Programma van de Bouw Informatie Raad



Vergelijkbare documenten
Bouw Informatie Raad. De Bouw Informatie Raad. Invoering ICT in bouwprojecten Wintercourse. Universiteit Twente, De Lutte, 29 januari 2009

Bouw Informatie Raad (BIR) Hans Nijssen Workshop Kennis (Excelleren met BIM) 29 juni 2011

PAIS is: PAIS wil: PAIS doet dat door: Meer informatie:

Memorandum Pas toe of leg uit voor open BIM-standaarden

BIM-loket draagt bij aan BIM in de praktijk van RWS

ETIM voor bouw- en installatiesector

BIM: kennis delen is macht! ing. Gerrie Mühren MBA Voorzitter, Benelux chapter buildingsmart

BIM Loket en COINS. Gebruikersbijeenkomst COINS-VISI Dik Spekkink Utrecht, 22 november 2016

Randstadspoor/Lunetten COINS Praktijkproject

BIM: van hype naar praktijkintegratie. René Dorleijn

Roadmap BIM Loket. Versie 7, 1 december Inleiding

Praktijk en toekomst van BIM tussen RWS, Waterschappen en de Markt

COINS Praktijkproject. René Dorleijn & Gertjan van Manen. 23 januari 2008

Objectenbibliotheken in de bouw. Zeven vragen en antwoorden over objectenbibliotheken, kennismodules en hun betekenis voor BIM en de bouwpraktijk

BIM in de praktijk. Alexander Hoos / Kuijpers

Integratie locatie-informatie in de bouw met BIM

CROW StandaardSystematiek Kostenramingen GWW-Objectenbibliotheek

Een standaard voor objectenbibliotheken in de installatiemarkt

Stuurgroep open standaarden Datum: 25 mei 2017 Versie 1.0

Informatievoorziening met BIM de basis voor assetmanagement

De vraag Wat is BIM levert geen eensluidend antwoord. BIM is een typisch voorbeeld van een containerbegrip.

CB-NL Stand van zaken en doorontwikkeling. Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel

een succesvolle verbinding BIM CONGRES 2013 DE REEHORDT EDE 17 SEPTEMBER 2013 Drs Ing ala van gelder

Voorsprong in samenwerking. dankzij BIM. ABB Update Event, Oktober 2017

Ontwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers

Virtueel Bouwen BIM Stand van toepassing

WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status

Oplossingsvrij specificeren

BIM in de beheerfase. Symposium BIM in de watersector 11 mei Marcel Sukel

Visiedocument Regie over informatie: BIM voor woningcorporaties

CB-NL Waarheen, waarvoor? Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel

Bouwnijverheid heeft een productiviteit sprong nodig. CADAC 29 september 2016

De openheid van de standaard en het standaardisatieproces is een bijzonder aandachtspunt voor het expertonderzoek.

en noodzaak uniforme contractvoorwaarden

academy INNOVEREN MET BIM Praktische training Dome

Colofon. Een 30-objectbenadering. Rapport van de onderzoeksfase van het programma COINS Mei Auteurs: H.A. Schaap J.w.

2 e BIM- Bijeenkomst. 23 april 2013

THEMA VOOR HET DINER PENSANT VAN HET OPDRACHTGEVERSFORUM IN DE BOUW VAN 9 NOVEMBER 2011

DE CB-NL DE CONCEPTEN BIBLIOTHEEK VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING

Implementatie BIM in Nederlandse civiele- en infrabouw

VISI - Gebruikersbijeenkomst

BIM Laatste BIM ontwikkelingen efficiency, kwaliteit en euro s. A.M. Slockers Admea / Smits van Burgst

COINS voor beginners. Henk Schaap Hans Schevers Wouter Pronk. December 2015

Ticon. De volgende generatie projectmanagement

RRBOUWRAPPORT 144. Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking, Virtueel Bouwen

Standaardisering..Waarom? Vanuit het oogpunt van de installateur. Alexander Hoos 09 mei 2016

SE + BIM = integraal BIM?

BIM en Rijkswaterstaat

De oplossingsruimte dijt oneindig uit

Bouwagenda & open standaarden Wat is de roadmap? Jacqueline Meerkerk, Dik Spekkink

COINS staat voor Constructieve Objecten en de INtegratie van processen en Systemen;

FORUM STANDAARDISATIE 10 juni 2015 Agendapunt 2. Open standaarden, lijsten Stuk 2D Intake-advies voor Dutch Revit Standard (DRS)

BIM, the next step (2)

Leren over: - BIM - SE - GIS - COINS

Organisatie / besluitvorming VISI Open Standaard

1. Het grote plaatje 2. BIM bij PNH

Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag!

Verdatarisering van bouwsector

REGIE OVER INFORMATIE BIM VOOR WONINGCORPORATIES

TROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief

Geo-informatie buiten zetten voor de bouwwereld

Uniforme objectstructuur

ALFAmail Productdag. 23 september Progress with our knowledge make your company excel

Adoptie VISI. binnen en tussen organisaties SENTENSOR

BIM IN DE BOUW WILLEN, KUNNEN, MOETEN! 5 OKTOBER 2017 HANS VOORDIJK I.S.M. SANDER SIEBELINK, RUTH SLOOT, MARC VAN DEN BERG EN PROF.

Cluster Bedrijfsvoering rve ICT

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

Building Information Modeling Informatie in een digitaal prototype van het ontwerp kostenmanagement bbn adviseurs juni 2013

Bureau Bouwkunde: omdat het beter kan

Voortgang en planning producten COINS 2.o. ing. Wouter Pronk Projectleider COINS 2.0

Het Digitale Huis. Samenwerkende software voor de bouw

Proces van samenwerking SYSTEMS ENGINEERING

Opname NLCS (standaard voor de uniformering van bouwtekeningen) op de lijst met open standaarden

Het Digitale Fundament van de Bouw Bibliotheek. BouwConnect is powered by

Bijeenkomst 5 maart 2013

Vernieuwing VMS ICT oplossing v0.1

Veel voor weinig. Ir A.W. Jansen MBA, Deerns raadgevende ingenieurs

Opname COINS-standaard (uitwisselingsformaat voor bouwinformatie) op de lijst met open standaarden


Veranderende informatiebehoefte bij opdrachtgevers in de bouw

Samenwerking & Bedrijfsvoering

Visiedocument BAB. Doel van het visiedocument. 1. Aanleiding en achtgronden

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

3 BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN GIS - BIM

CO2-Prestatieladder Participatieplan Invalshoek D: Participatie

BIM + DCIM = optimaal ontwerpen, bouwen en beheren (+ een gunstige TCO) Leo van Ruijven Principal Systems Engineer Croon Elektrotechniek BV TBI

Gemeenschappelijke bijeenkomst werkgroepen CB-NL

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Virtual Design & Construction. Sneller, beter, slimmer

Atlas van Open BIM Standaarden

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA

GEBIEDS(INFORMATIE)MODELLEN IN RELATIE TOT SYSTEMS ENGINEERING (SE) EN ASSET MANAGEMENT (AM) Hein Corstens

Kwaliteitsbewaking en testen in ICT beheerorganisaties

STABU Bouwbreed STABU Gebruikersdag ONTWIKKELINGEN

Stand van zaken InZicht

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Wat is BIM. BIM model

Bent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek

Transcriptie:

Met BIM bouwen aan structuur in de sector Programma van de Bouw Informatie Raad november 2008

Inhoud 1. Met BIM bouwen aan structuur... 3 1.1 De bouw in transitie... 3 1.2 BIM als sleuteltechnologie... 3 2. Nut en noodzaak van BIM... 5 3. Wat is er nodig om een BIM in te voeren?... 8 3.1 Ontwikkeling op drie assen... 8 3.2 Bouwafsprakenstelsels... 9 3.3 BIR geeft sturing aan de ontwikkelingen... 9 3.4 Krachtig signaal van de overheid noodzakelijk... 10 4. Voorstel vervolg ontwikkeling BIM-afsprakenstelsels... 12 4.1 Benodigde bouwafsprakenstelsels... 12 4.2 Voortbouwen op eerdere investeringen... 12 4.3 Te ontwikkelen producten... 14 4.4 Ontwikkelingsstrategie... 17 5. Validatie, implementatie en beheer... 19 Bijlage 1: Samenstelling en werkwijze van de BIR... 21 Bijlage 2: Te ontwikkelen producten... 22 B2.1 Management proces & informatie (VISI Raamwerken)... 22 B2.2 Object proces en informatie (COINS Referentiekaders)... 27 B2.3 Objectenbibliotheken... 31 B2.3.1 Objectenbibliotheek GWW-sector (Cheobs)... 31 B2.3.2 IFD Library for Building SMART... 33 B2.3.3 Objectenbibliotheek installaties... 36 B2.4 Informatiemodellen... 38 B2.4.1 Terrein- en ondergrondmodellen... 38 B2.4.2 2D CAD Standaard voor de GWW-sector (NLCS)... 39 B2.4.3 SSK Standaardsystematiek Kostenramingen... 41 B2.4.4 STABU Standaardwerkwijzen... 42 2

1. Met BIM bouw en aan structuur 1.1 De bouw in transitie De bedrijfstak bouw is van oudsher zeer divers en versnipperd. Bij ieder bouwproject van enige omvang zijn in wisselende samenstellingen en rollen tientallen ontwerpende, uitvoerende en toeleverende bedrijven betrokken. De problemen die hieraan kleven zijn bekend: onduidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden, inefficiënte processen, ondoorzichtige prijsvorming, gebrekkige samenwerking en afstemming waardoor veel werk opnieuw moet, hoge faalkosten. Gevolgen zijn onder meer hoge maatschappelijke kosten en een ongunstige prijs-kwaliteitverhouding van bouwwerken. Mede door de gebrekkige processen, laat ook de productkwaliteit te wensen over. Vaak is niet naspeurbaar wie welke beslissingen waarom heeft genomen en is er geen consistente informatie beschikbaar over het eindproduct. Na de Parlementaire enquête Bouwnijverheid aan het begin van het nieuwe millennium is aangejaagd door de Regieraad Bouw en ondersteund door PSIBouw een fundamenteel en onomkeerbaar veranderingsproces in gang gezet. (Overheids-)opdrachtgevers kiezen voor andere marktbenaderingen, leidend tot nieuwe rollen en eenduidige verantwoordelijkheidsverdelingen. Om hieraan invulling te geven en een algehele kwaliteitsverbetering te bereiken, moeten organisaties en bedrijven in projectketens beter, intensiever samenwerken. Processen moeten transparanter, sneller, efficiënter en beter naspeurbaar worden. Er moet structuur en consistentie komen in zowel de werkprocessen als in de informatie over doel en eindproduct van die processen: het bouwwerk zelf. De strategische inzet van moderne middelen als het Bouwwerk Informatie Model (BIM) is daarbij onmisbaar, ook voor opdrachtgevers. 1.2 BIM als sleuteltechnologie Bouwpartners wisselen in de loop van een project heel veel informatie uit. Verreweg de meeste informatie wordt met behulp van computerprogramma s gegenereerd. Er zijn honderden softwarepakketten in omloop voor het maken van programma s van eisen, tekeningen en berekeningen, het opstellen van specificaties, kostenbegrotingen, energiesimulaties, planningen, het ondersteunen van facility management, beheer- en onderhoud, enzovoort. Al deze software is onderling bijna niet uitwisselbaar. Mensen moeten nog steeds de vertaalslag maken van de output van het ene softwarepakket naar de input voor het andere pakket om op dat moment hun eigen taken te kunnen uitvoeren. Dezelfde informatie wordt zo soms tientallen keren opnieuw ingevoerd. Dat is inefficiënt, terwijl de kans op misinterpretaties, fouten en verlies van informatie zeer aanzienlijk is. Het is evident dat deze gebrekkige informatieketen een bron van hoge faalkosten is. Via het werken met een BIM ( Bouwwerk Informatie Model ) moet deze situatie tot het verleden gaan behoren. Een BIM is een informatiemodel, een database waarin proces- en productinformatie van een project centraal wordt opgeslagen. Alle gegevens worden maar één keer ingevoerd en kunnen vervolgens zonder vertaalslagen door verschillende bouwpartners en voor verschillende doeleinden worden hergebruikt. Het BIM zorgt ervoor dat alle bouwpartners én hun computerprogramma s één taal spreken. Iedere bouwpartner haalt de informatie die hij nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken, uit het BIM. De resultaten voegt hij weer toe aan het model, zodat die à la minute beschikbaar zijn voor de andere bouwpartners. Het principe van een BIM is weergegeven in figuur 1. 3

Figuur 1: Principe van een BIM: het centrale gegevensmodel ondersteunt activiteiten in de hele levenscyclus van het bouwwerk Figuur 1 illustreert dat BIM veel méér is dan alleen een centrale database. Er is sprake van een doorlopende interactie tussen werkprocessen en objectinformatie. Het werken met een BIM impliceert een geheel nieuwe wijze van denken en doen in de bouw. Het werken met een BIM vraagt om een geïntegreerde aanpak van ontwerp en uitvoering, met gelijkwaardige inbreng van alle relevante bouwpartners, van opdrachtgever tot sloper, met iedereen daar tussenin. BIM verlegt de focus van het bouwproces als incident naar de totale levenscyclus van het bouwwerk, van initiële investeringskosten naar levensduurkosten. Gebruik van een BIM noopt alle bouwpartners tot transparant en expliciet werken. Ervaringen in andere technische sectoren en in het buitenland leren dat werken met een BIM diep ingrijpt op ingesleten rollenpatronen, op de organisatie van productieprocessen en bedrijven. Met de introductie van een BIM blijft weinig zoals het was. Een BIM brengt structuur in werkprocessen en objectinformatie over organisaties heen. Werken met een BIM stelt bouwpartners in staat om efficiënt en effectief samen te werken, probleemloos projectgegevens uit te wisselen en aldus de faalkosten aanzienlijk te verminderen. Kortom: het BIM is een sleuteltechnologie bij het doorvoeren van de na de bouwenquête noodzakelijk geachte vernieuwing van de bedrijfstak. 4

2. Nut en noodzaak van BIM In de huidige bouwpraktijk slaat iedere bouwpartner digitale projectdata op op een eigen server en afhankelijk van de gebruikte computerprogramma s in verschillende formats. Het totaal aan digitale informatie over een project is versnipperd aanwezig op verschillende locaties en mede door het grote aantal verschillende formats moeilijk uitwisselbaar. Het totaaloverzicht ontbreekt. Dat is vooral nadelig voor de opdrachtgever, want die kan onderweg moeilijk beoordelen of hij krijgt wat hij wil. Het is onzeker of iedereen altijd beschikt over de meest actuele informatie. Het is onzeker of alle genomen besluiten zijn doorgevoerd in alle relevante documenten van alle betrokken bouwpartners. Niemand weet welke informatie bij de diverse bouwpartners verloren gaat door handmatige interpretatie en vertaling naar andere computerapplicaties. Daar komt bij dat het aantal bedrijven dat bij een bouwproject is betrokken, blijft groeien. Hoe meer interfaces, hoe groter de kans op fouten en misinterpretaties. Zelfs wanneer alle bouwpartners hun vak goed verstaan en hun uiterste best doen, is de kans op fouten aanzienlijk. Dat blijkt ook uit de hardnekkig hoge faalkosten in de bouw, die al jaren worden geraamd op 10 à 15% van de totale bouwsom. Uit onderzoek van onder andere SBR blijkt, dat ca. 60% van deze faalkosten wordt veroorzaakt door gebrekkige en onvolledige informatie-uitwisseling tussen bouwpartners. Deze gang van zaken plaatst overheidsopdrachtgevers voor een lastig dilemma. Enerzijds willen zij zich terugtrekken op hun kerntaken en zich in bouwprojecten beperken tot het stellen van een functionele vraag. Het ontwikkelen van passende oplossingen wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de marktpartijen. Anderzijds moeten overheidsopdrachtgevers zorgvuldig omgaan met de schaarse publieke middelen. Kunnen zij zich in dat kader het kennelijk aanzienlijke risico van een mismatch tussen vraag en aanbod, tussen functionele specificatie en de uiteindelijk gerealiseerde technische oplossing veroorloven? Een oplossing die, gezien de geschetste structurele inefficiëntie van het bouwproces, bovendien (waarschijnlijk) veel te duur is? Het werken met een BIM zal het dilemma in belangrijke mate oplossen, zeker wanneer het wordt toegepast in combinatie met procesmodellen als Systems Engineering (SE). De opbouw van een project BIM start met het formuleren en invoeren van de functionele specificaties door de opdrachtgever. Marktpartijen krijgen de specificaties op een eenduidige manier aangeboden volgens de principes van SE, ondersteund door een BIM. Op dezelfde eenduidige manier bieden de marktpartijen hun ontwerpen via het BIM aan de opdrachtgever aan ter beoordeling, waarbij ze de ontwerpoplossingen zelf al hebben gevalideerd. Gaandeweg wordt het BIM verrijkt met nieuwe informatie. Alle aanvullingen en wijzigingen worden dankzij eenduidige, gestandaardiseerde afsprakenstelsels direct opgeslagen en weergegeven in het centrale 3D-model, zodat iedere bouwpartner op ieder moment kan beschikken over de meest actuele data. Handmatige vertaalslagen van het ene computerprogramma naar het andere zijn niet meer nodig. Omdat alle computerprogramma s zijn gekoppeld aan het BIM, worden alle aanvullingen en wijzigingen als het ware automatisch doorgevoerd in alle relevante documenten. Dat betekent een enorme tijdwinst, terwijl de kans op fouten en misinterpretaties tot een minimum is teruggebracht. Wanneer het bouwwerk wordt opgeleverd, wordt via het BIM meteen de situatie as built meegeleverd als basis voor gebruik bij onderhoud en exploitatie Alle eenmaal ingevoerde data in het BIM blijven beschikbaar voor hergebruik in alle fasen van de levenscyclus van het bouwwerk. Dit betekent bijvoorbeeld dat de functionele specificaties die de opdrachtgever helemaal in het begin formuleert, in alle volgende fasen van de levenscyclus in beeld blijven. 5

Dat stelt opdrachtgevers in staat om de geleverde kwaliteit voortdurend en gestructureerd te toetsen en te monitoren, niet alleen in de fasen van ontwerp en uitvoering, maar vooral ook in de gebruiksfase. Het BIM faciliteert met andere woorden een eisengestuurd ontwerp- en uitvoeringsproces. Dat is zeer belangrijk, maar Ontwerp & Uitvoering vormen in feite slechts een incident in de totale levenscyclus van een bouwwerk. Daarna volgt een lange periode van gebruik, beheer en onderhoud en eventueel verbouw en hergebruik. Ook in die periode vormt het BIM, inclusief de oorspronkelijke functionele specificaties, de basis voor een effectief en efficiënt proces. Figuur 2: informatie in het BIM blijft beschikbaar voor alle fasen in de levenscyclus van een bouwwerk Wat levert een BIM op? Volgens het rapport dat het Expertisecentrum (HEC) in de zomer van 2008 uitbracht aan de Bouw Informatie Raad (zie hoofdstuk 3), levert het werken met een BIM voor opdrachtgevers (en hun bouwpartners) onder andere de volgende voordelen op: 40% minder onvoorziene wijzigingen ( right things first time right ); foutenmarge van kostenberekeningen binnen de 3%; 10% besparing op de bouwkosten door vroegtijdige identificatie van fouten (deze conservatieve raming komt neer op een besparing van 450 mln Euro op jaarbasis); 7% besparing in de bouwtijd. HEC heeft onderzoek gedaan naar de toepassing van BIM-technologie in andere bedrijfstakken, zoals de scheepsbouw, de vliegtuigindustrie en de auto-industrie, en in het buitenland. Op basis van dat onderzoek 6

stelt HEC dat investeringen in BIM-georiënteerde werkwijzen en bijbehorende softwaretools zichzelf in korte tijd terugverdienen. De introductie van het BIM stelt de bouw dus in staat om sneller, goedkoper en beter te werken. Dat komt in de eerste plaats ten goede aan de opdrachtgevers, omdat: a) zij via eisengestuurd ontwerpen en bouwen de teugels van het bouwproces in handen kunnen houden zonder in de verantwoordelijkheden en deskundigheden van aanbiedende partijen te treden; b) goedkopere en kwalitatief betere bouwwerken krijgen die bovendien sneller worden geleverd; c) het BIM gedurende de hele levenscyclus van het bouwwerk inzetbaar blijft voor het monitoren van de prestaties van het bouwwerk, als informatiebron bij het plannen van beheer, onderhoud, renovaties en verbouwingen en voor het bijhouden van de meest actuele as built situatie. Het BIM stelt opdrachtgevende ministeries in staat om zich metterdaad terug te trekken op hun kerntaken en ondersteunt de eigen, nieuwe werkwijzen, marktbenadering en inkoop. Bovendien kan de inzet van deze technologie de (internationale) concurrentiepositie van de bedrijfstak bouw aanzienlijk versterken. De Bouw Informatie Raad (BIR) acht het daarom gerechtvaardigd om van de ministeries van EZ, VROM en V&W een substantiële bijdrage te vragen voor de verdere ontwikkeling en introductie van het BIM in de Nederlandse bouwpraktijk. Ten nutte van de overheidsopdrachtgevers zelf, maar ook als ondersteuning van de vernieuwing van de bouwsector. Om daar grip op te houden, moeten de overheidsopdrachtgevers in de gelegenheid worden gesteld om zelf mede sturing te geven aan de ontwikkeling van bouwafsprakenstelsels. Opdrachtgevers moeten deelprojecten die bijdragen aan de oplossing van problemen en uitdagingen waarvoor zij zich geplaatst weten, als het ware kunnen adopteren. 7

Processen en werkwijzen / noodzaak tot verandering 1 december 2008 / 08010 DS / Met BIM bouwen aan structuur in de sector 3. Wat is er nodig om een BIM in te voeren? 3.1 Ontwikkeling op drie assen De ontwikkeling en invoering van het werken op basis van een BIM in de Nederlandse bouwpraktijk is geen op zichzelf staand fenomeen, maar maakt deel uit van het na de bouwenquête gewenste en door de Regieraad en PSIBouw ingezette transitieproces. Voor die transitie is een transparante, efficiënte en effectieve (digitale) informatie-uitwisseling in het kader van bouwprojecten een randvoorwaarde. BIM is dé aangewezen technologie voor de invulling van die randvoorwaarde. Met de introductie van BIM in de bouwpraktijk sluit Nederland zich bovendien aan bij de landen die internationaal de voorhoede vormen op dit gebied. Maar ook het succes van BIM zelf is gebonden aan randvoorwaarden. Om BIM succesvol te doen zijn, moeten er ontwikkelingen plaatsvinden op drie assen: a) er moeten nieuwe processen en werkwijzen worden ontwikkeld voor toepassing in bouwprojecten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de marktpartijen die opereren in de bouw, daarbij de weg gewezen door de Regieraad Bouw en PSIBouw. De drive tot verandering is gelegen in de resultaten van de bouwenquête, maar ook in de positieverandering van (overheids-)opdrachtgevers die zich terugtrekken op hun kerntaken; b) er moeten open, breed toepasbare modellen voor processen en producten worden ontwikkeld, waar onder zogenaamde open bouwafsprakenstelsels, die de toepassing van BIM-technologie in de bouw mogelijk maken. Dit gebeurt door kennisinstituten en intermediaire organisaties als CURNET, CROW, SBR en STABU en brancheorganisaties als Uneto-VNI en BNA; c) er moeten softwareapplicaties worden ontwikkeld die het werken met de bedoelde bouwafsprakenstelsels in het kader van een BIM en binnen de vernieuwde werkwijzen en processen ondersteunen. Het creëren van systeemonafhankelijke interoperability vormt hierbij een kernopgave. Dit is en blijft de taak van de leveranciers van software voor de bouw. Ontwikkelingsrichting BIM Bouwafsprakenstelsels / modellen voor processen en producten Figuur 3: succesvolle introductie van BIM vraagt om ontwikkelingen op drie assen. 8

3.2 Bouwafsprakenstelsels Om met een BIM te kunnen werken, moeten verschillende soorten afspraken worden gemaakt. Afspraken die het mogelijk maken om taken en verantwoordelijkheden in een project helder en eenduidig vast te leggen. Afspraken met betrekking tot de inrichting en het management van werkprocessen en de werkprocessen zelf. Afspraken die foutloze en systeemonafhankelijke gegevensuitwisseling tussen verschillende computerapplicaties mogelijk maken. Tijdens de BIM Caseweek 2007 (gehouden van 19 t/m 23 november 2007 in het Bouwhuis te Zoetermeer), waarin is onderzocht wat met de huidige stand van de technologie en kennis al mogelijk is met een BIM, zijn dergelijke afspraken absoluut noodzakelijk gebleken. Het gaat om vaktechnische afspraken, die nodig zijn om de snel groeiende mogelijkheden van ICT beter te benutten in de bouwsector. Het maken van dergelijke afspraken is zeer nauwgezet en arbeidsintensief werk. In het rapport van de BIM Caseweek 2007 wordt gesteld dat dit eventueel projectgerichte afspraken kunnen zijn, maar dat branchebrede afspraken de voorkeur verdienen. Diverse kennisinstituten en intermediaire organisaties zijn soms al meer dan tien jaar bezig met de ontwikkeling van branchebrede afspraken, de zogenaamde bouwafsprakenstelsels. Elk van deze initiatieven vormt een stukje in de puzzel van afspraken die nodig is voor het optimaal functioneren van een BIM. 3.3 BIR geeft sturing aan de ontwikkelingen Voorheen kende elk bouwafsprakenstelsel-in-wording een eigen stuurgroep, met een eigen invalshoek voor de beleidsmatige sturing. Dat dreigde te leiden tot puzzelstukjes die onvoldoende in elkaar passen. Met de instelling van de Bouw Informatie Raad (BIR) behoort dit tot het verleden. De BIR geeft sinds 2007 overkoepelend sturing aan de verschillende initiatieven, zodanig dat werkbare en onderling afgestemde bouwafsprakenstelsels tot stand kunnen komen. De BIR wil van particuliere oplossingen (geldend voor één of slechts enkele bedrijven) naar afsprakenstelsels die valide zijn voor de hele sector. Dat past in deze sector, waar altijd moet worden samengewerkt. De rol van de BIR in de voor BIM noodzakelijke ontwikkeling op drie assen is als volgt te omschrijven: de BIR geeft sturing aan de ontwikkeling van de modellen voor processen en producten, c.q. open bouwafsprakenstelsels; de BIR daagt de softwareleveranciers uit om applicaties te ontwikkelen (de BIR doet zelf uitdrukkelijk niet aan softwareontwikkeling); de BIR faciliteert daarmee de noodzakelijke transitie van processen en werkwijzen in de Bouw & Infra. Op operationeel niveau wordt de BIR ondersteund door het Platform Afstemming Informatiestructuur (PAIS). Binnen PAIS dragen betrokkenen bij de belangrijkste initiatieven op het gebied van bouwafsprakenstelsels zorg voor de onderlinge, inhoudelijke afstemming van de verschillende deelstelsels. PAIS in de bouw en infra 9

De BIR streeft naar de ontwikkeling van open standaarden, dat wil zeggen: door en voor de bouw, beschikbaar voor iedereen die ze wil gebruiken en onafhankelijk van welk softwarepakket of welke softwareleverancier dan ook. De BIR bestaat uit koplopers van alle bouwpartijen: van opdrachtgever via architect tot installateur. De BIR-leden zijn geen IT-deskundigen, maar maken zich sterk voor een succesvolle transitie naar digitaal bouwen. Hun overtuiging is namelijk dat de toekomst om niets minder vraagt. De ontwikkeling van bouwafsprakenstelsels is een immens en arbeidsintensief karwei, waarbij veel partijen en personen zijn betrokken. De BIR ziet erop toe dat beschikbare middelen efficiënt en effectief worden besteed. De BIR zorgt ervoor dat de bouwafspraken worden gevalideerd en doet op basis daarvan voorstellen voor door de opdrachtgevers te nemen invoeringsbesluiten. Voor meer informatie over de samenstelling en werkwijze van de BIR: zie Bijlage 1. 3.4 Krachtig signaal van de overheid noodzakelijk De ontwikkeling en succesvolle toepassing van bouwafsprakenstelsels in het kader van een BIM is een complex proces, dat gepaard gaat met veel stakeholders en afhankelijkheden. Ook zonder dat is het ontwikkelen van een bouwafsprakenstelsel een bijzonder arbeidsintensief karwei. Niet voor niets beloopt het BIR-programma een bedrag van 38,75 mln Euro en een periode van 5 jaar 1. Het ontwikkelen van bouwafsprakenstelsels is onmogelijk zonder draagvlak bij en investeringen van marktpartijen. In juni 2004 werd over dit onderwerp een strategische conferentie gehouden met ca. 100 CEO s uit de bouwsector 2. Daar bleek dat de marktpartijen de noodzaak van open bouwafsprakenstelsels volledig onderschrijven, maar ook dat ze er pas in willen investeren wanneer duidelijk is op welk paard ze moeten wedden. Daarbij kijken ze zeer sterk naar de (overheids-)opdrachtgevers. Een ruime meerderheid (65%) van de aanwezigen onderschreef de stelling, dat alleen díe bouwafsprakenstelsels succesvol zullen zijn, die opdrachtgevers structureel voorschrijven in hun uitvraag aan de markt. Maar (overheids-)opdrachtgevers vinden dat het bedrijfsleven het voortouw moet nemen, omdat die het meest zou profiteren van een beter functionerende bedrijfstak. Softwareleveranciers op hun beurt zijn alleen bereid te investeren in software die de bouwafsprakenstelsels ondersteunen, als zij zich verzekerd weten van een koopkrachtige vraag. Zo ontstaat een patstelling, waarin alle stakeholders overtuigd zijn van de noodzaak, maar iedereen op elkaar zit te wachten. De BIR is vastbesloten die patstelling te doorbreken. Het feit dat vijf grote overheidsopdrachtgevers 3 tijdens de strategische conferentie besloten om gevalideerde (delen van) bouwafsprakenstelsels gezamenlijk te gaan voorschrijven in hun projecten, is een flinke steun in de rug. Daarnaast acht de BIR een substantiële financiële overheidsimpuls in deze sleuteltechnologie noodzakelijk en gerechtvaardigd. Noodzakelijk, om het BIR-programma financieel haalbaar te maken, maar ook om duidelijk te maken dat dit de gewenste ontwikkelingsrichting is voor de Nederlandse bouwsector. Gerechtvaardigd, omdat niet alleen het bedrijfsleven, maar vooral ook de overheidsopdrachtgevers zelf zullen profiteren, 1 Van de 23,75 mln Euro die marktpartijen bijdragen in de financiering, wordt een belangrijk deel geleverd in de vorm van bijdragen in kind, ofwel uren. 2 Zie de Position Paper Bouwafsprakenstelsels: wat vindt de bedrijfstak ervan?, PAIS in de Bouw & Infra, september 2004, te vinden op www.paisbouw.nl. 3 Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst, ProRail, Dienst Vastgoed Defensie en Gemeentewerken Rotterdam (namens de vier grote gemeenten). 10

a) omdat het een ondersteuning betekent van hun eigen nieuwe positionering en werkwijze en b) omdat het hen uiteindelijk in staat stelt op goedkopere producten met een betere kwaliteit in te kopen. De BIR is er dan ook van overtuigd dat het niet zozeer gaat om een subsidie, als wel om een investeringsimpuls in de BV Nederland, die in relatief korte tijd wordt terugverdiend. Het onverhoopt uitblijven van een overheidsinvestering betekent dat de beschreven patstelling grotendeels blijft bestaan. De overheid geeft het signaal af geen prioriteit te hechten aan wat algemeen wordt gezien als één van de meest structurele bouwprocesinnovaties sinds lange tijd. Een innovatie bovendien, waarvan de overheid, c.q. overheidsopdrachtgevers zelf het meest en het langst kunnen profiteren. Bedrijven in de sector blijven dan in de afwachtmodus. Ze zullen minder bereid zijn om te investeren in de bouwafsprakenstelsels, waardoor ook de 23,75 mln financiering door marktpartijen niet zal worden gehaald. Gevolgen zullen zijn: een bovenproportionele vertraging van de ontwikkeling van open bouwafsprakenstelsels (en dus van het werken met een BIM), verzwakking van de centrale sturing op deze ontwikkeling en een wildgroei aan particuliere, niet op elkaar aansluitende oplossingen van bedrijven en softwareleveranciers die niet willen of kunnen wachten op de gezamenlijke afsprakenstelsels. 11

4. Voorstel vervolg ontwikkeling BIM-afsprakenstelsels 4.1 Benodigde bouwafsprakenstelsels De benodigde bouwafsprakenstelsels zijn te verdelen in vier categorieën: a) afsprakenstelsels/standaarden ter ondersteuning van het projectmanagement (beheersing van het proces om bouwprojecten te realiseren, te beheren en te exploiteren); b) afsprakenstelsel/standaarden ter ondersteuning van objectgericht werken (technisch-inhoudelijke beheersing van objectgericht programmeren, ontwerpen, engineeren, realiseren, onderhouden); c) afspraken/standaarden voor het vastleggen en gebruiken van informatie over objecten ( objectenbibliotheken ); d) overige informatiemodellen die nodig zijn voor het digitaal vastleggen en uitwisselen van voor projecten relevante informatie. In figuur 4 zijn de (delen van) bouwafsprakenstelsels uit het huidige BIR-programma conform de vier categorieën in beeld gebracht. Door middel van kleur is onderscheid gemaakt naar delen van afsprakenstelsels die al in gebruik zijn in projecten, delen die klaar zijn voor beproeving en validatie, delen die in ontwikkeling zijn en delen die voor de komende jaren zijn gepland. In Bijlage 2 worden de diverse onderdelen nader beschreven. 4.2 Voortbouwen op eerdere investeringen Het ontwikkelen van de betreffende bouwafsprakenstelsels begint anno 2008 niet bij 0. Marktpartijen hebben er naar schatting al meer dan 18 mln Euro in geïnvesteerd (inclusief ca 3 mln aan overheidsbijdragen). Het resultaat is een stevig fundament, waarop nu kan en moet worden voorgebouwd. Zo heeft VISI de zogenaamde VISI-landkaart ontwikkeld, waarin alle rollen in het bouwproces en de formele relaties tussen die rollen zijn geïdentificeerd. Door middel van VISIraamwerken worden delen van de landkaart verder uitgewerkt voor praktische, computerondersteunde toepassing in projecten. Diverse softwarehuizen hebben daarvoor software ontwikkeld. Een raamwerk is een algemeen toepasbaar model voor de formele communicatie tussen enkele rollen in het bouwproces. Zo is in het VISI-raamwerk UAV 1989 de communicatie gemodelleerd tussen de opdrachtgevende rol en de uitvoerende rol over bijvoorbeeld deelopdrachten, leveringen, goedkeuringen, meer- en minderwerk, termijnen, enzovoort. Een raamwerk is projectongebonden en kan eenvoudig op een specifiek project worden toegesneden en ingericht. Enkele raamwerken zijn operationeel en worden al in tientallen projecten toegepast. In het kader van BIM is er dringend behoefte aan enkele nieuwe raamwerken (invulling van andere delen van de VISI-landkaart). Deze zijn in het BIR programma opgenomen. Ook voor de objectenbibliotheken is in de achter ons liggende jaren een stevig fundament gelegd. De Nederlandse initiatieven hebben een gezamenlijke systematiek voor het maken van objectenbibliotheken 12

ontwikkeld. Deze heeft inmiddels de status gekregen van een ISO-norm (ISO 12006-3 Framework for object-oriented information exchange ). Daarmee is het een wereldwijd geaccepteerde standaard geworden. Tevens is hiermee bereikt dat de Nederlandse objectenbibliotheken voor de bouw geen geïsoleerde, puur nationale initiatieven zijn, maar aansluiten op de mainstream van zelfs toonaangevend zijn in dit soort ontwikkelingen in de wereld. Dit wordt geïllustreerd door de ontwikkeling die de objectenbibliotheek voor de B&U-sector doormaakt. Deze is geëvolueerd van het nationale STABU LexiCon naar de internationale IFD Library for Building SMART, waarin ook organisaties uit kopgroeplanden als Noorwegen, de USA en Canada participeren. De IFD Library is bovendien gepositioneerd en geaccepteerd als een noodzakelijke aanvulling op de IFC (Industrial Foundation Classes). Dit is de wereldwijde standaard voor de uitwisseling van (grafische) informatie over bouwdelen en - componenten, zoals die in een BIM worden opgenomen. ETIM is een volledig operationeel systeem voor het elektronisch zoeken, vergelijken, bestellen, afroepen, factureren en afrekenen van kant en klare installatieproducten. Het wordt door ca. 6000 installatiebedrijven dagelijks gebruikt. Begonnen als een initiatief van de Nederlandse brancheorganisatie Uneto-VNI, wordt ETIM inmiddels in heel Europa en zelfs daarbuiten uitgerold. De objectenbibliotheek van ETIM, die vrijwel geheel door de installatiesector zelf is gefinancierd, is in zijn huidige vorm een classificatie van artikelen die kant en klaar te koop zijn. Wat ontbreekt is een classificatie van samenstellingen, waarmee een installatieontwerp eenduidig in een BIM kan worden gemodelleerd. De ontwikkeling van een dergelijke classificatie maakt deel uit van het BIR programma. Ultimo 2008 heeft CROW reeds 1,6 mln Euro besteed aan het voorwerk voor Cheobs, de objectenbibliotheek voor de GWW-sector. De methodiek en de structuur voor de opbouw van de bibliotheek zijn ontwikkeld. Er zijn tools ontwikkeld voor het vullen van de bibliotheek. Er zijn webservices gemaakt waarmee softwareleveranciers via internet gegevens uit de bibliotheek kunnen halen voor hun softwareontwikkeling. In samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied is een Proof of Concept gemaakt om te demonstreren hoe met Cheobs kan worden gewerkt en welke voordelen dat oplevert. Er is bovendien al inhoud ontwikkeld. Zo zijn het Gegevenswoordenboek Riolering en de Nomenclatuur voor Weg en Verkeer vertaald naar enkele duizenden objectdefinities in de objectenbibliotheek. CROW heeft een businessplan opgesteld voor de verdere ontwikkeling en exploitatie van Cheobs. Het businessplan voorziet ook in opleiding en transitie. 13

Het initiatief COINS (Constructieve Objecten en de INtegratie van processen en Systemen) stelt zich tot doel om afspraken te ontwikkelen voor ontwerp- en uitvoeringsprocessen, waarin gebruik wordt gemaakt van Bouwwerk Informatie Modellen. In 2008 is een eerste versie gepubliceerd van de algemene COINS systematiek ontwikkeld en gepubliceerd ( het COINS Engineering Model CEM en het COINS Bouw Informatie Model CBIM). De methodiek is beproefd in vier praktijkprojecten. Mede op basis daarvan zijn in 2008 twee Referentiekaders ontwikkeld en gepubliceerd voor functioneel specificeren en het ramen van hoeveelheden. Deze referentiekaders zijn gereed voor beproeving en validatie in praktijkprojecten. 4.3 Te ontwikkelen producten De BIR is verklaard voorstander van een vraaggestuurde dóórontwikkeling van bouwafsprakenstelsels. De basis moet goed zijn en vervolgens moeten prioriteiten voor nadere invulling worden bepaald aan de hand van knelpunten die (overheids-)opdrachtgevers en opdrachtnemers ervaren met de (nieuwe vormen van) samenwerking en gegevensuitwisseling. Dit uitgangspunt is gehanteerd bij de planning van de deelproducten die de komende vijf jaar moeten worden ontwikkeld op basis van de fundamenten die in de vorige paragraaf zijn beschreven. Het BIR-programma heeft het karakter van een voortschrijdend meerjarenplan. Er is een plan gemaakt voor ontwikkelingen over een periode van vijf jaar. Aan het einde van die periode moeten de afsprakenstelsels zover zijn ontwikkeld, dat ze het werken met BIM in bouwprojecten volledig ondersteunen. De plannen voor het eerste jaar zijn vastomlijnd. Voor de daarop volgende jaren is het programma ingevuld op grond van de huidige verwachtingen en inzichten. Jaarlijks worden de plannen geëvalueerd en bijgestuurd, afhankelijk van de vragen en prioriteiten die dan leven bij de marktpartijen. Figuur 4 bevat een overzicht van de (deel-)afsprakenstelsels die in het BIR-programma zijn opgenomen. Door middel van kleuren is de huidige status van de verschillende afsprakenstelsels inzichtelijk gemaakt. In Bijlage 2 is een beknopte beschrijving opgenomen van ieder deelstelsel, inclusief een raming van het benodigde budget en een financieringsplan. De financieringsplannen bieden inzicht in de bijdragen van de sector zelf (in geld en in uren), de bijdragen van overheidsopdrachtgevers (eveneens in geld en in uren) en in de gevraagde impulsfinanciering. Aan alle beschrijvingen liggen gedetailleerde planningen en begrotingen ten grondslag. 14

Figuur 4: Te ontwikkelen producten die zijn opgenomen in het BIR-programma (voor een beschrijving per product: zie Bijlage 2) 15

Gevraagde impulsfinanciering Totalen 1 december 2008 / 08010 DS / Met BIM bouwen aan structuur in de sector Figuur 5 geeft een totaaloverzicht van de geraamde investeringen en de gevraagde totale impulsfinanciering per jaar. De gevraagde impulsfinanciering heeft betrekking op: het ontwikkelen van de afsprakenstelsels; het beproeven en valideren van de stelsels in de praktijk; het voorbereiden van invoeringsbesluiten door overheidsopdrachtgevers; het geven van een aanzet voor adequaat beheer, c.q. het inrichten van een beheerorganisatie; het overall programmamanagement; de communicatie met de sector over beschikbare afsprakenstelsels en invoeringsbesluiten. De implementatiekosten die organisaties en bedrijven moeten maken om de afsprakenstelsels in te passen in de eigen informatiesystemen en projecten, komen voor eigen rekening van deze organisaties en bedrijven. Hiervoor wordt nadrukkelijk geen impulsfinanciering of subsidie gevraagd. De gevraagde impulsfinanciering van ruim 14 mln Euro in de ontwikkeling en beproeving van de afsprakenstelsels heeft aldus een fors multiplier effect op de investeringen van de sector in de BIM-technologie (naar schatting zes à zeven maal het bedrag dat de sector investeert in de ontwikkeling). Uitgangspunt is bovendien, dat het beheer, het onderhoud en de toekomstige ontwikkeling van een afsprakenstelsel moeten worden gefinancierd uit de exploitatieopbrengsten (ook voor deze activiteiten wordt nu en in de toekomst geen subsidie gevraagd). De exploitatiefase komt derhalve geheel voor rekening van de sector. Een eerste versie van de kostenraming is in het najaar van 2007 gemaakt voor een programmaperiode van vijf jaar (2008 t/m 2012). Omdat voor 2008 geen impulsfinanciering van de overheid kon worden verworven, is het grootste deel van het programma één jaar opgeschoven. In enkele deelprojecten (COINS, Cheobs, NLCS) zijn in 2008 wel substantiële delen van de werkpakketten uitgevoerd. De bestede bedragen zijn alsnog en voor de volledigheid in de kostenraming opgenomen. Kostenraming producten BIR programma per jaar (alle bedragen x 1000) 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Programmamanagement BIR 250 250 250 250 250 1.250 750 Communicatieactiviteiten BIR programma 196 154 100 100 100 650 650 1-5 VISI GWW 725 1.150 1.450 1.275 1.125 5.725 1.825 1, 2, 6-8 VISI B&U 1.865 1.418 1.295 872 500 5.950 2.253 9-14 COINS 467 598 1.143 931 564 348 4.051 2.430 15 Cheobs (objectenbibliotheek GWW-sector) 1.085 1.920 2.647 2.310 2.047 10.009 3.630 16 IFD Library (objectenbibliotheek B&U-sector) 894 1.542 2.224 2.243 1.409 8.312 1.900 17 ETIM (objectenbibliotheek installatiesector) 325 275 600 300 18-20 Terrein- en ondergrondmodellen PM 21 NLCS (Nederlandse 2D CAD Standaard GWW) 257 124 380 120 22 SSK Standaardsystematiek Kostenramingen 336 336 672 340 23 STABU Standaard werkwijzen 503 525 151 1.179 Totalen Gevraagde impulsfinanciering 1.809 7.736 9.440 8.711 7.351 3.732 38.778 14.198 720 2.875 3.518 3.016 2.289 1.780 14.198 Figuur 5: Totaaloverzicht geraamde investeringen en gevraagde impulsfinanciering van de overheid. 16

Figuur 6 toont de overall planning op jaarniveau. Planning BIR Programma 2008 2009 2010 2011 2012 2013 1 Raamwerk UAV (VISI GWW + B&U) 2 Raamwerk UAV-gc (VISI GWW + B&U 3 Raamwerk aanvragen vergunningen (VISI GWW) 4 Raamwerk Inkopen en afr. Besteldelen (VISI GWW 5 Raamwerk Wijzigen configuratie bouwwerk 6 Raamwerk DNR (VISI B&U) 7 Raamwerk Inkopen op basis van ETIM datacom (VISI B&U) 8 Raamwerk Samenwerken B&U (VISI B&U) 9 Ref. kader Functioneel specificeren 10 Ref. kader Beheren configuratie bouwwerk 11 Ref. kader Ramen van hoeveelheden 12 Ref. kader Inkopen door gebruik ontwerp 13 Ref. kader Uitvoeren door gebruik ontwerp 14 Ref. kader Beheer & Onderhoud door gebruik ontwerp 15 Cheobs objectenbibliotheek GWW, basismodule 15a Cheobs diverse kennismodules 16 IFD Library for Building SMART fundament 16a IFD Library for Building SMART diverse subsets 17 ETIM artikelenclassificatie 17a Objectenbibliotheek installaties conform IFD 18 Terreinmodel PM 19 Bebouwde omgevingmodel PM 20 Ondergrondmodel PM 21 NL CAD Standaard GWW 22 Actualiseren Standaard Systematiek Kostenramingen 23 STABU Standaard werkwijzen Ontwikkeling Ontwikkeling (B&U-deel VISI-raamwerken UAV en UAV-gc) Implementatie en beheer Figuur 6: Overall planning te ontwikkelen producten 4.4 Ontwikkelingsstrategie De afsprakenstelsels worden in nauwe wisselwerking met de praktijk ontwikkeld volgens het principe dat in figuur 7 is weergegeven. Delen van de stelsels die in concept gereed zijn, worden zoveel mogelijk in praktijkprojecten getoetst. Ervaringen die daarmee worden opgedaan, vormen het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling. Daarbij moet scherp in de gaten worden gehouden wat de internationale ontwikkelingen zijn waarop moet worden aangesloten en/of waarvan kan worden geprofiteerd. Daarnaast moet de ontwikkeling waar nodig jaarlijks worden afgestemd op actuele vragen en behoeften van marktpartijen, waaronder (overheids-)opdrachtgevers. 17

visie op het eindresulaat (afsprakenstelsel X) kennis intern. ontwikkelingen kennis intern. ontwikkelingen kennis intern. ontwikkelingen actuele marktvraag actuele marktvraag actuele marktvraag evaluatie evaluatie Ontwikkeling Beproeving in praktijk Ontwikkeling Beproeving in praktijk Ontwikkeling Figuur 7: Ontwikkelingsstrategie afsprakenstelsels Een belangrijk moment in de ontwikkeling en implementatie van een afsprakenstelsel is de validatie. Valideren betekent dat de werking van het afsprakenstelsel in praktijkprojecten wordt getoetst. Op basis van de resultaten doet de BIR voorstellen aan de overheidsopdrachtgevers voor invoeringsbesluiten. De validatie is voor de BIR en de overheidsopdrachtgevers daarom een belangrijk ijkpunt: wat krijgen we, wat kost het en is het goed? Op dit valideren wordt nader ingegaan in hoofdstuk 5. Gevalideerde (delen van) afsprakenstelsels worden zo snel mogelijk ingevoerd. Reeds op dit moment zijn delen van afsprakenstelsels ingevoerd of operationeel. In de loop van het BIR-programma zullen steeds meer operationele delen van de afsprakenstelsels hun weg naar praktijktoepassing vinden. Het geheel aan de voor BIM benodigde afsprakenstelsels wordt dus niet eerst in een laboratoriumomgeving ontwikkeld en dan in één keer ingevoerd. Integendeel: de stelsels worden gaandeweg, in wisselwerking met de praktijk, in logische delen ontwikkeld, beproefd en ingevoerd. 18

5. Validatie, implementatie en beheer De ontwikkeling van bouwafsprakenstelsels is geen doel op zich. Een belangrijk uitgangspunt van de BIR is, dat bouwafsprakenstelsels moeten bijdragen aan de oplossing van concrete problemen, waarmee de potentiële gebruikers in de projectpraktijk worden geconfronteerd. In het PAIS Protocol van Samenwerking (zie www.paisbouw.nl) hebben vijf belangrijke overheidsopdrachtgevers (Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat, ProRail, Ministerie van Defensie DGW&T en Gemeentewerken Rotterdam) vastgelegd, dat zij operationele delen van open bouwafsprakenstelsels die zich in de praktijk hebben bewezen, gezamenlijk zullen voorschrijven in overheidsopdrachten. Daarmee heeft de groep van potentiële gebruikers van open bouwafsprakenstelsels een zodanige kritische massa bereikt, dat de kans op brede en succesvolle implementatie in bouw & infra zeer aanzienlijk is gestegen. Om aan te tonen dat bouwafsprakenstelsels werken in de praktijk (lees: bijdragen aan de oplossing van concrete problemen in de projectpraktijk), zullen de komende jaren in het kader van het BIR-programma zogenaamde validatieprojecten worden uitgevoerd. Daarin wordt de inzet van de betreffende bouwafsprakenstelsels in praktijkprojecten getoetst en geëvalueerd. Met de overheidsopdrachtgevers is uitvoerig gesproken over de eisen waaraan validatieprojecten moeten voldoen. De resultaten van dat overleg zijn beschreven in de notitie PAIS validatieprojecten (zie www.paisbouw.nl). In de notitie is aangegeven welke procedure moet worden gevolgd, welke aspecten in de validatie moeten worden meegenomen en wat er moet worden gedocumenteerd. Eén en ander kan per geval nader worden toegespitst, afhankelijk van de effecten die de opdrachtgevers en/of de BIR willen meten. Op basis van de documentatie kunnen de overheidsopdrachtgevers, verenigd in de Besluitvormingsgroep Opdrachtgevers, invoeringsbesluiten kunnen nemen. De procedure is voor het eerst toegepast bij de validatie van de VISI-raamwerken UAV 1989 en UAV-gc 2005. Naar aanleiding daarvan is ook de validatieprocedure zelf geëvalueerd en verder verfijnd. Validatieprocedure De navolgende stappen dienen te worden uitgevoerd ten behoeve van validatie en invoeringsbesluit: Stap 1 De ontwikkelorganisatie van een (deel-)afsprakenstelsel (het initiatief) draagt zorg voor de invulling van de validatie en documentatie conform de hoofdstukken 3 en 4 van het document PAIS Validatieprojecten. Stap 2 Het programmabureau van de BIR beoordeelt de resultaten van stap 1 op: conformiteit met de BIR doelen, relevantie, volledigheid en openheid. Dit is de z.g. review, ter borging van de kwaliteit van de evaluatie. Afhankelijk van de resultaten van de review vindt nog overleg dan wel terugkoppeling plaats met het betreffende initiatief. Het programmabureau stelt een advies op en agendeert dit voor een vergadering van de Bouw Informatie Raad. Stap 3 In de Bouw Informatie Raad wordt het advies van het programmabureau besproken en wordt de inhoud van het in te voeren afsprakenstelsel goedgekeurd (of afgewezen). Bij goedkeuring tekenen de Raadsleden de acceptatieverklaring en laat de Raad de procedure in gang zetten om te komen tot een invoeringsbesluit. 19

Stap 4 Het invoeringsbesluit wordt voorbereid door de adviseurs (secondanten van) de directeuren van de vijf grote opdrachtgevers. Na inhoudelijke goedkeuring wordt advies uitgebracht aan de directeuren. Stap 5 In een bijeenkomst van de directeuren wordt het invoeringsbesluit genomen. Stap 6 Het invoeringsbesluit wordt gepubliceerd. In 2008-2009 wordt de procedure onder andere toegepast voor de validatie van de COINS referentiekaders Functioneel specificeren en Ramen van hoeveelheden. Eén van de voorwaarden die in iedere validatie moet worden getoetst, is dat het beheer van het bouwafsprakenstelsel moet zijn geborgd. Er moet sprake zijn van een functionerende beheerorganisatie. In beginsel wordt het beheer ondergebracht bij de collectieve kennisinstituten in de bouw & infra (CURNET, CROW, SBR), die daarvoor mogelijk aparte beheerorganisaties dienen op te richten. Uitgangspunt is bovendien dat beheer en onderhoud niet worden betaald uit algemene (overheids-)middelen, moeten kunnen worden gefinancierd uit vergoedingen voor het gebruik (bijvoorbeeld via licenties, te vergelijken met de RAW-systematiek en de STABU besteksystematiek). De beheerorganisaties dienen hiervoor een business plan te hebben. Bouwafsprakenstelsels moeten worden ondersteund door/geïmplementeerd in software. Er dient commitment te zijn van softwareleveranciers, dat zij zullen zorgen voor duurzame levering en onderhoud van ondersteunende software. Dit mag niet leiden tot oneerlijke concurrentie tussen aanbieders van software. Ook deze aspecten worden getoetst bij de validatie van (delen van) bouwafsprakenstelsels. Om commitment van de softwareleveranciers te verkrijgen, moeten deze zo mogelijk al in de ontwikkelingsfase van de afsprakenstelsels worden betrokken. 20

Bijlage 1: Samenstelling en w erkw ijze van de BIR De Bouw Informatie Raad (BIR) maakt zich sterk voor een succesvolle transitie naar bouwen met BIM (Bouwwerk Informatie Model). De Raad bestaat uit prominente vertegenwoordigers van grote opdrachtgevers, ingenieursbureaus, bouwondernemingen en toonaangevende kennisinstituten. Zij zitten op persoonlijke titel in deze raad, dus niet namens de brancheorganisaties. De raad werkt samen met de Regieraad Bouw en PSIBouw. De samenstelling is als volgt. Naam: Bedrijf/Organisatie: Functie: Ir. L.C. Bouter Rijkswaterstaat Bouwdienst Directeur Bouwdienst Drs. Ing. A.L.A. van Gelder Imtech Projects Algemeen directeur Ir. W.M. t Hart Ballast Nedam Directeur Infra Consult + Engineering Drs.ing. D.J. Kras Arcadis Directeur Arcadis Nederland Drs. A. Vermeulen Rijksgebouwendienst Directeur A&A Ir. R.P. Mulder DHV Directeur Ontwerp en Realisatie Ir. W.J. van Niekerk BAM Infraconsult bv Directievoorzitter Drs. J.P.J. Nijssen Gemeentewerken Rotterdam Directeur Ingenieursbureau Prof.ir. K. Oosterhuis ONL + TU Delft Directeur Ir. R.J.L. Postulart Van Hattum en Blankevoort Directeur Ir. P.E.M. Buck Prorail Directeur Infraprojecten De BIR is in 2007 van start gegaan, met als einddoel: het gemeengoed maken van werken met BIM in de bouw. Een ambitieus, maar goed haalbaar doel, ook omdat er wereldwijd al succesvolle pilots lopen. Het nut van BIM is al langere tijd en op tal van plekken bewezen. De taak van de BIR bestaat uit: het bevorderen van de totstandkoming van nieuwe bouwafsprakenstelsels; het stimuleren van ICT-bedrijven om afsprakenstelsels te verwerken in hun software en de uitwisselbaarheid te vergroten; het coördineren van Nederlandse initiatieven binnen de Internationale Alliantie voor Interoperabiliteit, beter bekend als buildingsmart. De BIR wordt in de uitvoering van deze taken bijgestaan door een programmabureau. De leden van de Raad zijn zelf geen IT ers. Het programmabureau bestaat uit mensen die wel een ICT-achtergrond hebben. De BIR geeft sturing aan de ontwikkeling van bouwafsprakenstelsels vanuit een strategische visie. De ontwikkeling zelf wordt veelal ter hand genomen door kennisinstituten (zoals CURNET, CROW, SBR), brancheorganisaties (zoals BNA, Uneto-VNI) of intermediaire organisaties (zoals STABU). De belangrijkste initiatieven op het gebied van bouwafsprakenstelsels zijn verenigd in PAIS-IK (Platform Afstemming Informatiestructuur Integratie Kader). PAIS-IK initieert en bewaakt de onderlinge afstemming van de verschillende bouwafsprakenstelsels. Als zodanig fungeert PAIS-IK als een uitvoerend orgaan van de BIR. De Bouw Informatie Raad houdt zich niet alleen bezig met strategische activiteiten, maar is ook bereikbaar voor architecten, bouwondernemers, tekenaars, IT-ers en andere professionals met praktische vragen over de Raad of werken met een BIM. 21

Bijlage 2: Te ontw ikkelen producten B2.1 Management proces & informatie (VISI Raamwerken) Betrokkenheid bedrijfsleven/de sector: Participatie in kerngroep, gebruikersgroepen (formulering van behoeften en vraagstelling) en technisch comité (softwarehuizen). Actieve input in de ontwikkeling van de raamwerken (in werkgroepen, praktijkprojecten e.d.). Beproeving en validatie in praktijkprojecten. Financiering (50% in de vorm van financiële bijdragen en 50% in de vorm van uren). Implementatie resultaten. Betrokkenheid overheidsopdrachtgevers GWW: Rijkswaterstaat, ProRail, Ingenieursbureau s van de gemeenten Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag, Provincie Gelderland. B&U: Rijksgebouwendienst. Participatie in kerngroep en centrale gebruikersgroep. Actieve input in de ontwikkeling van de raamwerken (in werkgroepen, praktijkprojecten e.d.). Beproeving en validatie in praktijkprojecten. Financiering (hoofdzakelijk in de vorm van uren). Implementatie resultaten (schrijven gebruik van gevalideerde raamwerken voor in hun projecten). Deelproject: 1. Raamwerk UAV (GWW + B&U) Uitvoerende organisatie: Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in het kader van UAV-contracten VISI-organisatie (overheidsopdrachtgevers, grote ingenieursbureaus, bouwondernemingen, CROW, CUR, enkele softwarehuizen) Status/werkpakket(ten): Raamwerk gevalideerd voor GWW, invoeringsbesluit genomen Raamwerk wordt in de praktijk in tientallen GWW-projecten toegepast. Deelproject betreft de opzet van de beheerorganisatie en de vertaling naar de B&Usector Opdrachtgevers/directievoerders en hoofdaannemers. IT-leveranciers. 22

Deelproject: 1. Raamwerk UAV (GWW + B&U) 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot GWW 125 125 125 125 1255 625 Begroot B&U 115 144 62,5 62,5 62,5 446,5 Gevraagde impuls GWW 350 Gevraagde impuls B&U 317 2009-2013: implementatie en beheer in GWW-sector 2009/2010: raamwerk gevalideerd voor B&U-sector 2010-2013; implementatie en beheer in B&U-sector Deelproject: 2. Raamwerk UAV-gc (GWW + B&U) Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in het kader van UAV-gc contracten Uitv.organisatie: VISI-organisatie Status/werkpakket(ten): Raamwerk gevalideerd voor GWW, invoeringsbesluit in voorbereiding. Deelproject betreft opzet beheerorganisatie + vertaling naar de B&U-sector. Opdrachtgevers/directievoerders en hoofdaannemers. IT-leveranciers. 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot GWW 250 250 250 250 250 1250 Begroot B&U 115 144 62,5 62,5 62,5 446,5 Gevraagde impuls GWW 350 Gevraagde impuls B&U 317 2008-2012: implementatie en beheer in GWW-sector 2008/2009: raamwerk gevalideerd voor B&U-sector 2009-2012; implementatie en beheer in B&U-sector Deelproject: 3. Raamwerk Aanvragen vergunningen (GWW) Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen de aanvrager(s) en verlener(s) van vergunningen. Uitv. organisatie: VISI-organisatie (VISI GWW in samenwerking met Ministerie VROM) Status: Gepland. Aanvragers en verleners van vergunningen 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot 75 75 400 400 250 1200 Gevraagde impuls 400 2010: raamwerk gereed 2011: raamwerk gevalideerd, invoeringsbesluit 2012 e.v.: implementatie en beheer 23

Deelproject: 4. Raamwerk Inkopen en afroepen besteldelen (GWW) Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen inkoper en leverancier van bouwproducten. Raamwerk (uitgangspunt) voor de overdracht van informatie tussen inkoper en leverancier. Tevens een uitgangspunt voor IT-leveranciers met relevante softwareproducten, samengesteld volgens de VISI-systematiek en ingericht volgens het Branchemodel Bouw voor e-commerce. Uitv. organisatie: VISI-organisatie (VISI-GWW) i.s.m. onder andere GS1 en S@ales Status/werkpakket(ten): Gepland. Inkopers van bouw- en installatiebedrijven, leveranciers van bouw- en installatiematerialen 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot 425 425 250 250 1350 Gevraagde impuls 375 2010: raamwerk gereed 2011: raamwerk gevalideerd, invoeringsbesluit 2012-2013: implementatie en beheer Deelproject: 5. Raamwerk Wijzigen configuratie bouwwerk (GWW) Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen participanten in een bouwproject bij het aanvragen en behandelen van een wijziging met betrekking tot de configuratie van een bouwwerk. Raamwerk (uitgangspunt) voor de overdracht van informatie tussen participanten in een bouwproject. Tevens een uitgangspunt voor ITleveranciers met relevante softwareproducten. Afstemmingsproject VISI en COINS. Uitv. organisatie: VISI-organisatie (VISI-GWW) i.s.m. COINS-programma Status/werkpakket(ten): Gepland Opdrachtgevende, ontwerpende en uitvoerende participanten in bouwprojecten 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot 275 275 250 250 250 1300 Gevraagde impuls 350 2010: raamwerk gereed Ultimo 2010: validatie, invoeringsbesluit 2011-2013: implementatie en beheer Deelproject: 6. Raamwerk DNR (B&U) Proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in het kader van DNR-opdrachten, Uitv.organisatie: VISI-organisatie Status: In ontwikkeling. Opdrachtgevers en adviseurs (architecten- en ingenieursbureaus) in de sector B&U 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal (bedragen x 1000) Begroot 632 230 288 125 125 1400 Gevraagde impuls 739 Ultimo 2010: raamwerk DNR gereed 2011: raamwerk gevalideerd, invoeringsbesluit 2012-2013: implementatie en beheer 24

Deelproject: 7. Raamwerk Inkopen op basis van ETIM datacomstandaard (B&U) Uitv. organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) Raamwerk voor de inkoop van ETIM-artikelen (installatiematerialen). (Toepassing van VISI in combinatie met ETIM; VISI compatible software ontwikkelen) VISI B&U i.s.m. ETIM In uitvoering Installatiebedrijven, toeleveringsbedrijven in de installatiebranche. 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 140 210 192 133 125 800 Gevraagde impuls 440 2010: raamwerk gereed en beproefd 2011: validatie, invoeringsbesluit 2012-2013: implementatie en beheer Deelproject: 8. Raamwerk Samenwerken B&U Uitv. organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) Raamwerk voor proces- en informatieafspraken voor de formele communicatie tussen samenwerkende partijen bij het ontwerpen en uitvoeren van gebouwen. Een uitgangspunt voor overdracht van informatie tussen opdrachtgever, bouwbedijf, architect, adviseurs en onderaannemers waarbij diverse softwaresystemen VISI-compatibel zijn gemaakt. VISI B&U i.s.m. softwarebedrijven Gepland Opdrachtgevers, architecten en adviseurs, bouwbedrijven, onderaannemers en leveranciers 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 863 690 690 489 125 2857 Gevraagde impuls 440 2009: raamwerk ontwikkeld 2011: raamwerk beproefd 2012: raamwerk gevalideerd Vanaf 2012: implementatie en beheer 25

Kosten- en financieringsoverzicht VISI GWW 2009 t/m 2013 Kosten Ontwikkeling 400.000 Afstemming 450.000 Beproeving 750.000 Validatie 750.000 Implementatie en beheer 3.375.000 Programmamanagement PM Communicatie PM + Totaal 5.725.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 1.500.000 Inkind 1.500.000 + Totaal 3.000.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel 0 Inkind 900.000 + Totaal 900.000 + Totaal financiering 3.900.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 1.825.000 Kosten- en financieringsoverzicht VISI B&U 2009 t/m 2013 Kosten Ontwikkeling 575.000 Afstemming 345.000 Beproeving 1.466.000 Validatie 1.754.000 Implementatie en beheer 1.810.000 Programmamanagement PM Communicatie PM + Totaal 5.950.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 1.500.000 Inkind 1.500.000 + Totaal 3.000.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel 200.000 Inkind 497.000 + Totaal 697.000 + Totaal financiering 3.697.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 2.253.000 26

B2.2 Object proces en informatie (COINS Referentiekaders) Betrokkenheid bedrijfsleven/de sector: Participatie in stuurgroep en klankbordgroepen (formulering van behoeften en vraagstelling). Actieve input in de ontwikkeling van de COINS systematiek (CEM/CBIM) en referentiekaders. Beproeving en validatie in praktijkprojecten. Financiering (50% in de vorm van financiële bijdragen en 50% in de vorm van uren). Implementatie resultaten. Betrokkenheid overheidsopdrachtgevers GWW: Rijkswaterstaat, Gemeentewerken Rotterdam, ProRail, Ingenieursbureau gemeente Amsterdam, Gemeente Utrecht, Provincie Groningen B&U: Rijksgebouwendienst Participatie in Stuurgroep Actieve input in de ontwikkeling van de raamwerken (in werkgroepen, praktijkprojecten e.d.) Beproeving en validatie in praktijkprojecten Financiering (hoofdzakelijk in de vorm van uren in proefprojecten). Implementatie resultaten. Deelproject: 9. Referentiekader Functioneel specificeren Uitv. Organisatie: Proces- en informatieafspraken voor het vastleggen van de functies van een bouwwerk en in samenhang daarmee de eisen aan en de relaties met de fysieke objecten. Uitgangspunt voor overdracht van informatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. COINS Projectgroep (onder de vlag van CUR) Status: Gereed voor validatie. Beproeving in de praktijk (2008). (bedragen x 1000) Opdrachtgevers en opdrachtnemers in de GWW-sector. Uitgangspunt voor IT-leveranciers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 267 100 50 50 50 50 567 Gevraagde impuls 340 2009: referentiekader gereed 2010: referentiekader gevalideerd 2011-2013: implementatie en beheer 27

Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket: (bedragen x 1000) 10. Referentiekader Beheren configuratie bouwwerk Proces- en informatieafspraken voor het vastleggen van de fysieke objecten en in samenhang daarmee de relaties naar functies, eisen en 3D-vormrepresentatie. Uitgangspunt voor informatieoverdracht. COINS Projectgroep (onder de vlag van CUR). In ontwikkeling. Ontwerpers en bouwbedrijven. Uitgangspunt voor IT-leveranciers. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 331 266 50 50 50 747 Gevraagde impuls 448 2009/2010: referentiekader gereed 2010: referentiekader gevalideerd, invoeringsbesluit 2011-2013: implementatie en beheer Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 11. Referentiekader Ramen van hoeveelheden Proces- en informatieafspraken voor het ramen van hoeveelheden op basis van de informatie in 3D-bouwwerkmodellen. COINS Projectgroep (onder de vlag van CUR) Gereed voor validatie Ontwerpers en bouwbedrijven. Uitgangspunt voor IT-leveranciers. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 200 167 50 50 50 50 567 Gevraagde impuls 340 2008: referentiekader gereed 2009: referentiekader gevalideerd 2010: invoeringsbesluit 2010-2013: implementatie en beheer Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 12. Referentiekader Inkopen door gebruik ontwerp Proces- en informatieafspraken die bewerkstelligen dat gegevens uit bouwwerkmodellen uit het ontwerpstadium rechtstreeks gebruikt kunnen worden voor de inkoop. Integratie tussen ontwerp en inkoop. COINS Projectgroep (onder de vlag van CUR) Gepland Ontwerpers en uitvoerende bedrijven (inkopers). Uitgangspunt voor IT-leveranciers 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 403 237 50 50 740 Gevraagde impuls 444 2010: referentiekader gereed 2011: referentiekader gevalideerd, invoeringsbesluit 2011-2013: implementatie en beheer 28

Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 13. Referentiekader Uitvoeren door gebruik ontwerp Proces- en informatieafspraken die bewerkstelligen dat gegevens bouwwerkmodellen uit het ontwerpstadium rechtstreeks kunnen worden gebruikt om de uitvoering/realisatie op te baseren. COINS Projectgroep (onder vlag van de CUR) Gepland. Ontwikkeling van een leidraad voor het inrichten van informatiesystemen. Een uitgangspunt voor informatieoverdracht. Ontwerpers en uitvoerende bedrijven (werkvoorbereiders). Uitgangspunt voor ITleveranciers. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 374 266 50 50 740 Gevraagde impuls 444 2010: referentiekader gereed 2011: referentiekader gevalideerd, invoeringsbesluit 2012-2013: implementatie en beheer Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 14. Referentiekader Beheer & Onderhoud door gebruik ontwerp Proces- en informatieafspraken die bewerkstelligen dat gegevens uit bouwwerkmodellen uit het ontwerpstadium rechtstreeks kunnen worden gebruikt om beheer & onderhoud op te baseren. COINS Projectgroep (onder de vlag van CUR) Gepland Ontwerpers, beheerorganisaties. Uitgangspunt voor IT-leveranciers. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 278 314 98 690 Gevraagde impuls 414 2011: referentiekader gereed 2012: referentiekader gevalideerd, invoeringsbesluit 2012-2013: implementatie en beheer 29

Kosten- en financieringsoverzicht COINS 2009 t/m 2013 Kosten Ontwikkeling 735.000 Afstemming 144.000 Beproeving 891.000 Validatie 1.265.000 Implementatie en beheer 1.016.000 Programmamanagement PM Communicatie PM + Totaal 4.051.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 600.000 Inkind 621.000 + Totaal 1.221.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel 200.000 Inkind 200.000 + Totaal 400.000 + Totaal financiering 1.621.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 2.430.000 30

B2.3 Objectenbibliotheken B2.3.1 Objectenbibliotheek GWW-sector (Cheobs) Algemeen Cheobs is een kennisbank met generieke kennis voor het totale infrabouwproces en is bedoeld voor alle partijen in de gww-sector. Cheobs vervult de behoefte in de gww-markt aan heldere, eenduidige omschrijvingen van typen bouwobjecten met hun kenmerken, functies en eisen. Hieraan kan gevalideerde expliciete kennis gekoppeld, die vervolgens voor alle betrokken partijen digitaal beschikbaar is. Om het bouwproces met alle partijen in de gww-sector te optimaliseren, is meer uitwisseling en het delen van die expliciete kennis noodzakelijk. Cheobs ondersteunt dat door de mogelijkheid te bieden om informatie in projecten te klassificeren. Die projectinformatie wordt dan opgeslagen in het bouwwerk informatiemodel (BIM) dat van elk bouwobject kan worden gemaakt. Die werkwijze is nieuw in de gww-sector. Cheobs is opgebouwd uit modules die worden gevuld vanuit bestaande, cq. buiten Cheobs ontwikkelde kennis. Aan de objectenbibliotheek hangen kennismodules over specifieke vakgebieden, zoals onder andere kostenramen (kostenbepalende kenmerken voor aanleg en beheer), tekenen (representatie), inkoop (productcatalogus), beheer (KOR-catalogus) en te zijner tijd ontwerp specificeren (functie- en eisenbomen). Betrokkenheid bedrijfsleven/de sector: Via brancheorganisaties (o.a. Bouwend Nederland, ONRI). Participatie in de Raad voor het Infrabouwproces en programmacommissie Cheobs. Inbreng kennis van sectorpartijen in diverse werkgroepen. Participatie in de ontwikkeling van Cheobs in diverse werkgroepen. Participatie in beproeving en validatie. Commitment bedrijfsleven blijkt uit aantoonbare participatie in werkgroepen, intentieverklaringen en het convenant dat CROW heeft getekend met de BIR. Betrokkenheid overheidsopdrachtgevers Betrokken overheidsorganisaties: Dienst Vastgoed Defensie, Dienst Landelijk Gebied, Provindies, Gemeenten, Rijkswaterstaat en ProRail. Participatie in de Raad voor het Infrabouwproces en programmacommissie Cheobs. Participatie/inbreng van kennis in de ontwikkeling van Cheobs in diverse werkgroepen. Participatie in beproeving en validatie. 31

Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 15. Objectenbibliotheek, basismodule GWW kennisbank (Cheobs) Ontwikkeling van een objectenbibliotheek voor de GWW-sector, die wordt opgenomen in een basismodule; deze bevat de definities van objecttypen en de bijbehorende definiërende kenmerken van die objecttypen. Stichting CROW. In ontwikkeling. Alle partners in het infrabouwproces: opdrachtgevers (overheid, provincies, gemeenten e.a.), opdrachtnemers en adviserende en ondersteunende partijen in de GWW-sector. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 1059 1162 287 55 2563 Gevraagde impuls 1268 2009: basismodule gereed. 2010-2012: verdere uitbouw, onderhoud en beheer. Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 15a Kennismodules GWW kennisbank (Cheobs) Ontwikkeling van kennismodules voor de gww-sector die worden opgenomen in de gww-kennisbank; deze bevat kennis over objecten op specifieke vakgebieden, zoals kostenramen, 2D- en 3D- tekenen (representatie), ontwerp specificeren, inkoop en beheer. Stichting CROW. In ontwikkeling / gepland Alle partners in het infrabouwproces: opdrachtgevers (overheid, provincies, gemeenten e.a.), opdrachtnemers en adviserende en ondersteunende partijen in de GWW-sector. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 26 758 2360 2255 2047 7446 Gevraagde bijdrage 2362 2010-2012: kennismodules gefaseerd gereed. 2010-2013: verdere uitbouw, onderhoud en beheer 32

Kosten- en financieringsoverzicht GWW kennisbank: basismodule en kennismodules Kosten Ontwikkeling 5.797.000 Afstemming 1.443.000 Beproeving 226.000 Validatie 200.000 Implementatie en beheer 969.000 Programmamanagement 1.156.000 Communicatie 218.000 + Totaal 10.009.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 5.389.000 Inkind 660.000 + Totaal 6.049.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel Inkind 330.000 + Totaal 330.000 + Totaal financiering 6.379.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 3.630.000 B2.3.2 IFD Library for Building SMART Algemeen Als ontwikkelaar en beheerder van de STABU 2 besteksystematiek heeft Stichting STABU zich ingezet om de ontwikkeling van een objectenbibliotheek/relatiestructuur te ontwikkelen waarmee kwalitatieve technische informatie door het gehele bouwproces kan worden uitgewisseld. Deze ontwikkeling is in gang gezet halverwege jaren 90 met fundamenteel onderzoek naar de wijze en technieken die voor deze ontwikkelingen geschikt zijn. Deze ontwikkeling werd STABU LexiCon genoemd. In deze beginfase heeft Stichting STABU de ontwikkeling voor eigen rekening vormgegeven vanuit de ideële doelstelling uitwisseling van informatie in het bouwproces te verbeteren. Deze fase heeft geleid tot de ontwikkeling van een internationale standaard die op ISO niveau is ondergebracht, dit is de ISO 12006-3 Framework for object-oriented information exchange. Begin 2006 is een samenwerking aangegaan met de Noorse ontwikkeling BARBi die op dezelfde ISO standaard is gebaseerd en dezelfde doelstelling nastreeft. Deze samenwerking heeft geleid tot de opzet van IFD Library for buildingsmart. IFD Library maakt deel uit van de technologische ontwikkeling die buildingsmart voorstaat. BuildingSMART richt zich op de volgende drie technologische ontwikkelingen: IFC: industry foundation classes, gericht op het geometrische model; IFD Library: structuur voor de aansluiting van kwalitatieve, technische informatie aan het model en de onderlinge relatie van deze informatie; IDM: Information Delivery Manual, de modellering van het proces, een ontwikkeling die in lijn loopt met de Nederlandse ontwikkelingen COINS en VISI. 33

IFD Library for buildingsmart is een internationale samenwerking tussen Nederland (STABU), Noorwegen (buildingsmart Norway), Verenigde Staten van Amerika (CSI) en Canada (CSC). Deze samenwerking heeft tot doel de basisontwikkeling te brengen tot het niveau waar implementatie bij softwareontwikkelaars en overheden succesvol kan zijn. Teneinde de bibliotheek zinvol te kunnen gebruiken is sector- en landgebonden kennisinbreng nodig. IFD Library is derhalve te verdelen in twee basis delen: kennis structuur, de basislaag van de objectenbibliotheek met universele concepten kennis inhoud, de inhoud van het systeem wordt bepaald door de sector, waarbij de aansluiting met andere ontwikkeling van Stichting STABU wordt bewerkstelligd. Voor de internationale samenwerking is een businessplan opgezet waarbij de vier deelnemende partners eigen middelen inbrengen om gezamenlijk in de ontwikkeling op te kunnen trekken. Deze middelen zijn gericht op het verkrijgen van verdere bekendheid, doorontwikkeling van de basislaag en ontwikkelen van de basisgereedschappen die nodig zijn om implementatie in de markt te kunnen ondersteunen. Betrokkenheid bedrijfsleven/de sector: Via brancheorganisaties die zijn vertegenwoordigd in het bestuur van de Stichting STABU (BNA, ONRI, Bouwend Nederland, Uneto-VNI, NVTB). De rol van het bedrijfsleven is van toenemend belang voor de verdere ontwikkeling van de kennisstructuur en de inhoud die daarin wordt opgenomen. Wanneer de structuur is ontwikkeld kunnen testprojecten en werkgroepen worden gedefinieerd waar de invulling voor sectorspecifieke onderdelen wordt uitgewerkt. Vanuit het bedrijfsleven is aangegeven dat het belang van deze ontwikkeling wordt ingezien. Voor de fundamentele ontwikkeling is het echter moeilijk commitment te krijgen, aangezien er geen directe voordelen voor het bedrijfsleven op korte termijn worden gegenereerd. Wanneer de volgende fase wordt gestart hebben meerdere partijen aangegeven te willen deelnemen om toepassing van de structuur en de kennis te testen en te implementeren. Betrokkenheid overheidsopdrachtgevers Binnen het bestuur van Stichting STABU zijn overheidsopdrachtgevers vertegenwoordigd die de koers van de ontwikkelingen op gebied van de besteksystematiek sturen. De ontwikkeling van de objectenbibliotheek is door het bestuur van Stichting STABU in het verleden ondersteund met het oog op de ideële taakstelling van de Stichting, indien hiertoe voldoende financiële ruimte beschikbaar was. Deze voorwaarden gelden nog steeds. Met het oog op de ontwikkeling van BIM en de inspanningen die bij STABU in het verleden zijn gedaan en die nu internationaal zijn ingebed - wordt vanuit het bestuur met positieve houding gekeken hoe deze ontwikkeling kan worden gebruikt als onderlegger voor de toekomstige BIM ontwikkelingen. Financiën Huidige investering wordt volledig door Stichting STABU gefinancierd (te kwalificeren als middelen van de sector). Dit betekent dat de beperkte middelen die beschikbaar zijn na vervulling van de primaire taak van STABU (het dagelijks onderhoud aan de besteksystematiek), voor de IFD-ontwikkeling kunnen worden ingezet. Er wordt gestreefd naar een zodanige uitvoering van de primaire taak, dat deze inspanningen kunnen worden hergebruikt voor de toekomstige IFD-ontwikkeling. Teneinde versnelling in deze ontwikkeling te verkrijgen, zijn extra resources nodig, enerzijds om kennisinvulling te realiseren en anderzijds om het basisgereedschap te ontwikkelen dat is vereist om de markt aansluiting te doen vinden. 34

Deelproject: Uitv. Organisatie: Doelstelling: Status: (bedragen x 1000) 16. Objectenbibliotheek IFD Library for buildingsmart - fundament IFD Library for buildingsmart - Ontwikkeling objectdefinities (beschrijving van objecten) - Ontwikkeling semantiek (samenhang tussen objecten) - Ontwikkeling generieke specificaties (invulling van objecten) Op basis van de internationale standaard (ISO 12006-3) worden definities van concepten gemaakt. In aanvulling op deze grammatica worden contentgerelateerde regels vastgelegd. Verdere invulling van de specificaties vormen de basis voor het toepassen van producten binnen projecten. Stichting STABU Fundering voor universele gegevensuitwisseling tussen computers door het gehele bouwproces In ontwikkeling Alle partners in het B&U bouwproces, van opdrachtgever tot toeleverancier 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 201 288 288 288 201 1265 Gevraagde impuls 600 2009-2013: jaarlijks worden delen van de IFD Library ontwikkeld, beproefd en gevalideerd. Deelproject: 16a. Objectenbibliotheek IFD Library for Building SMART - Diverse subsets Afstemming van IFD Library met classificatiesystemen die in de huidige praktijk in de Uitv. Organisatie: Status (bedragen x 1000) bouwsector worden toegepast (bijv. NL-SfB, ETIM artikelenclassificatie); functioneel specificeren/systems engineering afgestemd op objectdefinities ten behoeve van doorvoer van informatie door gehele bouwproces afstemming IFD met procesgeoriënteerde initiatieven als VISI en COINS; uitwerking inhoudelijke informatiebehoefte voor controle en aanvraag van vergunningen; subset STABU systematiek: uitwerking IFD op niveau van technische beschrijvingen; subset brancheoverschrijvende koppelingen: aansluiting op andere ontwikkelende sectoren zoals GWW en installatietechniek; afstemming en beproeving in samenhang met andere initiatieven op gebied van BIM: IDM, COINS, IFC, Modelserver subsets fundering,gebouwschil, constructie, installaties, inbouw en structuur Stichting STABU Gepland Alle partners in het B&U bouwproces, van opdrachtgever tot toeleverancier 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 693 1254 1936 1955 1208 7045 Gevraagde impuls 1300 Gereed en gevalideerd: subset classificaties: 2010 subset Programma van Eisen: 2010 subset proces: 2010 35

Deelproject: 16a. Objectenbibliotheek IFD Library for Building SMART - Diverse subsets subset vergunningen: 2011 subset STABU systematiek: 2012 subset brancheoverschrijdende koppelingen: 2011 subset BIM: 2012 subsets fundering t/m structuur: 2011-2012 Kosten- en financieringsoverzicht IFD Library for Building SMART (deelprojecten 16 en 16a) Kosten Ontwikkeling 4.054.000 Afstemming 1.266.000 Beproeving 1.363.000 Validatie 1.342.000 Implementatie en beheer 285.000 Programmamanagement PM Communicatie PM + Totaal 8.310.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 3.205.000 (eigen middelen STABU) Inkind 3.205.000 + (eigen uren STABU) Totaal 6.410.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel 0 Inkind 0 + Totaal 0 + Totaal financiering 6.410.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 1.900.000 B2.3.3 Objectenbibliotheek installaties Betrokkenheid bedrijfsleven 100% ontwikkeld en gefinancierd door de installatiesector, c.q. Stichting STABU. Betrokkenheid overheidsopdrachtgevers Geen Deelproject: Uitv. Organisatie: Status 17. Objectenbibliotheek installaties, Artikelenclassificatie Artikelenclassificatie voor de installatiesector. Volledig operationeel systeem voor het digitaal (online) zoeken, vergelijken, bestellen, afroepen en factureren van installatiematerialen Stichting ETIM In gebruik bij ca. 6000 installatiebedrijven en groothandelaren in de installatiesector. Beheer en verdere ontwikkeling worden geheel uit exploitatie gefinancierd. 36

Deelproject: (bedragen x 1000) 17. Objectenbibliotheek installaties, Artikelenclassificatie Installatiebedrijven 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Begroot 0 Gevraagde bijdrage 0 Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 17a. Objectenbibliotheek installaties, samenstellingen conform IFD STABU (in samenwerking met Stichting ETIM) Definiëren en opnemen van objecttypen van gebouwinstallaties ( installatiedelen ) in de IFD Library for Building SMART Gepland. Installatieadviseurs, installatiebedrijven 2008 2009 2010 2011 2012 Totaal Begroot 325 275 600 Gevraagde bijdrage 300 2010: set objecttypen voor installaties in IFD Library for Building SMART Kosten- en financieringsoverzicht Objectenbibliohteek installaties Kosten Ontwikkeling 550.000 Afstemming 50.000 Beproeving Validatie Implementatie en beheer Programmamanagement Communicatie + Totaal 600.000 Financiering Bedrijfsleven Financieel 150.000 Inkind 150.000 + Totaal 300.000 Overheidsopdrachtgever(s) Financieel 0 Inkind 0 + Totaal 0 + Totaal financiering 300.000 - Gevraagde medefinanciering / subsidie 300.000 37

B2.4 Informatiemodellen B2.4.1 Terrein- en ondergrondmodellen Deelproject: Uitv. Organisatie: Status/werkpakket(ten): (bedragen x 1000) 18. Terreinmodel Proces- en informatieafspraken die bewerkstelligen dat gegevens van terreinmodellen rechtstreeks kunnen worden gebruikt om ontwerp en realisatie van bouwwerken op te baseren; deze afspraken vormen een uitgangspunt voor gebruikers en toeleveranciers van terreinmodellen. Dit programma richt zich op benutting van beschikbare standaarden. Het deelproject moet leiden tot een betere infrastructuur voor vraag en aanbod van informatie van terreinmodellen. Doel: sneller, eenvoudiger en eenduidig kunnen beschikken over betrouwbare terreinmodellen met als resultaat een efficiënter en beter bouwproces. CUR Bouw & Infra (COINS, NLCS) i.s.m. organisaties die standaarden voor terreinmodellen beheren. Gewenst Ontwerpende en uitvoerende participanten in het bouwproces; daarnaast toeleveranciers van terreinmodellen Begroot Gevraagde bijdrage 2010: Afspraken Terreinmodel gereed 2011: Afspraken Terreinmodel gevalideerd 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal PM PM 2012-2013: Implementatie en beheer Deelproject: 19. Bebouwde omgeving model Proces- en informatieafspraken die bewerkstelligen dat gegevens van bebouwde omgevingmodellen rechtstreeks kunnen worden gebruikt om ontwerp en realisatie van bouwwerken op te baseren; deze afspraken vormen een uitgangspunt voor gebruikers en toeleveranciers van bebouwde omgevingmodellen. Dit programma richt zich op benutting van beschikbare standaarden. Het deelproject moet leiden tot een betere infrastructuur voor vraag en aanbod van informatie van bebouwde omgevingmodellen. Doel: sneller, eenvoudiger en eenduidig kunnen beschikken over betrouwbare bebouwde omgevingmodellen met als resultaat een efficiënter en beter bouwproces. 38