Daar bij de waterkant Recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken

Vergelijkbare documenten
ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

Ik heb het leven op de fiets ontdekt

6 Cumulatieve effecten menselijk gebruik op het ecosysteem van de Westerschelde

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118)

Tijd om aan te pakken! Het omgevingsplan in uitvoering

Atlas vogelconcentraties en vliegbewegingen Delta

Atlas vogelconcentraties en vliegbewegingen Delta

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

Intentieovereenkomst Alliantie Oosterschelde

VAN BELANG STICHTING DE LEVENDE DELTA VOOR ELKE ZEEUW. STICHTING DE LEVENDE DELTA VAN BELANG VOOR ELKE ZEEUW 1

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Plan Tureluur in Servicecentrum Kerkwerve

Dijkverbetering. beleef het mee! Eemshaven-Delfzijl. Combinatie Ommelanderdiek bestaat uit Boskalis Nederland BV en KWS Infra BV

Projectnummer: :0.4

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ontwerplijst zwemwaterlocaties 2016 in de provincie Zeeland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG

Aanleiding en uitgangspunt

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan:

Bijlage(n) Nummer. Project DIJKBEKL

Zeeweringen. In het project Zeeweringen werken Rijkswaterstaat, Werken aan de dijk: voor uw veiligheid. Informatiekrant 2003.

routes Mooie natuur Nationale Parken Makkelijk fietsen via knooppunten NATIONALE PARKEN afstanden tussen 25 en 55 km FIETS LANGS EN DOOR 12

Stranden Ameland = recreatie en natuur

Fietsknooppuntensysteem 2.0. Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem

Projectnummer: Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk:, PZDB-V-' Peter Meininger

Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015

Buitendijks recreëren ter hoogte van St. Pieterspolder, gemeente Reimerswaal

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan:

MOO-locaties. Noordzee Noordzee Noordzee. Waddenzee Texel 't Horntje Rijnmond Oostvoornse meer Westvoorne Lok-nr Lokatie X Y

onderwerp : zienswijzen planbeschrijvingen Hoedekenskerkepolder en Oost Inkelenpolder

Deltagebied. Rijksdienst voor de ljsselmeerpolders Ministerie van Verkeer en Waterstaat COMPARTINENTERINGSDMIMEN. G.J. Rook. door

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Waterdunen. Nota Ruimte budget 18 miljoen euro. Planoppervlak 350 hectare

Voortgangsrapportage Natuurcompensatieprogramma Westerschelde aan de Europese Commissie

Schouwen-Duiveland. Lijn 132 Zierikzee - Goes Lijn 132 rijdt in de middagspits nog 4x per uur.

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie

De Groene Peiler Nationaal Park Hollandse Duinen

Wandelroute Levensstrijd: langs water en land, Zeeland

_)~, BirdLife' Goes, 4 november 2002 NOV, Ons kenmerk: 02-Br2-15/RJ. Geacht bestuur, ad 1. Procedurele

~'p-t,qo aj '2. Geachte heer, mevrouw,

renm/pvs/07ink Onderwerp Recreatieve functie dijktrajecten Kisters of Suzanna's Inlaag en Schelphoek Oost

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder. definitief besluit Nb-wet 1998


Nationaal Landschap deelgebied Zak van Zuid-Beveland. Voortgangsrapportage. (19 november 2008)

Projectnummer: B Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk: :A PZDB-M Kopieën aan:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu;

Checklist.

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

HOOFDSTUK TITEL. Herontwikkeling plas Caron. Versterking van natuur en recreatie door zandwinning en verondieping

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

SAMENVATTING SAMENVATTING

Interim-beleid jachthavenontwikkeling Zeeland. 6 januari 2009

Nationaal Park Oosterschelde

Postcode Startjaar Startkwartaal Netbeheerder Provincie Gemeente / Plaats 4301 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4302 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4303 Enduris

~o\- S~ 23 Middelburg, 22 dec~~~ '::_ Jl.-.._j ONTVANGEN 2 2 DEC. 2011

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Veldonderzoek effect anti-hagelkanon op vogels Westerschelde

Nr. RMW-539. Agenda nr. Nr /51 Middelburg, 13 januari Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Middelburg, 6 januari 2009

Voordelta Een bijzondere zee

Zuid-Beveland Wandelen, Nederland

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

~ft~-,-,'...;' "-, ---~---.,.

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

GEMEENTE WESTERVELD Project Onderwerp Datum Code

Interessante vogelkijk locaties

Onderzoeken oeververbinding Ochten - Veerdam Druten. onderzoeken mogelijkheid Uitkijkpunt, versterken relatie Dijk - Waal

Achterbanraadpleging Natuurbeleving

Nationaal Park Oosterschelde

Uw kenmerk - Registratienummer -

Ontwerp-wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Convenant Zeeuwse Kustvisie: Samen sterk voor de Zeeuwse Kust

Lijst van Zeevismogelijkheden

4. BELEVING & BEREIKBAARHEID

Notitie. 1 Aanleiding

Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

In de bijlage treft u een brief van de ZMf (Zeeuwse Milieufederatie) en Stichting Het Zeeuwse Landschap.

Kenmerk PZST-R oom Projectleider/directie UAV Bram Rietbergen Directie UAV WZE. Gert-Jan Wijkhuizen Projectsecretaris

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

Paneldiscussie Groene Gemeente 2.0

Korte inhoud. van het provinciaal blad van Zeeland 1992, naar volgorde

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

WATERSCHAP SCHELDESTROMEN INGEKOMEN. 2 h JULI 21M NO: Vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998

Transcriptie:

Daar bij de waterkant Recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken www.zeeland.nl

Daar bij de waterkant Recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland op 20 juli 2010. 1

2

Inhoudsopgave Daar bij de waterkant 1 Inleiding 5 2 De vogels 5 3 De mensen 7 4 Verstoring 7 5 Zonering en afstemming 8 6 Recreatieve fietsroutes op en langs de dijk 8 7 Conclusies en aanbevelingen 10 Kaartbijlagen Kaart 1: Recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken, indicatief streefbeeld Kaart 2: Situatie 1996 Kaart 3: Situatie 2010 Kaart 4: Planning werkzaamheden Project Herstel Zeeweringen 3

4

Daar bij de waterkant Recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken 1. Inleiding Natuur en landschap zijn in Zeeland bepalend voor de kwaliteit van de leefomgeving. De groen-blauwe oase wordt gekenmerkt door rust en ruimte. De kust, de deltawateren, de binnendijkse natuurgebieden en het agrarische cultuurlandschap vormen een aantrekkelijk decor om in te wonen, te werken en te recreëren. Zon, zee en strand zijn voor de toeristen de grootste trekkers. De overige landschappelijke kwaliteiten van Zeeland krijgen minder aandacht of zijn soms zelfs een goed bewaard geheim. Het provinciale beleid is er op gericht om de beleving van natuur en landschap in de volle breedte te versterken. Eind 2006 is de Nota Wandelnetwerk Zeeland vastgesteld, waarna in rap tempo in de verschillende regio s wandelnetwerken worden gerealiseerd over boerenland en door natuurgebieden. Eerder al is op het platteland een systeem van fietsknooppunten ontwikkeld, zoals dat ook elders in Nederland is gebeurd. Eind 2009 is de Nota Toegankelijkheid Zeeuwse Natuurgebieden vastgesteld. Sindsdien wordt er gewerkt aan de verdere vergroting van de toegankelijkheid van natuurgebieden, o.a. door het aanleggen van allerlei voorzieningen. In deze nota is de categorie zeedijken buiten beschouwing gelaten. Tot enkele jaren terug waren deze slecht toegankelijk. Via het Project Herstel Zeeweringen worden sinds een aantal jaren de dijken grondig aangepakt. Op het buitentalud worden onderhoudswegen aangelegd, die in principe als fietspad kunnen dienen. Dit biedt nieuwe kansen voor het ontwikkelen van aantrekkelijke recreatieve fietsroutes langs de Ooster- en Westerschelde. Bij het stimuleren van het recreatieve medegebruik van natuurgebieden dient er rekening gehouden te worden met kwetsbare natuurwaarden. Daarbij is het binnen de randvoorwaarden van wet- en regelgeving steeds zoeken naar een optimale combinatie van bescherming en beleving. Bij de zeedijken gaat het vooral om het behoud van de rust voor de vogels op een aantal kwetsbare locaties. De enorme vogelrijkdom van de Deltawateren is een belangrijke reden voor de aanwijzing als Natura 2000-gebied. Door Rijkswaterstaat wordt momenteel hiervoor een beheerplan opgesteld. Via vergunningen op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 worden de natuurwaarden wettelijk beschermd tegen significante aantastingen. De aanwijzing als Natura 2000-gebied is een Europees keurmerk voor de enorme ecologische kwaliteit en vormt de basis van de wettelijke bescherming. Er is dus veel moois aanwezig om van te genieten, maar dit moet wel met verstand gebeuren. De laatste jaren krijgen de Deltawateren steeds meer aandacht. Door de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta is een uitvoeringsprogramma opgesteld, waaruit blijkt dat er grote opgaven liggen in het Deltagebied. Om hierbij succes te hebben is de betrokkenheid van het publiek van belang. De waardering voor natuur en landschap kan hierbij een grote rol spelen. Steeds meer mensen willen in en langs het water actief zijn: varen, duiken, vissen, wandelen en fietsen. Er komen extra recreatievoorzieningen, juist omdat de natuur van de Delta zo gewaardeerd wordt. En dit zal alleen maar sterker worden, naarmate er meer natuur wordt aangelegd, zoals Plan Tureluur. Het is daarbij bestuurlijk de opgave om een goed evenwicht te vinden tussen de positieve beleving van de (nieuwe) natuurgebieden en de bescherming van de natuurwaarden (Natura 2000). In de Oosterschelde is hiermee al wat meer ervaring opgedaan: er is in 1990 een zonering ingesteld voor de toegankelijkheid van de buitendijkse gebieden (varen, betreden, spitten). Via het Nationaal Park is er veel aandacht voor educatie en natuurbeleving. Vanaf de Oosterscheldekering, de Zeelandbrug en een aanzienlijke lengte aan buitendijks fietspad is het gebied direct zichtbaar en ervaart men het Zeeland-gevoel. Bij de Westerschelde ligt dit anders. Na het verdwijnen van de veerboten is het gebied voor veel mensen tamelijk onzichtbaar geworden. Daarnaast heeft de moeizame discussie rond ontpolderen de natuur van de Westerschelde opgezadeld met een negatief imago. Via het Project Herstel Zeeweringen worden de dijken veel beter toegankelijk, wat kansen biedt voor het ontwikkelen van aantrekkelijke fietsroutes op en langs de dijk. Onbeperkte ruimte voor extra recreatie kan echter leiden tot verstoring van kwetsbare waarden en daarmee tot een spanning tussen de bescherming en de beleving van de natuur. Zonder totaaloverzicht dreigt een situatie, waarbij per locatie een belangenstrijd wordt uitgevochten en er veel verliezers zijn. Beter is het om uit te gaan van het benutten van de kansen in plaats van het benadrukken van de beperkingen. Dit kan leiden tot afwisselende, aantrekkelijke recreatieve fietsroutes, die recht doen aan het belang van natuur èn recreatie. In deze notitie wordt gezocht naar mogelijkheden om op en langs de zeedijken aantrekkelijke recreatieve fietsroutes te ontwikkelen als bijdrage aan de beleving van de Deltawateren. Als inspiratiebron daarbij dient een vergelijkbaar project in Groningen Kiek over diek, waar met geld uit het Waddenfonds een doorgaande kustroute voor fietsers wordt aangelegd. Daarbij wordt, rekening houdend met kwetsbare natuurwaarden, afwisselend buitendijks en binnendijks gefietst en worden binnendijkse bezienswaardigheden zoveel mogelijk in de route opgenomen. Een vergelijkbare aanpak lijkt mogelijk langs de Ooster- en Westerschelde en zal in deze nota verder uitgewerkt worden. 2. De vogels In en langs de Deltawateren komen enorme aantallen vogels voor. De rijkdom aan vogels is een zeer belangrijke reden om 5

Bontbekplevier. deze gebieden aan te wijzen als Natura 2000-gebied (Vogelrichtlijn). De instandhouding van deze natuurwaarden is een belangrijk uitgangspunt bij de wet- en regelgeving en daarmee uitgangspunt van het beleid. Er is sprake van broedvogels in het voorjaar en voorzomer (kustvogels en weidevogels), trekvogels (steltlopers) in najaar en voorjaar en wintergasten (steltlopers, eenden en ganzen). Op en rond de dijk worden drie verschillende zones onderscheiden: de vooroever met diep water, dan wel slik en schor en eventueel strekdammen, de dijk zelf met halverwege het buitentalud de onderhoudweg, en eventuele aangrenzend binnendijkse natuurgebieden (karrenvelden, inlagen, kreekrestanten). Deze gebieden hebben verschillende functies voor de vogels (zie schema). Op het slik foerageren massaal steltlopers. Ook de schorren en de binnendijkse gebieden hebben een foerageerfunctie. Op het hogere schor en in de binnendijkse natuurgebieden Jan Wegener/Foto Natura. broeden de kustvogels (sterns, plevieren, etc.) en de weidevogels (Grutto, Tureluur, Scholekster, etc.). Bij hoogwater rusten de vogels, die met laagwater op het slik foerageren, op het hoogste deel van de het schor, enkele hooggelegen platen, de strekdammen en de zeedijken (hoogwatervluchtplaats, HVP). Dit is specifiek voor de kleinere steltlopers (Zilverplevier, Bonte strandloper, Steenloper, etc.). Daarbij is op de HVP soms sprake van een concentratie van kritische soorten vanuit een groot buitendijks foerageergebied. Beschikbaarheid van goede HVP s op een aantal cruciale locaties is essentieel voor het functioneren van de vogels in Oosterschelde en Westerschelde. De wat minder kritische grotere steltlopers hebben meer alternatieven voor HVP s en overtijen ook massaal in de binnendijkse natuurgebieden of zelf op de akkers (o.a. Wulp, Scholekster). Per situatie moet het belang van de HVP op de dijk bekeken worden, inclusief de mogelijkheden van aangrenzende binnendijkse natuurgebieden om als alternatief te dienen. Functies van gebieden voor vogels (schematisch en zeer globaal): buitendijks gebied zeedijk binnendijks gebied slik schor strekdam foerageergebied +++ + - - + broedgebied - ++ - + +++ HVP - ++ ++ +(+) +++ +++ heel belangrijk + matig belangrijk of locaal van belang ++ belangrijk - onbelangrijk 6

3. De mensen Fietsen op de zeedijken is bijzonder aantrekkelijk. De nieuwe onderhoudwegen liggen aan de buitenzijde, halverwege het dijktalud. Er is een prachtig uitzicht over het water. De fietsers hebben een groot bereik en zullen in principe elke zeedijk, waar fietsen is toegestaan, gebruiken. Zij blijven in principe op het fietspad, er is nauwelijks sprake van betreding van slikken en schorren. Binnendijkse natuurgebieden worden niet verstoord, doordat over het algemeen de kruin van de dijk als afscherming dient. Door de grotere afstand die fietsers afleggen is er sprake van verdunning. Wel is er meer drukte bij de steden, dorpen en campings en langs favoriete routes, zoals het Oosterscheldefietspad langs de zuidkust van Schouwen. Fietsen is vooral een mooi-weer-activiteit en dus meer iets van de zomer en in mindere mate van voor- en najaar. Wandelen heeft een veel minder groot bereik en speelt zich met name af op de zeedijken in de directe nabijheid van steden, dorpen, campings en havens. Daar is het op mooie dagen soms erg druk op de dijk en aanliggende strandjes. Lokaal is er ook sprake van uitwaaiering, waarbij strekdammen, slikken en schorren betreden worden. Ook voor wandelen is de zomer het hoogseizoen, maar een deel van de lokale bevolking wandelt het jaar rond, bijvoorbeeld om de hond uit te laten. Een speciale categorie vormen de sportvissers op o.a. strekdammen. 4. Verstoring De combinatie vogels en mensen levert een aantal situaties op, waarbij er sprake is van verstoring. Per locatie moet in detail gekeken worden naar het recreatieve gebruik en de vogelfuncties om de exacte verstoring te bepalen. Wel kan er een globaal beeld geschetst worden. Buitendijks zijn de slikken erg gevoelig voor betreding, waarbij de vogels, die hier van augustus tot mei massaal foerageren verstoord worden. Op het hogere schor zal betreding leiden tot verstoring van broedende en rustende vogels. Op strekdammen worden in geval van een HVP de overtijende vogels verontrust. 7

Verstoring van vogels per terreintype (schematisch en zeer globaal) wandelen buitendijks gebied wandelen en fietsen op dijk slik schor strekdam foerageren - - (-) broeden - (-) rusten (HVP) - - - - directe verstoring (-) verstoring aanliggend slik en schor (ca. 200 meter) Op de dijken verstoren de fietsers de vogels, die op een beperkt aantal HVP s bij hoogwater rusten. Dit geldt met name voor HVP s van kritische soorten, waarvoor de binnendijkse natuurgebieden nauwelijks of in beperkte mate alternatief bieden. Voor deze soorten kan een bepaalde HVP cruciaal zijn. Af en toe langs fietsen kan daarbij leiden tot een relatief grote verstoring van de op de dijk rustende vogels. Wandelaars, al of niet met hond, verstoren op de dijk nog meer dan fietsers, maar hebben een kleiner bereik. Wandelen en fietsen op de buitenzijde van de dijk zorgen ook voor verstoring van foeragerende en broedende vogels in de vooroever (slik en schor). Per soort varieert de gevoeligheid voor verstoring vanaf de dijk, globaal wordt hiervoor een zone van 200 meter aangehouden. De binnendijkse natuurgebieden worden niet beïnvloed door wandelen en fietsen op het buitentalud van de zeedijk, zolang de afschermende kruin van de dijk niet betreden wordt. 5. Zonering en afstemming Om de belangen van mensen en vogels goed op elkaar af te stemmen biedt zonering van het gebruik de oplossing. Daarbij is er sprake van zonering op twee schaalniveaus: Op grote schaal bezien kent de Delta heel drukke gebieden en relatief rustige zones. Bij grote concentraties aan mensen (steden, dorpen, campings, jachthavens) is het begrijpelijkerwijs op de dijk en aanliggende buitendijks gebied ook druk. Dit betreft o.a. boulevards, wandelpieren, recreatiestrandjes en visplekken. Vanuit een logische ruimtelijke ordening wordt er beleidsmatig rekening gehouden met de recreatieve wensen op deze locaties. De toegankelijkheidsregeling Oosterschelde is hiervan een goed voorbeeld. Op de drukke plaatsen is betreding van dijken en dikwijls ook van het buitendijkse gebied als bestaand gebruik toegestaan. Dit wordt ondersteund door de nodige voorzieningen: parkeerplaatsen, ontsluiting, wandel- en fietspaden, steigers, ed. De fraaie natuurlijke omgeving van de waterkant is vaak aanleiding tot uitbreiding van de binnendijks gelegen verblijfsrecreatie: daar komen de mensen voor. Als tot uitbreiding van de recreatie besloten wordt, zal logischerwijs ook ruimhartig omgegaan moeten worden met de toegankelijkheid. Het is inconsequent om extra recreatieve druk nabij de dijk toe te staan en tegelijkertijd als mitigerende maatregel de toegankelijkheid (extra) te beperken. Handhaving wordt dan een bij voorbaat kansloos sluitstuk van onlogisch ruimtelijk beleid ( dweilen met de kraan open ) en Natura 2000 krijgt de schuld van alles. De contramal van de concentratiegebieden zijn de relatief rustige dijktracés, waar weinig voorzieningen zijn (geen parkeerplaatsen, overgangen, etc.) en binnendijks uitbreiding van de recreatie dus ongewenst is. Hier dient handhaving van de rust voorop te staan. Het buitendijkse gebied (slikken en schorren) is hier in principe niet vrij toegankelijk. Bij het ontwikkelen van recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken dient rekening gehouden te worden met deze grootschalige zonering van recreatiezones en rustgebieden. Op kleine schaal bezien dient er in specifieke situaties een nadere analyse plaats te vinden van het gewenste recreatieve gebruik, de vogelfuncties en mogelijke verstoring. Dit geldt zowel voor de toegankelijkheid van het buitendijkse gebied als ook voor wandelen en fietsen op en langs de zeedijk. De vraag daarbij is, of er in geval van conflicten voor de vogels of voor de mensen alternatieven zijn, zoals uitzichtpunten en vislocaties op interessante plaatsen. Ook is van belang om in te schatten of er voor beide belangen een absoluut of relatief probleem is. Het verlies van een onmisbare HVP met grote aantallen kritische vogels is significant. Evenzo wordt het afsluiten van een traditioneel speelstrandje onacceptabel gevonden. Maatwerk is dan geboden. Daarnaast zijn er nog enkele bijzondere situaties, waar met andere belangen rekening gehouden moet worden: de zeedijken bij DOW en de kerncentrale (veiligheid) en zeedijken, die drukke wegen kruisen (verkeersveiligheid). Om doorlopende fietsroutes te creëren moet hier een alternatieve verbinding gezocht worden. 6. Recreatieve fietsroutes op en langs de dijk Rond de Oosterschelde en Westerschelde worden de komende jaren aantrekkelijke doorgaande recreatieve fietsroutes ontwikkeld, waarbij er via het Project Herstel Zeeweringen sprake is van werk-met-werk maken. Hierbij kan het fietspad afwisselend liggen op de dijk (buitendijks op de onderhoudsweg ) of onderlangs de dijk (binnendijks). Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de buitenzijde met het zicht over het water. Waar dat leidt tot te veel verstoring, wordt er afgewisseld met binnendijks fietsen. Ook kan het aantrekkelijk zijn om aan de binnenkant te fietsen als daardoor bezienswaardigheden of horeca in de route kunnen worden opgenomen, ook als buitendijks fietsen geen probleem is. Bijvoorbeeld: Watersnoodmuseum, uitzichttorens, bezoekerscentra, havenplateaus, cafés en restaurants, binnendijkse natuurgebieden met bijzondere recreatievoorzieningen. 8

Globaal leidt dit per regio tot het volgende programma (zie kaart): * Schouwen: binnendijkse verbinding van Kop van Schouwen en Oosterscheldekering naar Burghsluis. Buitendijks havenplateau Burghsluis en zeedijk Koudekerkse Inlaag met bezoekerscentrum Plompe Toren, binnendijks recreatief fietspad Schelphoek met restaurant, buitendijks havenplateau Schelphoek, binnendijks Vogelboulevard Plan Tureluur met uitzichtpunt Prunjehil en uitzichttoren, buitendijks havenplateau Heerenkeet, buitendijks pad naar Zierikzee tot Havenkanaal. * Duiveland: vanuit Zierikzee grotendeels buitendijks naar Grevelingendam met onderweg (indien gewenst) binnendijks krekengebied Ouwerkerk en Watersnoodmuseum/ caissons, gedeeltelijk binnendijks bij slik en schor van Viane. * St.Philipsland: Philipsdam, binnendijks langs noordkust (Rumoirtschorren) met halverwege buitendijkse panoramaweg, buitendijks langs Willemspolder, binnendijks bij Abraham Wissepolder, verder buitendijks naar dorp en zeedijk Rammegors. * Tholen: binnendijks naar St.Annaland (schor Hollaerepolder), buitendijks langs Kop van Stavenisse, binnendijks langs de Dortsman, buitendijks vanaf St. Maartensdijk langs Pluimpot en Scherpenissepolder (met aan landzijde 3 uitzichtpunten en wandelroute in nieuw natuurgebied), buitendijks via Strijenham langs Schakelooppolder (met uitzichtpunt op nieuw binnendijks natuurgebied) naar Oesterdam. * Noord-Beveland: Oosterscheldekering, buitendijks langs inlagenkust, binnendijks bij Oesterput, buitendijks tot voorbij Zeelandbrug, binnendijks bij Slikken van Kats, buitendijks tot Zandkreek, binnendijks naar Zandkreekdam. * Zuid-Beveland (Oosterscheldedijk): Zandkreekdam, buitendijks langs Zandkreek, binnendijks bij schor Oost- Bevelandpolder, buitendijks via Goesse Sas, Kattendijke en inlagen naar Wemeldinge. Na verbinding via Postbrug en kanaaldijken weer buitendijks naar Yerseke, binnendijks langs Pieterspolder, buitendijks naar Roelshoek, vandaar binnendijks naar Oesterdam (schorren en slikken Rattekaai). * Walcheren: buitendijks van Buitenhaven Vlissingen naar Fort Rammekens. * Zuid-Beveland (Westerscheldedijk): zeedijk Kerncentrale afgesloten vanwege veiligheid, van Borssele buitendijks via Staartse Nol en nieuwe Inlaag 2005 naar Ellewoutsdijk met uitzichtpunt bij Inlaag1887 en Fort Ellewoutsdijk, binnendijks bij Zuidgors (schor), buitendijks bij Everingepolder, binnendijks langs Plaat van Baarland, buitendijks vanaf strandje Scheldeoord langs Hoedekenskerke, binnendijks langs Biezelingse Ham (slik en schor) met onderbreking bij strandje, buitendijks langs Kapellebank naar Hansweert, oude Veerhaven Kruiningen en Den Inkel (seizoensgebonden) naar Waarde, binnendijks bij Schor Waarde, buitendijks via Bath naar Belgische grens. * Zeeuws-Vlaanderen: buitendijks vanaf Havenplateau Breskens langs voorland Nummer Een, inlagen Hoofdplaat en Paulinaschor naar Mosselbanken, binnendijkse verbinding via natuurgebied Braakman (zeedijk DOW afgesloten vanwege veiligheid), buitendijks vanaf Terneuzen via de Griete (vogeltrekpost op dijk bij nieuw natuurgebied Margarethapolder), Hellegat, Ossenisse, Veerhaven Perkpolder naar Baalhoek, vandaar binnendijks tot Kruispolderhaven, buitendijks tot Paal en verder binnendijks langs Saeftinge naar Belgische grens (bezoekerscentrum en vlonderpad bij Emmadorp, uitzichttoren bij Gasdam). De route rond Saeftinge kan opnieuw bezien worden als binnen het project Groot Saeftinge de toegankelijkheid en recreatieve ontsluiting van het hele gebied verder ontwikkeld wordt. 9

Dit geeft het volgende totaalbeeld: Buitendijks (op de dijk) Binnendijks (langs de dijk) Totaal Oosterschelde 135 km 45 km 180 km Westerschelde 95 km 25 km 120 km Totaal 230 km (77 %) 70 km (23 %) 300 km In 1996 was de verdeling: 46 % buitendijks en 54 % binnendijks. 7. Conclusies en aanbevelingen * Er wordt gestreefd naar aantrekkelijke doorgaande recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken. Rekening houdend met kwetsbare natuurwaarden wordt er afwisselend binnendijks en buitendijks gefietst, waarbij zoveel mogelijk bezienswaardigheden in de route worden opgenomen. Hiermee wordt de beleving van de Deltawateren sterk bevorderd ( daar bij de waterkant ). Volgens het streefbeeld liggen de fietsroutes voor 73 % buitendijks en voor 23 % binnendijks. * Bescherming van natuurwaarden, waaronder de diverse vogelfuncties, is formeel uitgangspunt bij het beleid voor de Deltawateren. Recreatieve activiteiten moeten dan ook passen binnen de kaders van de wet- en regelgeving (Natura 2000). * Er dient voor Wester- en Oosterschelde een grootschalige en ruimtelijk logische zonering vastgelegd te worden. Waar veel mensen aanwezig zijn, dienen dijken en (delen van) buitendijkse gebieden zo veel mogelijk toegankelijk te zijn. De rustige gebieden dienen rustig te blijven, d.w.z. soms minder toegankelijk en in principe geen uitbreiding van de binnendijkse recreatie (consequent R.O.-beleid). * Bij fietsen op de dijk (buitendijkse onderhoudsweg) moet locaal rekening gehouden worden met belangrijke HVP s en broedgebieden voor kritische soorten, waarvoor binnendijkse gebieden, strekdammen of een aanliggend hoger schor geen alternatief bieden. Ook worden de kleinere schorgebieden, die dienen als broedgebied èn HVP, zo veel mogelijk ontzien. * Bij spanning tussen natuur en recreatie moet maatwerk gezocht worden. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan extra ruimte voor vogels via binnendijkse natuurontwikkeling, ruimtelijke herschikking van recreatiedruk door de combinatie van saneren en uitbreiden en extra recreatieve voorzieningen (strandjes, parkeerplaatsen, aantrekkelijke binnendijkse fietspaden, etc.) op minder kwetsbare plaatsen. * Van belang is om vooraf de vraag goed in beeld te hebben. Waar is behoefte aan (extra) toegankelijkheid en waar is de discussie irrelevant, omdat er al prachtige voorzieningen zijn (Vb.: Vogelboulevard Prunje)? In overleg met locaal betrokken partijen kunnen de wensen in beeld gebracht worden en wordt gebiedsgericht een meer integrale aanpak mogelijk. * Psychologisch is het van belang om voorzichtig te zijn met veranderingen. Bestaand recreatief gebruik dient, waar mogelijk, gerespecteerd te worden, zeker waar het gaat om lokaal hoog gewaardeerde zaken. Waar iets tot nu toe nooit toegankelijk is geweest is het makkelijker om af te zien van de aanleg van een nieuwe buitendijks fietspad, dan om een tot nu toe toegankelijke dijk af te sluiten. * Inrichtingsmaatregelen dienen een positieve uitstraling te hebben en te passen in het landschap. Begrazing in combinatie met rasters om de schapen binnen te houden is landschappelijk een effectieve en aantrekkelijker manier om rust te creëren. Een ruwe strekdam (zonder pad erop, zoals bij Schor van Waarde) blijft vanzelf rustig, een goed begaanbare strekdam nodigt uit als wandelpier. Zonering van de dijkovergangen kan zorgen voor een vanzelfsprekende afwenteling van de drukte naar plaatsen, die zich goed lenen voor dijkrecreatie. * Op basis van een indicatieve zoneringenkaart wordt getracht om in overleg met de Fietsersbond, Vogelbescherming en gemeenten consensus te bereiken over recreatieve fietsroutes op en langs de zeedijken. Hierbij kan het noodzakelijk zijn om nader onderzoek te doen naar de kwetsbaarheid van de natuurwaarden. Dit gezamenlijke streefbeeld kan vervolgens uitgangspunt zijn bij de formele procedures voor de afzonderlijk Nb-wetvergunningen. * Het streefbeeld kan in de loop van de tijd via het Project Herstel Zeeweringen en het waterschap in fases gerealiseerd worden. * De ontwikkelde fietsroutes op en langs de zeedijken kunnen in overleg met het Routebureau Zeeland opgenomen worden in het Zeeuwse netwerk van fietsknooppunten. 10

Kaart 2: Situatie 1996 11

12 Kaart 3: Situatie 2010

Kaart 4: Planning werkzaamheden Project Herstel Zeeweringen 13

COLOFON Uitgave Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Fotografie Jos de Witte (omslag) Jan Wegener (foto Natura (p. 6) Wim van Wijngaarden (overige) Cartografie Waterschap Zeeuwse Eilanden (kaart 2, 3) Rijkswaterstaat Zeeland (kaart 4) Provincie Zeeland (kaart 1) Prepress/Print Provincie Zeeland, Afdeling Informatievoorziening & Documentatie September 2010