Berekening zorgtoeslag 2009 De zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering. Hoeveel zorgtoeslag uw klant krijgt, hangt af van: de standaardpremie de normpremie het gezamenlijke toetsingsinkomen van uw klant en de eventuele toeslagpartner Berekening Uw klant heeft recht op zorgtoeslag als de standaardpremie hoger is dan de normpremie. U berekent de zorgtoeslag van uw klant in 5 stappen. Daarbij is stap 4 de situatie als uw klant in Nederland woont en stap 5 als hij in het buitenland woont. De standaardpremie is voor 2009 vastgesteld op 1.209. Bij een aanvrager met een toeslagpartner wordt tweemaal de standaardpremie genomen ( 2.418). Bereken het gezamenlijke toetsingsinkomen. Toetsingsinkomen aanvrager (klant) Toetsingsinkomen toeslagpartner Gezamenlijk toetsingsinkomen + + TG 082-1Z93FD Uw klant heeft geen recht op zorgtoeslag als het toetsingsinkomen hoger is dan: 32.502 (aanvrager zonder toeslagpartner) 47.880 (aanvrager met toeslagpartner)
De normpremie wordt berekend met het drempelinkomen en het gezamenlijke toetsingsinkomen. Het drempelinkomen is voor 2009 vastgesteld op 19.135. Voor een aanvrager zonder toeslagpartner: Normpremie = 2,7% x drempelinkomen + 5% (toetsingsinkomen - drempelinkomen) Voor een aanvrager met toeslagpartner: Normpremie = 5% x drempelinkomen + 5% (gezamenlijke toetsingsinkomen - drempelinkomen) Let op! Leidt het tweede deel van de formule tot een negatief bedrag? Reken dan met 0. De maximale zorgtoeslag wordt uitgekeerd bij een toetsingsinkomen op of onder het drempelinkomen. In 2009 is dat voor een aanvrager zonder toeslagpartner 692 en voor een aanvrager met toeslagpartner 1.461. Bereken de zorgtoeslag voor uw klant die in Nederland woont. Woont uw klant in het buitenland? Ga dan verder met stap 5. Voor een aanvrager zonder toeslagpartner: Standaardpremie 1.209 Normpremie Zorgtoeslag Voor een aanvrager met toeslagpartner: Standaardpremie 2.418 Normpremie Zorgtoeslag Is de aanvrager of toeslagpartner geen verzekerde voor de Wet op de zorgtoeslag? Dan is er recht op 50% van de berekende zorgtoeslag. Stap 5 Woont uw klant in het buitenland (verdragsrechtigde) en heeft hij recht op het woonlandpakket? Dan wordt de standaardpremie vermenigvuldigd met de woonlandfactor. De volgende situaties zijn mogelijk: a. aanvrager zonder toeslagpartner: standaardpremie x woonlandfactor normpremie = zorgtoeslag b. aanvrager met een toeslagpartner die verdragsgerechtigde is: 2x standaardpremie x woonlandfactor normpremie = zorgtoeslag c. aanvrager met een toeslagpartner die geen verdragsgerechtigde en geen verzekerde is: (standaardpremie x woonlandfactor + standaardpremie normpremie) x 50% = zorgtoeslag 2
Woonlandfactor 2009 per land België 0,6430 Liechtenstein 0,6661 Bosnië-Herzegovina 0,0471 Litouwen 0,0889 Bulgarije 0,0454 Luxemburg 0,7950 Kaapverdië 0,0156 Macedonië 0,0454 Cyprus 0,1377 Malta 0,2046 Denemarken 0,6590 Marokko 0,0125 Duitsland 0,7102 Nederland 1,0000 stland 0,1162 Noorwegen 1,3755 Finland 0,5476 Oostenrijk 0,6301 Frankrijk 0,6790 Polen 0,0769 FRJ Kosovo 0,0519 Portugal 0,3117 FRJ Montenegro 0,0605 Republika Srpska 0,0471 FRJ Servië 0,0519 Roemenië 0,0437 FRJ Vojvodine 0,0519 Slovenië 0,2791 Griekenland 0,3122 Slowakije 0,1058 Groot-Brittannië 0,8638 Spanje 0,3845 Hongarije 0,1482 Tsjechië 0,1962 Ierland 1,0176 Tunesië 0,0281 IJsland 1,0833 Turkije 0,0464 Italië 0,5627 Zweden 0,7416 Kroatië 0,1541 Zwitserland 0,5182 Letland 0,0819 Ander land - 1,0000 3
Rekenvoorbeelden Rekenvoorbeeld 1 Wouter is een alleenstaande man met een jaarinkomen van 15.000. Standaardpremie = 1.209 Toetsingsinkomen aanvrager 15.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + n.v.t. Gezamenlijk toetsingsinkomen 15.000 Normpremie = 2,7% x 19.135 + 5% ( 15.000-19.135) = 516,65 Standaardpremie 1.209 Normpremie 516,65 Zorgtoeslag 692,35 per jaar (na afronding: 692) Per maand: 57,67. Dit wordt afgerond op hele euro's. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag. Rekenvoorbeeld 2 Henk en Til wonen samen. Zijn jaarinkomen is 30.000. Haar jaarinkomen is 18.000. Standaardpremie: 2.418 Toetsingsinkomen aanvrager 30.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + 18.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen 48.000 Normpremie = 5% x 19.135 + 5% ( 48.000-19.135) = 2.400 Standaardpremie 2.418 Normpremie 2.400 Zorgtoeslag 18 per jaar Als het jaarbedrag lager is dan 24, betalen we niet uit. Rekenvoorbeeld 3 Herman (militair) en Marianne (secretaresse) zijn getrouwd. Zijn jaarinkomen is 35.000. Haar jaarinkomen is 12.000. Standaardpremie: 2.418 4 Toetsingsinkomen aanvrager 12.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + 35.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen 47.000
Normpremie = 5% x 19.135 + 5% ( 47.000 19.135) = 2.350 Standaardpremie 2.418 Normpremie - 2.350 Zorgtoeslag 68 x 50% 34 per jaar Jaarbedragen tussen de 24 en 60 betalen we in één keer uit. Rekenvoorbeeld 4 Jan en Catharina zijn getrouwd en wonen in Polen. Hij heeft een Nederlandse AOW-uitkering in Polen van 9.000 per jaar. Haar jaarinkomen is 5.000. Standaardpremie: ( 1.209 x 0,0769) + 1.209 = 1.301,97 Toetsingsinkomen aanvrager 9.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + 5.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen 14.000 Normpremie = 5% x 19.135 + 5% ( 14.000-19.135) = 956,75 Niet van toepassing (situatie buitenland) Stap 5 Standaardpremie 1.301,97 Normpremie 956,75 Zorgtoeslag 345,22 x 50% 172,61 per jaar (na afronding: 173) Per maand: 14,38. Dit wordt afgerond op hele euro's. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag. Dit is een uitgave van Belastingdienst/Toeslagen Juni 2010 5