Quickscan Rapport Samenvatting In opdracht van Rijksoverheid heeft Klinkende Taal op 09-08-2012 alle teksten op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ gescand op taalniveau en leesbaarheid. Het gewenste taalniveau is B1. Het gemeten taalniveau is gemiddeld B2. De hoogte van het gemeten taalniveau wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende tekstkenmerken: 1. Te lange zinnen (B2) 2. Passieve zinnen (B1) Let bij het schrijven van uw teksten op de volgende aandachtspunten Prioriteit 1: Let op de zinslengte; uw zinnen zijn te lang. In uw teksten staan erg veel lange zinnen. Hoe langer een zin, hoe meer moeite een lezer moet doen om zijn aandacht erbij te houden. U kunt vaker zinnen splitsen in twee of meer kortere zinnen. Prioriteit 2: Let op passieve zinnen; in uw teksten troffen wij erg veel passieve zinnen aan. In passieve zinnen blijft vaak onduidelijk wie iets doet. Bovendien maken ze de tekst al gauw onpersoonlijk. Schrijf deze zinnen liever in de actieve vorm. Bijvoorbeeld: "Wij verzoeken u..." in plaats van "U wordt verzocht..." Om u op weg te helpen, hebben wij de vijf moeilijkst leesbare documenten door Klinkende Taal laten nakijken. U vindt het resultaat in de bijlage. De documenten staan in volgorde van afnemend taalniveau. Elk leesbaarheidsprobleem is met een aparte kleur gemarkeerd.
Samenvatting http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingtarieven/ inkomstenbelasting/aftrek-levensonderhoud-voor-kinderen Ga direct naar de inhoud, het hoofdmenu of het zoekveld. U bevindt zich hier: HomeAlle onderwerpenbelastingtarieveninkomstenbelasting Aftrek levensonderhoud voor kinderen Dit onderwerp bevat 5 rubrieken. Aftrek levensonderhoud voor kinderen De leeftijdsgrens voor de aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen is per 1 januari 2012 verlaagd van 30 jaar naar 21 jaar. Deze uitgaven zijn aftrekbaar als voor het kind geen recht bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en het kind geen recht heeft op studiefinanciering of een met AKW of studiefinanciering vergelijkbare regeling. Als de kosten in belangrijke mate drukken op de belastingplichtige, komen deze voor aftrek in aanmerking tot een bedrag van: b. 355 ( 350) per kalenderkwartaal indien het kind 6 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar is; c. 415 ( 410) per kalenderkwartaal indien het kind 12 jaar of ouder, maar jonger dan 18 jaar is; Legenda: XX Duur woord XX Te lange zin XX Passieve zin XX Ingewikkelde zin XX Te lange alinea XX Vaktermen XX Tangconstructies XX Naamwordstijl De kosten van het onderhoud van een kind worden geacht in belangrijke mate op de belastingplichtige te drukken, indien de op de belastingplichtige drukkende bijdrage in de kosten van het onderhoud van het kind tenminste 408 ( 408) per kwartaal beloopt. Het bedrag vermeld onder d. wordt verhoogd tot 710 ( 700) indien de kosten van het levensonderhoud grotendeels (voor meer dan 50%) op de belastingplichtige drukken en de kosten van de belastingplichtige voor het kind tenminste 710 ( 700) bedroegen. Indien het kind niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoort, wordt het bedrag onder d. vermeld verhoogd tot 1.065 ( 1.050) indien deze kosten geheel (100%) of nagenoeg geheel (90% of meer) op de belastingplichtige drukken en de kosten van belastingplichtige voor het kind tenminste 1.065 ( 1.050) bedroegen.
Als belastingplichtige het gehele jaar een fiscale partner heeft of een deel van het jaar een partner heeft maar wel kiest voor het gehele jaar fiscaal partnerschap en beiden doen uitgaven voor levensonderhoud voor een kind jonger dan 21 jaar, worden deze uitgaven samengevoegd. Als belastingplichtige een deel van het jaar een fiscale partner heeft en niet heeft gekozen voor het gehele jaar fiscaal partnerschap dan wordt het in aanmerking te nemen wettelijk bedrag gesteld op de helft als beiden uitgaven voor levensonderhoud van een kind in aanmerking nemen. Er bestaat geen aanspraak op aftrek uitgaven levensonderhoud als het recht op kinderbijslag is uitgesloten op grond van de Wet beperking export uitkeringen. Belastingtarieven: blijf op de hoogte Deel deze pagina op: Verder in dit onderwerp Verantwoordelijk ministerie Alles over Belastingtarieven Hoofdnavigatie Servicemenu Zoeken binnen Rijksoverheid.nl Zoek De Rijksoverheid. Voor Nederland.
Samenvatting http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingtarieven/ inkomstenbelasting/verliezen-op-beleggingen-in-durfkapitaal Ga direct naar de inhoud, het hoofdmenu of het zoekveld. U bevindt zich hier: HomeAlle onderwerpenbelastingtarieveninkomstenbelasting Verliezen op beleggingen in durfkapitaal Dit onderwerp bevat 5 rubrieken. Verliezen op beleggingen in durfkapitaal Voor beleggingen in durfkapitaal bestaat een vrijstelling in box 3 (zie ook onderdeel 1.24.6; vrijstelling beleggingen in durfkapitaal) en een heffingskorting (zie onderdeel 1.3.1). Naast deze twee faciliteiten bestaat nog een derde faciliteit voor directe beleggingen in durfkapitaal, namelijk de persoonsgebonden aftrek voor verliezen op directe beleggingen in durfkapitaal. Een bedrag dat door de schuldeiser binnen 8 jaar na het verstrekken van de geldlening aan een beginnende ondernemer niet meer voor verwezenlijking vatbaar is en dat wordt afgeschreven, kan tot een bedrag van 46.984 per beginnende ondernemer waaraan is geleend, in aanmerking worden genomen als persoonsgebonden aftrekpost. Legenda: XX Duur woord XX Te lange zin XX Passieve zin XX Ingewikkelde zin XX Te lange alinea Deze persoonsgebonden aftrekpost is vanaf 1 januari 2011 vervallen, maar voor leningen die voor 1 januari 2011 zijn verstrekt, blijft de aftrek mogelijk. Indien een nagekomen terugbetaling komt op een afgeschreven lening en daarvoor aftrek is toegestaan, wordt - ook nog na 1 januari 2011 - de persoonsgebonden aftrek in zoverre teruggenomen. Belastingtarieven: blijf op de hoogte Deel deze pagina op: Verder in dit onderwerp Verantwoordelijk ministerie Alles over Belastingtarieven Hoofdnavigatie Servicemenu Zoeken binnen Rijksoverheid.nl Zoek De Rijksoverheid. Voor Nederland. XX Vaktermen XX Tangconstructies XX Naamwordstijl
Samenvatting http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/deltaprogramma/werkenaan-de-delta/werk-tot-prinsjesdag-2012 Ga direct naar de inhoud, het hoofdmenu of het zoekveld. U bevindt zich hier: HomeAlle onderwerpendeltaprogrammawerken aan de delta Werk tot Prinsjesdag 2012 Dit onderwerp bevat 5 rubrieken. Werk tot Prinsjesdag 2012 Eén van de taken van de deltacommissaris is te zorgen voor samenhang. In de tweede rapportage over het Deltaprogramma DP2012 zijn daarom conclusies opgenomen over de evaluatie van de organisatie van het Deltaprogramma, is de planning voor het komen tot voorstellen voor de 5 deltabeslissingen beschreven en is de strategie voor het efficiënt koppelen van de korte en de lange termijn, adaptief deltamanagement, verder uitgewerkt. Tot Prinsjesdag 2012 legt de deltacommissaris het accent op het ontwikkelen van mogelijke oplossingsstrategieën voor de opgaven voor veiligheid en zoetwater. Deltaprogramma: blijf op de hoogte Deel deze pagina op: Verder in dit onderwerp Verantwoordelijke ministeries Legenda: XX Duur woord XX Te lange zin XX Passieve zin XX Ingewikkelde zin XX Te lange alinea Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Alles over Deltaprogramma Kaders: MIRT, project Sneller en Beter en internationaal Hoofdnavigatie Servicemenu Zoeken binnen Rijksoverheid.nl Zoek De Rijksoverheid. Voor Nederland. XX Vaktermen XX Tangconstructies XX Naamwordstijl
Samenvatting http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wetgevingskalender/ 2010/03/18/wet-implementatie-rechtsbeschermingrichtlijnenaanbesteden-32027 Ga direct naar de inhoud, het hoofdmenu of het zoekveld. U bevindt zich hier: HomeAlle onderwerpenwetgevingskalenderaangenomen wetsvoorstellen, gepubliceerd in het Staatsblad Wet implementatie rechtsbeschermingrichtlijnen aanbesteden (32027) Dit onderwerp bevat 3 rubrieken. Wet implementatie rechtsbeschermingrichtlijnen aanbesteden (32027) Wetsvoorstel 18-03-2010 Fase 6 van 6. Eerste Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, publicatie Staatsblad. Legenda van de zes fasen van een wetsvoorstel. Legenda: XX Duur woord XX Te lange zin XX Passieve zin XX Ingewikkelde zin XX Te lange alinea XX Vaktermen XX Tangconstructies XX Naamwordstijl Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van de eind 2007 vastgestelde Europese richtlijn waarmee de bestaande richtlijnen over beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten zijn gewijzigd (Richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 335) tot wijziging van de richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG van de Raad met betrekking tot verhoging van de doeltreffendheid van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten). Deze richtlijn moet uiterlijk 20 december 2009 zijn geïmplementeerd. Met de wijzigingsrichtlijn wordt beoogd de werking van de bestaande richtlijnen te verbeteren en daarin verduidelijkingen aan te brengen die voortkomen uit arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Daartoe voorziet de wijzigingsrichtlijn in een verplicht in acht te nemen termijn waarbinnen betrokken inschrijvers en gegadigden doeltreffend beroep kunnen instellen tegen een gunningsbeslissing van een aanbestedende dienst vóórdat de aanbestedende dienst overgaat tot het sluiten van een overeenkomst met een beoogde wederpartij. Voorts regelt de wijzigingsrichtlijn dat een overeenkomst die door een aanbestedende dienst is gesloten zonder dat deze termijn in acht is genomen of zonder dat een verplichte voorafgaande bekendmaking van de opdracht heeft plaatsgevonden onverbindend kan worden verklaard. Overeenkomstig
de algemeen geldende uitgangspunten bij de implementatie van Europese regelingen zijn in het wetsvoorstel geen andere regels opgenomen dan voor de implementatie noodzakelijk zijn. Met het wetsvoorstel wordt de reeds bestaande rechtsbescherming van het burgerlijk (proces-)recht aangevuld. De burgerlijke rechter is bevoegd geschillen over aanbestedingsovereenkomsten te beslechten, al dan niet bij wijze van voorlopige voorziening. Parlementaire documenten bij dit wetsvoorstel Staatsblad 2010, 38 Legenda bij fasen Een wetsvoorstel doorloopt bij de behandeling deze zes fasen: Tweede Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, ingediend bij de Eerste Kamer schriftelijke behandeling. Terug naar wetsvoorstel Deel deze pagina op: Verder in dit onderwerp Zie ook Verantwoordelijk ministerie Alles over Wetgevingskalender Hoofdnavigatie Servicemenu Zoeken binnen Rijksoverheid.nl Zoek De Rijksoverheid. Voor Nederland.
Samenvatting http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inburgering/handreikinginburgering-gemeenten/inburgeringsplicht/ vrijstellingsmogelijkheden Ga direct naar de inhoud, het hoofdmenu of het zoekveld. U bevindt zich hier: HomeAlle onderwerpeninburgeringrol gemeenteninburgeringsplicht Vrijstellingen inburgeringsplicht Dit onderwerp bevat 5 rubrieken. Vrijstellingen inburgeringsplicht Inburgeringsplichtigen uit verschillende doelgroepen kunnen onder voorwaarden worden vrijgesteld van de verplichting tot inburgeren. Er bestaan verschillende vrijstellingsmogelijkheden. Vrijstellingen Vrijgesteld van de inburgeringsplicht is degene die beschikt over een van de volgende diploma s, documenten of certificaten: een op wettelijke basis uitgereikt diploma of getuigschrift van afronding van een opleiding van wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs, algemeen voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of leerlingwezen, na onderwijs te hebben gevolgd in de Nederlandse taal; Legenda: XX Duur woord XX Te lange zin XX Passieve zin XX Ingewikkelde zin XX Te lange alinea XX Vaktermen XX Tangconstructies XX Naamwordstijl een met een van de in onderdeel b genoemde diploma s of getuigschriften vergelijkbaar diploma of ander document, behaald in het Nederlandstalig onderwijs in België, mits een voldoende is behaald voor het vak Nederlandse taal; een met een van de in onderdeel b genoemde diploma s of getuigschriften vergelijkbaar diploma of ander document, behaald in het Nederlandstalig onderwijs in Suriname, mits een voldoende is behaald voor het vak Nederlandse taal; een diploma, certificaat of ander document, behaald in het Nederlandstalig onderwijs in de Nederlandse Antillen of Aruba, of het diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school, bedoeld in het Statuut van de Europese school (Trb). 1957, 246), voor zover dat baccalaureaat het vak Nederlands als eerste of tweede taal omvat en voor dat vak een voldoende is behaald;
het getuigschrift International Baccalaureate Middle Years Certificate, International General Certificate of Secondary Education of Internationaal Baccalaureaat, indien daartoe een cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs of een cursus Internationaal Baccalaureaat met daarin het vak Nederlands is gevolgd en voor dat vak een voldoende is behaald; het certificaat, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit naturalisatietoets, met daarop de in artikel 5, tweede lid, van dat besluit bedoelde aantekening dat de verzoeker beschikt over de vereiste kennis van de Nederlandse taal; het certificaat, behaald voor 1 januari 2007, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers alsmede de verklaring van het regionaal opleidingencentrum op grond waarvan dat certificaat is afgegeven, indien uit die verklaring blijkt dat ten minste de volgende niveaus zijn behaald: 2. indien uit die verklaring blijkt dat voor het onderdeel Maatschappij Oriëntatie is behaald: - het niveau van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van die wet, of - een score van de MO-Profieltoets van ten minste: 85%, indien die toets is afgelegd voor 1 september 2001, respectievelijk 80%, indien die toets is afgelegd na 31 augustus 2001. Voor certificaten die na 1 januari 2007 zijn behaald, wordt in plaats van "niveau 1 voor de onderdelen Lezen en Schrijven" gelezen: "niveau 2 voor de onderdelen Lezen en Schrijven (zie Besluit inburgering artikel 9.1, zesde lid). het certificaat, bedoeld in de Regeling certificaat inburgering oudkomers, indien uit de vermelding daarop blijkt dat ten minste de volgende niveaus zijn behaald: Verder zijn nog vrijgesteld van de inburgeringsplicht degenen: die een toets als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet inburgering nieuwkomers met goed gevolg heeft afgelegd, als gevolg waarvan hij beschikt over een besluit inhoudende dat de vaststelling van een inburgeringsprogramma achterwege wordt gelaten, of Gedeeltelijke vrijstellingen
Van de verplichting om mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal te verwerven en het betreffende deel van het inburgeringsexamen te behalen, is vrijgesteld de inburgeringsplichtige die beschikt over het certificaat, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers, alsmede de verklaring van het regionaal opleidingencentrum op grond waarvan dat certificaat is afgegeven, indien uit die verklaring blijkt dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal ten minste de volgende niveaus van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal zijn behaald, mits deze resultaten zijn behaald voor 1 januari 2007: - a. niveau 2 voor de onderdelen Luisteren en Spreken, en - b. niveau 1 voor de onderdelen Lezen en Schrijven. Deze gedeeltelijke vrijstelling is tevens van toepassing op personen die in het bezit zijn van een zgn. verklaring educatie, mits deze voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in art. 2.2a van de Regeling inburgering. Van de verplichting om kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven en het betreffende deel van het inburgeringsexamen te behalen, is vrijgesteld de inburgeringsplichtige: - a. die beschikt over het certificaat, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers, alsmede de verklaring van het regionaal opleidingencentrum op grond waarvan dat certificaat is afgegeven, indien uit die verklaring blijkt dat voor het onderdeel Maatschappij Oriëntatie het niveau is behaald: 1. het niveau van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van die wet, of 2. een score van de MO-Profieltoets van ten minste: 85%, indien die toets is afgelegd voor 1 september 2001, respectievelijk 80%, indien die toets is afgelegd na 31 augustus 2001. - b. die kan aantonen dat hij in Nederland is geslaagd voor het toetsonderdeel van de kennis van de staatsinrichting en maatschappij van de naturalisatietoets. Toetsing niet-nederlands diploma door DUO De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) kan beoordelen of een niet- Nederlands diploma, certificaat of ander soortgelijk document onder een van de vrijstellingen valt. Deze documenten moeten echter eerst gelegaliseerd zijn voordat een dergelijke beoordeling kan plaatsvinden."
Korte vrijstellingstoets Als een inburgeringsplichtige voldoende mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis van de Nederlandse samenleving denkt te hebben, kan deze een korte vrijstellingstoets doen. Als de inburgeringsplichtige deze toets behaalt, is hij vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Als voldoende mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en evidente kennis kan worden aangemerkt: Degene die een korte vrijstellingstoets wil doen, kan deze aanvragen bij DUO. Deze aanvraag kan niet worden gedaan door degene: De toets wordt door de minister vastgesteld en wordt afgenomen door middel van een door DUO beheerd geautomatiseerd systeem. De toets wordt onder toezicht van DUO afgelegd op een door DUO vast te stellen tijdstip en in een door DUO vast te stellen ruimte, nadat de aanvrager overeenkomstig door DUO gestelde regels de terzake verschuldigde kosten heeft voldaan en zich met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht heeft geïdentificeerd. DUO beoordeelt de resultaten van de toets door middel van het geautomatiseerde systeem, bedoeld in het vierde lid. Deze resultaten worden niet herbeoordeeld. Als de persoon de toets behaalt, verstrekt DUO een document waaruit blijkt dat hij beschikt over de in het eerste lid bedoelde vaardigheden en kennis. Zie ook: Inburgering: blijf op de hoogte Deel deze pagina op: Verder in dit onderwerp Verantwoordelijk ministerie Alles over Inburgering Hoofdnavigatie Servicemenu Zoeken binnen Rijksoverheid.nl Zoek De Rijksoverheid. Voor Nederland.