COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 59 VAN 20 DECEMBER 1994 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1995 EN 1996 VAN EEN AANVUL-



Vergelijkbare documenten
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 59 VAN 20 DECEMBER 1994 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1995 EN 1996 VAN EEN AANVUL-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 63 VAN 5 MAART 1997 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1997 EN 1998 VAN EEN AANVULLENDE VERGOE-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 TER VAN 5 MAART 1991 TOT VERVAN- GING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.

Geldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

Geldigheidsdatum: 01/02/2016 Laatste aanpassing: 24/01/2017. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 69 VAN 17 JULI 1998 TOT VAST- STELLING VAN DE REGELS INZAKE OMREKENING EN AFRONDING

J.V. Uitvoeringsbesluit - KB Artikel 46 EVOLUTIE VAN ARTIKEL 46

Bloementeelt

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 76 VAN 18 JULI 2000 TOT. UITVOERING VAN ARTIKEL 27, 4, 2de ALINEA VAN DE ARBEIDSWET VAN 16 MAART 1971

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 69 VAN 17 JULI 1998 TOT VAST- STELLING VAN DE REGELS INZAKE OMREKENING EN AFRONDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 DECIES VAN 4 MAART 1986 BETREFFENDE DE EINDEJAARSPREMIE VAN DE UITZENDKRACHTEN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 10 VAN 8 MEI 1973 BETREFFENDE HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN-

nationale arbeidsraad

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 10 VAN 8 MEI 1973 BETREFFENDE HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE

Bloementeelt

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 80 VAN 27 NOVEMBER 2001 TOT INVOERING VAN EEN RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES, GEWIJZIGD

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr Zitting van dinsdag 27 november 2001

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BETREFFENDE HET KLIKSYSTEEM VOOR HET BEHOUD VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING IN HET KADER VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 73 VAN 17 NOVEMBER 1999 TOT IN- STELLING EN VASTSTELLING, VOOR 1999 EN 2000, VAN DE PROCEDURE VAN


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 62 QUINQUIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 97 VAN 20 FEBRUARI 2009 TOT INSTEL- LING EN VASTSTELLING, VOOR 2009 EN 2010, VAN DE PROCEDURE VAN TENUIT-



nationale arbeidsraad

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 SEPTIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 64 VAN 29 APRIL 1997 TOT INSTELLING VAN EEN RECHT OP OUDERSCHAPSVERLOF

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 98 VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE ECOCHEQUES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 42 VAN 2 JUNI 1987 BETREF- FENDE DE INVOERING VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN IN DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUINQUIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 17 TRICIES SEXIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 VICIES QUATER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

Jaarlijkse vakantie. 1. Wat is jaarlijkse vakantie?

nationale arbeidsraad

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 SEXIES VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TYPE-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDARBEID,

Zitting van 18 december COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TOT WIJZIGING EN UITVOERING VAN DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 27 VAN 27 NOVEMBER 1975 BETREFFENDE DE VERPLICHTING VOOR DE WERKGEVER VERTRAGINGEN IN DE BETALINGEN TE MELDEN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

Paritair comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS

J.V. Uitvoeringsbesluit - KB Artikel 1 EVOLUTIE VAN ARTIKEL 1

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 SEXIES

Paritair Comité voor de banken

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19 OCTIES VAN 20 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE WERKGEVERS IN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 41 BIS

Paritair comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of diensten leveren

I. TABEL VAN DE IN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD GESLOTEN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking. Werkkleding... 2

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEXIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19/

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 17/

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 46 VICIES BIS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TOT VASTSTELLING, VOOR 2013 EN 2014,

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 24 QUINQUIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 32/

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

Transcriptie:

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 59 VAN 20 DECEMBER 1994 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1995 EN 1996 VAN EEN AANVUL- LENDE VERGOEDING GELIJK AAN HET DUBBEL VAKANTIE- GELD VOOR DE DERDE DAG VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK ----------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; Gelet op hoofdstuk II van het centraal akkoord van 7 december 1994, dat in het punt betreffende het vakantiegeld voorziet in de aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 52 van 3 maart 1992 betreffende de toekenning van een eenmalige aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek, ten einde de toepassing ervan te verlengen voor de duur van dit akkoord, d.w.z. voor 1995 en 1996; Gelet op die collectieve arbeidsovereenkomst nr. 52 van 3 maart 1992 betreffende de toekenning van een eenmalige aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 54 van 23 februari 1993 waarbij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 52 van 3 maart 1992 werd verlengd voor de periode 1993-1994; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 20 van 29 januari 1976 betreffende de toekenning van een dubbel vakantiegeld voor een gedeelte van de vierde vakantieweek, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 20 bis van 3 maart 1977, nr. 20 ter van 6 april 1982, nr. 20 quater van 1 februari 1983 en nr. 20 quinquies van 6 december 1983; Gelet op de programmawet van 30 december 1988 waarbij het dubbel vakantiegeld voor twee dagen van de vierde vakantieweek, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 20, gentegreerd is in de jaarlijkse-vakantieregeling van de handarbeiders en de leerlingen; Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1989 tot integratie van het dubbel vakantiegeld voor twee dagen van de vierde vakantieweek van de werknemers, gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 juni 1989, waarbij die integratie ook voor de bedienden is ingesteld; Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers... in de Nationale Arbeidsraad op 20 december 1994 de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN A. Draagwijdte van de overeenkomst Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de tenuitvoerlegging van hoofdstuk II van het centraal akkoord van 7 december 1994, dat in het punt betreffende het vakantiegeld voorziet in de verlenging, voor 1995 en 1996, van de toekenning van een aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de vierde vakantieweek, voor een bedrag gelijk aan één dag, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 52 van 3 maart 1992 betreffende de toekenning van een eenmalige aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek, waarvan de toepassing bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 54 van 23 februari 1993 werd verlengd voor de periode 1993-1994. c.a.o. 59/1. 1.5.1997

B. Toepassingsgebied Artikel 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de leerlingen die onderworpen zijn aan de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen. C. Beginsel Artikel 3 De werknemers en de leerlingen die recht hebben op wettelijke vakantie in 1995 en 1996, kunnen voor het betreffende vakantiejaar aanspraak maken op de hierna vermelde aanvullende vakantievergoeding. HOOFDSTUK II - TOEPASSINGSREGELS Afdeling 1 - Specifieke bepalingen voor de handarbeiders en de leerlingen A. Vaststelling van het bedrag van de aanvullende vakantievergoeding Artikel 4 Het bedrag van de aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek, stemt overeen met 2,57 % van het brutobedrag van het vakantiegeld. Dit bedrag wordt door de werkgever vastgesteld op grond van één of meer betaalbewijzen van één of meer vakantiefondsen, die de werknemer ontvangt als wettelijk vakantiegeld. Commentaar Om het brutobedrag van het vakantiegeld te bepalen, moet het belastbaar brutobedrag van het vakantiegeld worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,07533. B. Tijdstip van de betaling van de aanvullende vakantievergoeding Artikel 5 De aanvullende vakantievergoeding moet tegelijk met de eerste loonbetaling na 30 juni van het vakantiejaar worden uitbetaald, voor zover de werkgever in kennis is gesteld van het betalingsbewijs (of de betalingsbewijzen) op grond waarvan het vakantiegeld wordt berekend. Anders moet de werkgever de vergoeding betalen bij de eerste loonbetaling die volgt op de dag waarop hij kennis heeft genomen van het betalingsbewijs (of de betalingsbewijzen). De in artikel 11 vermelde werknemers moeten worden betaald zodra het betalingsbewijs (of de betalingsbewijzen) van het vakantiefonds (of de vakantiefondsen) is (zijn) afgegeven aan de werkgever, en dit vanaf 30 juni van het vakantiejaar. c.a.o. 59/2. 1.5.1997

C. Bijzondere bepaling Artikel 6 De bepalingen van de artikelen 4, 5, 10, 11 en 12 zijn volgens aan de sector eigen regels van toepassing op de handarbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het nationaal paritair comité voor het bouwbedrijf. Afdeling 2 - Specifieke bepalingen voor de bedienden A. Vaststelling van het bedrag van de aanvullende vakantievergoeding Artikel 7 Het bedrag van de aanvullende vergoeding gelijk aan het dubbel vakantiegeld voor de derde dag van de vierde vakantieweek, stemt overeen met 5,59 % van het wettelijk dubbel vakantiegeld waarop de bediende aanspraak kan maken. B. Tijdstip van de betaling van de aanvullende vakantievergoeding Artikel 8 De in de artikelen 7 en 9, 1 en 2 genoemde bedragen van de aanvullende vakantievergoeding worden betaald - doch niet vóór 30 juni van het vakantiejaar - samen met de toeslag bepaald in de artikelen 38, 2, 39, tweede alinea en 53, 2 of met het bedrag vastgesteld in de artikelen 46 of 56 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders. C. Bijzondere bepaling Artikel 9 1. De in artikel 11 vermelde aanvullende vakantievergoeding is gelijk aan 0,38 % van het brutoloon dat de bediende tijdens het vakantiedienstjaar heeft verdiend, eventueel verhoogd met een fictief loon voor de dagen die met dagen van werkelijke arbeid worden gelijkgesteld. 2. Deze vergoeding is eveneens verschuldigd aan de bedienden die voldoen aan de in artikel 10 gestelde voorwaarden en wier overeenkomst een einde neemt tussen 30 juni en 31 december van het vakantiejaar en die het voordeel van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog niet hebben genoten. Commentaar Voor de toepassing van 1 en in de veronderstelling dat de bediende tijdens het vakantiedienstjaar door verscheidene werkgevers werd tewerkgesteld, moet onder "brutoloon dat de bediende tijdens het vakantiedienstjaar heeft verdiend" worden verstaan, het totale bedrag van de brutolonen die de bediende tijdens dat vakantiedienstjaar heeft verdiend. c.a.o. 59/3. 1.5.1997

Afdeling 3 - Gemeenschappelijke bepalingen A. Toekenningsvoorwaarden Artikel 10 Het in de artikelen 4 en 7 bepaalde bedrag van de aanvullende vakantievergoeding wordt betaald aan de werknemer die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1. recht hebben op een wettelijk vakantiegeld; 2. op 30 juni van het vakantiejaar verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst of door een leerovereenkomst. Artikel 11 Op de uitbetaling van de in de artikelen 4 en 7 genoemde aanvullende vakantievergoeding, kan ook aanspraak worden gemaakt door : - de werknemers die aan de in punt 1 van artikel 10 gestelde voorwaarde voldoen en zich op 3O juni van het vakantiejaar in een van de volgende toestanden bevinden : de volledige en onvrijwillige werklozen, de werknemers die een c.a.o.-brugpensioen genieten, de gepensioneerden, de werknemers wier overeenkomst werd beëindigd terwijl zij arbeidsongeschikt waren als gevolg van ziekte, ongeval, arbeidsongeval of beroepsziekte, alsook de werknemers die hun dienstplicht vervullen en die niet meer door een overeenkomst verbonden zijn, op voorwaarde dat zij in het vakantiejaar werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties hebben verricht en zij tijdens dat jaar het voordeel van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog niet hebben genoten; - de rechtverkrijgenden van een tussen 1 januari en 30 juni van het vakantiejaar overleden werknemer, voor zover deze werknemer vóór zijn overlijden het voordeel van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet heeft genoten en hij voldoet aan de in punt 1 van artikel 10 gestelde voorwaarde. B. Betaalplichtige van de aanvullende vakantievergoeding Artikel 12 Behalve indien een paritair comité het anders beslist en een andere betaalplichtige aanwijst, is de aanvullende vakantievergoeding verschuldigd door : - de werkgever bij wie de werknemer die aan de in artikel 10 gestelde voorwaarden voldoet, is tewerkgesteld; - de werkgever die als laatste de in artikel 11 genoemde werknemers tewerkstelde. HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN Artikel 13 Deze overeenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd; zij treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996. Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. c.a.o. 59/4. 1.5.1997

De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties verbinden er zich toe deze binnen een maand na ontvangst ervan in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. Gedaan te Brussel, op twintig december negentienhonderd vierennegentig. --------------- c.a.o. 59/5. 1.5.1997