions, she hath no replies, Hushed in and curtained with a blessed dearth Of all that irked her from her hour of birth; With stillness that is almost Paradise. Darkness more clear than noonday holdeth her, Silence more musical than any song; Even her very heart hath ceased to stir; Until the morning of Eternity her rest shall not begin nor end, But be, and when she wakes she will not think it long. O Aarde, rust zwaar op haar ogen; Verzegel haar lieve ogen, moe van het kijken, Aarde. Leg je dicht om haar heen, laat geen ruimte voor vrolijkheid met zijn harde gelach, noch voor geluid van zuchten. Ze heeft geen vragen, ze heeft geen antwoorden, Gedempt en versluierd door een gezegend gebrek Van al dat haar ergerde sinds haar geboorteuur; Met rust die bijna het paradijs is. Duisternis helderder dan middagzon omvat haar, Stilte muzikaler dan elk lied; Zelfs haar hart heeft opgehouden te kloppen; Tot aan het gloren van de eeuwigheid zal haar rust beginnen noch eindigen, Maar zijn, en als ze ontwaakt denkt ze niet dat hij lang zal duren.
Sonnet nr. 43 (vertaling Willem van der Vegt) When most I wink, then do mine eyes best see, For all the day they view things unrespected; But when I sleep, in dreams they look on thee, And darkly bright are bright in dark directed. Then thou whose shadow shadows doth make bright. How would thy shadows form happy show To the clear day with thy much clearer light? When to unseeing eyes thy shade shines so! How would, I say, mine eyes be blessed made By looking on thee in the living day, When in dead night thy fair imperfect shade Through heavy sleep on sightless eyes doth stay? All days are nights to see till I see thee, And nights bright days when dreams do show thee me. Als ik ze dicht heb, zien mijn ogen veel. Daags gaat heel wat voorbij aan hun gezicht; Maar in mijn droom, waar jij de hoofdrol speelt, Zijn zij het licht dat op jou is gericht. Jouw schaduw doet de schaduwen verdwijnen. Hoe zal jouw schaduwbeeld het beeld bepalen Dat op een lichte dag zo licht zal schijnen? Zelfs met mijn ogen dicht zie ik je stralen! Want hoe, zeg ik, ontvangt mijn oog meer zegen Als het jou zien zal op een heldere dag, Nu ik in donkere nacht jouw beeld, verkregen In diepe slaap, al op mijn netvlies zag? Een dag lijkt nacht tot ik jou aan zie komen. Een nacht wordt dag als ik van jou kan dromen Taaveti Laul (Psalm 104, Estland) Kiida mu hing, Issandat! Kiidetud oled Sina! Issand, mu Jumal, Sa oled suur. Kiidetud oled Sina! Kui suured on Sinu teod, Issand! Sa oled kõik targasti teinud. Au olgu Sulle, Issand, kes Sa kõik oled teinud! Au olgu Isale, Pojale, Pühale Vaimule au, nüüd ja igavest, Aamen. Prijs de Heer, mijn ziel. Loof de Heer! Heer, mijn God, hoe groot bent u. Loof de Heer! Hoe talrijk zijn uw werken, Heer. Alles hebt u met wijsheid gemaakt. Dat de glorie van de Heer duurt tot in eeuwigheid! Glorie aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, nu en tot in eeuwigheid. Amen.
Õnnis on inimene (Estland) Õnnis on inimene, kes ei käi õelate nõu järele. Halleluuja! Sest Issand tunneb õigete teed, aga õelate tee läheb hukka. Teenige Issandat kartusega ja olge rõõmsad värisemisega. Halleluuja! Väga õndsad on kõik, kes Tema, Tema juure kipuvad. Halleluuja! Tõuse üles, Issand, päästa mind, mu Jumal. Halleluuja! Au olgu Isale, Pojale ja Pühale Vaimule, nüüd ja igavest. Aamen. Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen. Halleluja! De Heer beschermt de weg van de rechtvaardigen. De weg van de goddelozen loopt dood. Halleluja! Onderwerp u, toon de Heer uw ontzag, breng hem bevend uw hulde. Halleluja! Gelukkig wie schuilen bij hem. Sta op, Heer, en red mij, God. Halleluja! Glorie aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, nu en tot in eeuwigheid. Amen. Taaveti Laul (Psalm 121, Estland) Päeval ei pea päikene sind vaevama, ega öösel kuu. Ma tõstan oma silmad üles mägede poole, kust minu abi tuleb. Mu abi tuleb Jehoova käest, kes kõik on teinud, kõik taeva, maa on teinud. Jehoova, on kes hoiab sind. Jehoova on su vari, sinu paremal käel. Päeval ei pea päikene sind vaevama, ega öösel kuu. Ma töstan oma silmad üles, üles mägede poole. Overdag kan de zon je niet schaden, noch bij nacht de maan. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. Overdag kan de zon je niet schaden, noch bij nacht de maan. Salve Regina Salve Regina, Mater misericordiae. Vita dulcedo et spes nostra, salve Regina. Ad te clamamus, exsules filii Evae. Ad te suspiramus, gementes et flentes in hac lacrimarum valle. Eia, ergo advocata nostra, illos tuos misericordes oculos ad nos converte. Et Jesum, benedictum fructum ventris tui, nobis post hoc exilium ostende. O clemens, O pia, O dulcis Virgo Maria! U groeten wij, Maria, koningin en moeder vol goedheid. Bij u vinden wij het leven, de vreugde en de hoop. Wij roepen u aan op onze pelgrimstocht. Wees de lijdende mensheid nabij. Gedenk ons, zie barmhartig op ons neer en leid ons door het leven naar Jezus, uw Zoon. Moeder vol goedheid en liefde, heilige maagd Maria.
Imal Éném (Armenië) Mi yar oonem havi djood a, good ge tarlém gooka gooda, akh inch éném Imal éném yarbezdig a shevarél yém. Kézi mérném khatoon gésoor dzedzgér palit kheradem door, té bid bargér komshi mesoor, inchoo tsér doon péréts izoor. Wat zal ik doen? Ik heb een geliefde, hij is als een kip. Ik gooi graan naar hem, hij komt en eet. Wat zal ik doen? Mijn geliefde is klein, ik ben verward. Mag ik bidden, schoonmoeder, Sla je zoon en maak hem groter wanneer hij in de koestal slaapt. Waarom heeft hij mij bij u in huis gebracht? Sareri vrov (Armenië) Sareri vrov gitjats jaa r, arovof arofov jaries karofov. Saajpbievùbov gùnaats jaa r, abotov abotov jaries kabotov. Iemjaarù chuook gùnaats jaa r, monaatsier mùnatsier zietsjor gùnaatsier. Hij is over de bergen gegaan, over de korenvelden. Ik mis mijn geliefde. Ik ben verdrietig omdat hij zonder iets te zeggen is weggegaan. Hij is soldaat geworden. Er zingt geen nachtegaal en ik heb geen nieuws ontvangen. Hij is uit mijn handen geglipt. Aká si mi krásna (Slowakije) Aká si mi krásna, aká si mi krásna, ty rodná zem moja, ty rodná zem moja! Krásne i tie hory, krasne i tie hory, kol teba čo stoja, stoja, stoja. Krásne i to nebo nad tými horami: žehnám ťa, vítam ťa vďačnými slzami. Wat ben je mooi, mijn geboorteland. Mooi zijn de bergen die je omgeven. Mooi is de hemel boven de bergen. Ik zegen je en verwelkom je met mijn dankbare tranen!
Túrót ëszik a cigány (Hongarije) Túrót ëszik a cigány, duba. Veszekëdik azután, lëba, Még azt mondja pofon vág, duba. Vágja biz a nagyapját, lëba. Csipkefa bimbója Kihajlott az útra. Rida, rida, bom, bom, bom. Arra mënt Jánoska, szakajt ëgyet róla. Rida, rida, bom, bom, bom. De zigeuner eet vette kwark, trala. Daarna maakt hij ruzie, lala. Ze zeggen zelfs dat hij een oorvijg geeft, trala. Laat hij liever zijn opa slaan, lala. De knoppen van de wilde rozenstruik zijn helemaal tot de weg gegroeid. Rida, rida, bom, bom, bom. Daar liep Jantje net voorbij, hij plukte er eentje af. Rida, rida, bom, bom, bom. La Dama de Mallorca (Majorca) A Mallorca hi ha una dama que és hermosa com el sol. Té la cabellera rossa i llarga fins els talons. Sa mare la pentinava amb una pinteta dór. Valgam Déu Aina Maria, robadora del meu cor! In Majorca is een dame die zo mooi is als de zon. Ze heeft lang blond haar tot op haar hielen. Haar moeder kamt het met een gouden kam. Prijs God de ziel van Maria, dievegge van mijn hart. Sa padrina els hi lligava amb un floc de set colors. Son germà la se mirava amb los seus uis robadors. Si no fós seu ma germana, jo me casaria amb vós. Valgam Déu Aina Maria, robadora del meu cor! Haar peetmoeder bindt het met een strik van zeven kleuren. Haar broer bekijkt haar met zijn dievenogen. Als u mijn zus niet zou zijn, zou ik u trouwen. Prijs God de ziel van Maria, dievegge van mijn hart. Quan a dins l església entrava deixava anar resplandors. Un capellà deia missa i va perdre la lliçó. Qui és aquella guilant dama qui ama tanta d honor. Fia del Rei de Mallorca i néta del d Aragó! Als ze de kerk binnenkomt laat ze alles schitteren. Een priester leest de mis en mist de les. Wie is die gekke dame die zoveel eer krijgt. Dochter van de koning van Majorca en kleindochter van Aragon!
Magali et se canto (Provençe/Languedoc) O Magali, ma tant amado, mete la testo au fenestroun. Presto l aureil a quel aubado, de tambourins e de vióulouns. Lou cel es prèts d estello d or, e l air es calmo. Mai lis estello paliroun quand te veiroun. Se canto, que canto, canto pas per you, canto per ma mio, qu ès alen de you. Hij: O Magali, mijn allerliefste, steek je hoofd eens uit het raam. Luister even naar deze aubade van tambourijnen en violen. Hoog aan de hemel staan gouden sterren, de wind is gaan liggen. Maar de sterren verbleken als ze jou zien. Als hij zingt, dat hij zingt, zingt, maar niet voor mij, zingt voor mijn liefste, die ver weg is van mij. Pas mai que dóu murmur di broundo de toun aubado ièu fai cas! Mai ièu m envau dins la mar bloundo me faire anguielo de roucas. O Magali! se tu te fas lou pèis de l oundo, lèu lou pescaire me farai, te pescarai! Se canto, que canto, canto pas per you, canto per ma mio, qu ès alen de you. Zij: Ik trek me van je aubade net zo weinig aan als het geritsel van de takken! Maar ik verdwijn in de blonde zee, als een aal onder een rots. Hij: O Magali, als jij een vis in de golven wordt, Zal ik in een visser veranderen, om je te vangen! Als hij zingt, dat hij zingt, zingt, maar niet voor mij, zingt voor mijn liefste, die ver weg is van mij. Oh! Mai, se tu te fas pescaire ti vertoulet quand jitaras Ièu me farai l aucèu voulaire, m envoularai dins li campas. O, Magali! se tu te fas l ancèu de l aire, Ièu lou cassaire me farai, te casserai. Se canto, que canto, canto pas per you, canto per ma mio, qu ès alen de you. Zij: O, maar als jij je in een visser verandert, En je vervelt, verander ik me in een vogel die vliegt. Ik zal het veld in vluchten. Hij: O, Magali, als jij je in een vogel in de lucht verandert Word ik de jager en ik zal op je jagen. Als hij zingt, dat hij zingt, zingt, maar niet voor mij, zingt voor mijn liefste, die ver weg is van mij.
Over hill, over dale (uit A Midsummer Night s Dream van William Shakespeare) Over hill, over dale, thorough bush, thorough brier, Over park, over pale, thorough flood, thorough fire, I do wander every where, swifter than the moon s sphere; And I serve the fairy queen to dew her orbs upon the green. The cowslips tall her pensioners be; In their gold coats spots you see; Those be rubies, fairy favours, In those freckles live their savours, I must go seek some dewdrops here, And hang a pearl in every cowslip s ear. Over heuvel en vallei, Over bos en beemd en plas, Over parkland, over hei, Dwars door vuur en struikgewas Zwerf ik rond, kleine elf, Vlugger dan het maanlicht zelf, k Breng Tatiana s bloemen trouw Elke ochtend verse dauw. Primula s zijn haar favorieten, Let eens op hun kleed: daar zie je Stipjes als robijnen vonken, Door haar gunst aan hen geschonken. Ik zoek dit veld hier op dauwdruppels door Er hangt een parel in elk primula-oor. Vertaling: Cees Buddingh (1980) Koorleden Sopranen: Alten: Tenoren: Bassen: Lydia Blauw, Ina Frijns, Astrid Meere, Nynke Meerveld, Myra Rutgers. Antoinette Le Coultre, Jennemiek van Gestel, Sakina Groos, Pita van der Koelen, Annet Korenromp, Anke Leroi, Joke Schuurman, Joke Waterman. Pieter-Jan Hegenbart, Sjef Wierink, Allan Zipson, Peter van Zuijlen. Jasper Daams, Willem Prins, Willem Putman, Bert van Wijk.
Paul de Boer Paul de Boer (1959) studeerde piano bij Neville Shäfer en later bij Fania Chapiro aan de Muziek Pedagogische Academie in Hilversum. Hij specialiseerde zich in het werken met zangers als pianist/begeleider en als dirigent. In de jaren '80 dirigeerde hij het vocaal ensemble Daina, later Dutch Baltica geheten. Met zijn amateurkoren Tegenlicht (sinds 1989) en Pur Sang (door hem in 1992 opgericht) treedt hij regelmatig op met hoofdzakelijk hedendaagse programma's. Hij is verbonden aan de Antonius van Paduakerk te Kortenhoef als dirigent, organist en hoofd Werkgroep Liturgie. In juni 2005 vierde hij daar zijn 25-jarig jubileum als koordirigent. Tevens is hij actief als componist van voornamelijk vocale werken. Hij begeleidt regelmatig liederen- en operaconcerten, werkt als coach van beginnende solisten en als repetitor, geeft pianolessen, maakt audio-opnames van klassieke muziek en stimuleert en begeleidt anderen om te componeren. In 2003 werd hij geridderd door de president van Litouwen voor zijn culturele verdiensten voor dit land. In 2006 ontving hij een Nederlandse koninklijke onderscheiding voor zijn bijzondere muzikale verdiensten. Kamerkoor Pur Sang Pur Sang verrast al ruim twintig jaar haar publiek met hedendaagse koormuziek uit vele landen en in vele talen. De zangers slaan zich met flair door de tongbrekende teksten en onverwachte akkoordwendingen. Dirigent Paul de Boer is de gangmaker achter dit Hilversumse ensemble. Onaflatend werkt hij aan de samenklank en spoort hij aan tot steeds betere prestaties. Pur Sang repeteert wekelijks op dinsdagavond in het MCO, Heuvellaan 33 in Hilversum. U bent altijd welkom een avond mee te komen zingen. Als u lid wilt worden volgt een korte stemtest. facebook.com/pursangkamerkoor www.pursangkamerkoor.nl secretariaat@pursangkamerkoor.nl