Refaja Ziekenhuis Stadskanaal Epiduraal catheter
EPIDURAAL CATHETER INLEIDING In overleg met u en uw huisarts en/of specialist is besloten u epidurale pijnbestrijding te geven. Dat is het toedienen van pijnstillers tussen de vliezen rond het ruggemerg met behulp van een catheter (dun slangetje), aangesloten op een pompje, die 24 uur per dag pijnstiller naar binnen pompt. In deze folder vindt u informatie over de epidurale pijnbestrijding, het inbrengen van de catheter en het pompje met de cassette met pijnstiller. Ook leest u hoe u er thuis mee om kunt gaan. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan gerust contact op met de pijnverpleegkundige van de afdeling pijnbestrijding. (Zie voor telefoonnummers elders in de folder.) DE AFDELING PIJNBESTRIJDING Vaak zijn pijnklachten tot tevredenheid te bestrijden door de huisarts of specialist met behulp van tabletten of pleisters. Soms helpen de voorgeschreven medicijnen echter niet meer of ze hebben teveel bijwerkingen. In dat geval kunnen de huisarts of specialist een beroep doen op de afdeling Pijnbestrijding van het Refaja ziekenhuis. PIJNBESTRIJDING VIA EEN EPIDURAAL CATHETER Bij epidurale pijnbestrijding worden pijnstillers via een catheter (slangetje) ingebracht in de epidurale ruimte. Deze ruimte bevindt zich in het wervelkanaal. De catheter wordt aangesloten op een infusiepompje, die de pijnstiller vanuit een cassette continu en gelijkmatig naar binnen pompt. Hierdoor wordt de pijnstiller continu en gelijkmatig afgegeven tussen de vliezen rond het ruggemerg. Door de route binnendoor is bij deze vorm van pijnbestrijding minder medicatie nodig dan bij andere toedieningsvormen, zoals tabletten, zetpillen of drankjes en is het pijnstillende effect veel sterker. Daardoor is er ook minder kans op onaangename bijwerkingen.
De ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving. Deze pijnbestrijding dient uitsluitend om de pijn te verminderen en helpt niet tegen andere door uw ziekte veroorzaakte lichamelijke klachten. DE OPNAME IN HET ZIEKENHUIS Voor deze behandeling is een kortdurende ziekenhuisopname noodzakelijk. De opnameduur is meestal 2 à 3 dagen, maar kan ook langer zijn. Het beleid is er op gericht patiënten zo spoedig mogelijk weer naar huis te laten gaan, maar er is even tijd nodig om de dosis goed in te stellen. MEDICIJNGEBRUIK Het gebruik van antistollingsmiddelen moet vooraf gemeld worden. Antistollingsmiddelen, zoals Sintrom, Marcoumar en Acenocoumarol moeten 3 dagen van tevoren gestaakt worden, Ascal moet 10 dagen van tevoren gestaakt worden. Uw andere medicijnen kunt u blijven gebruiken, tenzij anders is afgesproken. DE BEHANDELING Voorafgaand aan de behandeling krijgt u een infuus in de arm om zonodig vocht en medicijnen te kunnen toedienen. De behandeling gebeurt niet onder narcose, u hoeft dus niet nuchter te zijn, wel krijgt u een aantal plaatselijke verdovingsprikken die pijnlijk kunnen zijn. Veel patiënten vinden het onaangenaam om lang in één houding te liggen tijdens de behandeling, geef daarom aan hoe u het gemakkelijkst ligt, dan kan daar zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Tijdens de behandeling ligt u op de operatietafel op de linker- of rechterzij, waarbij u de rug zo bol mogelijk maakt. U moet ongeveer een half uur tot drie kwartier in deze houding blijven liggen. De huid wordt gedesinfecteerd met jodium en afgedekt met steriele doeken. Na een injectie met plaatselijke verdovingsvloeistof, wordt met een naald tussen de ruggewervels geprikt tot tussen de vliezen in het wervelkanaal. Als de naald op de juiste plaats zit, wordt de catheter door de naald heen opgeschoven in de epidurale ruimte. Wanneer de catheter ver genoeg zit wordt de naald teruggetrokken, waarbij de catheter achterblijft. Vervolgens wordt de catheter onder de huid door
naar de voorkant van de borstkas geleid. Ter hoogte van de ribbenboog, aan de voorkant van de borstkas wordt onderhuids een reservoir geplaatst, waarin de catheter wordt vastgehecht. Over het reservoir (de portal ) heen wordt de huid gehecht. Zo is er aan de buitenkant alleen een verdikking in de huid voelbaar, waaronder de portal zit. Vervolgens wordt door de huid heen in de portal geprikt met een speciale naald, die via een verbindingsslang is verbonden met de medicijnpomp. Om te controleren of de catheter in de juiste positie ligt en of er pijnvermindering optreedt, krijgt u direct een dosis van de pijnstillende medicijnen toegediend en wordt de pomp gestart. Daarna wordt u naar de recovery gebracht, waarna u na enige tijd weer naar de verpleegafdeling kunt. NAZORG Na terugkeer op de verpleegafdeling kunt u gewoon eten en drinken. Het infuuspompje past in een tasje en is niet groter als een pocketboek, zodat het gemakkelijk is mee te nemen als u opstaat. Het past in de jaszak. Meestal blijft het infuus nog een dag zitten. Om de dosering van de medicijnpomp goed te kunnen instellen worden alle andere pijnstillers gestaakt met uitzondering van paracetamol, dat wordt voorgeschreven om de eventuele wondpijn tegen te gaan. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis wordt in overleg met het pijnteam de hoogte van de dosering bepaald. Als de dosering goed is ingesteld kunt u, indien mogelijk, naar huis. Daar zorgen de huisarts en de wijkverpleging voor verdere behandeling. Indien er zich problemen voordoen kan er altijd contact worden opgenomen met het pijnteam. DE INFUUSPOMP EN DE MEDICATIECASSETTE Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis beschikt u over een pompje dat eigendom is van het ziekenhuis. Zodra bekend is dat u naar huis kunt, wordt een facilitair bedrijf
ingeschakeld om een pompje te bezorgen voor thuis. Dit bedrijf draagt zorg voor het goed functioneren van het pompje en is bij technische problemen bereikbaar. Het ziekenhuispompje moet weer bij het ziekenhuis worden ingeleverd. Het verzorgen van de wond en het verschonen van de slangen en naald en het verwisselen van de medicatiecassette gebeurt door de wijkverpleegkundige. VRAGEN Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de pijnverpleegkundige. Zij is bereikbaar van maandag t/m donderdag tussen 9.00 en 12.00 uur. Telefoonnummer: 0599 654 654, piepernummer 4524.