Pesten op school, hoe ga je ermee om? Pestprotocol en stappenplan

Vergelijkbare documenten
Pestbeleid voor obs de Luyster, Sint Philipsland.

PESTPROTOCOL Splitting

Januari Pestprotocol

BELEID. tegen PESTEN

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje

Anti-pest protocol. van. Daltonschool de Fladderiep

Pestprotocol OBS Prinses Marijke

PESTPROTOCOL. Fellenoord

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool.

PESTPROTOCOL DE SCHELP

Pestprotocol Keizer Karel College

Pestprotocol Prakticon

GEDRAGSCODE PESTEN INLEIDING

Pestprotocol de Esdoorn

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

Pestprotocol Bavinckschool

Anti-pestbeleid Adriaan Roland Holstschool

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Juni Inhoudsopgave

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom

Protocollen, regelingen en afspraken

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

Anti-pestprotocol mei 2018

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

Protocol. Pestprotocol

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Pestprotocol BS de Kersenboom

Pestprotocol. De Triangel

Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid.

Pestprotocol van Nehalennia

Pestprotocol. Antoniusschool

Pestprotocol. Montessori Lyceum Groningen

De basisregels rond pesten op de Visser t Hooftschool zijn: Wij pesten niet.

Pesten komt op iedere school voor; ook bij ons! Het is een probleem dat wij onder ogen zien en serieus willen aanpakken. Vandaar dit protocol.

Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen

Respectprotocol SBO Diekmaat (hoofdstuk 6 uit het Veiligheidsplan SBO Diekmaat)

Anti-Pest Protocol. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om?

Pestprotocol Rietslenke.

Pestprotocol basisschool De Vlieger

Pestprotocol Burg. W.A. Storkschool

2. Zowel de school in zijn geheel als iedere leerkracht afzonderlijk probeert pesten te voorkomen.

Sociale veiligheid op school

Pestprotocol Bs. St. Jozef

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T

Pesten op school: hoe gaan wij daarmee om?

BURG. DE RUITERSCHOOL

Toch komen er soms situaties voor waarbij dit niet altijd lukt. Het is van belang dat men dan op de gemaakte regels en afspraken terug kan vallen.

Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen

Pestprotocol op RKBS Titus Brandsma

Pestprotocol Deventerleerschool

Pestprotocol. Basisschool St. Maarten. Halsteren

Pestprotocol. Laatste update: december Vijverlaan VH Krimpen aan den IJssel. T E I

PESTPROTOCOL. Chr. Basisschool Oostergeest. Brinnummer: Laan van Oostergeest GA Warmond

Anti-pestprotocol. Vormen van pesten: Dit zijn voorbeelden van pesten. Er zijn natuurlijk ook nog andere voorbeelden te noemen.

plagen Pest protocol obs Jules Verne 2012 Inleiding.

Alle kinderen zich veilig laten voelen in hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Anti-pest Protocol De Reiger

Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

Pestprotocol. 'Voor ALLE kinderen is school een veilige plek, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.'

Pestprotocol Maria Bernadette

Pestprotocol. maart 2015, Breda De Rotonde VMBO Specifiek VMBO

Het pestprotocol van de PCBO De Diamant

Anti pestprotocol OBS DE BOUWSTEEN

Plagen mag wel, pesten niet. Wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Het is plagen wanneer:

P E S T P R O T O C O L

Pestprotocol obs De Meerwaarde

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

Anti- Pestprotocol. Bijlage 4 van het Sociaal Veiligheidsplan

GEDRAGSPROTOCOL De Bron Soest

Hulp aan het gepeste kind Hulp aan de middengroep Hulp aan de Pester Adviezen aan de leerkracht Adviezen aan ouders. Bijlage : Landelijke organisaties

INFORMATIE OVER HET ANTI-PESTBELEID GGCA Onze school heeft in 1999 het Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten ondertekent.

GEDRAGSPROTOCOL PCB MEESTER LALLEMAN

Pestprotocol SKOALFINNE

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Pestprotocol. cbs Johan Friso te Dordrecht

Accent College REGELING PESTEN

Protocol tegen pesten

Pesten op school Hoe gaan we hiermee om?

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek

Pestprotocol SWS FROUBUURT

Pestprotocol SWS de Wending

Kanjerprogramma de Touwladder.

Pestprotocol OBS IJsselhof

Transcriptie:

Pesten op school, hoe ga je ermee om? Pestprotocol en stappenplan Pestprotocol Oostvaarders College, Almere Schooljaar 2009-2010

Onderwijsprotocol tegen pesten Het protocol tegen pesten beoogt via samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken en daarmee het welzijn en de toekomstverwachting van kinderen daadwerkelijk te verbeteren. De ondertekenaars van dit protocol verklaren het volgende: 1. Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Uit onderzoek blijkt dat één op de zestien leerlingen (circa 55.000) in het voortgezet onderwijs slachtoffer zijn van pestgedrag. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor de slachtoffers als voor de pesters. De omvang en zwaarte van het probleem leiden tot de noodzaak van een aanpak door alle opvoeders van jongeren, in het bijzonder door de ouders en door de leerkrachten. 2. Bestuur en directie dienen, om een passend en afdoend antwoord te vinden op het probleem pesten, uit te gaan van een zo goed mogelijke samenwerking tussen ouders, leerkrachten en leerlingen, gebaseerd op afgesproken beleid dat gericht is op deze samenwerking. 3. Onze school wenst een samenwerking, zoals bedoeld onder 2, ook daadwerkelijk aan te gaan, te stimuleren en levend te houden. 4. De ondertekenaars van dit protocol verbinden zich daarom het volgende te doen: het bewust maken en bewust houden van de leerlingen van het bestaan en het serieus nemen van het probleem; een gerichte voorlichting aan alle ouders van de school; het aanstellen van een vertrouwenspersoon op school; het aanleggen van - voor iedere persoon aan de school verbonden - toegankelijke, goede informatie over het probleem pesten, met als speciaal aandachtspunt informatie voor de leerlingen; het beschikbaar stellen van geld waarmee wordt bekostigd: de scholing van personeelsleden, lesmaterialen, lezingen en andere activiteiten voor ouders en de aanschaf van boeken en andere informatie; samenwerking te zoeken en afspraken te maken met andere scholen in de buurt over de aanpak van het pesten; het beschikbaar stellen van de opgedane ervaring aan andere scholen. 5. De ondertekenaars verklaren zich in principe bereid tot deelname aan een tussentijdse evaluatie door de school binnen drie jaar onder leiding van de zorgcoördinator. 6. Als het protocol is ondertekend, wordt op aanvraag een afschrift beschikbaar gesteld aan ouders van de school. In de schoolgids komt een verwijzing te staan dat het pestprotocol terug te vinden is op de website van school. Bij de teamleiders en in de mediatheek ligt een exemplaar ter inzage voor leerlingen en docenten. Naam en plaats van de school: Getekend namens: Bestuur Directie/personeel Medezeggenschapsraad Ouderraad/oudervereniging Leerlingenraad 2

VOORAF Met de handreikingen uit deze brochure kan de school een beleid ontwikkelen dat aan het pestprobleem een halt toeroept. En wel op zo'n manier dat alle geledingen op één lijn komen en elkaar steunen, want samenwerking is van doorslaggevende betekenis voor een succesvolle aanpak. Die samenwerking wordt nog eens extra bekrachtigd door de ondertekening van het Onderwijsprotocol tegen Pesten. Het verdient daarom aanbeveling het anti-pestbeleid van de school en de ondertekening van het Onderwijsprotocol te integreren in het algemeen beleid van de school en hiervan melding te maken in het schoolplan en de schoolgids zodat iedereen weet waar de school staat en wat er van hem of haar wordt verwacht. Want ouderverenigingen, ouderraden, medezeggenschapsraden, besturen, directies, schoolteams en leerlingen hebben elk hun eigen verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat leerlingen veilig zijn op school en zich optimaal kunnen ontplooien. Door elkaar te steunen en door een veilig schoolklimaat, zullen meer leerlingen met meer plezier naar school gaan dan nu het geval is. BEGRIPPENKADER Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag vind je bij kinderen van alle leeftijden. In alle bevolkingengroepen. Het is belangrijk oog te hebben voor het onderscheid tussen pesten en plagen. Plagen is vaak een incidenteel, onbezonnen en spontaan negatief gedrag. Met andere woorden; het is eerder een onschuldige eenmalige activiteit waarbij humor een rol kan spelen. Het herhaaldelijk en langdurig karakter ontbreekt hier. Het plagen speelt zich af tussen twee (kinderen of groepen) min of meer gelijken. Beide partijen zijn even sterk en er kan niet echt gesproken worden van een slachtoffer en een dader. De plager heeft niet de intentie om de geplaagde te beschadigen. Door zo nu en dan een beetje geplaagd te worden en terug te plagen zal de sociale weerbaarheid van een kind vergroot worden. Het is goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Kinderen met een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, of (ex-)slachtoffers van pesten kunnen vaak niet tegen plagen; zij pikken de signalen van warmte niet, of onvoldoende op. Ruzie maken wordt door kinderen nog wel eens benoemd als pesten. Hoewel een ruzie geen pesten is, kan een niet goed opgeloste ruzie soms wel tot pesten leiden. Een ruzie is een conflict tussen mensen over een bepaalde zaak. Als een ruzie uitgepraat is kunnen de voormalige ruziemakers vaak weer samen door één deur. Bij pestgedrag gaat het niet om een zaak maar om het beschadigen van een persoon. Pesten is (psychisch, fysiek of seksueel) systematisch geweld van een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten, die niet meer in staat is/zijn zichzelf te verdedigen. Pesten kan ook digitaal gebeuren. Wanneer een leerling gepest wordt, betekent dit dat hij continue het slachtoffer is van pesterijen. Wat hij ook doet, het is nooit goed. Het pesten speelt ook niet tussen twee gelijken: de onmacht van het slachtoffer staat tegenover de almacht van de pester. Bij pesten is er een duidelijke slachtofferrol en een daderrol. Pesten is zeer slecht voor de sociaalemotionele ontwikkeling van het slachtoffer. Het slachtoffer kan volledig getraumatiseerd worden. Pesten is trouwens ook slecht voor de pester, want ook hij ontwikkelt een manier van omgaan met andere mensen, die ervoor zorgt, dat hij 400% meer kans heeft om in de criminaliteit te komen. PESTEN KAN EN MAG NIET GETOLEREERD WORDEN! Het pestprobleem draait niet alleen om de pester en het gepeste kind. Op de achtergrond is er een zwijgende groep kinderen bij betrokken. Zij vormen het publiek voor de pester, waaraan hij zijn succes afmeet. Er zijn echter ook kinderen die pesten afkeuren, maar zich er niet mee bemoeien. Verder zijn natuurlijk de ouders in het geding. Zij worden dagelijks geconfronteerd met een emotioneel geknakt kind of krijgen thuis stoere verhalen te horen. En dan is er de leerkracht. Hij heeft de groep -pesters en gepeste kinderen- elke dag in de klas en kan iets doen aan de veiligheid van alle kinderen die aan 3

hem zijn toevertrouwd. Niemand mag de ogen sluiten voor pestgedrag. Ouders, leerkrachten, leerlingen, directies en besturen moeten er samen iets aan doen. Niemand mag aan de kant blijven staan. HET ONTSTAAN VAN PESTEN ALS "GROEPSGEBEUREN" Het omgaan met elkaar in een groep is een normaal verschijnsel. Leuke dingen en zo nu en dan ruzies/conflicten horen daarbij. Een kind traint op deze manier zijn sociale vaardigheden. Zwemmen leer je door te doen, sociale vaardigheden van hoe je met elkaar omgaat, en hoe je problemen oplost, leer je ook door het zelf te doen, met als adviseurs op de achtergrond de ouders, familie, vrienden, andere kinderen en leerkrachten. Kinderen die in een nieuwe groep komen zullen elkaar uitproberen om zo de hiërarchie vast te stellen. Wie is de leider, wie volgt, wie gaat zijn eigen gang, wie is waar goed in, wie is rustig, wie is driftig, wie is leuk en wie is vriendelijk. Nadat men weet, wat men aan elkaar heeft, ontstaat er een zeker evenwicht en rust in de groep, met soms wat strubbelingen. Als een groep uit elkaar gaat, zie je vaak twee reacties. Sommige groepsleden zijn geestelijk al bezig met de groep te verlaten, steken in de groep minder energie, geven aan zin te hebben in de nieuwe groep (school), nog voordat het afscheid daar is. Andere groepsleden proberen de groep bij elkaar te houden, snikken uitvoerig bij het afscheid en beloven elkaar vaak te zien. Het gevaar van pesten, ontstaat vooral in fase 1 als de kinderen elkaar uit proberen. Verder is van belang wie wordt/worden de leider(s) in de klas. In principe behoort de leerkracht de eerste leider in een groep te zijn en structuur (veiligheid), affectie (je mag er zijn) en ruimte te bieden. Daarnaast zal bij de kinderen ook een leidersfiguur opstaan. Als dit kind een goed pakketje waarden en normen bij zich draagt, vriendelijk is, zelfvertrouwen heeft en andere kinderen als maatjes ziet, ook al reageren die misschien anders dan de meeste klasgenoten, dan heeft pesten weinig kans om zich te ontwikkelen. Een gesprek na een pesterijtje, of een conflict over hoe je met elkaar omgaat, kan dan al voldoende zijn. Pesten kan zich (helaas) goed ontwikkelen, als in de beginfase de strijd om de hiërarchie te lang duurt, soms weken, of maanden, of het hele schooljaar. Dit kan onder andere gebeuren, als de leerkracht niet de rol van leider op zich wil of kan nemen, gecombineerd met een strijd om de macht tussen verschillende kinderen, die ook leiderstypen zijn. Er ontstaan dan meer leiders met volgelingen, die zich tegen elkaar gaan afzetten. Om de macht te handhaven, of te behouden worden zondebokken "uitgekozen" en het pesten is dan snel een feit. Pesten kan ook ontstaan en zich voortzetten als de leerkracht in de klas geen evenwicht vindt tussen: structuur, affectie en ruimte. Het-iedereen-mag-er-zijn-gevoel hoort hierbij en werkt preventief met betrekking tot pesten en maakt van de school een goed pedagogisch instituut. HET PESTPROTOCOL HEEFT ALS DOEL Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! 4

WERKWIJZE OVC/BHC 1. Alle schoolgeledingen ondertekenen het protocol tegen pesten. 2. Alle ouders ontvangen op eigen verzoek een kopie van het protocol. 3. Het protocol wordt gepubliceerd op de website en ligt in de mediatheek ter inzage. 4. Het bevoegd gezag zorgt dat de aanbevelingen daadwerkelijk worden uitgevoerd. De concrete uitwerking wordt in het schoolplan en in de schoolgids vastgelegd. Het bevoegd gezag ziet toe op de uitvoering en de naleving van de gemaakte afspraken. VOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN Pesten op school lijkt een ingewikkeld probleem, maar het is eenvoudiger aan te pakken dan men misschien denkt. Daaraan zijn echter wel enkele voorwaarden verbonden: 1. Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: directie, leerkrachten, ouders en leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende middengroep). 2. De school probeert het pestprobleem binnen school te voorkomen. Een preventieve aanpak bestaat onder meer uit de behandeling van het onderwerp met de leerlingen, waarna met hen regels worden vastgesteld. 3. Als pesten desondanks toch optreedt, moeten leerkrachten dat kunnen signaleren en vervolgens 4. duidelijk stelling nemen tegen het pesten en gepaste maatregelen treffen (zie stappenplan). 5. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen, toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak (curatief). 6. Weigert een school of een leerkracht het probleem aan te pakken, gebeurt dit op onjuiste wijze of heeft de aanpak geen resultaat, dan is inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. Deze kan, op verzoek van de ouder(s) van het gepeste kind, een klacht indienen bij de klachtencommissie, die het probleem onderzoekt en het bevoegd gezag adviseert over de te nemen maatregelen. Deze zes bovenstaande voorwaarden vormen de basis om het pestprobleem op school aan te pakken. STAPPENPLAN STAP 1: VOORLICHTING OVER PESTEN Alle vijf betrokken partijen - de pester, het gepeste kind, de rest van de klas (de zwijgende middengroep), de leerkrachten en de ouders - zien pesten als een probleem. Consequenties: Alle personeelsleden van de school worden schriftelijk en indien wenselijk door middel van een voorlichting/ training op de hoogte gebracht van: - het verschil tussen pesten en plagen; - de omvang van pesten tussen leerlingen onderling; - de partijen en psychologische mechanismen, waarvan bij deze vorm van machtsmisbruik sprake is; - de aanpak van het probleem, bestaande uit: hulp aan het gepeste kind, in de vorm van adviezen en (in sommige gevallen) van een sociale vaardigheidstraining; hulp aan de pester, in de vorm van een sociale vaardigheidstraining of een cursus in het omgaan met agressie; 5

hulp aan de zwijgende middengroep, in de vorm van het mobiliseren van deze groep; hulp aan de leerkracht, in de vorm van achtergrondinformatie over het verschijnsel, zoals signalen, oorzaken, gevolgen en concrete (preventieve en curatieve) aanpakmogelijkheden; hulp aan de ouders, in de vorm van achtergrondinformatie en adviezen. Alle ouders worden via een ouderavond op de hoogte gebracht van (een gedeelte van) de achtergrondinformatie, waarna zij adviezen krijgen over hoe te handelen en waar zij gewezen worden op hun verantwoordelijkheden, als blijkt dat hun kind gepest wordt, andere kinderen pest of tot de zwijgende middengroep behoort. Daarnaast worden alle leerlingen, rekening houdend met hun ontwikkelingsniveau en leeftijd, van dezelfde zaken op de hoogte gebracht en gehouden. Kanttekeningen - Een pestproject is niet altijd voldoende om een einde te maken aan het pesten op school. Dit project heeft ook zijn beperkingen. Als pesten eigen is aan mensen, zal een project daar geen einde aan maken. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te stellen. Telkens in andere bewoordingen (buitensluiten, anders-zijn, aanvaarden van verschillen, verhuizen, vriendjes en vriendinnetjes, veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep) en ook met gebruikmaking van verschillende werkvormen (lezen of voorlezen, spreekbeurten, rollenspellen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en/of over de aanpak van ruzies, lesopdrachten, kringgesprekken, groepsopdrachten). - Bij lessen over pesten is het voorbeeld dat de leerkracht geeft van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar aanvaarding van verschillen wordt aangemoedigd, waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar uitgesproken, waar leerlingen gerespecteerd worden in hun eigenheid, waar agressief gedrag van leerlingen en leerkrachten niet wordt geaccepteerd en waar leerkrachten duidelijk stelling nemen tegen dergelijke gedragingen. - Praten leidt dikwijls niet tot gedragsverandering. Dan is het beter leerlingen aan den lijve te laten ervaren wat het is om buitengesloten te worden. Voor de eerste twee klassen voortgezet onderwijs bestaat goed materiaal op dit gebied: namelijk het rollenspel Carmen als zondebok. Daarnaast kan ook een les lichamelijke opvoeding en een kringgesprek of begeleidingsles worden gebruikt om leerlingen zo'n ervaring te geven. STAP 2: PREVENTIEVE AANPAK De school beschikt over een preventieve aanpak. Tijdens de introductieperiode wordt hieraan aandacht besteed door de mentor en/of de leerling-mentor. Eventueel kan hierbij gebruik gemaakt worden van de Kanjertraining. Consequentie De leerkrachten nemen kennis van de preventieve aanpakmogelijkheden, oefenen zich op onderdelen en passen ze toe. STAP 3: SIGNALEREN Als pesten desondanks optreedt, moeten leerkrachten kunnen signaleren. Signaleren kan door meerdere partijen gebeuren zoals ouders, leerlingen, directie, onderwijsondersteunendpersoneel, teamleiders en docenten. 6

Consequentie De leerkrachten nemen kennis van deze signalen en oefenen zich in het signaleren. Als er een pestprobleem wordt gesignaleerd dan zijn de mentor en de teamleider het eerste aanspreekpunt. Zij maken een melding in het leerlingvolgsysteem (LVS) en afhankelijk van de ernst wordt er ook een melding gemaakt aan het zorgteam. STAP 4: DUIDELIJK STELLING NEMEN Als leerkrachten zien dat leerlingen worden gepest, nemen ze duidelijk stelling. Consequentie Om duidelijk stelling te kunnen nemen, is zicht op de omvang van het probleem, kennis van de gevolgen voor het slachtoffer, maar bovenal invoelend vermogen vereist. Alle betrokkenen worden op de hoogte gebracht. STAP 5: DIRECTE (CURATIEVE) AANPAK De school beschikt over een aantal curatieve aanpakken. Consequenties Leerkrachten nemen kennis van de curatieve aanpakmogelijkheden en maken zich deze eigen door ze te oefenen. Mogelijkheden kunnen zijn: (delen) van de Kanjertraining herhalen Carmen als zondebok No blame methode Aanbieden van een sociale vaardigheidstraining Betrekken van de ouders en de middengroep (Zie voor verder lees- en/of lesmateriaal de bijlage). STAP 6: EVALUATIE Na een bepaalde periode volgt een evaluatiemoment waarin wordt gekeken of er een verandering is opgetreden en of het probleem is opgelost. De periode waarover de evaluatie plaatsvindt is afhankelijk van de ernst van het probleem en zal dus per situatie bepaald moeten worden. De uitkomst van de evaluatie wordt aan alle betrokkenen teruggekoppeld. Tevens wordt er een melding in het LVS geplaatst. STAP 7: VERTROUWENSGROEP EN KLACHTENCOMMISSIE Weigert de school of een leerkracht het pestprobleem aan te pakken, doen ze het op onjuiste wijze of leidt de aanpak niet tot het gewenste resultaat, dan wordt de inschakeling van een vertrouwenspersoon noodzakelijk. Deze dient een klacht in bij de klachtencommissie, die het probleem onderzoekt, deskundigen raadpleegt en hierover adviseert aan het bevoegd gezag. De klachtenregeling is te vinden op (en te downloaden via) de sites van OVC en BHC onder de kop ouders / klachtenregeling. Uiteraard beschikt de school ook over een klachtencommissie (staat in de klachtenregeling) en een interne vertrouwenspersoon (staat in 1 van de klachtenregeling). De school is in onderhandeling met de GGD over een externe vertrouwenspersoon. Consequentie De school stelt in samenspraak met alle schoolgeledingen een vertrouwenspersoon en een klachtencommissie in en stelt een klachtenprocedure vast. De klachtenprocedure kan in werking gaan 7

wanneer blijkt dat voorgaande stappen onvoldoende blijken te zijn of wanneer een van de partijen van mening is dat het pestprotocol niet wordt nageleefd. Hieronder volgen een paar voorbeelden van pestsituaties die kunnen voorkomen tussen verschillende personen binnen het onderwijs. Een klacht ingediend door de ouder(s)/verzorger(s) Als een ouder/verzorger een klacht komt indienen, of komt praten over pesten, dient de ouder/verzorger serieus te worden genomen. De volgende stappen om de klacht af te handelen kunnen zijn: 1. Leerkracht hoort de klacht aan en als de ouder/verzorger direct naar de directeur is gestapt, verwijst de directeur de ouder/verzorger eerst naar de mentor. 2. De mentor hoort de ouder/verzorger aan en stelt start- en verduidelijkingsvragen. 3. De mentor gaat op korte termijn praten met het kind van de ouder(s)/verzorger(s) met wie hij/zij gesproken heeft. 4. De mentor gaat een gesprek aan met de pester en/of met de groep. 5. De mentor neemt contact op met de klagende ouder/verzorger en brengt verslag uit. Tevens stelt de mentor de teamleider op de hoogte van de stand van zaken. 6. Indien nodig (bij herhaald pestgedrag) neemt de mentor, of een daartoe aangewezen persoon, contact op met de ouder(s)/verzorger(s) van de pester. De boodschap dient te zijn dat het pesten moet stoppen en dat u van de ouder(s)/verzorger(s) wordt verwacht dat zij daaraan meewerken. 7. De mentor bespreekt met de gepeste en pester hoe het de afgelopen periode ging. Hij laat de kinderen ook zoeken naar positieve zaken. Van te voren wordt onderling afgesproken met welke frequentie de bespreekmomenten plaats vinden. 8. Gedurende een vooraf bepaalde periode belt de mentor met de ouder(s)/verzorger(s) totdat beide partijen van mening zijn dat alles goed gaat. De mentor kan dan afspreken dat er alleen nog gebelt wordt als er opnieuw pestgedrag ontstaat. Ook hier wordt van te voren onderling afgesproken met welke frequentie en in welke vorm de bespreekmomenten plaats vinden. Een klacht ingediend door een leerkracht Een leerkracht kan pestgedrag signaleren en dit willen aanpakken. Wat kan de leerkracht dan bijvoorbeeld doen: 1. Een gesprek aangaan met de pester om na te gaan wat de pester doet pesten. Wel aangeven dat pesten niet mag, maar dat hij de pester wil helpen. 2. Iindien het nodig is omdat het pesten doorgaat het pestgedrag doorgeven aan de mentor/teamleider. 3. Daarna een gesprek aangaan met de ouder(s)/verzorger(s) van de pester en aangeven dat het pesten moet stoppen. 4. Informeren over de mogelijkheden van aanpak. 5. Als het pesten doorgaat kan de school maatregelen nemen zoals schorsen. 8

Een klacht ingediend tegen een pestende leerkracht Indien een leerkracht een kind pest (steeds voor gek zet) moet ook een kind een klacht tegen de leerkracht kunnen indienen. De procedure kan als volgt zijn: 1. Leerling gaat naar de vertrouwenspersoon, teamleider of mentor. 2. Kind en leerkracht gaan samen met de vertrouwenspersoon (of een persoon waarin beide vertrouwen hebben) om de tafel zitten om het probleem uit te praten. De leerling moet zijn gevoel kunnen uiten en de leerkracht dient hierop professioneel te reageren met de bedoeling een veilige leerling leerkracht relatie te herstellen. 3. Na een van tevoren afgesproken periode gaan de partijen om tafel zitten om na te gaan hoe de relatie op dat moment is. 4. Indien de relatie goed is, is daarmee de zaak afgehandeld en anders dient de directie een functioneringsgesprek met de betrokken leerkracht aan te gaan. Ook hier kan worden nagegaan waarom de leerkracht pest (onmacht, macht der gewoonte) en wat er moet gebeuren om het pesten te doen stoppen. 5. Tevens worden de consequenties besproken als het pesten toch weer ontstaat. Een klacht ingediend tegen een pestende leerling ten opzichte van een leerkracht Indien een leerkracht gepest wordt door één of meer leerlingen moet uiteraard ook worden ingegrepen. Sommige directies wachten pas met ingrijpen totdat de leerkracht volkomen overspannen thuis komt te zitten. Ook leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel en uiteraard ook de directie hebben recht op een veilige (dus pestvrije) werkplek. De procedure kan als volgt zijn: 1. Leerkracht meldt het pestprobleem bij de vertrouwenspersoon en directie. 2. In overleg met de leerkracht wordt besloten welke stappen worden ondernomen om de pesters aan te pakken. 3. De pesters krijgen tevens een gesprek waarin uitermate duidelijk wordt gemaakt dat pesten niet wordt getolereerd en wat er gaat gebeuren als er opnieuw wordt gepest. 4. Er moet in school duidelijk gemaakt worden dat pesten niet wordt toegestaan en wat de procedures zijn als er wel wordt gepest. 9