ENDOSCOPIE Sedatie (roesje) bij endoscopisch onderzoek
Sedatie (roesje) bij endoscopisch onderzoek U krijgt binnenkort een endoscopisch onderzoek in het St. Antonius ziekenhuis. U hebt al een folder gekregen over het onderzoek zelf. In de folder die u nu leest, vindt u informatie over de sedatie, ook wel roesje genoemd. U krijgt antwoord op vragen zoals: Wat is een roesje eigenlijk? Hoe wordt het roesje gegeven? Waar moet ik rekening mee houden? Wat moet ik zelf doen? Wat is een roesje? Vóór het onderzoek krijgt u een slaapmiddel (Midazolam) en soms een pijnstiller (Pethidine) via een infuusnaaldje. De meeste mensen raken van dit middel in (lichte) slaap; bij sommige mensen veroorzaakt het geen echte slaap maar wel ontspanning. Een roesje is géén narcose, u hoeft dus niet beademd te worden. De meeste mensen herinneren zich naderhand weinig tot niets van het onderzoek. Voorbereiding thuis Voor een onderzoek met een roesje moet u twee zaken van tevoren afhandelen: het invullen van een vragenlijst en het regelen van een begeleider. Vragenlijst Bij het roesje hoort een vragenlijst die u thuis moet invullen en meenemen naar het ziekenhuis. Vergeet dit niet! Begeleider Het is noodzakelijk dat er iemand met u mee komt. Deze begeleider kan in het ziekenhuis op u wachten. Zijn/haar aanwezigheid is belangrijk omdat: het prettiger voor u is als u in de uitslaapkamer een vertrouwd gezicht ziet; hij/zij kan meeluisteren naar de informatie die u na het onderzoek krijgt, zodat u deze thuis nog eens kunt bespreken; u na het onderzoek niet zelf aan het verkeer mag deelnemen en dus thuisgebracht moet worden. 1
Medicijnen Zorg dat u een lijst meeneemt met de medicijnen die u gebruikt. Bloedverdunners Gebruikt u bloedverdunnende middelen, al dan niet via de trombosedienst? Neem dan uiterlijk vijf dagen voor het onderzoek contact op met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Meld uw medicijngebruik ook bij de arts die het onderzoek uitvoert. Dit is niet van belang voor het roesje maar eventueel wel voor het onderzoek/de behandeling. Uw arts bespreekt met u of u de bloedverdunners enkele dagen voor het onderzoek moet stoppen. Uw arts overlegt daarvoor eventueel met de maag-darm-leverarts. Bekende bloedverdunnende middelen zijn Acenocoumarol, Sintrom, Fenprocoumon, Marcoumar en Clopidogrel (Plavix ). Diabetes Als u diabetespatiënt bent, moeten uw medicijnen mogelijk aangepast worden tijdens de voorbereiding van dit onderzoek. Misschien kunt u uw medicijnen later nemen of overslaan. Overleg hierover met de arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd, met uw internist of met uw huisarts. Stop uw medicijnen nooit op eigen initiatief! Overleg altijd met uw arts. Het onderzoek Informatie over het onderzoek zelf vindt u in een aparte folder die u hebt gekregen. Als u wordt binnengeroepen voor het onderzoek, mag u plaatsnemen op een bed. Kort vóór het onderzoek krijgt u een infuusnaald in uw hand of arm. Door deze naald krijgt u een slaapmiddel en soms ook een pijnstiller. U wordt slaperig en u hebt meestal weinig last meer van het onderzoek. Uw hartslag en zuurstofgehalte worden gemeten via een knijpertje op uw vinger; dit is pijnloos. Soms kan het nodig zijn om wat extra zuurstof te geven. Hiervoor krijgt u dan een slangetje met een sponsje in uw neus. Na het onderzoek Als u een roesje hebt gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur in een bed op de Dagbehandeling totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt. 2
Na het onderzoek kunt u nog enkele uren suf zijn en mogelijk kunt u zich het onderzoek niet (helemaal) herinneren. De medicijnen die u hebt gekregen, kunnen uw reactievermogen beïnvloeden. Dit betekent dat u tot de volgende morgen: niet actief mag deelnemen aan het verkeer; niet mag gaan werken en geen machines mag bedienen; geen slaapverwekkende en rustgevende middelen én geen alcohol mag gebruiken. U mag na het onderzoek niet zelf naar huis rijden. Laat u door iemand thuisbrengen. Risico s en complicaties Het voordeel van een roesje is dat u niet veel van het onderzoek merkt. Het onderzoek zou anders onprettig kunnen zijn. Een nadeel is dat u enkele uren suf bent. Het kan gebeuren dat u zich het onderzoek en een korte periode daarna niet kunt herinneren. Afspraak U hebt een datum en tijdstip voor het onderzoek gekregen. Hierbij staat ook vermeld, waar u precies moet zijn. Verhinderd? Mocht u uw afspraak willen veranderen of afzeggen, dan moet u dit zo spoedig mogelijk doorgeven, maar in elk geval minstens 24 uur van tevoren. U kunt daarvoor contact opnemen met de afdeling Endoscopie. Er kan dan iemand anders in uw plaats worden geholpen. In het grijze adreskader achterin deze folder vindt u onze contactgegevens. Deze folder Mist u iets in deze folder? Dan horen we dat graag van u. Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. U vindt onze contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder. In zeldzame gevallen kunnen er door het slaapmiddel problemen ontstaan met de ademhaling of hartfunctie. Dit komt gemiddeld voor bij 3 op de 1000 patiënten. Deze problemen zijn meestal goed met medicijnen of extra zuurstof te behandelen. 3
St. Antonius Ziekenhuis T 088-320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Endoscopie 088-320 55 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis END 22/01-10