Lijst van mededelingen raad 4 november 2010 Dienst Raadsorganen Griffie Besluitnummer 2010.118 1 de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen. Voorbereidingsbesluiten voor concrete gevallen cat. C, Nobelstraat 10, Raad 4 nov. 2010 Sector Publieke Diensten Frontoffice en Vergunningen Besluitnummer 2010.119 1 te verklaren dat op grond van artikel 3.7 Wet ruimtelijke ordening een bestemmingsplan c.q. herziening wordt voorbereid voor de gebieden die zijn gemarkeerd op de tekening nrs. 13. 165-190 (C1) en 2 de voorbereidingsbesluiten in werking te laten treden op 18 november 2010. 1.1 Een voorbereidingsbesluit is noodzakelijk. 2.1 Publicatie is verplicht. Onteigening HOV Om de zuid: behandeling zienswijze en verzoek aan Kroon Grondzaken Besluitnummer 2010.121
1 kennis te nemen van de ingekomen zienswijzen en in te stemmen met de weerlegging zoals geformuleerd in bijlage B en 2 ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan HOV Om de zuid de Kroon te verzoeken een onteigeningsbesluit te nemen ten name van de gemeente Utrecht van de objecten kadastraal bekend als gemeente Catharijne, sectie D, nrs. 8771-A, 1 tot en met 120, 9606 en 7799 (allen gedeeltelijk) en gemeente Tolsteeg, sectie B, nrs. 2977, 2976, 2975, 2979 (allen gedeeltelijk), 2980 (geheel), 3193, 3194, 2971, 2984 en 2982 (allen gedeeltelijk), en gemeente Utrecht, sectie U, nrs. 932, 575, 9, 10 en 936 (allen gedeeltelijk), en gemeente Utrecht, sectie O, nrs. 267, 128, 268, 852, 150, 1189, 1192, 742 (allen gedeeltelijk) en gemeente Utrecht, sectie N, nrs. 1282, 819 en 1428 (allen gedeeltelijk). Argument 2.1 Onteigening is noodzakelijk in verband met het waarborgen van de uitvoering van het bestemmingsplan HOV Om de zuid. Besluiten voor de implementatie van de Wabo Sector Publieke Diensten Besluitnummer 2010.122 1 de Wijzigingsverordening Coà rdinatieverordening met technische wijzigingen; 2 de Wijzigingsverordening Bouwverordening gemeente Utrecht met technische wijzigingen; 1.1 Met deze aanpassing voldoet de Coà rdinatieverordening aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2.1 Met deze aanpassing voldoet de Bouwverordening aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Kanttekeningen 1.1 Het wijzigen van deze verordening na inwerkingtreding van de Wabo vormt geen risico.
2.1 Het wijzigen van deze verordening na inwerkingtreding van de Wabo vormt geen risico. Ontwerpbestemmingsplan Hart van Hoograven Zuid Stedenbouw & Monumenten Besluitnummer 2010.123 1 het ontwerpbestemmingsplan 'Hart van Hoograven' vast te stellen en 2 de twee binnengekomen zienswijzen ongegrond te verklaren. 1.1 Het bestemmingsplan is noodzakelijk om de gewenste ontwikkeling mogelijk te maken. 1.2 De binnengekomen zienswijzen leiden niet tot een gewijzigde vaststelling. Ontwerpbestemmingsplan Zwembad De Krommerijn Stedenbouw & Monumenten Besluitnummer 2010.124 1 de zienswijze tegen het bestemmingsplan Zwembad De Krommerijn ongegrond te verklaren, in te stemmen met het vaststellingsrapport en het rapport tot integraal onderdeel van het vaststellingsbesluit te verklaren en 2 het ontwerpbestemmingsplan Zwembad De Krommerijn ongewijzigd vast te stellen.
1.1 De zienswijze is ongegrond. 1.2 De in het vaststellingsrapport weergegeven motiveringen geven blijk van een goede afweging van de bij het besluit betrokken belangen. 2.1 Er is sprake van een goede ruimtelijke ordening. Voorbereidingskrediet Meetnet Luchtkwaliteit Sector Programma's Bereikbaarheid Besluitnummer 2010.125 Besluitpunt 1 Voor de ontwikkeling en aanbesteding van het Meetnet Luchtkwaliteit een voorbereidingskrediet van â 150.000,- beschikbaar te stellen ten laste van het ALU (budget "Meetnet Luchtkwaliteit"). 1.1 Het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ondersteunt de verdere voorbereiding voor het Meetnet Luchtkwaliteit zodat zo snel mogelijk na definitieve besluitvorming gestart kan worden met de metingen. 1.2 De dekking is reeds voorzien in de financieringsparagraaf uit het ALU 2009. Voorkeursalternatief Planstudie Ring Utrecht Verkeer en Vervoe Besluitnummer 2010.126 1 op basis van de 1e fase MER, het advies van de commissie MER, het consultatiedocument voor de planstudie Ring Utrecht en de afspraken over het starten van een MIRT-onderzoek regionaal
openbaar vervoer, in te stemmen met de uitwerking van het Oost alternatief in de tweede fase MER, waarbij de met het Rijk en de provincie in het beoordelingskader afgesproken integrale aanpak volgens de Ladder van Verdaas wordt gecontinueerd (zie amendement 2010/A031) en 2 in reactie op de consultatie en in het kader van de noodzaak tot versobering en fasering de volgende condities aan de uitwerking te stellen: > de mogelijk positieve effecten op leefbaarheid (lucht en geluid) van 80 km/u op de NRU en de rest van de Ring op de inpassingsopgave worden inzichtelijk gemaakt; > de effecten van (alternatieve) investeringen in openbaar vervoer worden in beeld gebracht; > de door Provinciale Staten op 27 september 2010 unaniem aangenomen motie, die een blijvende inzet op bovenwettelijke maatregelen voor ruimtelijke inpassing bepleit, wordt onderschreven; > de dragende elementen uit de Kracht van Utrecht maken onderdeel uit van het onderzoek in de 2e fase planstudie; > de veronderstelde vermindering van het autoverkeer op het onderliggend wegennet wordt goed onderbouwd inzichtelijk gemaakt. Indien nodig worden de maatregelen in beeld gebracht die noodzakelijk zijn om de vermindering te bereiken; > naast het beperken van de ruimtelijke impact wordt ook inzichtelijk gemaakt welke kansen benut kunnen worden om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren en de barriã rewerking van de betreffende wegen te verminderen (zie amendement 2010/A032); > de mogelijkheden te onderzoeken om de doorstroming op de A27 te vergroten door optimaal gebruik te maken van de bestaande bak in Amerlisweerd (zie amendement 2010/A034) en 3 in de tweede fase MER te onderzoeken en inzichtelijk te maken op welke wijze in de "Startnotitie Ring Utrecht" en in de "Richtlijnen eerste fase MER" omschreven omgevingsdoelstelling kan worden behaald, de maatschappelijke effecten, kosten en baten van de onderzochte maatregelen in beeld te brengen en de uitkomsten hiervan ten opzichte van de bereikbaarheidsdoelstelling op gelijkwaardige en transparante wijze in de besluitvorming mee te wegen (zie amendment 2010/A033) 1.1 De 1e fase MER voldoet bijna geheel aan de Richtlijnen MER en het Beoordelingskader en op de punten waar dit niet het geval is, betreft het ondergeschikte punten en wordt een goede onderbouwing gegegeven waarom wordt afgeweken.
1.2 De commissie MER heeft een toetsingsadvies gegeven over de 1e fase MER planstudie Ring Utrecht. 1.3 In het consultatiedocument wordt de consultatieperiode met daarbij de opbrengsten weergegeven voor de 1e fase MER. 1.4 De resultaten van de 1e fase MER zijn voldoende overtuigend om het Alternatief Oost te kunnen aanmerken als voorkeursalternatief. De West- en Combivariant vallen af. 1.5 De commissie MER is van oordeel dat de essentiã«le informatie in het MER 1e fase aanwezig is om het milieubelang een voldoende rol te laten spelen bij de keuze van het voorkeursalternatief. 1.6 Het Rijk start samen met de Regio een MIRT-onderzoek regionaal openbaar vervoer; hiermee wordt een eerste stap gezet richting realisatie van de ambitie uit het Collegeprogramma om van Utrecht de OV en fietsstad van Nederland te maken. 2.1 Als mede bevoegd gezag kan de gemeente Utrecht blijven inzetten op het meenemen van de dragende elementen van de Kracht van Utrecht in de 2e fase MER Planstudie Ring Utrecht. Kanttekeningen 1.1 De gemeente Utrecht kan de toegekende waarderingen voor het onderdeel robuustheid van de 1e fase MER niet onderschrijven. 1.2 De 1e fase MER en de keuze voor een VoorKeursAlternatief is het resultaat van een samenwerkingsproces, waarvan de gemeente Utrecht à à n van de vier bevoegd gezagen is. 1.3 Langdurige verkeershinder tijdens de uitvoering van het project. 2.1 Het voorkeursalternatief brengt een zware inpassingsopgave met zich mee, alsmede een toename van de milieubelasting en het ruimtebeslag. 2.2 Op dit moment kan niet worden voldaan aan de randvoorwaarde dat het project voor EUR 1,2 miljard kan worden gerealiseerd. 2.3 Inzet is integrale aanpak, maar er zijn verschillen in procesgang en tempo van de verschillende onderdelen van de integrale aanpak.