Inspectierapport Kwibus (KDV) Oude Amersfoortseweg 75 1213AC HILVERSUM Registratienummer 982231003 Dit is een publicatie van:
14.0003730 Inspectierapport Kwibus (KDV) Oude Amersfoortseweg 75 1213AC HILVERSUM Registratienummer 982231003 Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: HILVERSUM Datum inspectie: 15-05-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 12-06-2014 2 van 11
Inhoudsopgave Het onderzoek...4 Observaties en bevindingen...5 Pedagogisch klimaat...5 Personeel en groepen...6 Veiligheid en gezondheid...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 3 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Algemeen: Kinderdagverblijf Kwibus biedt sinds 1999 kleinschalige kinderopvang op antroposofische basis aan maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. De opvang vindt plaats in een villa in Hilversum met een ruim, aangrenzend, buitenterrein. Op de groep wordt gebruik gemaakt van zachte kleuren en natuurlijke materialen. Kinderdagverblijf Kwibus is op maandag t/m vrijdag geopend van 08.00-18.00 uur. Inspectiehistorie: Bij het reguliere inspectiebezoek van 2012 werden er enkele tekortkomingen geconstateerd, onder andere in uitvoering beleid veiligheid en gezondheid en inhoud pedagogisch beleidsplan. Tijdens het nader onderzoek dat hier op volgde werd aan alle getoetste items voldaan. Hetzelfde geldt voor de twee uitgevoerde inspecties in 2013. Huidige inspectie: De huidige inspectie heeft zich gericht op kernzaken uit de praktijk. De inspectie en bijbehorende observatie heeft onaangekondigd plaatsgevonden op donderdag 15 mei 2014. Aan alle getoetste items is wederom voldaan. Wel zal de houder een nieuwe risico inventarisatie dienen te maken. Dit item komt bij een volgend inspectiebezoek wederom aan de orde. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Pedagogische praktijk Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Ten tijde van de observatie waren alle kinderen buiten aan het spelen. Kinderen komen makkelijk zelfstandig tot spel in de avontuurlijke buitenruimte met veel gras, een zandbak, een houten hutj, moestuin en een kippen- en konijnenhok. Enkele kinderen spelen met, of naast elkaar. Emotionele veiligheid: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep; Er is een dagschema waarin de dagelijkse routines en activiteiten plaatsvinden in een herkenbare en zelfde vertrouwde volgorde die de kinderen herkennen en houvast biedt. Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij de taken; er is een gedeelde verantwoordelijkheid waar de kinderen feedback en waardering op krijgen. Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Er is een duidelijk dagritme op kinderdagverblijf Kwibus. Kinderen zijn goed op de hoogte van wat er van hen verwacht wordt. Zo weten de kinderen dat er na het buitenspelen handen worden gewassen, de slofjes aangaan en zij aan tafel mogen gaan zitten voor het brood eten. In de ochtend wordt het brood samen met de kinderen gebakken. Sociale competentie: Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren; De beroepskrachten hebben met alle kinderen in de groep een persoonlijke relatie. Kinderen worden gestimuleerd om sociale contacten met elkaar aan te gaan. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen wel in als kinderen mee mogen of kunnen doen. Kinderen zijn vrij om eigen spel en activiteiten te verzinnen, maar de beroepskracht grijpt in als het gevaarlijk wordt. "Niet op het karretje staan, als hij gaat rollen, dan val je." De beroepskracht komt met een alternatief spel. "Weet je wat je ook kan doen?" Vervolgens spelen de kinderen enige tijd met de bal die zij door poortjes heen rollen. Alle kinderen mogen mee doen, met een kind dat ook de bal wil, gaat de beroepskracht samen een andere bal zoeken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. L. Pel) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Onaangekondigd op 15 mei 2014) 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten. Tevens is de beroepskracht-kind-ratio en de opvang in groepen beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kind-ratio is ten tijde van de inspectie als volgt; Dag Aantal aanwezige kinderen Aantal beroepskrachten nodig Aantal beroepskrachten aanwezig Maandag 9 2 2 Dinsdag 10 2 2 Woensdag 8 2 2 Donderdag 10 2 2 Vrijdag 9 2 2 Opvang in groepen Bij kinderdagverblijf Kwibus is er sprake van één stamgroep voor maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. L. Pel) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Onaangekondigd op 15 mei 2014) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 11
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn enkele items beoordeeld op uitvoering in de praktijk. Het betreft hier de afspraken in de risico inventarisatie en het vierogenprincipe. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De laatste risico inventarisatie dateert van maart 2013. De houder geeft aan zo spoedig mogelijk te starten met een nieuwe inventarisatie. Deze zal voortaan volgens jaarplanning in een vaste maand terug komen. Bij een volgend inspectiebezoek zal de risico inventarisatie op datum, inhoud en volledigheid worden getoetst. Bij de observatie zijn geen situaties geconstateerd die niet overeenkomen met de huidige risico inventarisatie en de beshreven maatregelen. De houder draagt er zorg voor dat de personen werkzaam bij Kwibus kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. Vierogenprincipe De houder zorgt ervoor dat alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding bij hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van babyfoons met beeld in de slaapkamer en op de groep. De houder is aanwezig bij openen en sluiten van de locatie en tijdens pauze tijden. Gedurende de rest van de opvangtijden zijn er twee beroepskrachten op de groep aanwezig. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. L. Pel) Interview anderen (Beroepskrachten) 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kwibus Website : http://www.kinderopvangkwibus.nl Aantal kindplaatsen : 10 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Lisette Pel - Houtman KvK nummer : 32084646 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek Adres : Postbus 251 Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM Telefoonnummer : 035-6926377 Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HILVERSUM Adres : Postbus 9900 Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM Planning Datum inspectie : 15-05-2014 Opstellen concept inspectierapport : 22-05-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 12-06-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 12-06-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 12-06-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-06-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11