Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Memo beperken inkomenseffecten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1 Kamerstukken II, , 33682, nr. 11. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren.

Koopkracht: een kwestie van tienden

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

INKOMENSEFFECTEN VAN DE ZORGVERZEKERINGSWET EN DE WET OP DE ZORGTOESLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SP alternatief voor de premiestelling ZVW Op verzoek van de SP

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Koopkracht van 65-plussers

betaald eigen risico zorgkosten

CPB Notitie 8 november Een nadere toelichting op de koopkrachteffecten van het Regeerakkoord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel".

Koopkrachtontwikkeling 2006: plussen en minnen

Koopkracht van 65-plussers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Koopkrachtverandering van ouderen

2. Onder vernummering van het achtste tot en met twaalfde lid tot negende tot en met dertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CPB Achtergronddocument 16 augustus Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB. Patrick Koot Marente Vlekke

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 10 december 2007 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Prinsjesdagspecial 2019

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Inkomenseffecten aanpassing zorgtoeslag in 2012 Uitgevoerd op verzoek van de Algemene Rekenkamer

Koopkrachtverandering van ouderen

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koopkrachtverandering van ouderen

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Koopkrachtontwikkeling van werkenden en. gepensioneerden Jasja Bos, Marjan Verberk

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen Bron: ministerie van SZW d.d Rekenregels per 1 januari 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Noorman-den Uyl over de armoedeval.

Rekenregels per 1 januari 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Nieuwsbrief Prinsjesdag 2015 NIEUWSBRIEF. over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Koopkracht van ouderen Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Budgettaire effecten In onderstaand tabel staan de geactualiseerde budgettaire effecten van de uniformering van het loonbegrip.

INBRENG VAN EEN VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

NOTA VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

De koopkrachtontwikkeling van de Thales gepensioneerden.

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Mevrouw de Voorzitter,

Rekenregels per 1 januari 2012

Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Financiën van de Eerste Kamer over de novelle Belastingplan 2016

Koopkracht van 65-plussers

Marginale druk: op het randje van de mogelijkheden

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 32 MOTIE VAN DE LEDEN ZIJLSTRA EN SAMSOM Voorgesteld 13 november 2012 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat er onrust in de samenleving is ontstaan over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel; overwegende dat gezien de financiële opgave waar Nederland voor staat, de grootste bijdrage om de pijn van de noodzakelijke bezuinigingen om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen, het beste gedragen kan worden door de hoogste inkomens en dat dit bewerkstelligd kan worden via aanpassingen van heffingskortingen; verzoekt de regering, af te zien van de invoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie (IAP); verzoekt de regering voorts, de gewenste verkleining tussen hoge en lage inkomens te bewerkstelligen door de algemene heffingskorting en arbeidskorting van lage en middeninkomens te verhogen en vervolgens inkomensafhankelijk af te bouwen en daarbij de parameters zo aan te passen als weergegeven in de bijlage; *) verzoekt de regering verder, voor bestaande en nieuwe hypothecaire leningen vanaf 2014 het maximale aftrektarief in stappen van een half procent per jaar af te bouwen tot 38% en de opbrengst jaarlijks in zijn geheel terug te sluizen in de inkomstenbelasting door een verlenging van de derde schijf; verzoekt de regering ten slotte, 250 miljoen euro vrij te maken uit de begroting voor infrastructuur ten behoeve van de sociale agenda, uit te werken door het kabinet in overleg met de sociale partners, kst-33410-32 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2012 Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 33 410, nr. 32 1

en gaat over tot de orde van de dag. Zijlstra Samsom Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 33 410, nr. 32 2

*) De bijlage is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatie Punt en digitaal beschikbaar gesteld in Parlis Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 33 410, nr. 32 3

111. Werkkostenregeling In het Belastingplan 2013 is een verhoging opgenomen van de forfaitaire ruimte van de werkkostenregeling van 0,1%. Deze verhoging wordt teruggenomen. Dit levert vanaf 2014 een besparing op van structureel 100 mln. 112. Tegemoetkoming ondernemersafdracht BTW Voor ondernemers wordt een uitstelregeling ontworpen, die ruimer is dan het huidige voorstel in het Belastingplan 2013. De grens voor de uitstelregeling wordt opgetrokken van 12.000 euro naar 20.000 euro, dezelfde grens bestaat al voor particulieren. Dit kost 19 mln. eenmalig in 2013. 113. Incidentele lastenruimte 2013 De voor 2013 beschikbare incidentele lastenenveloppe van 649 mln. (verlaging AOF premie) wordt ingezet in het deelakkoord. De bijbehorende incidentele lastenschuif tussen burgers en bedrijven in 2014 van 195 mln. komt hiermee te vervallen. 114. Ongedaan maken technische veronderstelling in basispad (terugsluis vergroening) Deze maatregel dient ter dekking van maatregel 16 (inzet terugsluis vergroening begrotingsakkoord). 115. Zorgpremies en overige lastenmaatregelen De maatregelen in de curatieve zorg leiden tot mutaties in de Zvw-premie. Deze worden teruggesluisd naar burgers en bedrijven, afgezien van 145 mln. ter dekking van het terugdraaien van de eigen bijdrage van de tweedelijns GGZ en de eigen bijdrage van 7,50 euro per verpleegdag in instellingen voor medisch-specialistische zorg. De terugsluis naar bedrijven gaat via de Aof-premie. Als onderdeel van de maatregelen die het beoogde koopkrachtbeeld moeten bewerkstellingen worden, aanvullend op andere maatregelen het belastingtarief eerste schijf met 0,5% verlaagd en de algemene heffingskorting met 160 euro verhoogd. Hiermee wordt de terugsluis van de BTW-verhoging in 2014 en 2015 alsmede de terugsluis van de vergroeningsmaatregel voor burgers anders vorm gegeven. Ook wordt de oploop van de af te schaffen zorgtoeslag in 2015-2017 hiermee teruggegeven aan de burgers. (in mln., -/- is saldoverbeterend) 2014 2015 2016 2017 Tarief 1 e schijf 980 980 980 980 Algemene heffingskorting 62 1660 1790 1972 Effect zorgpremies -66-718 -334 131 Oploop zorgtoeslag na 2014-17 61-466 -1.128 Terugdraaien BTW terugsluis -1280-2560 -2560-2560 begrotingsakkoord Terugdraaien Vergroening (burgers) -250-250 -250-250 begrotingsakkoord Totaal -571-827 -840-855

Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten Door af te zien van de inkomensafhankelijke zorgpremie worden de negatieve koopkrachteffecten beperkt. Nivellering wordt vervolgens bewerkstelligd door de heffingskortingen van lage en middeninkomens te verhogen en die vervolgens inkomensafhankelijk af te bouwen. Daarmee is het RA nog steeds nivellerend maar met minder negatieve uitschieters. De aanpassing is budgettair neutraal ten opzichte van het RA. Aanpassing koopkrachtbeeld De inkomenseffecten worden beperkt door af te zien van inkomensafhankelijke zorgpremie (IAP). De verlaging van de nominale premie gaat niet door en de zorgtoeslag blijft bestaan. Om toch de gewenste herverdeling van hoge naar lage inkomens te bewerkstelligen worden de algemene heffingskorting en de arbeidskorting verhoogd met respectievelijk 75 en 388. Dit wordt gefinancierd door de algemene heffingskorting met 3% af te bouwen op het inkomenstraject tussen 20.935 en 62.941. Ook wordt de arbeidskorting voor de hoogste inkomens afgebouwd tot 0 bij ruim 110.000. Tot slot wordt de opbrengst van het beperken van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente geheel teruggesluisd in verlenging van de derde schijf. Om de inkomenspositie van ouderen met een aanvullend pensioen te verbeteren wordt de lage inkomensafhankelijke bijdrage, die ouderen zelf uit het netto inkomen betalen, niet verhoogd tot het percentage van de hoge inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) zoals in het RA. Tabel 1: parameters RA en Aanpassing in 2017 RA Mutatie Variant Inkomensafhankelijke premie (IAP) 11,46% nvt Zorgtoeslag nvt ja Nominale premie 400 1.104 1.504 Maximumpremiegrens ZVW 74.000 19.929 54.071 Inkomensafhankelijke bijdrage 65+ (IAB laag) 7,60% 1,55% 6,05% Tarief tweede schijf (TTS) 37,95% 4% 42% Tarief derde schijf (TDS) 37,95% 4% 42% Tarief vierde schijf (TVS) 51,64% 0,36% 52% Afbouwpercentage (AHK) nvt 3% Afbouwgrens (AHK) nvt 20.935 Einde afbouw (AHK) 62.941 lengte derde schijf 60.936 2.005 62.941 Arbeidskorting max bedrag 2.342 388 2.730 Arbeidskorting hoge inkomens 1.095 1.095 0 Einde afbouw arbeidskorting 73.967 37.086 111.053

Effecten Aanpassing De effecten (afgerond in kwartprocenten) van de aanpassing wordt gepresenteerd in tabel 2. Leeswijzer bij onderstaande tabel 2: De kolommen 1 en 2 presenteren de koopkracht als gevolg van respectievelijk het basispad MLT en de koopkracht na het regeerakkoord (inclusief Herfst Akkoord). Kolom 3 en 4 laten het partiële effect van de aanpassing zien ten opzichte van respectievelijk het basispad en het regeer akkoord. Kolom 5 presenteert het cumulatieve beeld na verwerking van het regeerakkoord en de aanpassing. Tabel 2: Cumulatieve koopkracht 2013 2017: Aanpassing vergeleken met RA en Basispad 1 2 3 4 5 Actieven: Basispad (MLT) Stand RA Partieel effect tov Basispad (MLT) Partieel effect variant tov RA Nieuwe Stand Alleenverdiener met kinderen modaal 3 ¾ 3 ½ 0 0 3 ½ 2 x modaal 1 ¼ 6 ¼ 3 2 ¼ 4 ¼ Tweeverdieners modaal + ½ x modaal met kinderen ½ 2 ½ 0 2 ½ 2 x modaal + ½ x modaal met kinderen ¼ 3 ¼ 1 ½ 2 ¼ 1 ¼ modaal + modaal zonder kinderen 1 ¾ 2 ¼ ¼ ¼ 2 2 x modaal + modaal zonder kinderen 1 ½ 3 1 ½ 3 0 Alleenstaande minimumloon 1 2 ¼ 4 ½ 3 ½ 5 ¾ modaal 1 ½ 2 ¼ ¼ 1 ¾ 2 x modaal 1 ¼ 5 ¾ 2 ½ 5 1 ¼ Alleenstaande ouder minimumloon ¾ 6 ¾ 8 ½ 2 ¼ 9 ¼ modaal ¼ ¾ ¾ ¼ ¾ Inactieven: Sociale minima paar met kinderen 4 ¼ 3 ¼ 3 2 1 ¼ alleenstaande 4 3 ¾ 2 ½ 2 ½ 1 ½ alleenstaande ouder 3 ½ 5 ¼ ¼ 1 ½ 3 ¾ AOW (alleenstaand) (alleen) AOW 1 0 1 ¼ 2 ¼ 2 ¼ AOW +10000 5 ¼ 6 ¼ ½ ½ 5 ¾ AOW (paar) (alleen) AOW ½ ½ ¼ 1 ¼ ¾ AOW +10000 5 ¾ 3 ¼ ¼ 2 ¼ 5 ¼ Beoordeling aanpassing Het afzien van de nieuwe zorgpremie heeft voor lage inkomens positieve gevolgen. In de jaren 2014 2017 groeit in tegenstelling tot het RA de zorgtoeslag mee met de stijging van de premie. Dit is gunstig voor huishoudens met zorgtoeslag. Lage inkomens hebben bovendien minder last van het afbouwen van de heffingskortingen en profiteren van de hogere heffingskortingen. Zij gaan er dus op vooruit ten opzichte van het RA. Veel tweeverdieners profiteerden juist sterk van de nieuwe zorgpremie en gaan er daardoor minder op vooruit dan in het RA. Dit geldt met name voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen beneden 2 keer modaal. Per saldo is het wegvallen van de IAP voor de meeste hoge inkomens gunstiger dan de afbouw van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting die daar tegenoverstaan. Voor hen is de aanpassing dus een verbetering ten opzichte van het Regeerakkoord.

De verlenging van de derde schijf is gunstig voor inkomens rond twee keer modaal en ongunstig voor inkomens daarboven.

Medianen Figuur 1 laat de invloed van het pakket aan maatregelen zien op de mediane koopkracht. Het betreft de inkomenseffecten (exclusief basispad) gecumuleerd over 2013 2017. Duidelijk is dat de laagste inkomens er op vooruit gaan en dat het negatieve effect van het beleidspakket toeneemt met het inkomen. Figuur 1: Mediane koopkracht beleidspakket (excl. basispad) naar inkomensgroep, gecumuleerd voor 2013 2017 Bron: CPB Notitie Regeer Akkoord

Mediane marginale druk In figuur 2 wordt de mediane marginale druk van werknemers in het RA en na de laatste aanpassing vergeleken met die bij ongewijzigd beleid. RA Bij lage inkomens wordt de lagere marginale druk in het RA veroorzaakt door de verhoging van de arbeidskorting die opbouwt tot het maximum bij WML. Voor inkomens tot 50.000 is de verhoging van de marginale druk in het RA het saldo van het afschaffen van de zorgtoeslag, de lagere belastingtarieven en de introductie van de IAP. De marginale druk in het RA is maximaal bij 70.000. Hier is sprake van een optelsom van het toptarief in de 4 e schijf, de afbouw van de arbeidskorting en premie IAP die doorloopt tot een premiegrens van 74.000. Aanpassing In het nieuwe beeld is de marginale druk hoger dan bij het RA op het traject tussen minimum en 1½ modaal. Dit is te wijten aan het blijven bestaan van de zorgtoeslag en de afbouw van de algemene heffingskorting met 3%. Het wegvallen van IAP biedt onvoldoende verlichting. Bij de middeninkomens is het negatieve effect van de afbouw van de algemene heffingskorting kleiner dan het positieve effect van het wegvallen van de IAP. Inkomens vanaf 70.000 krijgen te maken met de verdere afbouw van de arbeidskorting wat tot een hogere marginale druk leidt. Bij inkomens vanaf ruim 110.000 is de arbeidskorting volledig afgebouwd en daalt de marginale druk weer naar 52%; het tarief 4 e schijf. Figuur 2 Vergelijking marginale druk in Basispad, RA en Aanpassing

Frequentieverdelingen De frequentieverdelingen laten zien welk percentage van de huishoudens te maken krijgt met een bepaalde koopkrachtontwikkeling. De aanpassing leidt tot de volgende ontwikkeling in het aantal huishoudens dat er 5% of meer op achteruit gaat: Voor de gehele bevolking neemt dit af van 17% in RA tot 15%. Bij huishoudens op het sociaal minimum daalt dit van 12% naar 9%. Voor huishoudens met een middeninkomen scoort de aanpassing minder gunstig dan het RA. Zo neemt voor 1x 1,5x modaal het aantal minnen van 5% en meer toe van 19% naar 24%. Hoge inkomens (>3x modaal) hebben duidelijk voordeel van de aanpassing. Het aantal minnen van 5% en meer neemt af met ruim 14% punt (van 31% naar 17%). Regeerakkoord oorspronkelijk Tabel: Koopkrachtontwikkeling 2013 2017, jaargemiddelde, naar kenmerken huishoudens Inkomenshoogte < 2% 2 tot 1% 1 tot ½ % ½ tot 0% 0 tot ½% ½ tot 1% >1% Totaal Minimum 3% 9% 14% 32% 24% 9% 8% 100% Minimum modaal 2% 12% 11% 29% 32% 8% 6% 100% 1x 1,5x modaal 3% 16% 15% 23% 29% 9% 5% 100% 1,5x 2x modaal 3% 12% 13% 18% 32% 18% 4% 100% 2x 3x modaal 5% 15% 17% 31% 25% 4% 3% 100% >3x modaal 5% 26% 40% 18% 5% 2% 4% 100% Actief/inactief Actieven 1% 9% 16% 24% 36% 11% 4% 100% Inactieven 65 4% 11% 15% 42% 18% 4% 7% 100% Inactieven 65+ 6% 23% 15% 23% 19% 7% 8% 100% Kinderen Geen kinderen 3% 13% 13% 26% 29% 10% 6% 100% Wel kinderen 2% 16% 22% 25% 25% 6% 4% 100% Totaal 3% 14% 15% 26% 28% 9% 5% 100% Bron: SZW berekeningen Na aanpassing Tabel: Koopkrachtontwikkeling 2013 2017, jaargemiddelde, naar kenmerken huishoudens Inkomenshoogte < 2% 2 tot 1% 1 tot ½ % ½ tot 0% 0 tot ½% ½ tot 1% >1% Totaal Minimum 2% 7% 11% 22% 32% 16% 10% 100% Minimum modaal 1% 11% 13% 24% 27% 15% 9% 100% 1x 1,5x modaal 3% 21% 14% 22% 28% 9% 4% 100% 1,5x 2x modaal 3% 12% 10% 26% 33% 12% 3% 100% 2x 3x modaal 2% 10% 13% 30% 34% 7% 3% 100% >3x modaal 1% 16% 34% 30% 10% 3% 5% 100% Actief/inactief Actieven 0% 6% 12% 26% 34% 15% 6% 100% Inactieven 65 3% 11% 19% 32% 25% 3% 6% 100% Inactieven 65+ 5% 26% 15% 20% 20% 8% 6% 100% Kinderen Geen kinderen 2% 14% 12% 22% 30% 14% 6% 100% Wel kinderen 1% 12% 20% 32% 25% 5% 5% 100% Totaal 2% 13% 14% 25% 29% 11% 6% 100%

Bron: SZW berekeningen