Faecaal drainagesysteem - DIARFLEX ADVANCED Toepassingsgebied Het Faecaal drainagesysteem DIARFLEX ADVANCED een disposable systeem voor het opvangen van vloeibare en halfvloeibare ontlasting bij patiënten die bedlegerig, niet mobiel en of incontinent zijn. Het Faecaal drainagesysteem Diarflex ADVANCED draagt bij tot het reduceren van dermatologische complicaties, verminderd onplezierige geurtjes en optimaliseert de zorg. Diarflex Advanced Artikelcode : 20762 Verpakkingseenheid: 10 stuks per doos
Gebruiksaanwijzing Faecaal drainagesysteem - DIARFLEX ADVANCED 1. Toepassingsgebied 2. Beschrijving van het Faecaal drainagesysteem - DIARFLEX ADVANCED 3. Contra indicaties 4. Waarschuwingen 5. Voorzorgsmaatregelen 6. Ongewenste neveneffecten 7. Hoe te gebruiken 7.1. Voorbereiding 7.2. Inbrengen van de katheter 7.3. Zorg en bewaking van het systeem 7.4. Het verwijderen van de katheter Eenmalig gebruik per patiënt. Hergebruik van het product kan leiden tot verandering van de mechanische of biologische kenmerken. Dit kan er toe leiden dat het product niet meer goed werkt, allergische reacties en of bacteriële infecties zal veroorzaken. Sterilisatie (voor hergebruik) kan de functie aantasten. 2. Beschrijving van het Faecaal drainagesysteem -DIARFLEX ADVANCED DIARFLEX ADVANCED bestaat uit ; een silicone katheterslang, een opvangzak en twee reserve zakken (1,5 Liter), een spuit en twee hangers voor de opvangzakken. De siliconen-katheterslang is aan het ene uiteinde voorzien van een lage-druk ballon (blauw) en aan het andere uiteinde zit een connector voor het aansluiten van de opvangzak. De katheterslang beschikt over 3 lumen. Een groot lumen voor het afvoeren van de ontlasting en 2 kleinere lumens, ieder voorzien van een aparte connector. Connector (met blauwe markering en de opdruk 45ml ) Toegang om de lage-druk ballon te vullen en te laten leeglopen Connector (met opdruk Irrig. ) Toegang tot het spoellumen De Luer spuit kan worden ingezet voor het vullen en laten leeglopen van de ballon maar ook voor het spoelen van het systeem. 3. Contra indicaties Niet gebruiken bij patiënten met een bekende overgevoeligheid of allergie op de materialen van dit product (siliconen bijvoorbeeld). Niet gebruiken als distale rectum van de patiënt het opgeblazen volume van de ballon niet verdraagt, of als het distale rectum / anale kanaal ernstig wordt beperkt. Niet gebruiken bij patiënten met een vaste /stevige ontlasting. Niet gebruiken bij patiënten die recentelijk (tot 6 weken) een rectale Anastomose of een anale sluitspier of een reconstructie hebben ondergaan. Niet gebruiken bij patiënten met een verminderde rectale wand integriteit (bv. ischemische Proctitis).
4. Waarschuwing referenties, die moeten worden opgevolgd (Het niet naleven van de volgende waarschuwingen kan leiden tot letsel bij de patiënt). Niet gebruiken als de verpakking geopend of beschadigd is. Vul de lage-druk ballon alleen met de opgeven hoeveelheid water. Gebruik de juiste opgegeven hoeveelheid vloeistof. Gebruik geen te warme vloeistoffen. Rectaal bloed moet worden onderzocht om te garanderen dat er geen tekenen zijn van druknecrose. Als druknecrose aanwezig is stop dan het gebruik en verwijder de katheter. Gebruik geen mechanische pompen of apparaten voor de irrigatie. Gebruik het systeem niet bij patiënten met een verminderde darmwand integriteit. Overmatige langdurige gebruik van de katheter kan leiden tot een verslechtering van de anale doorgang of de lage-druk ballon kan migreren in het anale kanaal. 5. Voorzorgsmaatregelen Niet steriliseren. DIARFLEX ADVANCED is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen. DIARFLEX ADVANCED is niet bedoeld voor gebruik langer dan 29 dagen. Patiënten met een zeer zwakke sluitspier functie. Hier kan de katheter bij normaal gebruik niet goed worden gefixeerd. Uiterste voorzichtigheid is geboden bij patiënten die worden bestraald en of bestraald zijn en de structuur van het rectum mogelijk is veranderd. Patiënten met ernstige Tenesmus, of patiënten die Tenesmus of ernstige pijn na het inbrengen van de katheter ervaren. 6. Ongewenste neveneffecten De volgende ongewenste bijwerkingen kunnen optreden: - Infectie - Obstructie - Perforatie - Druknecrose - Overmatige lekkage van faecale inhoud - Functieverlies van de sluitspier
7. Hoe te gebruiken 1.Sluit het uiteinde van de katheterslang met de schroefconnector aan op de opvangzak. 2.Verwijder alle lucht uit de lage-druk ballon met behulp van een luer spuit via de blauwe connector. 3.Coat de lage druk ballon met een glijmiddel. 4.Houd de katheter vast direct achter ballon en stop een of twee vingers onder de rand van de ballon. 5.Als de sluitspier ontspannen is breng dan de katheter in het distale rectum in. 6.Vul vervolgens de ballon met een Luer spuit via de blauwe connector (met blauwe markering en 45ml erop gedrukt) met 40-45 ml water en / of zoutoplossing op kamertemperatuur. Vervolgens, verwijder de spuit. 7.Monster afname poort. Afname met een spuit. Sluit na de monsterafname de poort. 8.Zorg ervoor dat de katheter goed is geplaatst en niet geknikt of gedraaid is. Opmerking: Om het systeem optimaal te kunnen gebruiken moet de dikke darm vóór gebruik geleegd en gespoeld zijn. In alle gevallen moet het rectum worden vrijgemaakt van Faecaalgang voorafgaand aan het inbrengen van de katheter. 7.1. Voorbereidingen De aangewezen patiënt positie voor inbrengen van de katheter is de linker laterale knie-borst positie (klinische situatie van de patiënt kan het gebruik van een alternatieve positie dicteren). Het doel van de positionering van de patiënt is het ontspannen van de sluitspier om zo het inbrengen van de katheter te vergemakkelijken.
7.2. Introductie van de katheter 1.Sluit het uiteinde van de katheterslang met de schroefconnector aan op de opvangzak. 2.Verwijder alle lucht uit de lage-druk ballon met behulp van een luer spuit via de blauwe connector. 3.Smeer de lage - druk ballon in met een glijmiddel. 4.Houd de katheter vast direct achter ballon en stop een of twee vingers onder de rand van de ballon.
7.2. Introductie van de katheter 5.Als de sluitspier ontspannen is breng dan de katheter in het distale rectum in. 6.Vul vervolgens de ballon met een Luer spuit via de blauwe connector (met blauwe markering en 45ml erop gedrukt) met 40-45 ml water en / of zoutoplossing op kamertemperatuur. Vervolgens, verwijder de spuit. 7.Monster afname poort. Afname met een spuit. Sluit na de monsterafname de poort. 8.Zorg ervoor dat de katheter goed is geplaatst en niet geknikt of gedraaid is.
7.3 Zorg en monitoring van het systeem Regelmatig te controleren of de katheter en de opvangzak goed zijn gepositioneerd, de katheter afvoerslang niet is gedraaid, geknikt of extern gecomprimeerd is. Controleer dat de katheter niet migreert naar de darm (de zwarte ring op de katheter moet altijd zichtbaar zijn buiten de anus). Regelmatig te controleren of ontlasting niet wordt opgehoopt in de katheterslang. Druk eventueel de ontlasting vanuit de slang in de richting van de opvangzak. Zorg ervoor dat de patiënt niet op de katheterslang en katheterconnectoren ligt. Minstens tweemaal per dag (vaker indien nodig), spoel de binnenkant van de katheterslang om eventuele uitwerpselen te verwijderen. Als volgt; injecteren water met behulp van een luer spuit via de poort("irrig ) Laat het spoelwater instromen in de opvangzak en verwijder de spuit. Vervang de opvangzak met de vervanging zak wanneer deze vol is. 7.4 Het verwijderen van de katheter Verwijder al het vocht uit de ballon door met behulp van een luer spuit. Sluit een luer spuit aan op de blauwe connector en zuig rustig al het vocht op, daarna wordt de spuit verwijderd. Wrijf het rectum in met een glijmiddel. Pak de katheter zo dicht mogelijk vast bij de opening van het rectum en trek deze er vervolgens met gelijkblijvende trekkracht uit. Door de elastische aard van het systeem kan deze procedure leiden tot het abrupt verwijderen van de katheter uit de anus. LET OP! Neem voorzorgsmaatregelen om je te beschermen tegen het mogelijk spatten. Verwijder vervolgens het Diarflex systeem overeenkomstig de daarvoor geldende regels voor verontreinigd materiaal. Vluchtoord 3a, 5406 XP Uden Tel. 0413 820200 Fax. 0413 820201 email: info@visionmc.nl www.visionmc.nl