De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl Contactpersoon Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 7 juli 2008 Onderwerp Reactie Moties AO financiele tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten De Tweede kamer heeft het kabinet verzocht om schriftelijk aan te geven hoe het invulling wil geven aan de moties die op 3 juli jl. zijn aangenomen op het punt van de financiële tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek. Voor de letterlijke tekst van de moties verwijs ik naar de teksten in de bijlage. Parallel aan deze brief ontvangt u een brief van de Staatssecretaris van VWS waarmee op hoofdlijnen en onder voorbehoud inzage wordt gegeven in de afbakeningscriteria die worden gehanteerd bij de nieuwe regeling voor chronisch zieken en gehandicapten, als toegezegd in het AO op 1 juli jl. Reactie op Motie Omtzigt c.s. over ketenuitvoerbaarheidstoets (29 689, nr. 207) Naar aanleiding van de motie Omtzigt c.s., TK 29 689, nr. 207, inzake de wenselijkheid van een integrale ketenuitvoerbaarheidstoets, merk ik mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op, dat het kabinet bereid is een audit uit te laten voeren op de keten van verantwoordelijkheden inzake dit wetsvoorstel. Zoals de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft opgemerkt tijdens het VAO financiële tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten op 3 juli jl, zullen de resultaten van deze audit voor het herfstreces aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarnaast zal het kabinet het wetvoorstel voor een uitvoeringstoets voorleggen aan het CAK. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zal worden ingegaan op de resultaten van deze uitvoeringstoets. Reactie op Motie Omtzigt c.s. over onderzoek naar de normbedragen die mensen in een intramurale AWBZ-instelling nodig hebben voor levensonderhoud (29 689, nr 208) Het zak- en kleedgeld is oorspronkelijk afgeleid van de algemene bijstandsnorm. Bij de bepaling van de hoogte van de zak- en kleedgeldnorm was van belang dat de intramurale bijstandsgerechtigde bepaalde kosten niet maakte. Zo komen de kosten voor voeding en wonen voor rekening van de instelling en kunnen intramurale bijstandsgerechtigden te maken krijgen
met verplichte eigen betalingen aan de instelling (denk aan bewassingskosten) die hoger of lager kunnen zijn dan de hiervoor gebruikelijke uitgaven buiten een instelling. Zoals aangegeven in het AO financiële tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten op 1 juni jl., zal het kabinet in het najaar het onderzoek Scheiden wonen en zorg aan uw Kamer presenteren. Hierin wordt de inkomens- en uitgavenpositie van de intramurale bevolking op dit vlak vergeleken met die van huishoudens in de extramurale situatie. Aan de hand van dit onderzoek kan worden bekeken of het resterende budget (dus exclusief wonen en voeding) voor bijstandsgerechtigden binnen en buiten de instelling vergelijkbaar is en kan met de Kamer het debat worden gevoerd over wat redelijke normen zijn. Reactie op Motie Wiegman c.s. over een overzicht van de koopkrachteffecten voor representatieve groepen chronisch zieken en gehandicapten (29 689, nr 209) Het kabinet zal bij de indiening van het wetsvoorstel een uitgebreid overzicht geven van de inkomenseffecten van de voorgestelde wijzigingen. De inkomenseffecten worden niet alleen toegelicht op basis van representativiteit van het effect maar ook in het licht van de vraag of deze effecten aansluiten bij de doelen die het kabinet zich stelt. In het overzicht zal in het bijzonder aandacht zijn voor de inkomenseffecten van chronisch zieken en gehandicapten, waaronder degenen met aantoonbare meerkosten. Hierin zullen ook de voorbeeldsituaties die het NIBUD heeft doorgerekend een plaats krijgen. Aangegeven zal worden in welke mate deze cijfers overeenkomen met, dan wel afwijken van, de eigen becijferingen, en wat de representativiteit is van de cijfers. Deze vergelijking zal na overleg met het NIBUD worden opgesteld. Reactie op Motie Tang c.s. over het nemen van nadere maatregelen teneinde de inkomenspositie van de meest kwetsbare mensen te beschermen (29 689, nr 210) Het kabinet is bereid nog nader te kijken naar de inkomensgevolgen van de voorgestelde nieuwe regeling. Zoals ook aangegeven in het AO van 1 juli jl, is hierbij primair uitgangspunt dat in de structurele situatie de vergoedingen die chronisch zieken en gehandicapten ontvangen beter aansluiten bij de gemaakte kosten dan nu het geval is. Dit impliceert dat een vergelijkbare vergoeding van kosten wordt gegeven aan verschillende groepen. Verder dient voorkomen te worden dat zoals in de huidige situatie voorkomt - mensen meer dan 100% van hun uitgaven krijgen gecompenseerd. Naar zijn aard wegen inkomenseffecten wel mee bij het oordeel over de gewenste structurele situatie, maar staan zij niet centraal. Het kabinet zal nagaan of in de overgang naar de beoogde nieuwe structurele situatie nadere maatregelen noodzakelijk zijn om de meest drastische inkomenseffecten van jaar op jaar te beperken, bijvoorbeeld via differentiatie van de korting voor intramurale eigen bijdrage 2
AWBZ tussen 65-minners en 65-plussers en mogelijk ook door een geleidelijker afbouw van de vermenigvuldigingsfactor voor 65-minners. Het geheel zal worden bezien bij de discussie over het generieke koopkrachtbeeld in augustus. Ik hoop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (J.P.H. Donner) 3
Bijlage: Teksten aangenomen moties VAO 3 juli 2008 Motie Omtzigt c.s. over ketenuitvoerbaarheidstoets (29 689, nr. 207) constaterend dat de invoering en uitbetaling van een nieuw forfait voor chronisch zieken en gehandicapten een ingewikkelde operatie is, waarbij zorgverzekeraars, het CAK en andere instanties betrokken zijn; overwegende dat een integrale keten-uitvoerbaarheidstoets wenselijk is, waarbij de hele keten van verantwoordelijkheden (aanlevering gegevens over FKG's, zorggebruik en rekeningnummers, beschikkingen over wie recht heeft op welk forfait, bezwaar en beroepsprocedures en de uiteindelijke uitbetaling) integraal en onafhankelijk beoordeeld wordt; verzoekt de regering de indiening van het wetsvoorstel Wet tegemoetkoming mensen met een beperking vergezeld te doen gaan van een onafhankelijke keten-uitvoerbaarheidstoets, Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Tang, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Van der Vlies, Weekers, Koşer Kaya, Thieme, Vendrik, Verdonk en Agema. Motie Omtzigt c.s. over onderzoek naar de normbedragen die mensen in een intramurale AWBZ-instelling nodig hebben voor levensonderhoud (29 689, nr 208) overwegende dat voor mensen in een AWBZ-instelling, die verder geen inkomsten hebben, de zak- en kleedgeldregeling het inkomen voorziet om in de noodzakelijk kosten van levensonderhoud te voorzien, inclusief bijvoorbeeld de verplichte bijdrage in de instelling; verzoekt de regering onderzoek te doen naar de normbedragen die mensen in een intramurale AWBZ-instelling nodig hebben voor hun levensonderhoud en die bedragen zo nodig te herijken, rekening houdend met de specifieke behoeften, noodzakelijk uitgaven en beperkingen van deze groep; en de Kamer voor het eind van 2008 te berichten over de uitkomst van het onderzoek, Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Tang, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Van der Vlies, Weekers, Koşer Kaya, Thieme, Vendrik, Verdonk, Agema en Leijten. 4
Motie Wiegman c.s. over een overzicht van de koopkrachteffecten voor representatieve groepen chronisch zieken en gehandicapten (29 689, nr 209) constaterend dat de regering in overleg met het Nibud zal aangeven waarop de verschillende inschattingen van de koopkrachtgevolgen van de voorgenomen nieuwe regelingen ter vervanging van de BU en de TBU gebaseerd zijn; constaterend dat de regering in het debat aangegeven heeft, het voorstel verder te verfijnen en het voor Prinsjesdag in te dienen bij de Kamer; verzoekt de regering samen met het Nibud bij indiening van het wetsvoorstel Wet tegemoetkoming mensen met een beperking, een overzicht te geven van de koopkrachteffecten voor representatieve groepen chronisch zieken en gehandicapten, die met aantoonbare meerkosten geconfronteerd worden, Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Omtzigt, Tang, Van der Vlies, Weekers, Koşer Kaya, Thieme, Vendrik en Agema. Motie Tang c.s. over het nemen van nadere maatregelen teneinde de inkomenspositie van de meest kwetsbare mensen te beschermen (29 689, nr 210) constaterende dat de nieuwe compensatieregeling voor chronisch zieken en gehandicapten voor veel mensen een inkomensvoordeel zal opleveren maar er ook mensen zijn met een inkomensnadeel; constaterende dat met name mensen die jonger zijn dan 65 jaar met (intra- en extramurale) AWBZ- of Wmo-zorg gebruik maken van de huidige buitengewone uitgavenregeling onder de nieuwe regeling te maken krijgen met negatieve inkomenseffecten; draagt het kabinet op bij de definitieve uitwerking van het beleid nadere maatregelen te nemen ten einde de inkomenspositie van de meest kwetsbare mensen te beschermen, Deze motie is voorgesteld door de leden Tang, Omtzigt, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Van der Vlies, Weekers, Koşer Kaya, Thieme, Vendrik en Agema. 5