WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN FAÇABRICK. Websyllabus Algemene adviezen Gevelstenen Façatile Kleidakpannen Façabrick.

Vergelijkbare documenten
WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN STOTHERM BRICK

Façabrick. Stap 2. Stap 1. De renovatieoplossing voor uw gevel in 2 stappen. Facelift. Energiekuur. nieuw

Façabrick. Stap 2. Stap 1. De renovatieoplossing voor uw gevel in 2 stappen. Facelift. Energiekuur. nieuw

Iso&Stripes, duurzaam isoleren én vertrouwd afwerken.

. Verwerkingsvoorschriften DAAS Isomo.

WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN GEVELSTENEN

met betonsteenstrippen

WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN FAÇATILE. Websyllabus Algemene adviezen Gevelstenen Façatile Kleidakpannen Façabrick.

Façabrick. Stap 2. Stap 1. De renovatieoplossing voor uw gevel in 2 stappen. Facelift. Energiekuur

WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN KLEIDAKPANNEN

WILLCO Isolatiesystemen

renovatieoplossingen Wij hopen dat dit document u nog veel diensten zal bewij zen bij uw volgende gevelrenovaties.

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Inleiding. Isolatie. Spouwvulling Binnenisolatie. Buitenisolatie. Dakisolatie Bouwknopen

Desimpel. Geveloplossingen. Steenstrippen: voorbeeldig met energie, ruimte en esthetiek

Desimpel. Geveloplossingen. Steenstrippen: voorbeeldig met energie, ruimte en esthetiek

3.3 Kimfixatie Kimfixatie Algemeen

WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN KLEIDAKPANNEN

detailtekeningen detailtekeningen

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

Duurzaam bouwen. Muren

WILLCO Fassade Profil

Duurzaam bouwen. Muren

3.4 Waterdichting Opkanten

Verwerkings- en Montage voorschriften NONIGNIS / IGNIS

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

CONSTRUCTIES 1: BOUWKNOPEN

* het hoekelement bestaat uit 2 stukken: 1 lang stuk en 1 kort stuk die samen 550 mm lang zijn

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

Detailtekeningen WILLCO Isolatiesystemen

Verwerkingsrichtlijnen Siliconen Buitengevelisolatiesystemen

StoTherm Detailtekeningen. Sto

Façatile, dé vlakke, natuurlijke kleipan voor hedendaagse gevels. Façatile De kleipan met het allermooiste profiel.

Lage energierenovatie van een 100 jarige woning. Cyndie Hanssens ; architect en bouwheer

Tegelen op hout.

Façatile, dé vlakke, natuurlijke kleipan voor hedendaagse gevels. Façatile De kleipan met het allermooiste profiel.

ILUZO. Traditioneel gemetseld met de look van gelijmd. De keuze van de kenner.

Detailboek Gevelisolatie

GEEF EEN PLATDAK WAAR HET RECHT OP HEEFT!

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: kelderafdichting

Na-isoleren van bestaande buitenmuren

Buitengevelisolatie systemen standaard detailboek

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen :

QUICK STEP INCIZO PROFIEL

a. Profielenoverzicht

INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1. JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Werfverslag Louis Vrijders

Klik op of om onze site te bezoeken.

PLAATSINGSINSTRUCTIES

Gevelbekleding uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck BELFACE of DEEPLAS of MURVINYL

Constructiedetails: Bouwknopen

Beschrijving keramische prefab wandelementen BRIXALL

Twee laags afwerking met korreldikte 0.3 mm (BASWAphon Classic): totale afgewerkte dikte 30 / 40

WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen

THIJCO BVBA TIPS & TRICKS LUCHTDICHT BOUWEN

bouw- & tegelelementen handleiding

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

PORTA WATERSCHOT HANDLEIDING

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

STS 71-2 Systemen voor de buitenisolatie van gevels STS 71-2 Voorstelling

Thermische isolatie oplossingen. thermische isolatie. muur en vloer PUR / PIR. panelen TMS & SIS REVE

Installatieinstructies

Productinformatieblad

massief kunststof plaat

FERMACELL Powerpanel HD. De buitengevelplaat

ILUZO. Traditioneel gemetseld met de look van gelijmd. De keuze van de kenner.

Installatieinstructies

DETAILTEKENINGEN. fundering-, raam- en dakafwerkingen. Legende. Opgaande muur plat dak (p ) Platdak (p ) Oversteek (p.

BRENG RUST EN COMFORT MET DEZE THERMISCHE EN AKOESTISCHE ISOLATIE

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING MET OPEN VOEG OF LEUVENSE DEKKING

Productinformatieblad

Werf gelegen in Lebbeke, Brusselsesteenweg 307

4. Gevelbekleding 1 de 15

WERKBESCHRIJVING. tel (0) ,

MENUISERITE NT - Onderdakplaat

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat

Details buitengevelisolatie

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op metaal

Buitengevelisolatiesystemen

MATTEN SYSTEEM. Waterdichte ontkoppelingsmatten onder tegelwanden en vloeren

Isodrain Noppenfolie ter bescherming van ondergrondse muren

Breedbandige naadloze geluidsabsorptie

DELTA -LIQUIXX FX: Plaatsingsvoorschriften «binnentoepassing»

200 Overlappingspaneel

MORGO FOLIETECHNIEK B.V. VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN. Productinformatie MorgoFassade. Professionals in folie

MACROPORT TERRASOVERKAPPING MONTAGE HANDLEIDING (NL)

Drempel(loo)s zonder hindernissen

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

Technisch informatieblad StoSilent Board 100

Slank en duurzaam bouwen met SlimBrick en EcoBrick

Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een

Innotec Lijmvoorschriften voor Steni gevelplaten

Montagevoorschrift Facafix gevelmontagesysteem

fermacell Technische tip

Transcriptie:

WIENERBERGER RENOVATIEOPLOSSINGEN FAÇABRICK Websyllabus Algemene adviezen Gevelstenen Façatile Kleidakpannen www.renovatieoplossingen.be

Woord vooraf renovatieoplossingen Renovatieoplossing met Met de website renovatieoplossingen.be wil Wienerberger u als bouwprofessional zowel informeren als inspiratie bieden over wat er vandaag zoal mogelijk is op het gebied van gevelrenovatie. Deze websyllabus herneemt de inhoud van de website voor de renovatieoplossing met het gevelisolatiesysteem van Wienerberger met inbegrip van uitvoeringsdetails en adviezen. Zo beschikt u meteen over één handig document voor deze renovatieoplossing. Meer informatie over de Wienerberger aanpak voor renovatieoplossingen, referenties en bestekteksten vindt u op www.renovatieoplossingen.be En via een blog volgen we daar diverse concrete renovatieprojecten om meer inzicht verkrijgen in de effecten van een doorgedreven schilrenovatie op het wooncomfort en het energieverbruik. Wij hopen dat dit document u nog veel diensten zal bewijzen bij uw volgende gevelrenovaties. Download ook de websyllabi met de andere geveloplossingen van Wienerberger en de websyllabus met algemene adviezen bij de 4 oplossingen: Terca en Desimpel gevelstenen Koramic kleidakpannen Façatile kleipannen Algemene adviezen 2

combineert de voordelen van een gevelbekleding met de stootvastheid van gevelstenen. Funderingswerken zijn niet vereist. Het is een systeemopbouw waarbij steenstrippen aangebracht worden op harde isolatiepanelen. Ideaal wanneer er weinig ruimte beschikbaar is. In deze syllabus vindt u een beknopte beschrijving, talrijke detailtekeningen en specifieke adviezen. Inhoudstafel websyllabus 1. Wat?...5 1.1. Wat is?...5 1.2. Wanneer toepasbaar?...5 1.3. Technische info...5 2. Adviezen...6 2.1. Voordelen van...6 2.2. Aansluiting op het buitenschrijnwerk...6 2.3. De funderingsaanzet...6 2.4. Maak gebruik van de juiste materialen!...7 2.5. Minimale horizontale en verticale oversteek bij dakranden en vensterbanken...7 2.6. Ondergrond: eisen...7 2.7. Plaatsing enkel door een gespecialiseerde aannemer...8 2.8. Plaatsing in praktijk...9 2.8.1. Algemeen...9 2.8.2. Plaatsing van het startprofiel...9 2.8.3. Plaatsing van de isolatie... 10 2.8.4. Mechanische bevestiging... 11 2.8.5. Afwerken van de isolatie... 11 2.8.6. Plaatsing van de strippen... 11 2.8.7. Opvoegen van de steenstrippen... 12 2.8.8. Hoekafwerking... 12 2.8.9. Aansluiting van het systeem met andere materialen... 13 2.8.10. Plintzone... 13 2.8.11. Aanmaken van de verschillende mortels... 13 2.9. Te hanteren voegbreedtes... 14 2.10. Technische specificaties voor gevelsteenstrippen... 14 2.11. Types steenstrippen en het metselverband... 14 2.12. Vertrouw op een systeem... 15 2.13. Voorzien van dilatatievoegen... 15... 16 3.1. Fundering... 16 3.1.1. Algemeen... 16 3.1.1.1. Geen funderingswerken... 16 3

3.1.2. Massieve muur, na afbraak gevel afwerking spouwmuur... 18 3.1.2.1. Geen funderingswerken... 18 3.2. Hellende dakaansluiting...20 3.2.1. Algemeen...20 3.2.1.1. Goot - voldoende oversteek...20 3.2.1.2. Goot - onvoldoende oversteek zonder binnenaanpassingen... 21 3.2.1.3. Goot - onvoldoende oversteek met binnenaanpassingen...22 3.2.1.4. Zijdelings - voldoende oversteek...23 3.2.1.5. Zijdelings - onvoldoende oversteek... 24 3.2.2. Spouwmuur met behoud gevelsteen...25 3.2.2.1. Goot - voldoende oversteek...25 3.3. Platte dakaansluiting...26 3.3.1. Algemeen...26 3.3.1.1. Platte dakrand...26 3.3.1.2. Overgang platte dak - gevel...27 3.4. Raamaansluiting...28 3.4.1. Algemeen...28 3.4.1.1. Nieuw, bovenaansluiting...28 3.4.1.2. Nieuw, ondersluiting...29 3.4.1.3. Nieuw, zijaansluiting...30 3.4.2. Massieve muur... 31 3.4.2.1. Behoud, bovenaansluiting... 31 3.4.2.2. Behoud, onderaansluiting...32 3.4.2.3. Behoud, zijaansluiting...33 3.4.3. Massieve muur, na afbraak gevel afwerking spouwmuur...34 3.4.3.1. Behoud, bovenaansluiting...34 3.4.3.2. Behoud, onderaansluiting...35 3.4.3.3. Behoud, zijaansluiting...36 3.4.4. Spouwmuur...37 3.4.4.1. Behoud, bovenaansluiting...37 3.4.4.2. Behoud, onderaansluiting...38 3.4.4.3. Behoud, zijaansluiting...39 3.5. Deuraansluiting...40 3.5.1. Algemeen...40 3.5.1.1. Nieuw, onderaansluiting...40 3.5.1.2. Behoud, onderaansluiting... 41 3.5.2. Massieve muur, na afbraak gevel afwerking spouwmuur...42 3.5.2.1. Nieuw, onderaansluiting...42 3.5.2.2. Behoud, onderaansluiting...43 Gebruiksvoorwaarden van de website en bijhorende websyllabus...44 1. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer...44 2. Voorwaarden voor gebruik...44 3. Auteursrecht...44 4. Aansprakelijkheid...44 5. Opmerkingen, vragen en suggesties...45 6. Rechtspraak...45 Contact...45 4

1. Wat? 1.1. Wat is?, is een innovatief systeem dat het uitzicht en de eigenschappen van traditioneel metselwerk combineert met optimale thermische prestaties. De na-isolatie van de gevel gebeurt met grafiet geladen geëxpandeerd polystyreen (EPS) voorzien van een wapeningslaag en vervolgens steenstrippen die op de wapeningslaag worden bevestigd. De kwaliteit van het systeem wordt gegarandeerd door toepassing van de beschreven laagopbouw. Doordat enkel door opgeleide aannemers mag geplaatst worden, is ook de kwaliteit van de plaatsing gegarandeerd. De steenstrippen worden gezaagd uit Terca en Desimpel gevelstenen, zowel handvorm, vormbak als strengpers zijn mogelijk. Ze zijn onderhoudsvriendelijk, blijvend mooi, stootvast en hebben een lange levensduur. Een duurzame keuze dus. Het systeem is toepasbaar tot 20 m hoogte (incl. puntgevel) bij een maximale windbelasting van 2,2 kn/m². Bij speciale gebouwen, bijvoorbeeld aan de kust, dient een windbelastingsstudie te gebeuren door een gespecialiseerd bureau. 1.2. Wanneer toepasbaar? wordt toegepast als renovatieoplossing bij bestaande massieve muren, bij massieve muren bekomen na het wegbreken van een gevelbekleding of een bestaand buitenspouwblad en spouwmuren met behoud van een bestaand massief buitenspouwblad. Het grote voordeel is dat er geen funderingswerken nodig zijn. als na-isolatieoplossing van bestaande buitenmuren is toepasbaar vanaf een beschikbare ruimte van 11,5 cm. Het is de dunste oplossing van Wienerberger. 1.3. Technische info Onder 2. Adviezen vindt u specifieke adviezen met betrekking tot: De keuze van de steenstrippen De verschillende types steenstrippen Dilatatievoegen Eisen gesteld aan de ondergrond 5

2. Adviezen 2.1. Voordelen van Er wordt een continu doorlopende isolatieschil gecreëerd. Door het aanbrengen van de isolatie aan de buitenzijde kunnen bestaande koudebruggen aangepakt worden. Er bestaan heel wat esthetische keuzemogelijkheden betreffende de afwerking met steenstrippen: tal van kleuren, texturen en formaten komen in aanmerking. Gevelsteensysteem met een beperkte dikte: de voordelen van isolatie en dunnere gevelbekledingen met elkaar gecombineerd. Bestaand schrijnwerk dient niet aangepast te worden indien het voldoet aan de vooropgestelde eisen. Vroegere investeringen gaan dus niet verloren. Door de reeds in de fabriek aangebrachte cementgebonden afwerkingslaag met geïntegreerd wapeningsnet gaat de uitvoering van de werken nog eens zo snel. Net als het schrijnwerk kunnen de dakconstructie en isolatie behouden worden, eventueel mits aanpassingen ter hoogte van de aansluitingen tussen het gevelsysteem en de dakconstructie. Er ontstaan geen problemen betreffende bouwfysische aspecten. De thermische inertie van de keramische binnenmuur blijft behouden, wat niet het geval is wanneer er vanbinnen geïsoleerd wordt. Deze thermische massa heeft een bufferende werking (temperatuur) en zorgt voor een constant binnenklimaat. Dit verhoogt het comfortgevoel en vermindert de energiekosten. Duurzame gevel, onderhoudsarm, stootvast. De gevel wordt opgehangen aan de bestaande muur. Er zijn geen funderingswerken nodig. Waterondoorlatend door dubbele waterbarrière en geïntegreerd wapeningsnet. Door het geïntegreerde wapeningsnet wordt scheurvorming verhinderd. 2.2. Aansluiting op het buitenschrijnwerk Om correct te kunnen aansluiten met een Wienerberger zwelband en kitvoeg met rugvulling op het buitenschrijnwerk, is het noodzakelijk dat het gevelisolatiesysteem (afgewerkt) de kaders met minimaal 5 cm overlapt. Deze afstand bepaalt mee in hoeverre het bestaande buitenschrijnwerk kan behouden worden. Indien er geen 5 cm voor handen is, zal het bestaande buitenspouwblad moeten aangepast worden. 2.3. De funderingsaanzet De funderingsaanzet kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: Start van het gevelisolatiesysteem boven maaiveld met plint uit bijvoorbeeld steenstrippen of natuursteen Start van het gevelisolatiesysteem onder maaiveld met plint uit steenstrippen of natuursteen (specifieke plintuitvoering) Wanneer steenstrippen tot onder het maaiveld doorgetrokken worden, moeten ze met een speciale laag tegen vocht behandeld worden. Het is belangrijk dat het gevelisolatiesysteem niet aan stagnerend vocht wordt blootgesteld. Daarom wordt aangeraden een noppenfolie en drainage te voorzien of de nodige maatregelen te nemen in de detaillering om het vocht weg te houden enerzijds van het systeem en anderzijds van de gebouwvoet. 6

2.4. Maak gebruik van de juiste materialen! moet steeds bijkomend mechanisch verankerd worden. Gebruik hiervoor enkel de geïsoleerde Wienerberger schroefschotelpluggen met thermische onderbreking. Bij gebruik van niet geïsoleerde pluggen treedt op vele plaatsen warmteverlies op. Dergelijke pluggen vormen stuk voor stuk kleine koudebruggen. Wienerberger schroefschotelplug met EPS-dop Puntkoudebruggen wanneer geen gebruik gemaakt wordt van geïsoleerde Wienerberger schroefschotelpluggen 2.5. Minimale horizontale en verticale oversteek bij dakranden en vensterbanken De minimale horizontale oversteek bij dakranden en vensterbanken bedraagt, ten opzichte van de gevelafwerking, 30 mm. De minimale verticale oversteek van de dakrand ten opzichte van de aansluiting van het gevelisolatiesysteem bedraagt 50 mm. Vensterbanken moeten voorzien zijn van kopschotjes waterdicht aansluitend aan het tablet en raamkader om lokale bevochtiging en vlekvorming te vermijden. 2.6. Ondergrond: eisen De ondergrond is het oppervlak waarop het gevelisolatiesysteem aangebracht wordt. De ondergrond dient aan de onderstaande eisen te beantwoorden: De ondergrond dient droog te zijn en vrij van opstijgend vocht. Het materiaal dient zijn evenwichtsvochtgehalte bereikt te hebben. Voor baksteen geldt: evenwichtsgehalte (gewichts%) in een omgeving bij een temperatuur van 20 C en bij - een relatieve vochtigheid van 65% : 0,3 - een relatieve vochtigheid van 95% : 0,9 De ondergrond dient proper te zijn: vrij van stof, vuilafzettingen, mos, onstabiele delen, schilfers, schadelijke uitbloeiingen, zouten, vetten, suikers, oliën en waterafstotende producten, In het geval dat de aanwezigheid van deze stoffen vastgesteld wordt, moeten zij voorafgaandelijk verwijderd worden met gepaste reinigingstechnieken. Ondergronden die na het reinigen nog een poederige laag vertonen, moeten geïmpregneerd worden met Wienerberger primer. De ondergrond moet draagkrachtig zijn. De ondergrond dient voldoende vlak te zijn. wordt geplaatst met mortellijm. Kleine oneffenheden tot 15 mm kunnen opgevangen worden door de kleefmortel gebruikt voor de verlijming van de isolatiepanelen. Hier moet dan wel gewerkt worden met de randstreep-methode (zie verder in het dossier). 7

Maximaal toegelaten afwijking op Nieuwe ondergrond Metselwerk (1) Beton structuur (2) de globale vlakheid onder de lat van 2 m ± 8 mm (5) ± 8 mm (5) de plaatselijke vlakheid / onregelmatigheid onder de lat van 0,2 m verticaliteit / loodrechtheid de horizontaliteit (de afstand d tussen twee punten op een lijn) - ± 5 mm (6) ~ 1 verdiep (2,5 tot 3 m) ± 8 mm ± 8 mm (6) gebouwhoogte ± 50 mm ± 16 tot 50 mm (4) d < 3 m ± 8 mm - 3 m < d < 6 m ± 12 mm - 6 m < d < 15 m ± 16 mm - bij rechtheid bij metselwerk - (7) ± 8 mm de haaksheid (venteraansluiting, ) - - het niveauverschil in het buitenoppervlak - (7) ± 5 mm (6) (1) Zie NBN EN 1996-2 ANB en het ontwerp van de STS 22 metselwerk voor laagbouw (te verschijnen) (2) Zie NBN EN 13670 en zijn nationale bijlage NBN B15-400. De opgegeven afwijkingen gelden voor tolerantieklasse 2 (streng) (te vermelden in het bijzondere bestek). (3) Berekend met de geschikte formule uit (2) voor een vrije verdiepingshoogte h van 3000 mm. (4) Bereken met de geschikte formule uit (2), afhankelijk van de hoogtes en het aantal verdiepingen. (5) Een ondergrond met een afwijking tot 8 mm onder de lat van 2 m laat een plaatsing van de isolatiepanelen toe met mortellijm. Een afwijking tot 15 mm onder een lat van 2 m kan opgevangen worden door de isolatiepanelen te plaatsen met de rand-streep-methode. (6) Een ondergrond met een afwijking tot 5 mm (vlakheid onder de lat van 0,2 m of niveauverschil) laat een plaatsing met mortellijm toe. Een afwijking van 10 mm onder de lat van 2 m kan opgevangen worden door de isolatiepanelen te plaatsen met de rand-streep-methode. (7) Bij gebrek aan normatieve criteria raadt men aan om de toegelaten afwijking voor betonstructuren te hanteren. Uitzettingsvoegen in de ondergrond dienen overgenomen te worden in het systeem. Brede, lange of structurele scheuren en barsten in de ondergrond zijn voorwerp van een specifieke beoordeling. De ondergrond dient vrij te zijn van krimp. Voor, op of tegen de gevel bevestigde afvoerleidingen, roosters, bedradingen, enz. voor de aanvang van de isolatiewerkzaamheden demonteren. Metalen bouwdelen die in aanraking komen met het isolatiesysteem moeten voldoende corrosiewerend behandeld zijn. Eventueel uit de muur stekende elektriciteitskabels dienen in een wachtbuis geplaatst te worden of verwijderd te worden indien niet gebruikt. 2.7. Plaatsing enkel door een gespecialiseerde aannemer wordt geplaatst door een gespecialiseerde aannemer, die een opleiding genoot om het systeem deskundig aan te brengen. Een dergelijke opleiding wordt, na overleg met Wienerberger, op maat aangeboden. Alle benodigde producten worden door de systeemleverancier geleverd. Contacteer Wienerberger voor een lijst met plaatsers. 8

2.8. Plaatsing in praktijk 2.8.1. Algemeen Het isolatiesysteem kan aangebracht worden, vanaf het ogenblik dat het dak, de dakranden, de ramen en deuren, rolluikkasten, vensterbanken (horizontale afdekkingen) en eventueel plinten geplaatst zijn. Alle natte binnenwerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld chapewerken, pleisterwerken, dienen uitgevoerd te zijn. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, moet er na de uitvoering van deze natte binnenwerkzaamheden het nodige gedaan worden om het vocht zo snel mogelijk uit het gebouw te krijgen. Geperforeerde stenen, welfsels, e.d dienen voldoende afgeschermd te worden om wateropslag in holle ruimten tegen te gaan. Het is van belang dat onmiddellijk de nodige voorzieningen getroffen worden om geconcentreerde waterafloop ter hoogte van daktappen e.d. te vermijden. Alle lagen dienen droog te zijn alvorens de volgende laag aan te brengen. De stelling dient te voldoen aan de arbeidsvoorschriften. De plaatser moet ervoor zorgen dat de ruimte tussen de gevel en de stelling voldoende is, zodat het systeem op een correcte en vlotte manier kan geplaatst worden. De bevestigingspunten van de stelling mogen een maximale diameter van 10 mm hebben, zodat deze achteraf op een eenvoudige manier met PUR-schuim kunnen dichtgemaakt worden. Het bouwwerk dat moet worden bekleed en de geplaatste en nog te plaatsen isolatiepanelen dienen te worden afgeschermd van de zon door middel van een regenkap of beschermingsnet dat niet meer dan 30% van het zonlicht doorlaat. Uitvoeringsomstandigheden: - Omgevings- en / of ondergrondtemperatuur hoger dan 5 C en lager dan 30 C - Niet bij regen; tenzij afgeschermd - Niet in volle zon; tenzij afgeschermd - Niet bij veel wind; tenzij afgeschermd - Minimum 24 uur na de stappen waar mortel aan te pas komt, dient het vorstvrij te zijn. 2.8.2. Plaatsing van het startprofiel Onderaan wordt een startprofiel in aluminium geplaatst (min. 30 cm boven het maaiveld), waarop de eerste laag isolatiepanelen geplaatst wordt. Dit profiel heeft enkel een afdichtende functie ter bescherming van de isolatie. Het startprofiel wordt om de 33 cm met schroefpluggen in de ondergrond bevestigd en onderling verbonden met startprofielverbindingsclips. De startprofielen dienen onderling op 3 mm van elkaar geplaatst te worden om uitzetting mogelijk te maken. Tussen het startprofiel en de achtergrond wordt steeds ter hoogte van de bevestigingen een afstandshouder van minimaal 5 mm geplaatst. Deze beperkt de koudebrugwerking en dient als garantie voor een minimale lijmlaagdikte achter de isolatie van 6,2 mm (incl. dikte van het profiel zelf). Bij niveauverschillen (maximum 5 mm - zie tabel toleranties) dient dit niveauverschil in rekening gebracht te worden bij de afstandhouders. De voegen onderling langs de bovenzijde afdichten door een stuk zwelband over de voeg te plaatsen. Aan het startprofiel mag niets rechtsreeks bevestigd worden. 9

Verankeringsdiepte schroefpluggen voor het vastzetten van de profielen: Verankeringsdiepte beton, volle steen, holle steen: min. 25 mm Verankeringsdiepte cellenbeton: min. 65 mm De gaten moeten steeds 10 mm dieper voorgeboord worden dan de benodigde verankeringsdiepte met een boor van 8 mm. In geval van geperforeerde snelbouw is het belangrijk dat er niet kloppend wordt voorgeboord. Afstandshouder achter startprofiel Onderlinge verbinding met startprofielverbindingsclips Afdichten voeg met zwelband 2.8.3. Plaatsing van de isolatie Van de eerste rij isolatiepanelen dient het uitstekende wapeningsnet onderaan 5 mm boven de onderkant van de druiprand van het startprofiel afgeknipt te worden zodat het wapeningsnet wel nog de opstaande kant van het profiel overdekt, maar geen vocht kan opzuigen. Dit dient te gebeuren vóór de plaatsing op het profiel. De hechtmortel aanbrengen volgens volgende methodes: - Kambed-methode: met behulp van een kamspaan 15*15 mm hechtmortel op Kambed-methode de achterzijde over het gehele isolatiepaneel aanbrengen (100% verlijming) - Rand-streep-methode: Hierbij wordt op de randen op de achterzijde van het isolatiepaneel volledig rondom rond een strook kleefmortel aangebracht, met bijkomend 1 strook kleefmortel in het midden in de langsrichting en 2 bijkomende brede lijmstrepen in de dwarsrichting (percentage kleefoppervlak > 60% tov plaatoppervlak). Met deze manier van werken kunnen oneffenheden tot 15 mm in de ondergrond opgevangen worden. De isolatiepanelen steeds in halfsteens verband aanbrengen. Ter plaatse van buiten- en binnenhoeken de panelen in verstek verzagen of Rand-streep-methode geschrankt plaatsen. Het plaatverband niet laten samenvallen met materiaalovergangen in de ondergrond en met voegen tussen de Wienerberger startprofielen. De hoeken bij gevelopeningen uit gehele panelen zagen. De panelen kunnen op de bouwplaats worden verzaagd met behulp van een zaag, bij voorkeur voorzien van een Wolfraamcarbide zaagblad. Wanneer de isolatiepanelen tegen een ander materiaal geplaatst worden, moet de tand of groef van de plaat verwijderd worden om koudebruggen te voorkomen. De platen dienen steeds met hun tand naar boven geplaatst te worden. De uitstekende delen van het wapeningsnet dienen zich onderaan en aan de linkerkant te bevinden tijdens de plaatsing. Vanaf 14 cm isolatiedikte dienen de kopse kanten van de isolatiepanelen op buiten- en binnenhoeken van het gebouw verkleefd te worden met een niet expanderend polyurethaanlijmschuim. De isolatiepanelen goed aaneengesloten aanbrengen, waarbij de voorzijde van de isolatiepanelen een naadloos, effen vlak vormt. Open voegen moeten met isolatiestroken of indien de voegbreedte < 1 cm, met PUR-Pistolenschuim (droog- en hardingstijd minimaal 1 uur) opgevuld worden. Er mag geen mortel in de plaatvoegen aanwezig zijn of terecht komen. 10

Platen waarbij er geen overlappend weefsel is (bijvoorbeeld door gezaagde passtukken) dienen bijgewapend te worden met een extra wapeningsweefsel met minimale overlapping van 10 cm. De droogtijd bedraagt tussen 24 uur en 48 uur in functie van de weersomstandigheden alvorens over te gaan tot verdere bewerkingen. 2.8.4. Mechanische bevestiging Het systeem van Wienerberger moet altijd geplugd worden. Ter hoogte van de in de plaat voorziene verarmingen worden de Wienerberger schroefschotelpluggen (10 stuks/m²) aangebracht. De bevestiging mag nooit ter hoogte van de plaatranden gebeuren. Het roset van de schroefankers dient altijd volledig binnen de verarmde gedeeltes van het isolatiepaneel te vallen. De lengte van de plug is afhankelijk van de gekozen isolatiedikte en de ondergrond. Nadat de schroef is geplaatst dient men de schotelplug af te dichten met de bijgeleverde EPS-dopjes. In geval van kleinere op maat gesneden platen waarbij er geen volledige verarmingen in de plaat meer aanwezig zijn, dient er eerst een verarming gecreëerd te worden zonder beschadiging van het wapeningsnet alvorens de schroefschotelplug aan te brengen. Verankeringsdiepte schroefschotelpluggen voor het vastzetten van de isolatie: Verankeringsdiepte beton, volle steen, holle steen: min. 25 mm Verankeringsdiepte cellenbeton: min. 65 mm De gaten moeten steeds 10 mm dieper voorgeboord worden dan de benodigde verankeringsdiepte met een boor van 8 mm. In geval van geperforeerde snelbouw is het belangrijk dat er niet kloppend wordt voorgeboord. Plaatsing schroefschotelplug binnen verarming Vastzetten schroefschotelplug Plaatsing EPS-dopje 2.8.5. Afwerken van de isolatie De schotelpluggen dienen vlak afgestreken te worden met bijgeleverde wapeningsmortel. Ook de naden van de platen worden verder afgedicht. De door het weefsel dringende mortel vlak afwerken. Belangrijk is dat het weefsel 100% is ingebed. De weefselbanen moeten elkaar minimaal 10 cm overlappen. Ingesneden weefsels dienen steeds 10 cm overlapt te worden met een weefselstrook. De gemiddelde laagdikte bedraagt ca. 4 mm. 2.8.6. Plaatsing van de strippen De rand- en schroefschotelplugafwerking moet voldoende hard zijn alvorens de steenstrippen middels Wienerberger kleefmortel voor steenstrippen aan te brengen. De ondergrond dient stabiel, draagkrachtig, olie-, vet-, vuil- en stofvrij te zijn. Vooraleer de steenstrippen te verlijmen, dient de ondergrond minimaal 1 uur vantevoren volledig voorbehandeld te worden met Wienerberger primer. Ramen, dorpels en andere onberschermde delen dienen hierbij voldoende afgeschermd te worden. 11

Bij het verkleven worden de steenstrippen op de floating-buttering manier aangebracht. De kleefmortel moet met een getande rvs-plakspaan (6*6 mm of 8*8 mm) horizontaal op de achterzijde van de steenstrip worden aangebracht, nadat deze stofvrij zijn gemaakt. Op de wapeningslaag wordt eveneens met dezelfde plakspaan de kleefmortel verticaal aangebracht. Dit verhoogt de weerstand tegen afschuiven. De steenstrippen worden al bewegend binnen 20 minuten (open tijd) in de mortel gedrukt om een optimale verkleving te bekomen. Controleer of het contactoppervlak van de lijm (vulgraad) een percentage van 100% van het totale oppervlak benadert. Controleer regelmatig slijtage van de lijmkamspaan om te voorkomen dat lijmrillen te dun worden opgezet. Plaats steenstrippen niet strak in de hoeken, vloer en/of plafond. Ter hoogte van het maaiveld de steenstrippen aanbrengen met Wienerberger kleefmortel vermengd met Wienerberger waterdichtende pasta. De steenstrippen die onder het maaiveld komen instrijken met Wienerberger afdichtende pasta. Klassiek gemetseld uitzicht: De voegen tussen de Wienerberger steenstrippen onderling liggen tussen 10 en 15 mm indien gekozen wordt voor traditioneel gemetseld uitzicht. Verlijmd uitzicht: Indien gekozen wordt voor verlijmd uitzicht, dient de voegbreedte omwille van praktische uitvoering minimaal 5 mm te zijn. Klassiek gemetseld uitzicht Verlijmd uitzicht 2.8.7. Opvoegen van de steenstrippen Na ten vroegste 24 uur kunnen de steenstrippen met een met kunsthars gemodificeerde voegmortel opgevoegd worden. Per project moet steeds voldoende voegmortel voorzien worden. Bij naleveringen is een lichte kleurnuance mogelijk. De diepte van de voeg moet minimaal 10 mm zijn. Eventueel voorbevochtigen en afdekken noodzakelijk i.f.v. de weersomstandigheden. Voegmortel goed en vol in de voegen aanbrengen en stevig aandrukken met het voegijzer. 2.8.8. Hoekafwerking Ter plaatse van buiten- en binnenhoeken de panelen in verstek verzagen of geschrankt plaatsen. Op alle buitenhoeken het Wienerberger hoekwapeningsweefsel met de wapeningsmortel aanbrengen. Het is belangrijk dat het wapeningsweefsel 100% is ingebed. In alle binnenhoeken extra wapeningsweefsel aanbrengen. In verstek verzagen Geschrankt plaatsen 12

2.8.9. Aansluiting van het systeem met andere materialen Tussen de isolatiepanelen en het andere materiaal wordt steeds een Wienerberger zwelband voorzien. Tussen de steenstrippen en het andere materiaal wordt steeds een kitvoeg met rugvulling voorzien. De diameter van de rugvulling is steeds 50% groter dan de breedte van de voeg. 2.8.10. Plintzone De te bekleden ondergrondse zone en een strook van 50 cm boven het maaiveld instrijken met de bij het systeem horende Wienerberger waterdichtende pasta (1:1 gemengd met Portlandcement en 10% waterverdund). Na droging diezelfde pasta (1:1 gemengd met Portlandcement) met een rvs-plakspaan aanbrengen op de voorgestreken ondergrond. Vervolgens wordt aan de kleefmortel volume gegeven door een rvs-plakspaan vlak in de verse mortel te drukken en in één beweging er weer uit te trekken. In deze laag onderaan een strook wapeningsweefsel aanbrengen zodanig dat deze na plaatsing van de plintzone-isolatie naar voor kan geplooid worden en de wapening van de plintzone-isolatie minimaal 10 cm overlapt. De Isomobrick plintzone-isolatie in een halfsteens verband en nauw aansluitend in de kleefmortel drukken en te lood plaatsen. De isolatiepanelen dienen over het volledige oppervlak verkleefd te zijn. De plintzone-isolatie wordt afgeschuind aangeleverd op de werf om het achteraf plaatsen van de noppenfolie mogelijk te maken. De achterliggende strook wapeningsweefsel naar voor plooien zodat deze de wapening van de plintzone-isolatie minimaal 10 cm overlapt en deze samen met de zijdelingse voegen aanstrijken met wapeningsmortel. Na uitdrogen van de wapeningsmortel de volledige zone tot 30 cm boven het maaiveld instrijken met Wienerberger waterdichtende pasta (1:1 gemengd met Portlandcement en 10% waterverdund). Tot 30 cm boven het maaiveld de steenstrippen aanbrengen met Wienerberger kleefmortel voor steenstrippen vermengd met Wienerberger waterdichtende pasta (1:1 en 10% waterverdund) De steenstrippen die onder het maaiveld doorgetrokken worden, dienen met een speciale laag tegen vocht behandeld te worden. Stagnerend water rond het systeem moet voorkomen worden door een drainage en noppenfolie te voorzien. Plint achteruit liggend geplaatst: - De plintzone-isolatie moet aansluiten op het startprofiel. - Een zwelband aanbrengen in het buitenste vlak tussen de bovenkant van de plintzone-plaat en het startprofiel. Plint in hetzelfde vlak geplaatst: - De gevelisolatiepanelen in hetzelfde vlak plaatsen als de plintzone-isolatie. - In dit geval moet er geen startprofiel gebruikt worden. 2.8.11. Aanmaken van de verschillende mortels Aanmaken van de hechtmortel voor het verlijmen van de isolatiepanelen op de achtergrond: - Giet ca. 4,75 ltr schoon leidingwater in een schone kuip. - Strooi hierin 25 kg PRB Fondisol F en laat de mortel zich verzadigen in het water (z.g. indrinken). - Mix deze mortel met een mortel mixer op trage snelheid tot een homogene klontvrije massa. - De aangemaakte mortel ca. 3 minuten laten staan en daarna kortstondig namixen. - Verbruik: 6,0 kg per m². - Praktische gebruiksduur: 30 minuten - Droogtijd tot nieuwe bewerking: 24 tot 48 uur volgens de weersomstandigheden Aanmaken van de wapeningsmortel voor het afstrijken van de pluggen en de naden: - Giet ca. 5,5 ltr schoon leidingwater in een schone kuip. - Strooi hierin 25 kg PRB Fondisol F en laat de mortel zich verzadigen in het water (z.g. indrinken). - Mix deze mortel met een mortel mixer op trage snelheid tot een homogene klontvrije massa. - De aangemaakte mortel ca. 3 minuten laten staan en daarna kortstondig namixen. - Verbruik: 3 à 4 kg per m². - Praktische gebruiksduur: 30 minuten - Droogtijd tot nieuwe bewerking: 24 tot 48 uur volgens de weersomstandigheden. 13

Aanmaken van de lijmmortel voor steenstrippen: - Giet minimaal ca. 7,5 ltr (afhankelijk van de buitentemperatuur) schoon leidingwater in een schone kuip. - Strooi hierin 25 kg Wienerberger kleefmortel voor steenstrippen en laat de mortel zich verzadigen in het water ( z.g. indrinken). - Mix deze mortel tot een klontvrije en homogene massa, de aangemaakte mortel mixen op trage snelheid. - De aangemaakte mortel ca. 4 minuten laten staan en daarna nog kortstondig mixen. - Verbruik ca. 6 kg per m² - Praktische gebruiksduur: maximaal 4 uur (bij 20 C) - Droogtijd tot nieuwe bewerking: minimaal 24 uur 2.9. Te hanteren voegbreedtes De voegbreedtes variëren van 10 tot 15 mm in geval van gemetseld uitzicht. Dankzij het uitgebreide kleurenpalet van zowel steenstrippen als voegmortels zijn vele kleurencombinaties mogelijk. Er kan ook gekozen worden voor een verlijmd uitzicht. In dit geval dient de voegbreedte omwille van praktische redenen minimum 5 mm te zijn. 2.10. Technische specificaties voor gevelsteenstrippen De volgende technische specificaties voor de steenstrippen zijn zeer belangrijk: Maximale oppervlakte: 0,09 m 2 Maximale lengte: 30 cm Dikte: ± 22 mm Maximaal gewicht: 45 kg/m 2 Zeer vorstbestand volgens NBN B23-003 (hoogste klasse) of Euroklasse F2 Minimale helderheidswaarde = 10; bij gebruik van steenstrippen met een lagere helderheidswaarde wordt dit project per project bekeken. Gelieve hiervoor contact op te nemen met onze technische dienst. 2.11. Types steenstrippen en het metselverband Gevelsteenstrippen worden verzaagd uit de traditionele gevelstenen en hebben bijgevolg dezelfde afmetingen. Standaard zijn er de plaketten en de hoeksteenstrippen. Plaketten hebben de afmetingen van een strek, hoeksteenstrippen de afmetingen van een kop en een strek. Andere strippen, zoals koppen, hoekstrippen onder hoeken afwijkend van 90, zijn op speciale aanvraag en onder andere voorwaarden te verkrijgen. Standaardstrippen gezaagd uit een gevelsteen: links: een plaket, midden en rechts: de standaard hoeksteenstrip Voorgaande is belangrijk met betrekking tot het uittekenen van het metselverband. Ook bij detailleringen, zoals bijvoorbeeld een uitkraging, valt op voorhand na te denken over het metselverband, zoals uit onderstaand voorbeeld blijkt. 14

1. strippen met de afmetingen van koppen verzaagd uit plaketten 2. strippen verzaagd uit plaketten 3. aangepaste voegdikte Verband valt niet aan te houden langs de onderkant. 1 en 3: smalle strippen verzaagd uit plaketten. In deze situatie is dit esthetisch verantwoord daar die strippen ongeveer dezelfde breedte hebben als de dikte van een strip en er zo symmetrie in het verband komt. Deze strippen zijn wel heel moeilijk te verzagen en dus dient met een zekere uitval rekening te worden gehouden. Ook het verlijmen van dergelijke smalle strippen vraagt extra aandacht. Bij voorkeur worden deze smalle strippen vermeden! 3: om deze smalle strippen te vermijden, zou men, indien mogelijk beter het verband aan de onderzijde 90 draaien 2 en 4: verzaagde strippen uit plaketten Bovenstaand werden twee van de vele verschillende mogelijkheden om een uitkraging te bekleden geïllustreerd. Er werd in dit voorbeeld gebruik gemaakt van steenformaat M50. Bovendien werd er geopteerd om aan de voorzijde het gebruik van strippen onzichtbaar te houden. Dit is louter illustratief, de detaillering moet echter steeds projectmatig worden bekeken. Verzagen van strippen valt niet uit te sluiten. 2.12. Vertrouw op een systeem is laagsgewijs opgebouwd. De verschillende lagen zijn - elk met hun specifieke eigenschappen - op elkaar afgestemd en grondig getest. Steenstrippen, voegmortel, kleefmortel, isolatiepanelen, pluggen, wapeningslagen, behoren tot het gevelisolatiesysteem. Zij dienen gezamenlijk te worden aangekocht bij één leverancier. 2.13. Voorzien van dilatatievoegen Dilatatievoegen voor het opvangen van thermische spanningen zijn doorgaans 10 tot 15 mm breed en snijden gedeeltelijk of de volledige dikte van de isolatie in. Bij dilatatievoegen die over de volledige dikte van de isolatie lopen, wordt een minder dens, meer comprimeerbaar isolatiemateriaal geplaatst. Vervolgens wordt de voeg met het oog op wind- en slagregendichtheid afgewerkt met een kitvoeg met rugvulling. De diameter van de rugvulling moet steeds 50% groter zijn dan de breedte van de voeg. Uitzetvoegen in de constructie dienen uitgevoerd te worden met een minder dens, meer comprimeerbaar isolatiemateriaal in combinatie met een dilatatieprofiel en rugvulling met kitvoeg. De plaats van de dilatatievoegen verschilt van project tot project. Als algemene regel wordt aanbevolen om de aaneengesloten vlakken van baksteenstrippen te beperken tot maximaal 6 m x 6 m. Dergelijke voegen worden voor aanvang van de werken met alle partijen besproken. 15

Detail nr 1111 3.1. Fundering 3.1.1. Algemeen 3.1.1.1. Geen funderingswerken Er mag geen opstijgend grondvocht voorkomen in de bestaande constructie. Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur met behoud van buitenspouwblad. Indien er kans is op een te hoge belasting door grondwater, moet er een noppenfolie met drainage gestoken worden om de constructie te ontlasten. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 16

Detail nr 1111 3.1. Fundering 3.1.1. Algemeen 17

Detail nr 1131 3.1. Fundering 3.1.2. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.1.2.1. Geen funderingswerken Er mag geen opstijgend grondvocht voorkomen in de bestaande constructie. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 18

Detail nr 1131 3.1. Fundering 3.1.2. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 19

Detail nr 1211 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.1. Algemeen 3.2.1.1. Goot - voldoende oversteek Het detail werd getekend voor een massieve muur. 20

Detail nr 1212 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.1. Algemeen 3.2.1.2. Goot - onvoldoende oversteek zonder binnenaanpassingen Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. De bekleding van de kroonlijst werd als principe weergegeven. De detaillering van de afwerking hangt af van het gekozen materiaal. De nieuwe tengellat(ten) werd(en) schematisch getekend en er werd gebruik gemaakt van een spievormige gootplank. Dit is één van de mogelijkheden. Het werken met een geïntegreerde gootplank is een aanbeveling uit TV175, maar is bij renovatie vaak moeilijker uitvoerbaar. Ook kan met een geventileerde onderlat gewerkt worden. 21

Detail nr 1213 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.1. Algemeen 3.2.1.3. Goot - onvoldoende oversteek met binnenaanpassingen Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. De bekleding van de kroonlijst werd als principe weergegeven. De detaillering van de afwerking hangt af van het gekozen materiaal. De nieuwe tengellat(ten) werd(en) schematisch getekend en er werd gebruik gemaakt van een spievormige gootplank. Dit is één van de mogelijkheden. Het werken met een geïntegreerde gootplank is een aanbeveling uit TV175, maar is bij renovatie vaak moeilijker uitvoerbaar. Ook kan met een geventileerde onderlat gewerkt worden. 22

Detail nr 1214 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.1. Algemeen 3.2.1.4. Zijdelings - voldoende oversteek Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur met behoud van het buitenspouwblad. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 23

Detail nr 1215 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.1. Algemeen 3.2.1.5. Zijdelings - onvoldoende oversteek Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. Bij wegbreken van de bestaande gevelsteen moet de opvang van de gevelpan bekeken worden. Desnoods dient die tijdelijk te worden verwijderd om daarna te herplaatsen. De bevestiging van de keper is afhankelijk van de toestand van het metselwerk, desnoods dienen klossen ingewerkt of dient de verankering meer naar onder te gebeuren. In het geval van een massieve muur komt de isolatie niet onder de gevelpan en zal de zinken slab enkel een verticale opstand hebben die achter de gevelpan grijpt. Ook in dit geval wordt de zinken slab ondersteunt door een WBP-multiplex. 24

Detail nr 1241 3.2. Hellende dakaansluiting 3.2.2. Spouwmuur met behoud gevelsteen 3.2.2.1. Goot - voldoende oversteek De bestaande spouw dient bovenaan afgedicht. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 25

Detail nr 1311 3.3. Platte dakaansluiting 3.3.1. Algemeen 3.3.1.1. Platte dakrand Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. Indien de toestand van de bestaande multiplex het toelaat, kan de nieuwe multiplexplaat op de bestaande geplaatst worden. 26

Detail nr 1312 3.3. Platte dakaansluiting 3.3.1. Algemeen 3.3.1.2. Overgang platte dak - gevel Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. 27

Detail nr 1411 3.4. Raamaansluiting 3.4.1. Algemeen 3.4.1.1. Nieuw, bovenaansluiting Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. Bij toepassen van dit principe bij een massieve muur dient de slag weggeslepen te worden om tot een analoge situatie als geschetst te komen. 28

Detail nr 1412 3.4. Raamaansluiting 3.4.1. Algemeen 3.4.1.2. Nieuw, ondersluiting Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. De raamdorpel mag op deze manier uitgevoerd worden op voorwaarde dat de vensterbank niet kan belast worden (bv. door erop te gaan zitten). Indien dit wel het geval is, moet de raamdorpel ondersteund worden door middel van een ondersteuningsprofiel. 29

Detail nr 1413 3.4. Raamaansluiting 3.4.1. Algemeen 3.4.1.3. Nieuw, zijaansluiting Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. Bij toepassen van dit principe bij een massieve muur dient de slag weggeslepen te worden om tot een analoge situatie als geschetst te komen. 30

Detail nr 1424 3.4. Raamaansluiting 3.4.2. Massieve muur 3.4.2.1. Behoud, bovenaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. 31

Detail nr 1425 3.4. Raamaansluiting 3.4.2. Massieve muur 3.4.2.2. Behoud, onderaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Het bestaande raam steunt niet op de dorpel. Dit is in overeenstemming met de aanbevelingen van de STS 52 art. 6.2.3.1 (2005) en de TV 188 (1993). Indien het raam toch op de bestaande dorpel zou steunen, dienen maatregelen genomen om de stabiliteit van het raam niet in gedrang te brengen. Ook een dorpel in arduin is mogelijk, maar in dit geval is deze bouwknoop thermisch niet opgelost. Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. De raamdorpel mag op deze manier uitgevoerd worden op voorwaarde dat de vensterbank niet kan belast worden (bv. door erop te gaan zitten). Indien dit wel het geval is, moet de raamdorpel ondersteund worden door middel van een ondersteuningsprofiel. 32

Detail nr 1426 3.4. Raamaansluiting 3.4.2. Massieve muur 3.4.2.3. Behoud, zijaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. 33

Detail nr 1434 3.4. Raamaansluiting 3.4.3. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.4.3.1. Behoud, bovenaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. 34

Detail nr 1435 3.4. Raamaansluiting 3.4.3. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.4.3.2. Behoud, onderaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Het bestaande raam steunt niet op de dorpel. Dit is in overeenstemming met de aanbevelingen van de STS 52 art. 6.2.3.1 (2005) en de TV 188 (1993). Indien het raam toch op de bestaande dorpel zou steunen, dienen maatregelen genomen om de stabiliteit van het raam niet in gedrang te brengen. Ook een dorpel in arduin is mogelijk, maar in dit geval is deze bouwknoop thermisch niet opgelost. Het detail werd getekend voor een bestaande spouwmuur waarvan het buitenspouwblad wordt afgebroken. De raamdorpel mag op deze manier uitgevoerd worden op voorwaarde dat de vensterbank niet kan belast worden (bv. door erop te gaan zitten). Indien dit wel het geval is, moet de raamdorpel ondersteund worden door middel van een ondersteuningsprofiel. 35

Detail nr 1436 3.4. Raamaansluiting 3.4.3. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.4.3.3. Behoud, zijaansluiting De slag waarachter het raam zich bevindt, dient te worden verwijderd om een goede aansluiting met het systeem mogelijk te maken. Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. 36

Detail nr 1444 3.4. Raamaansluiting 3.4.4. Spouwmuur 3.4.4.1. Behoud, bovenaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. De slag waarachter het raam zich bevindt, dient te worden verwijderd om een goede aansluiting met het systeem mogelijk te maken. 37

Detail nr 1445 3.4. Raamaansluiting 3.4.4. Spouwmuur 3.4.4.2. Behoud, onderaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Het bestaande raam steunt niet op de dorpel. Dit is in overeenstemming met de aanbevelingen van de STS 52 art. 6.2.3.1 (2005) en de TV 188 (1993). Indien het raam toch op de bestaande dorpel zou steunen, dienen maatregelen genomen om de stabiliteit van het raam niet in gedrang te brengen. Ook een dorpel in arduin is mogelijk, maar in dit geval is deze bouwknoop thermisch niet opgelost. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 38

Detail nr 1446 3.4. Raamaansluiting 3.4.4. Spouwmuur 3.4.4.3. Behoud, zijaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. De slag waarachter het raam zich bevindt, dient te worden verwijderd om een goede aansluiting met het systeem mogelijk te maken. 39

Detail nr 1512 3.5. Deuraansluiting 3.5.1. Algemeen 3.5.1.1. Nieuw, onderaansluiting Dit principe kan ook toegepast worden bij schuiframen en alle ramen die tot op de nulpas komen. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 40

Detail nr 1515 3.5. Deuraansluiting 3.5.1. Algemeen 3.5.1.2. Behoud, onderaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Dit principe kan ook toegepast worden bij schuiframen en alle ramen die tot op de nulpas komen. Volgens recent onderzoek van KU Leuven betreffende het al dan niet noodzakelijk zijn van het navullen van de spouw (< 50 mm) in geval van een buitenisolatiesysteem is gebleken dat de spouw ongeïsoleerd mag blijven op voorwaarde dat alle openingen gedicht werden zodat luchtstromingen in deze spouw vermeden worden. 41

Detail nr 1532 3.5. Deuraansluiting 3.5.2. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.5.2.1. Nieuw, onderaansluiting Dit principe kan ook toegepast worden bij schuiframen en alle ramen die tot op de nulpas komen. 42

Detail nr 1535 3.5. Deuraansluiting 3.5.2. Massieve muur, na afbraak gevelafwerking spouwmuur 3.5.2.2. Behoud, onderaansluiting Scherm het te behouden schrijnwerk voldoende af tijdens de afbraakwerken. Dit principe kan ook toegepast worden bij schuiframen en alle ramen die tot op de nulpas komen. 43

Gebruiksvoorwaarden van de website en bijhorende websyllabus 1. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Wienerberger stelt uw interesse in haar activiteiten en uw bezoek aan haar website op prijs. Wij vinden het belangrijk dat u zich niet onzeker voelt bij het bezoeken van onze website en willen ervoor zorgen dat het duidelijk is wat er gebeurt met de persoonlijke gegevens die u aan ons ter beschikking stelt. Uw persoonlijke gegevens, inclusief uw e-mail adres, zullen als volgt worden gebruikt: informatie die u ons geeft, met als doel informatie van ons te verkrijgen, slaan we op om uw informatieaanvraag te kunnen uitvoeren informatie die u ons geeft in het kader van een sollicitatie, slaan we op en behandelen we met dat doel voor ogen met uiterste zorgvuldigheid de opgeslagen informatie zullen we ook aanwenden om via bezoekersanalyses onze website verder te optimaliseren we zullen uw gegevens gebruiken om u in de toekomst over Wienerberger en haar producten/diensten op de hoogte te houden. Als u wenst dat uw gegevens hiervoor niet (meer) gebruikt worden, dan kan u ons dat melden we zullen uw persoonlijke informatie niet ter beschikking stellen van of verkopen aan derden, die geen onderdeel of directe partner van Wienerberger zijn. Onze website bevat links naar niet-wienerberger websites. Wienerberger is niet verantwoordelijk voor de manier waarop in deze websites met de persoonlijke gegevens wordt omgegaan. Alle verstrekte persoonlijke gegevens worden opgenomen in een bestand. Houder: Wienerberger NV, Kapel ter Bede 121, B-8500 Kortrijk. Deze gegevens zijn bestemd voor de promotie van producten en diensten van de groep Wienerberger. U hebt inzagerecht zoals voorzien in de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bijkomende inlichtingen: Openbaar Register (Commissie tot bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer). U kan uw gegevens laten corrigeren of verwijderen uit het bestand op eenvoudig verzoek en na identificatie. U kan zich hiervoor wenden tot: info@wienerberger.be. 2. Voorwaarden voor gebruik Het bezoeken, doorbladeren en bekijken van deze website valt onder onze gebruiksvoorwaarden en onder alle toepas- selijke wetten. Door deze website te bezoeken, te doorbladeren en te bekijken, aanvaardt u de gebruiksvoorwaarden, zoals hieronder beschreven, zonder beperking of uitsluiting. 3. Auteursrecht De inhoud van deze website is auteursrechtelijk beschermd. De auteursrechten berusten bij Wienerberger, haar klanten en haar partners. Alle rechten zijn voorbehouden. Informatie van de website (waaronder maar niet uitsluitend tekst, presentaties, illustraties, foto s en geluid) mag, tenzij anders is aangegeven, niet worden gekopieerd, overgeplaatst, verspreid of opgeslagen zonder schriftelijke toestemming vooraf van Wienerberger. Wijzigingen op de inhoud van de site zijn verboden. Delen van de site bevatten illustraties die uitdrukkelijk onder het auteursrecht van derden vallen. 4. Aansprakelijkheid Aan de informatie, die op deze website en in de overeenkomstige websyllabi getoond wordt, kunnen op geen enkele wijze rechten of aanspraken ontleend worden. Links naar andere websites worden als service aangeboden en het betekent niet dat Wienerberger verantwoordelijk is voor de inhoud van deze websites. Bovendien is het uw eigen verantwoordelijkheid te controleren of deze websites vrij zijn van virussen en andere zaken met een schadelijk karakter. 44

De informatie werd door Wienerberger en haar partners met zorg en aandacht uitgewerkt. Toch is het mogelijk dat deze onvolledigheden of fouten bevat. De informatie wordt geregeld aangevuld en/of aangepast, en Wienerberger behoudt zich het recht voor om eventuele wijzigingen met onmiddellijke ingang en zonder enige kennisgeving door te voeren. Wienerberger kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade die zou voortvloeien uit het gebruik ervan, en adviseert u in geval van twijfel steeds contact te nemen met een technisch raadsman. 5. Opmerkingen, vragen en suggesties Wienerberger wenst geen vertrouwelijke of voorbehouden informatie te ontvangen via deze website. Alle door u aan ons verstrekte informatie (suggesties, ideeën en overige) zal worden beschouwd als niet-vertrouwelijk en openbaar (uitgezonderd zoals beschreven in punt 1. met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Door Wienerberger materiaal te sturen, geeft u aan Wienerberger het onbeperkte en onherroepbare recht deze informatie te gebruiken, te vertonen, te wijzigen, te verwerken en te verspreiden en deze informatie rechtelijk te registreren. Tevens kan Wienerberger de ideeën en technieken vrij toepassen die u ons laat toekomen. Wienerberger heeft deze website met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Wienerberger houdt zich aanbevolen voor suggesties of commentaar. Indien bezwaar bestaat tegen bepaalde teksten of afbeeldingen, kan dat ook kenbaar worden gemaakt. 6. Rechtspraak Het staat Wienerberger vrij op elk moment de gebruiksvoorwaarden te wijzigen door die opnieuw op deze website te publiceren. De gebruiksvoorwaarden zijn conform de Belgische rechtspraak en de geschillen zullen beslecht worden conform diezelfde rechtspraak. In het geval dat een onderdeel van deze gebruiksvoorwaarden door een rechtbank met toepasselijke jurisdictie ongeldig of onuitvoerbaar zal worden verklaard, zal het betreffende deel van de gebruiksvoorwaarden als vervallen beschouwd worden, terwijl de resterende bepalingen van deze gebruiksvoorwaarden in volle geldigheid en werking van kracht zullen blijven. Eind van deze gebruiksvoorwaarden. Contact Wienerberger NV Kapel ter Bede 121 B-8500 Kortrijk info@wienerberger.be 01/2016 45