Genoeg te delen Dankdag 2014 Liturgie van de dienst op de dankdag met de leerlingen van de hervormde basisscholen op woensdag 5 november 2014 in de Oude Kerk te Barneveld. Ds. M.P.D. Barth zal deze dienst leiden. Roelof van Middendorp bespeelt het orgel.
1. Orgelspel 2. Terwijl de kerkenraad binnenkomt en de dominee de preekstoel op gaat, zingen we Psalm 108:1: (We blijven allemaal zitten) Mijn hart, o Hemelmajesteit, Is tot Uw dienst en lof bereid. 'k Zal zingen voor den Opperheer; 'k Zal psalmen zingen tot Zijn eer. Gij, zachte harp, gij schelle luit, Waakt op; dat niets uw klanken stuit'; 'k Zal in den dageraad ontwaken, En met gezang mijn God genaken. 3. Stil gebed. We bidden in stilte voor onszelf om een gezegende dienst. 4. Votum en Groet We belijden dat we in deze kerkdienst afhankelijk zijn van God. Ook worden we door God Zelf begroet in deze dienst. 5. Zingen: OTH 122:1,2,4 en 5 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor deze nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag. Dank U voor alle goede vrienden, dank U, o God voor al wat leeft, dank U voor wat ik niet verdiende: dat U mij vergeeft. Dank U voor hen die mij omringen, dank U voor wat mij toebehoort. Dank U voor alle kleine dingen, Ieder vriend lijk woord. Dank U dat U hebt willen spreken, dat U, U hoort een ieders taal. Dank U dat U het brood wilt breken met ons allemaal.
6. Geloofsbelijdenis We belijden het christelijk geloof waar alle christenen over de hele wereld in geloven. 1. Ik geloof in de Heere God, onze Vader, Die woont in de hemel en Die alles gemaakt heeft: de wolken, de bomen, de bloemen, de dieren en ook de mensen. 2. Ik geloof in Jezus Christus, de Zoon van God. 3. Ik geloof dat Hij geboren werd in Bethlehem, 4. dat Hij gestorven is aan het kruis en begraven is, afgedaald in de hel, 5. maar ook dat Hij na drie dagen weer uit de dood is opgestaan. 6. Ik geloof dat de Heere Jezus naar de hemel is terug gegaan, 7. en dat Hij eens terugkomt op deze aarde om alle dingen recht te zetten en nieuw te maken. 8. Ik geloof in de Heilige Geest, Die gekomen is op het Pinksterfeest, ons leert geloven en wil wonen in ons hart. 9. Ik geloof één Christelijke Kerk, een verzameling van mensen over de hele wereld die bij Jezus horen en daarom ook bij elkaar. 10. Ik geloof dat God om Jezus wil onze zonden vergeeft. 11. Ik geloof dat ons lichaam eens zal opstaan en helemaal nieuw zal worden. 12. Ik geloof dat wij dan voor altijd in de hemel bij Jezus zullen zijn. Amen 7. Zingen: Psalm 75:1 U alleen, U loven wij; Ja wij loven U, o HEER; Want Uw naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij; Dies vertelt men in ons land, Al de wond'ren Uwer hand. 8. Gebed We bidden of we het Bijbelgedeelte wat we gaan lezen en de preek ook zullen begrijpen en het mooi zullen vinden. 9. Anne-Maartje en Daniël lezen uit de Bijbel: Johannes 6:1-15, De eerste wonderlijke spijziging 1 Hierna vertrok Jezus naar de overkant van de zee van Galilea, ofwel van Tiberias. 2 En een grote menigte volgde Hem, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de zieken. 3 En Jezus ging de berg op en ging daar zitten met Zijn discipelen. 4 En het Pascha, het feest van de Joden, was nabij. 5 Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen eten? 6 (Maar dit zei Hij om hem op de proef te stellen, want Hij wist Zelf wat Hij zou gaan doen.) 7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor hen niet genoeg, zodat ieder van hen een beetje zou kunnen krijgen. 8 Een van Zijn discipelen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei tegen Hem:
9 Hier is een jongetje dat vijf gerstebroden en twee visjes heeft, maar wat betekenen die voor zovelen? 10 En Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. En er was veel gras op die plaats. Dus gingen de mannen zitten, ongeveer vijfduizend in getal. 11 En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had, deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan hen die daar zaten; op dezelfde manier werden ook de visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden. 12 En toen zij verzadigd waren, zei Hij tegen Zijn discipelen: Verzamel de overgebleven stukken, zodat er niets verloren gaat. 13 Zij verzamelden ze nu en vulden twaalf manden met stukken van de vijf gerstebroden die overgebleven waren bij hen die gegeten hadden. 14 Toen de mensen dan het teken dat Jezus gedaan had, gezien hadden, zeiden zij: Híj is werkelijk de Profeet, Die in de wereld komen zou. 15 Omdat Jezus nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem koning te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen. 10. Collecte. Het ingezamelde geld, wordt binnengebracht en aan de diakenen gegeven. 11. Zingen: Themalied (Op de wijs van Welk een vriend is onze Jezus, OTH 165) Heel veel mannen en veel vrouwen lopen achter Jezus aan, en ze hopen en vertrouwen dat een wonder wordt gedaan. Op een heuvel bij het water van het meer Tiberias wordt het ongemerkt steeds later, als men luistert in het gras. Jezus vraagt voor hen om eten, want de avond nadert al. Maar Hij heeft toen al geweten hoe Hij hier nu helpen zal. Kijk, een jongen komt naar voren met wat vis en met wat brood. Jezus dankt al van tevoren en dan wordt het wonder groot. Hij blijft steeds maar aan het breken: brokken brood en stukken vis. En dat wonder is het teken, dat Hij écht de Christus is! Hij gaf eten aan zovelen, ook wij hebben overvloed. God geeft ons genoeg te delen. Dank U wel! Wat bent U goed!
12. Verkondiging De dominee gaat uitleggen wat het gelezen Bijbelgedeelte betekent. 13. Zingen: Themalied (Op de wijs van Het water steeg wel hoog, OTH 363) Ik zie veel mensen staan. Ze luisteren al uren, het zal niet lang meer duren, de zon zal ondergaan. de zon zal ondergaan. Een jongen heeft wat vis bij Jezus aangeboden. En ook vijf kleine broden, wat veel te weinig is. wat veel te weinig is. Maar Jezus breekt het brood. En in het gras gezeten, krijgt elk genoeg te eten. Wat is het wonder groot! Wat is het wonder groot! Wat ook een wonder is? Na t eten door zovelen blijft er genoeg te delen: twaalf manden brood en vis. twaalf manden brood en vis. 14. Dankgebed We danken voor deze dienst, maar bidden ook. Want het is tenslotte Dankdag. 15. Zingen: Psalm 145:3 Na het voorspel gaan we staan, om deze psalm te zingen. Zij zullen, uit de volheid van 't gemoed, Gedachtig aan den milden overvloed Van Uwe gunst, die roemen bij elkeen, En juichen van al Uw gerechtigheên. De HEER is goed en vriend'lijk en weldadig, Barmhartig, mild, lankmoedig en genadig; Hij doet Zijn gunst aan allen klaar bemerken; Zijn goedheid is verspreid op al Zijn werken.
16. Zegen We krijgen Gods zegen mee als we weer naar huis gaan. 17. Als de dominee met de kerkenraad naar de consistorie gaat zingen wij Dankt, dankt nu allen God OTH 252 : 1,2 en 3 Dankt, dankt nu allen God met blijde feestgezangen! Van Hem is 't heug'lijk lot, het heil, dat wij ontvangen. Hij ziet in Christus ons altijd genadig aan, en heeft ons dag aan dag met goedheid overlaan. Hij, d' eeuwig rijke God, wil ons reeds in dit leven zijn vreed' en heilgenot, als aan zijn kind'ren geven. Hij zal ons door zijn Geest vermeerd'ren licht en kracht, en ons uit alle nood verlossen door zijn macht. Lof, eer en prijs zij God door aller scheps'len tongen, op zijne hemeltroon aanbiddend toegezongen: de Vader en de Zoon, die met de Heil'ge Geest, Drie-enig God, steeds blijft, en immer is geweest! Na het zingen trekken we onze jassen aan!