Instelling. Grondwettelijk Hof. Onderwerp



Vergelijkbare documenten
Rolnummer Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

VR DOC.1273/2

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 20/2008 van 21 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L.

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 121/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Instelling. GD & A Nieuwsbrief. Onderwerp. Datum. 31 januari 2017

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T

Instelling. Hof van Cassatie. Onderwerp. Valsheid in geschrifte - Wegverkeer, algemeen. Datum. 17 juni 2014

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 8/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

VEELGESTELDE VRAGEN OVER BIJDRAGE ENERGIEFONDS

Rolnummer Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 82/2010 van 1 juli 2010 A R R E S T

Rolnummers 4343 en Arrest nr. 45/2008 van 4 maart 2008 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 786. Arrest nr. 14/95 van 7 februari 1995 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 258. Arrest nr. 39/92 van 13 mei 1992 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T

Instantie. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 138/2001 van 30 oktober 2001 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

niet verbeterde kopie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L.

Rolnummer Arrest nr. 165/2005 van 16 november 2005 A R R E S T

Instantie. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 157/2005 van 20 oktober 2005 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 140/99 van 22 december 1999 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 162/2004 van 20 oktober 2004 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST

Rolnummer Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Instantie. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter G. De Baets en de rechters-verslaggevers H. Coremans en E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier L.

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 57/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

Instantie. Onderwerp. Datum

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2013/11421]

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

Rolnummers 2228, 2229, 2230 en Arrest nr. 133/2002 van 18 september 2002 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T

Rolnummers 4519 en Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T

niet verbeterde kopie

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummers 1078 en Arrest nr. 44/98 van 22 april 1998 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummer Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Rolnummer Arrest nr. 84/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton Eupen.

Rolnummer Arrest nr. 84/2005 van 4 mei 2005 A R R E S T

Instelling. Onderwerp. Datum

Rolnummers 4767 en Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Transcriptie:

Instelling Grondwettelijk Hof Onderwerp Energiebeleid - Vlaams Gewest - Heffingen - Heffing op de afnamepunten van elektriciteit - 1. Tarieven - 2. Inning door de toegangshouders. # Schorsing - Geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel Datum 11 mei 2016 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2016 M&D SEMINARS Bollebergen 2a bus 33 BE-9052 Zwijnaarde (Gent) T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be

Rolnummer 6369 Arrest nr. 70/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 128 tot 134 en van artikel 135, 18, van het Vlaamse decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, ingesteld door Antoine Buedts. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : * * *

2 I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 25 februari 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 februari 2016, heeft Antoine Buedts een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 128 tot 134 en van artikel 135, 18, van het Vlaamse decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2015. Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van dezelfde decreetsbepalingen. Bij beschikking van 3 maart 2016 heeft het Hof de terechtzitting voor het debat over de vordering tot schorsing bepaald op 16 maart 2016. Op de openbare terechtzitting van 16 maart 2016 : - zijn verschenen :. de verzoekende partij, in eigen persoon;. Mr. A. Haelterman en Mr. R. Neyt, advocaten bij de balie te Brussel, voor de Vlaamse Regering; - hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en J.-P. Snappe verslag uitgebracht; - zijn de voornoemde partijen gehoord; - is de zaak in beraad genomen. De bepalingen van voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989 met betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast. II. In rechte - A - A.1. De verzoekende partij vordert de schorsing en de vernietiging van de artikelen 128 tot 134 en van artikel 135, 18, van het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016. A.2. De verzoekende partij zet uiteen dat de bestreden heffing op haar van toepassing is, vanaf 1 maart 2016, waardoor maandelijks een bijkomende financiële druk op haar zal worden gelegd, «die onnodige, overbodige en nutteloze uitgaven met zich mee zal brengen». A.3. Ter verantwoording van de vernietiging voert zij twee middelen aan, te weten de schending van artikel 143, 1, van de Grondwet, omdat er reeds een soortgelijke heffing of belasting bestaat op federaal niveau, en de schending van artikel 172 van de Grondwet, omdat eenieder vrij is al dan niet zonnepanelen of andere energieopwekkers te installeren en dat die vrije keuze in geen geval aanleiding mag geven tot een ongelijke, onbillijke en discriminerende belasting onder de Belgische onderdanen.

3 - B - B.1. De vordering tot schorsing heeft betrekking op de artikelen 128 tot 134 en van artikel 135, 18, van het Vlaamse decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016. Die artikelen bepalen : «HOOFDSTUK 11. Energie Art. 128. Aan artikel 3.2.1, 3, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, laatst gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014, worden de volgende woorden toegevoegd : alsmede voor de financiering van energiegerelateerde kosten van de Vlaamse overheid. Art. 129. In artikel 14.1.1 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in paragraaf 1 worden de woorden vanaf heffingsjaar 2015 een maandelijkse vervangen door de woorden vanaf 1 maart 2016 een jaarlijkse ; 2 aan paragraaf 1, 3, worden de woorden vermeld in artikel 4.6.1, artikel 15.3.5/1 en artikel 15.3.5/2, 3 ; toegevoegd; 3 aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : Het geheel van afnamepunten van een gesloten distributienet, vermeld in paragraaf 1, 3, dat voldoet aan artikel 1.1.3, 56 /2, wordt echter als één afnamepunt beschouwd. De heffing is in dat geval verschuldigd door de afnemer die volgens het toegangsregister titularis was van het afnamepunt op het transmissienet, het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit, het elektriciteitsdistributienet.. Art. 130. Artikel 14.1.2 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt vervangen door wat volgt : Art. 14.1.2. De tarieven worden per afnamepunt, waarop de afnemer in het heffingsjaar is aangesloten geweest op één van de netten vermeld in artikel 14.1.1, als volgt bepaald : 1 Categorie B : 100 euro; 2 Categorie C : 130 euro; 3 Categorie D : 290 euro;

4 4 Categorie E : 770 euro; 5 Categorie F : 1.300 euro; 6 Categorie G : 1.850 euro; 7 Categorie H : 2.600 euro; 8 Categorie I : 6.500 euro; 9 Categorie J : 16.000 euro; 10 Categorie K : 30.000 euro; 11 Categorie L : 75.000 euro; 12 Categorie M : 100.000 euro; 13 Categorie N : 120.000 euro. Waarbij Categorie B staat voor een schijf tot 5 MWh; Categorie C staat voor een schijf van 5 MWh tot 10 MWh; Categorie D staat voor een schijf van 10 MWh tot 20 MWh; Categorie E staat voor een schijf van 20 MWh tot 50 MWh; Categorie F staat voor een schijf van 50 MWh tot 100 MWh; Categorie G staat voor een schijf van 100 MWh tot 500 MWh; Categorie H staat voor een schijf van 500 MWh tot 1 GWh; Categorie I staat voor een schijf van 1 GWh tot 5 GWh; Categorie J staat voor een schijf van 5 GWh tot 20 GWh; Categorie K staat voor een schijf van 20 GWh tot 50 GWh; Categorie L staat voor een schijf van 50 GWh tot 100 GWh; Categorie M staat voor een schijf van 100 GWh tot 250 GWh en Categorie N staat voor een schijf vanaf 250 GWh..

5 Art. 131. In hoofdstuk I, titel XIV, van hetzelfde decreet wordt een artikel 14.1.3/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : Art. 14.1.3/1. Indien de afnemer, vermeld in artikel 14.1.1, 2, een beschermde afnemer is, als bedoeld in artikel 1.1.1, 2, 7, van het Energiebesluit van 19 november 2010, of indien op het afnamepunt, vermeld in artikel 14.1.1, 1, een actieve budgetmeter voor elektriciteit aanwezig is, of indien op het afnamepunt, vermeld in artikel 14.1.1, 1, een actieve stroombegrenzer aanwezig is, wordt het tarief, vermeld in artikel 14.1.2, verminderd tot 25 euro. Deze vermindering wordt toegepast pro rata temporis voor de periode dat men tot de voormelde categorieën behoort. Deze afnemer behoort tot categorie A.. Art. 132. In artikel 14.1.3 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 het jaartal 2016 wordt vervangen door het jaartal 2017 ; 2 na de woorden in artikel 14.1.2 en voor de woorden te vermenigvuldigen worden de woorden en artikel 14.1.3/1 ingevoegd. Art. 133. In artikel 14.2.2 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden bepaalde kalendermaand vervangen door de woorden bepaald kalenderjaar ; 2 in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden voor die maand opgeheven; 3 aan paragraaf 1 worden een vierde, vijfde en zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt : Het jaarverbruik, vermeld in artikel 14.1.2, wordt berekend op basis van de voortschrijdende jaarlijkse som van de afnamen. Wanneer de facturatie van de elektriciteitsafnamen voor een afnamepunt op maandelijkse basis gebeurt, wordt de heffing voor elke maandfactuur pro rata temporis berekend op basis van de afnamegegevens van de laatste twaalf maanden; indien de gegevens van deze periode niet volledig beschikbaar zijn, wordt een lineaire extrapolatie toegepast op basis van de meest recente gegevens over een periode van twaalf maanden. Wanneer de facturatie van de elektriciteitsafnamen voor een afnamepunt gebeurt met een jaarlijkse factuur, wordt de heffing berekend op basis, eventueel geëxtrapoleerd pro rata temporis, van de verbruiksgegevens over de twaalf maanden die voorafgaan aan de einddatum van de periode waarop de factuur betrekking heeft. Indien de verbruiksgegevens waarop de factuur betrekking heeft niet overeenstemmen met een periode van twaalf maanden die voorafgaan aan de einddatum van de periode waarop de factuur betrekking heeft, dan worden de verbruiksgegevens waarop de factuur betrekking heeft geëxtrapoleerd aan de hand van in de elektriciteitsmarkt vastgelegde verbruiksprofielen..

6 Art. 134. In artikel 14.2.3 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : 2. In afwijking van artikel 14.2.2, 2, dienen de eerste stortingen door de toegangshouders op de rekening van het Vlaamse Gewest van alle door hen conform artikel 14.2.2, 1, voor het heffingsjaar 2016 reeds geïnde heffingen pas tegen uiterlijk 30 juli 2016 te geschieden. Hoofdstuk 12. Inwerkingtreding Art. 135. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2016, met uitzondering van : [ ] 18 artikel 128 tot en met 134, die in werking treden op 1 maart 2016». B.2. Overeenkomstig artikel 20, 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, dient aan twee grondvoorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd, moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat één van die voorwaarden niet is vervuld tot de verwerping van de vordering tot schorsing. B.3. De vordering tot schorsing bevat geen uitdrukkelijke uiteenzetting van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel dat de verzoekende partij aanvoert om die vordering te motiveren. Het verzoekschrift vermeldt enkel dat er door de nieuwe heffing «maandelijks een bijkomende financiële druk op [de verzoeker] wordt gelegd, die onnodige, overbodige en nutteloze uitgaven met zich mee zal brengen». B.4. De schorsing van een decreetsbepaling door het Hof moet het mogelijk maken te vermijden dat, voor de verzoekende partij, een ernstig nadeel voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van de bestreden normen, nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van een vernietiging van die normen.

7 Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof blijkt dat, om te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1, van die wet, de persoon die een vordering tot schorsing instelt, in zijn verzoekschrift concrete en precieze feiten moet uiteenzetten waaruit voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen waarvan hij de vernietiging vordert, hem een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen. Die persoon moet met name het bestaan van het risico van een nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de toepassing van de bestreden bepalingen aantonen. B.5. Het door de verzoekende partij aangevoerde nadeel kan niet als ernstig en moeilijk te herstellen worden beschouwd, aangezien het een financieel nadeel betreft dat kan worden hersteld in geval van de vernietiging van de bestreden maatregelen (zie de arresten nrs. 60/92, B.3.2; 28/96, B.6; 169/2006, B.16.1; 204/2009, B.4; 96/2010, B.29; 44/2012, B.6.3; 56/2012, B.7). B.6. Aangezien niet voldaan is aan één van de voorwaarden om tot schorsing te kunnen besluiten, dient de vordering te worden afgewezen.

8 Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing. Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 11 mei 2016. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux E. De Groot