Inspectierapport BSO Bijentuin (BSO) Beryldijk 113 4706DZ ROOSENDAAL Registratienummer 115877150 Toezichthouder: GGD West-Brabant In opdracht van gemeente: ROOSENDAAL Datum inspectie: 31-07-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 06-08-2014 IvE ID 121766
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Buitenschoolse opvang Bijentuin biedt opvang aan maximaal 40 kinderen in leeftijd tussen de 4 en 13 jaar. BSO Bijentuin beschikt over twee lokalen en een groot buitenterrein met de daarbij behorende speelmaterialen. Ruimtes: Groep 1: Heeft een bruto oppervlakte van 72 m². Groep 2: Heeft een bruto oppervlakte van 69 m². Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van de gymzaal, het handenarbeidlokaal en de hal. De buitenruimte is minimaal 120m² en voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. Inspectiehistorie: 2012 Op 22-05-2012 heeft er een onaangekondigd risico gestuurd inspectiebezoek plaatsgevonden en is er aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. 2013 Op 21-03-2013 heeft er een onaangekondigd risico gestuurd inspectiebezoek plaatsgevonden en is er aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. Huidige inspectie: Tijdens het huidige inspectiebezoek is er aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk De inhoud en de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan komt terug in teamvergaderingen. Tijdens de observatie op de groep kwam naar voren dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. De observatie heeft plaats gevonden op donderdag 31-07-2014 in de ochtend. Er is op 1 groep geobserveerd. De algehele sfeer op de groep is positief. Emotionele veiligheid: De beroepskrachten praten op sensitieve toon tegen de kinderen en tonen zich betrokken bij waar de kinderen mee bezig zijn. Ze ondersteunen en begeleiden de kinderen waar nodig en waar gewenst en doen dit op een hartelijke wijze. "Die is mooi he?" zegt de beroepskracht tegen een kind wat een kleur nagellak heeft uitgekozen. "hartstikke prachtig!" Zegt het kind. De kinderen hebben plezier met elkaar en de beroepskracht tijdens de activiteit. "Ooohhh ja, dan zijn we echte meiden!" zegt het kind. "Dan zijn jullie echte glittermeiden, echte prinsessen." zegt de beroepskracht. De kinderen zijn vrolijk, actief met iets bezig en vinden aansluiting bij elkaar en bij de beroepskrachten. Persoonlijke competentie: De kinderen mogen zelf bepalen waar ze mee willen spelen. Ze krijgen de ruimte om vanuit eigen initiatieven, fantasie en interesses activiteiten te ondernemen. Zo gaat er een meisje 'soep' maken en mag een pot vullen met water als zijnde 'de soep'. Een ander kind is bezig met stelten lopen en roept:" Ik kan het! Nu kan ik het!" "Heel goed zegt de beroepskracht. De beroepskrachten bieden ook mogelijkheden tot activiteiten aan, waar de kinderen desgewenst aan deel kunnen nemen. Zo haalt de beroepskracht nagellak om de nagels van de kinderen te lakken die dit willen. Een aantal meisjes reageren enthousiast op het voorstel. De andere beroepskracht gaat met de kinderen die dit willen een balspel doen. Sociale competentie: De beroepskracht ondersteunt de kinderen bij het eigen maken van sociale vaardigheden. Tijdens het voetballen krijgen twee kinderen onenigheid met elkaar. Een kind loopt op de beroepskracht af en vertelt: "Hij duwt mij expres!" "Wat heb je gezegd? Dan mag je zeggen: ik vind dat niet leuk!" zegt de beroepskracht tegen het kind. De beroepskracht laat ruimte voor de kinderen om het zelf op te lossen. Wanneer duidelijk wordt dat de kinderen er zelf niet aan uit komen, grijpt de beroepskracht in en haalt de kinderen bij elkaar om het uit te praten. "Heel goed!" zegt de beroepskracht wanneer er sorry wordt gezegd. Overdracht waarden en normen: De beroepskrachten tonen zich duidelijk en consequent in het overdragen van waarden en normen. "Je hoeft niet te schreeuwen, want ik sta vlak bij je" zegt de beroepskracht tegen een kind. Het kind begrijpt de boodschap. Omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. Zo zegt de beroepskracht tegen twee kinderen die met een pijl en boog aan het spelen zijn: "Luister, nog twee keer schieten en dan mag...[naam kind]. De beroepskracht legt uit dat ze moeten delen met de pijl en boog. 4 van 10
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Opvang in groepen BSO Bijentuin heeft 2 basisgroepen. Elke basisgroep bestaat uit maximaal 20 kinderen. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van afgelopen weken blijkt dat er op groepen voldoende beroepskrachten ingezet worden, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Bijentuin Website : http://www.kober.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Kober Kindercentra Adres houder : Hooilaan 1 Postcode en plaats : 4816EM BREDA Website : www.kober.nl KvK nummer : 20125406 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD West-Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 076-5282000 Onderzoek uitgevoerd door : I. van Egmond Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : ROOSENDAAL Adres : Postbus 5000 Postcode en plaats : 4700KA ROOSENDAAL Planning Datum inspectie : 31-07-2014 Opstellen concept inspectierapport : 05-08-2014 Zienswijze houder : 06-08-2014 Vaststelling inspectierapport : 06-08-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 12-08-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 12-08-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 27-08-2014 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Datum zienswijze: 06-08-2014 Feitelijke zienswijze houder: Beste lezer, Uit het rapport lees ik dat de inspectie goed verlopen is. Wij vinden het erg belangrijk dat onze opvang aan alle kwaliteitseisen voldoet. Het is dan ook fijn te vernemen dat de inzet en inspanning die wij iedere dag leveren om de kwaliteit van de opvang voor de kinderen en ouders te waarborgen, tot uitdrukking komt in dit GGD rapport. Met vriendelijke groet, Imke kragt Unitmanager unit Kortendijk/Nispen 06-53822766 10 van 10