Regionale Bodemkwaliteitskaart gemeenten Bergen (Limburg), Gennep en Mook & Middelaar



Vergelijkbare documenten
Bodemkwaliteitskaart gemeente Twenterand

Bodemkwaliteitskaart Gemeente Waalwijk, actualisatie 2011

Bodemkwaliteitskaart

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

Colofon. Datum van uitgave: December Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

Bodemkwaliteitskaart gemeente Haarlem. Definitief

Gemeente Wierden. Bodemkwaliteitskaart wegbermen en buitengebied gemeente Wierden

Begrippen en gebruikte afkortingen

Regionale bodemkwaliteitskaart gemeenten Barendrecht en Ridderkerk. definitief

Bodemkwaliteitskaart

Bodemkwaliteitskaart regio Noord Veluwe

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

Oplegvel Collegebesluit

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007.

Gemeente Heusden. Bodemkwaliteitskaart gemeente Heusden 2011

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit

G R O N D V E R Z E T m e t b o d e m k w a l i t e i t s k a a r t e n

Bodemkwaliteitskaart gemeente Roerdalen

Bodemkwaliteitskaart gemeente Tholen

Gemeente Hengelo. Bodemkwaliteitskaart gemeente Hengelo. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Gemeente Hof van Twente Bodemkwaliteitskaart gemeente Hof van Twente (inclusief wegbermenkaart)

Statistische berekeningen ten behoeve van actualisatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Veere. Eindrapport. Marmos Bodemmanagement

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland


Bodemkwaliteitsklassenkaart gemeente Heerde

Gemeente Oldenzaal Bodemkwaliteitskaart gemeente Oldenzaal

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland

Kaartbijlagen. Bijlagen

Bodemkwaliteitskaart Someren

Bodemkwaliteitskaart gemeente. Nieuwegein. Opdrachtgever Gemeente Nieuwegein Contactpersoon Mevr. D. ten Klooster

Voor overschrijding van de wonen- en industriewaarden (evenals interventiewaarden) gelden niet zulke extra ruimten.

Bodemkwaliteitskaart regio De Vallei

Bodemkwaliteitskaart gemeenten Cuijk en GraveX

Bodemkwaliteitskaart regio Heuvelland

Addendum bij de nota bodembeheer gemeenten IJsselstein, Houten, Nieuwegein en Lopik versie 4 januari 2011

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart gemeente Edam-Volendam

Bodemkwaliteitskaart Regio Maas & Roer

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctiekaart Eersel

Bodemkwaliteitskaart gemeente Lelystad

Bodemkwaliteitskaart regio MARN

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel. Documentcode: 13M1166.RAP001

Regionale bodemkwaliteitskaart provincie Groningen. projectnr maart 2013, revisie 01

Bodemkwaliteitskaart gemeente Texel

Bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart Gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard en Heiloo. Documentcode: 14M1136.

Bodemkwaliteitskaart PFOS en PFOA locatie Schiphol Trade Park Hoofddorp Gemeente Haarlemmermeer

1 Inleiding Doel Beleidskader Afbakening en geldigheid 4

Bodemkwaliteitskaart gemeente Eindhoven

Kaartbijlagen. Bijlagen

Statistische berekeningen ten behoeve van actualisatie Bodemkwaliteitskaart Gemeente Middelburg. Eindrapport. Marmos Bodemmanagement

Bodemkwaliteitsen bodemfunctieklassenkaart gemeente Venlo

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit Meldingsnummer:

Nota Bodembeheer gemeente Emmen

Bodemkwaliteitskaart bebouwd gebied gemeente Houten. Documentcode: 16M1136.RAP001

TEKSTREGEL TEKSTREGEL BODEM- KWALITEITSKAART WEERT

Bodemkwaliteitskaart gemeente NederweertX

Bodemkwaliteitskaart gemeente Huizen

Bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer Bedrijventerreinen Verlengde Stellingweg te Oostzaan

Rapport. Actualisatie bodemkwaliteitskaart

Bodemkwaliteitskaart Gemeente Lelystad. Documentcode: 17M1206.RAP001

Bodemfunctieklassenkaart en bodemkwaliteitskaart Gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec

Bodemkwaliteitskaart Regio IJsselland

Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas. - Toelichting -

Actualisatie bodemkwaliteitskaart Gemeente Eersel

Bodemkwaliteitskaart

Colofon. Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

Bodemkwaliteitskaart gemeente Den Helder

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

In opdracht van de gemeente Hattem heeft Tauw een bodemfunctiekaart opgesteld. Deze notitie vormt de toelichting bij de gemaakte keuzes.

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

I I I. Gemeente Heerde.

Bodemkwaliteitskaart Regio Midden-Holland en gemeente Zoetermeer. Documentcode: 15M2020.RAP001

Bodemkwaliteitskaart gemeente Den Helder

Bodemkwaliteitskaart Regio Midden-Holland en gemeente Zoetermeer. Documentcode: 15M2020.RAP001

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

Notitie bodemfunctieklassenkaart. : Gemeente Heeze-Leende

Actualisatie bodemkwaliteitskaart. Regio Midden- en West-Brabant

Bodemkwaliteitskaart Gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde. Documentcode: 17M1182.RAP001

Bodemkwaliteitskaart Drenthe

stappen Kenmerken Gebieds indeling Toelichting

Addendum 2017 bij de nota bodembeheer gemeenten IJsselstein, Houten, Nieuwegein en Lopik. versie 4 januari 2011

Spelregels grondverzet

Bodemkwaliteitskaart regio Kop van Noord-Holland

Bodemkwaliteitskaart gemeente Maastricht

Bodemkwaliteitskaart gemeente Haarlemmermeer

Bodemkwaliteitskaart voor de gemeente Tubbergen

Nota bodembeheer 2014 Beleidsregels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem

Bodemkwaliteitskaart. Gemeente Bladel

Bodemkwaliteitskaart en Nota Bodembeheer

3. Bodemfunctiekaart en bodemkwaliteitskaart Bodemfunctiekaart Bodemkwaliteitskaart 13

Bodemkwaliteitskaart regio Noordoost Brabant

BODEMFUNCTIEKLASSENKAART GEMEENTE NOORDENVELD

Waarom voor sommige stoffen geen woongrond bestaat en waarom schone grond industriegrond kan zijn.

Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA), Behandeld door Ingrid Romkes. E Ingrid.Romkes@MWHGlobal.COM Van

Transcriptie:

Regionale Bodemkwaliteitskaart gemeenten Bergen (Limburg), Gennep en Mook & Middelaar definitief In opdracht van Gemeente Bergen (L) Projectnummer M11G0126 Documentnaam m11g0126.r01.docx 9 december 2011 Postadres Hoogoorddreef 9 1101 BA AMSTERDAM Nederland T +31(0)20 7514300 F +31(0)20 7514600 Bezoekadres Hoogoorddreef 9 1101 BA AMSTERDAM Nederland www.mwhglobal.nl KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA* gecertificeerd

2

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Bodemkwaliteitskaart 5 1.3 Afbakening en geldigheid 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Bodemkwaliteitskaart 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Definitiefase 7 2.3 Vaststellen onderscheidende kenmerken 8 2.4 Gegevensverzameling en -bewerking 9 2.5 Indelen beheergebied in deelgebieden 10 2.6 Controleren indeling van beheergebied 12 2.7 Verzamelen aanvullende informatie 13 2.8 Vaststellen bodemkwaliteitszones 14 2.9 Opstellen ontgravings- en toepassingskaart 17 Literatuurverwijzing 19 Bijlage 1 : Gebiedsindeling Bijlage 2a : Spreidingskaart waarnemingen bovengrond Bijlage 2b : Spreidingskaart waarnemingen ondergrond Bijlage 3a : Ontgravingskaart bovengrond Bijlage 3b : Ontgravingskaart ondergrond Bijlage 4a : Toepassingskaart bovengrond Bijlage 4b : Toepassingskaart ondergrond Bijlage 5 : Uitgesloten locaties Bijlage 6 : Bodemfunctieklassenkaart Bijlage 7 : Statistische kentallen Bijlage 8a : Overzicht screening Bijlage 8b : Uitbijterlijst 3

4

1 Inleiding 1.1 Algemeen De gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar hebben de wens om op regionale schaal grondverzet te faciliteren. Hiervoor heeft een regionale bodemkwaliteitskaart opgesteld. De bodemkwaliteitskaart legt de huidige bodemkwaliteit vast. Dit rapport beschrijft hoe de bodemkwaliteitskaart tot stand komt. 1.2 Bodemkwaliteitskaart De bodemkwaliteitskaart is een instrument dat gebruikt kan worden voor het toepassen van grond en baggerspecie in het kader van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit (bron 1 en 2). De kaart dient dan als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en bagger. De kaart is opgesteld conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten (bron 3). De bodemkwaliteitskaart beschrijft de gebiedseigen (diffuse) bodemkwaliteit. Deze gebiedseigen bodemkwaliteit beschrijft de van nature aanwezige concentraties aan stoffen in de bodem, inclusief de concentratieveranderingen van diffuse aard, veroorzaakt door menselijk gebruik in het verleden. Als gevolg van dit bodemgebruik kunnen verhoogde gehaltes aan o.a. zware metalen in de bodem ontstaan zijn. De bodemkwaliteitskaart bestaat uit een ontgravingskaart en een toepassingskaart. De ontgravingskaart beschrijft de (verwachte) kwaliteit voor: een partij te ontgraven grond op een ontgravinglocatie en, de kwaliteit van de ontvangende bodem op een toepassingslocatie. De toepassingskaart is een combinatie van de bodemfunctieklassenkaart en de bodemkwaliteitskaart. In deze kaart wordt aan de hand van de zogenaamde dubbele toetsing (aan de bodemfunctie en de bodemkwaliteit) de kwaliteitseis weergegeven van de toe te passen grond. 1.3 Afbakening en geldigheid De bodemkwaliteitskaart heeft betrekking op het gehele grondgebied binnen de bebouwde kom van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar. De gemeente is bevoegd gezag voor het toepassen van grond en baggerspecie op of in de bodem. Waterbodems, uiterwaarden en andere gebieden die vallen onder de Waterwet zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. De waterbeheerder is hiervoor het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de bodemkwaliteitskaart vast (het college van Burgemeester en Wethouders). De kaart treedt na vaststelling direct inwerking en heeft een geldigheidsduur van vijf jaar. Na vijf jaar moet de bodemkwaliteitskaart herzien worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de meest actuele gegevens. Hierbij moeten de stappen voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart op- 5

nieuw worden doorlopen, om vast te stellen of de bodemkwaliteitskaart nog representatief is voor de actuele situatie. Actualisatie kan eerder noodzakelijk zijn indien veel (> 25%) nieuwe bodemonderzoeksgegevens beschikbaar komen. De bodemkwaliteitskaart heeft betrekking op de diffuse bodemkwaliteit. Verdachte locaties en saneringslocaties maken geen deel uit van de kaart. Partijen grond en baggerspecie mogen alleen worden toegepast in het kader van het Besluit indien sprake is van een nuttige toepassing. Wat onder een nuttige toepassing wordt verstaan is beschreven in de Regeling bodemkwaliteit. Daarnaast mag een partij grond of bagger maximaal 20% (gewichtsprocent) bodemvreemd materiaal bevatten. Bij meer dan 20% bodemvreemd materiaal valt de partij niet onder de definitie van grond of baggerspecie en mag de partij niet worden toegepast als bodem. 1.4 Leeswijzer Bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is gebaseerd op de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. De richtlijn beschrijft de benodigde stappen om te komen tot een ontgravings- en toepassingskaart. Hoofdstuk 2 beschrijft het opstellen van de bodemkwaliteitskaart, met speciale aandacht aan de uitgangspunten en de werkwijze. Ook geeft hoofdstuk 2 aan op welke onderdelen is afgeweken van de Richtlijn en wat de redenen hiervoor zijn. 6

2 Bodemkwaliteitskaart 2.1 Inleiding Ten behoeve van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart voor het grondgebied van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar zijn onderstaande stappen doorlopen. Deze stappen volgen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten : 1. opstellen programma van eisen (definitiefase); 2. vaststellen onderscheidende kenmerken; 3. gegevensverzameling en -bewerking; 4. indelen beheergebieden in deelgebieden; 5. controleren indeling van het beheergebied; 6. verzamelen aanvullende informatie; 7. vaststellen bodemkwaliteitszones; 8. opstellen ontgravings- en toepassingskaart. Voor de gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar zijn afzonderlijke bodemkwaliteitskaarten beschikbaar die rond 2006 zijn opgesteld. De gebiedsindeling van de huidige bodemkwaliteitskaarten is uitgangspunt voor de nieuwe gebiedsindeling. In Stap 8 (uit de richtlijn bodemkwaliteitskaarten) is deze gebiedsindeling gehanteerd voor de indeling in zones. Voorafgaand hieraan zijn de eerder vastgestelde bodemkwaliteitszones vertaald naar bodemkwaliteitsklassen. Een bodemkwaliteitszone is een gebied dat is samengesteld uit één of meerdere deelgebieden. Deze deelgebieden kunnen aan één grenzen of juist verspreid liggen. Van deze zone wordt de gemiddelde (diffuse) bodemkwaliteit berekend. Deze bodemkwaliteit wordt uitgedrukt in een bodemkwaliteitsklasse; Achtergrondwaarde, Wonen of Industrie. 2.2 Definitiefase De eerste stap bij het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is de beleidsmatige en technisch inhoudelijke onderbouwing die resulteert in het programma van eisen. Dit vormt het kader waarbinnen de bodemkwaliteitskaart wordt gerealiseerd. Hieronder zijn de uitgangspunten bij het opstellen van de kaart beschreven: Uitgangspunten bodemkwaliteitskaart de bodemkwaliteitskaart is van toepassing op de landbodem; de bodemkwaliteitskaart geldt voor de regio gevormd door gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar; in de kaart is de diffuse gebiedseigen bodemkwaliteit vastgelegd. Lokale verontreinigingen en verdachte locaties zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart. Door middel van historisch onderzoek moet nagegaan worden of een locatie (waar grondverzet gaat plaatsvinden) verdacht is voor bodemverontreiniging; de diffuse bodemkwaliteit is bepaald voor het nieuwe NEN standaard stoffenpakket bestaande uit negen metalen (cadmium, koper, kwik, lood, nikkel, zink, barium, kobalt en molybdeen), 7

som-pak, som-pcb en minerale olie; er is onderscheid gemaakt tussen de bovengrond (van 0 tot 0,5 m-mv) en de ondergrond (van 0,5 tot 2,0 m-mv); per zone en dieptetraject zijn verschillende statistische kentallen berekend (gemiddelde, diverse percentielwaarden, maximum). De kentallen zijn omgerekend naar waarden voor standaardbodem (lutum = 25%, humus = 10%). Uitgangspunten grondverzet De bodemkwaliteitskaart maakt in bepaalde gevallen grondverzet zonder aanvullende keuring mogelijk. Voor het gebruik van de bodemkwaliteitskaart als milieuhygiënische verklaring bij het toepassen van grond en bagger gelden binnen het generieke kader de volgende voorwaarden: de locatie van herkomst moet onderdeel uitmaken van de bodemkwaliteitskaart. Dat wil zeggen dat op basis van historisch onderzoek moet blijken dat de locatie van ontgraven deel uitmaakt van de diffuse bodemkwaliteit zoals beschreven in de bodemkwaliteitskaart; de ontgravingsdiepte moet in overeenstemming zijn met de laagdikte die door de bodemkwaliteitskaart wordt beschreven; indien de toe te passen grond tevens is voorzien van een geldige andere milieuhygiënische verklaring (partijkeuring, erkende kwaliteitsverklaring), dan geldt die andere milieuhygiënische verklaring, omdat die een directere uitspraak doet over de kwaliteit van de betreffende partij grond of bagger. 2.3 Vaststellen onderscheidende kenmerken Deze stap stelt de onderscheidende kenmerken voor de bodemkwaliteit vast. Deze onderscheidende kenmerken zijn mogelijk van invloed op de diffuse bodemkwaliteit. De volgende kenmerken worden in de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten onderscheiden: bodemopbouw; gebruikshistorie; ontwikkeling wijken of gebieden; geomorfologie; huidig bodemgebruik (functie). De gebiedsindeling van de voorgaande bodemkwaliteitskaarten dient als uitgangspunt voor de nieuwe gebiedsindeling. Verder geldt dat er in de gemeenten in het verleden zeer weinig bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. De verwachting is dan ook dat veel gebieden samengevoegd kunnen worden tot enkele zones. Functiekaart Uitgangspunt van het Besluit bodemkwaliteit is dat de kwaliteit van de bodem aansluit bij de functie. Op basis hiervan is de gebiedsindeling op verschillende locaties aangepast om aan te laten sluiten op de bodemfunctieklassenkaart. In deze kaart zijn de autosnelwegen en provinciale wegen apart gezoneerd. Voor de berekeningen van de bodemkwaliteit zijn deze wegen echter niet als apart deelgebied gehanteerd. 8

2.4 Gegevensverzameling en -bewerking In deze stap is de informatie die nodig is voor de bepaling van de gebiedseigen bodemkwaliteit verzameld en bewerkt. Voor de bodemkwaliteitskaart is gebruik gemaakt van de bodemonderzoekgegevens die aanwezig zijn in het bodeminformatiesysteem van de gemeenten. Bijlage 8 toont een overzicht van het aantal aangeleverde en gebruikte gegevens. De gebruikte dataset bevat 402 bodemrapporten voor de gehele regio met in totaal 1.537 analysemonsters. Voor de bodemkwaliteitskaart zijn alle bruikbare beschikbare onderzoeksgegevens gebruikt. Om te bepalen welke analysemonsters bruikbaar zijn, is stap voor stap een screening uitgevoerd aan de hand van een aantal criteria: uitsluiten analysemonsters met een onderzoekstype of aanleiding die niet geschikt zijn voor het berekenen van de diffuse bodemkwaliteit; uitsluiten analysemonsters van een locatie die verdacht is op het voorkomen van ernstige bodemverontreiniging; uitsluiten analysemonsters waar geen coördinaten van bekend zijn; uitsluiten analysemonsters waarvoor geen dieptetraject is ingevoerd; uitsluiten analysemonsters waar geen datum van bekend is; uitsluiten analysemonsters waarvoor geen relevante stoffen zijn geanalyseerd; uitsluiten analysemonsters met locatie buiten het gebied waarvoor de bodemkwaliteitskaart is opgesteld; uitsluiten onderzoeken die zijn uitgevoerd vóór 2001; uitsluiten analysemonsters met een bemonsteringstraject (gemiddelde diepte op basis van bovenkant monster en onderkant monster) dieper dan 2,0 m-mv; De richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt dat de onderzoeksresultaten van de laatste vijf jaar geschikt zijn voor het opstellen van een bodemkwaliteitskaart. Na bovenstaande screening zijn er van deze periode echter nog maar 693 analysemonsters bruikbaar. Met dit aantal gegevens bleken er van een aantal gebieden te weinig gegevens om de kwaliteit te kunnen berekenen. De gemeenten gaven aan dat er in de periode van de laatste tien geen significante verandering met betrekking tot het bodemgebruik is geweest. Op basis hiervan is er voor gekozen om de gegevens van de laatste tien jaar (2001-2011) te gebruiken. Aangezien er niet genoeg gegevens waren van de periode 2006-2011, was het niet mogelijk om een relevante vergelijkbaarheidstoets uit te voeren. Bijlage 7 geeft per zone en deelgebied en per parameter aan hoeveel analyses zijn meegenomen in de uiteindelijke berekeningen. De data komt uit het bodeminformatiesystemen (StraBIS en Squit-XO) van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar zoals beschikbaar op 1 juli 2011. Tijdens de voorbewerking van de gegevens zijn tevens de volgende bewerkingen uitgevoerd: herstellen van (zichtbare) invoerfouten (bijvoorbeeld invoer van dieptetrajecten in meters en centimeters door elkaar en invoer van som-pcb-gehalten in µg en mg door elkaar); vervangen van alle gemeten gehalten die beneden de detectielimiet liggen door een waarde van 0,7 maal de detectielimiet conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten; toekennen van de gegevens aan de juiste bodemlaag; omrekenen van individuele gehalten naar standaardbodem (humus = 10%, lutum = 25%), zodat de gegevens onderling makkelijker te vergelijken en eenvoudig te toetsen zijn aan de normstel- 9

ling. 2.5 Indelen beheergebied in deelgebieden De gebiedsindeling van de huidige bodemkwaliteitskaart uit 2006 is uitgangspunt voor de nieuwe gebiedsindeling (zie bijlage 1). De gemeenten bestaan voor het grootste deel uit bossengebied dat tussen de Maas en de Duitse grens ligt. De bodem bestaat uit zandgrond. In alle gemeenten zijn kleine tot middelgrote kernen aanwezig. In de grotere kernen zijn er enkele industriegebieden gedefinieerd. Van al deze deelgebieden is in eerste instantie los van elkaar de bodemkwaliteit berekend. Wonen Als basis is de indeling van de vorige bodemkwaliteitskaart gebruikt, waarbij geen onderscheid is gemaakt in de periode van aanbouw. Uit de vorige bodemkwaliteitskaart is gebleken dat per woonkern één gemiddelde is berekend, waarbij de periode van aanleg niet bepalend is geweest bij de indeling van het beheergebied. Wel vormen alle woongebieden apart van elkaar losse deelgebieden. Op basis van het bodemgebruik en de vorige bodemkwaliteitskaarten is de verwachting dat de bodemkwaliteit schoon zal zijn. Bedrijventerreinen In Mook, Milsbeek, Gennep en Nieuw-Bergen zijn diverse industrieterreinen aanwezig. Ook hier is geen onderscheid gemaakt in de ouderdom van de terreinen. Mogelijk is de bodemkwaliteit hier minder dan in de rest van de regio. De rijksweg (A77) en de Provinciale wegen (waaronder de N271) zijn in de bodemfunctieklassenkaart als aparte zone aangegeven. Deze zijn echter niet als apart deelgebied in bodemkwaliteitskaart opgenomen. Overige gebied (buitengebeid) Het buitengebied vormt per gemeente 1 deelgebied. De wegen vormen geen grenzen. Arseengebied In de gemeente Bergen ligt ten noorden van Nieuw-Bergen een gebied waarvan bekend is dat arseen als probleemparameter aanwezig is. Dit gebied is ook als apart deelgebied behandeld in de kwaliteitsberekeningen. In de bodemkwaliteitskaart is het gebied als witte vlek opgenomen. De verwachting is dat de begrenzing van het arseengebied in de toekomst door meer onderzoek nauwkeuriger kan worden vastgesteld. Uitbijteranalyse Na goedkeuring van de voorlopige gebiedsindeling is een uitbijteranalyse van de beschikbare data uitgevoerd. Bij deze analyse zijn 103 analyseresultaten van 51 verschillende monsters aangemerkt als uitbijter. Deze uitbijters zijn voorgelegd aan de drie gemeenten. In overleg met de gemeenten is vastgesteld dat de waarnemingen afkomstig zijn van verdachte locaties (tabel 1). Alle waarnemingen van deze locaties zijn in verdere berekeningen van de kentallen niet meegenomen en de locaties. 10

Tabel 1: Uitgesloten rapporten Bergen Gennep Mook & Middelaar Siebengewaldseweg 45 N291 Nijmeegseweg-Bloemenstr. ong. Centrumplan Mook Aijen 6 Ovenberg 13 Hotel de Plasmolen Aijenseweg 9b Tweede Dwarsweg 81 Elzenstraat 16 en ong. Twistedenerweg 3 De Groote Heeze 58 Rijksweg 11 Oude Kerkstraat 8 Davidlaan 7-9 Middelweg 41 Kerkstraat 13 Heijenseweg ong. Hoeveveld 2 Looierweg 7a Willem Boyeweg (ong) Scott Page / Alu Premetaal Scott Page / Kimberley-Clark Hoogveld 12 Stiemenseweg/Heijenseweg ong Heijenseweg ong Zandstraat 66 t/m 76a Kleefseweg 97 De Brem nr. 5 Prinses Margrietstraat 22 Voorhoevepark 28 Zuid-Oostwal ong. St. Janstraat 14 Driekronenstraat 6 Martinushof Bloemenstraat 8 Kleefseweg 32 Europaplein 1 Paesplasweg Brem 1 Burg. Gilissenweg/ 2e Dwarsweg (deellocatie A) Spoorstraat 126 2e Dwarsweg 81 Roggestraat Een kaart van de regio met daarop de uitgesloten locaties is opgenomen in bijlage 5. Na de indeling van het beheergebied zijn er 38 deelgebieden gedefinieerd. Daarnaast zijn er 8 gebieden die buiten de bodemkwaliteitskaart vallen omdat ze onder het beheer van Rijkswaterstaat (Uiterwaarden van de Maas) en het Waterschap (overige oppervlaktewater) vallen. De deelgebieden zijn opgenomen in bijlage 1. Na de screening en uitbijteranalyse is per deelgebied de bodemkwaliteit bepaalt aan de hand van de gemiddelde concentraties. In bijlage 7 zijn, voor zowel de boven- als ondergrond, per deelgebied de kentallen weergegeven. In beide gemeenten Bergen en Mook & Middelaar zijn er twee deelgebieden zonder geschikte analysegegevens, in de gemeente Gennep zijn er drie gebieden. Zes gebieden hiervan zijn aangemerkt als witte vlek, van één gebied zijn, middels aanvullend veldwerk, alsnog analyseresultaten verkregen (zie paragraaf 2.7). 11

2.6 Controleren indeling van beheergebied Controle op aantal en ruimtelijke verdeling van de waarnemingen De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt dat: voor elke bodemkwaliteitszone van de vastgestelde parameters tenminste 20 waarnemingen beschikbaar zijn; de waarnemingen ruimtelijk voldoende verspreid over de bodemkwaliteitszone liggen, namelijk dat er: voor aaneengesloten bodemkwaliteitszone bij een systematische indeling in 20 vakken, in tenminste 10 vakken één of meer waarnemingen zijn gedaan; voor elk niet-aaneengesloten deel van een bodemkwaliteitszone tenminste 3 waarnemingen beschikbaar zijn. voor de bodemkwaliteitszone waarvoor voldoende informatie beschikbaar is, wordt vastgesteld of de ruimtelijke spreiding optimaal is. Hierbij geldt voor zoveel mogelijk van de vastgestelde parameters dat er geen ruimtelijke structuur aanwezig is in de gehalten of de variabiliteit. Controle op toepasbaarheid gebiedsindeling Een gebiedsindeling op basis van de bebouwingsgeschiedenis leidt tot een groot aantal deelgebieden, waarvan de bodemkwaliteit deels overeenkomt, maar ook deels verschilt. Een dusdanig groot aantal deelgebieden is wel de beste waarborg voor het standstillbeginsel, maar is niet praktisch vanuit het oogpunt van communicatie naar burgers en de handhaafbaarheid. Het is daarom gewenst om tot een kleiner aantal deelgebieden te komen. De kwaliteit van de afzonderlijke deelgebieden valt in de bodemkwaliteitsklasse AW. Wel zijn er een aantal deelgebieden met te weinig gegevens van de nieuwe stoffen (barium, kobalt, molybdeen en PCB). Van de deelgebieden met genoeg waarnemingen van deze stoffen is echter gebleken dat ze niet klasse bepalend zijn. Ze vertonen geen heterogeniteit en de concentraties liggen onder de achtergrondwaarden, met een paar uitzonderingen waarbij de concentratie licht verhoogd is (zie bijlagen 7a en 7b). De PCB concentraties liggen voor veel deelgebieden boven de achtergrondwaarde en vallen daarmee in de kwaliteitsklasse industrie (de normwaarde voor AW is gelijk aan die van wonen). De meeste deelgebieden bevatten waarnemingen van PCB, waarbij de detectielimiet niet overschreden wordt. Toch wordt daarmee in sommige gevallen de normwaarde voor AW (en Wonen) overschreden. PCB is een stof die valt onder de stofgroep EOX. Van de parameter EOX (uit het oude stoffenpakket) zijn genoeg waarnemingen beschikbaar. EOX is niet of slechts in licht verhoogde concentratie ten opzicht van de achtergrondwaarde aangetroffen. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat er geen verhoogde waarden PCB in de deelgebieden zonder analysegegevens aangetroffen zullen worden. Daarnaast zorgen de verhoogde concentraties PCB, in combinatie met niet verhoogde overige stoffen, niet voor een verslechterde bodemkwaliteit. Op basis van deze resultaten is geconstateerd dat de alle deelgebieden van de bovengrond samengevoegd konden worden tot één zone. Voor de ondergrond geldt hetzelfde. Bijlage 2 toont de kaarten met de gebiedsindeling en de beschikbare waarnemingen voor boven- en ondergrond. Bijlage 7a toont de kentallen van de gehele zone, na het samenvoegen van de deelgebieden. 12

Controle op statistische verdeling van de waarnemingen Om te bepalen of er ruimtelijke structuur of variabiliteit aanwezig is in de beschikbare waarnemingen, zijn bij tussentijdse berekeningen van de kentallen ook de variatiecoëfficiënt en de heterogeniteitsindex per stof per zone bepaald. De variatiecoëfficiënt is een maat voor de spreiding van de meetwaarden ten opzichte van het gemiddelde. De heterogeniteitsindex wordt als volgt berekend: Heterogeniteit = (P95 - P5) / (Maximale waarde klasse Industrie - Maximale waarde klasse AW). Een heterogeniteitsindex groter dan 0,7 is een indicator van sterke heterogeniteit binnen een gebied. Tussen 0,5 en 0,7 is er sprake van matige heterogeniteit, tussen 0,2 en 0,5 is er sprake van beperkte heterogeniteit en een heterogeniteitsindex kleiner dan 0,2 is een indicator van weinig heterogeniteit. De berekende variatiecoëfficiënt en de heterogeniteitsindex zijn beide zeer laag. De heterogeniteitsindex is voor bijna alle deelgebieden kleiner dan 0,2. Voor aantal deelgebied geeft de heterogeniteitsindex aan dat er sprake is van beperkte heterogeniteit. Dit houdt in dat de analyseresultaten dicht bij elkaar liggen en de gemiddelde waarden zeer representatief zijn voor de bodemkwaliteit. Het is dan ook niet noodzakelijk de deelgebieden en ook de zones op te knippen. 2.7 Verzamelen aanvullende informatie Een aantal (losse) deelgebieden beschikken over onvoldoende waarnemingen (zie tabel 2). Voor zes gebieden is besloten geen aanvullende waarnemingen te verzamelen. De verwachting is dat er in de komende vijf jaar geen grondverzet van of naar deze gebieden zal plaatsvinden. Deze gebieden zullen als witte vlekken behandeld worden. Het deelgebied Sporenweg wordt op dit moment echter ontwikkeld. Om dit deelgebied toch mee te kunnen zoneren in de bodemkwaliteitskaart conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten zijn hier de benodigde aanvullende waarnemingen in november 2011 door verzameld. Tabel 2: Aanvullende waarnemingen Deelgebied Dieptetraject Benodigde aanvullende waarnemingen Arseengebied Landbouwgebied tussen Aijen en Bergen Industriegebied Gennep West Industriegebied Bloemenstraat (Ovenberg) Industriegebied Bovensteweg (Molenhoek) Industriegebied Spijkerweg (Molenhoek) Sporenweg boven- en ondergrond boven- en ondergrond boven- en ondergrond boven- en ondergrond boven- en ondergrond boven- en ondergrond boven- en ondergrond Witte vlek Witte vlek Witte vlek Witte vlek Witte vlek Witte vlek 6 aanvullende waarnemingen (3 per traject) voor het NEN-pakket 13

Arseengebied Dit gebied ligt in de gemeente Bergen. Er zijn geen gegevens van de bodemkwaliteit bekend. Aangezien er op korte termijn apart beleid voor grondverzet zal worden opgesteld, wordt dit gebied nu niet opgenomen in de bodemkwaliteitskaart. Landbouwgebied tussen Aijen en Bergen De gemeente Bergen verwacht dat er binnen vijf jaar geen grondverzet gepleegd zal worden van en naar dit gebied. Het wordt daarom niet zin vol geacht om aanvullende gegevens te verzamelen. Dit gebied is opgenomen als witte vlek. Industriegebied Gennep West en Bloemenstraat (Ovenberg) Deze gebieden liggen in de gemeente Gennep en zijn in gebruik als bedrijventerrein. De gemeente Gennep heeft geen plannen om binnen vijf jaar van en naar deze gebieden grondverzet te plegen. Beide gebieden zijn opgenomen als witte vlek. Industriegebied Bovensteweg en Spijkerweg (Molenhoek) Deze gebieden liggen in de gemeente Mook & Middelaar en zijn in gebruik als bedrijventerrein. De gemeente heeft geen plannen om binnen vijf jaar van en naar deze gebieden grondverzet te plegen. Beide gebieden zijn opgenomen als witte vlek. Sporenweg Dit terrein is al voor het jaar 1900 in gebruik voor woningbouw. Op dit moment is er een zorginstelling gehuisvest. Tevens vindt er ontwikkeling plaats in de vorm van een herinrichting. De verwachting is dat er grondverzet gepleegd zal gaan worden. De gemeente heeft dan ook de wens om dit gebied op te nemen in de bodemkwaliteitskaart. In het kader van de bodemkwaliteitskaart is er veldwerk uitgevoerd om zowel van de boven- als ondergrond de minimum eis van 3 waarnemingen te verkrijgen. De resultaten van dit veldwerk zijn opgenomen in een aparte notitie (m11g0126.e01.docx). Tevens zijn de resultaten verwerkt in de berekeningen van de kentallen. Het deelgebied (GW06) heeft een bodemkwaliteit die binnen de klasse AW valt. Wel is er in de bovengrond een licht verhoogde concentratie PAK gemeten. Het is bekend dat er op het terrein kampvuren gehouden zijn, waarbij mogelijk PAK is vrijgekomen. 2.8 Vaststellen bodemkwaliteitszones Bijlage 7a presenteert de kentallen voor zowel de boven- als ondergrond van de zones. Alle statistische kentallen in deze bijlagen zijn omgerekend naar waarden voor standaardbodem (lutum = 25% en organische stof = 10%). Bodemkwaliteitsklassen Voor de indeling van de bodemkwaliteitszones in bodemkwaliteitsklassen zijn de rekenkundige gemiddelden getoetst aan de normwaarden uit de Regeling bodemkwaliteit. Bij de indeling in kwaliteitsklassen is onderscheid gemaakt tussen: achtergrondwaarde (AW); wonen; 14

industrie. Bij de indeling in kwaliteitsklassen gelden onderstaande bijzondere toetsingsregels. Indeling in klasse Achtergrondwaarde Voor de indeling van de kwaliteit van zowel de ontvangende bodem als de te ontgraven grond in klasse AW geldt: voor maximaal twee stoffen (bij meting van tenminste zeven stoffen) mag het gemiddelde hoger zijn dan de Achtergrondwaarde; deze overschrijding mag maximaal tweemaal de Achtergrondwaarde zijn; alle gemiddelden zijn lager dan Maximale Waarden voor klasse Wonen. Indeling in klasse Wonen Voor de indeling van de kwaliteit van de ontvangende bodem in klasse Wonen geldt: voor maximaal twee stoffen (bij meting van tenminste zeven stoffen) mag het gemiddelde hoger zijn dan de Maximale Waarde voor klasse Wonen; deze overschrijding mag maximaal de Maximale Waarde voor klasse Wonen plus de Achtergrondwaarde zijn; alle gemiddelden zijn lager dan Maximale Waarden voor de klasse Industrie. Voor de indeling van de te ontgraven grond gelden andere regels dan voor de ontvangende bodem. De gemiddelden van alle stoffen moeten namelijk voldoen aan de Maximale Waarden klasse Wonen. De hierboven beschreven toetsingsregel is hierbij dus niet van toepassing. Dit kan leiden tot onnodige beperking van het grondverzet. Een marginale overschrijding voor één stof van de kwaliteit Wonen, leidt tot een verschil bij het bepalen van de kwaliteit van een ontgraven grond en de kwaliteit van de ontvangende bodem in die zone. Het gevolg is dat de kwaliteit van de ontvangende bodem gelijk is aan klasse Wonen en de kwaliteit van de te ontgraven grond aan klasse Industrie. De grond die vrijkomt binnen de zone (Industrie) mag niet worden toegepast binnen de zone (Wonen). De toetsregel leidt tot een onnodige beperking van het grondverzet en komt niet overeen met de regionale invulling van het standstillbeginsel. Omdat bij toepassen binnen een zone altijd wordt voldaan aan het standstillbeginsel is bovenstaande toetsregel voor kwaliteitsklasse Wonen ook toegepast bij het opstellen van de ontgravingskaart. Indeling in overige klasse Industrie Voor de indeling in klasse Industrie gelden geen speciale toetsingsregels. Alle gemiddelde concentraties moeten lager zijn dan de Maximale Waarden voor de klasse Industrie. In tabel 3 is weergegeven in welke bodemkwaliteitsklasse de verschillende zones uit de bodemkwaliteitskaart ingedeeld kunnen worden op basis van het gemiddelde voor de vastgestelde parameters. De tabel is een samenvatting van de kentallen zoals opgenomen in bijlage 7. De waarden van de parameters in de eerste twee rijen (boven- en ondergrond) zijn de gemiddelde waarden van de gehele zone. De laatste kolom geeft de daaruit volgende kwaliteitsklasse aan van de te ontgraven grond. De laatste vier rijen geven de normwaarden aan zoals die zijn vastgesteld voor de verschillende bodemkwaliteitsklassen en de interventiewaarden. 15

Tabel 3: Indeling in bodemkwaliteitsklassen Zone Diepte traject Ba Cd Co Cu Hg Mo Pb Ni Zn Som-PAK Som-PCB Min. olie Kwaliteitsklasse (bij ontgraving) Bovengrond 0,0-0,5 83,6 0,47 11,4 15,4 0,08 0,97 32,2 13,5 79,4 1,00 0,023 106,2 AW Ondergrond 0,5-2,0 80,9 0,48 11,8 10,2 0,08 0,96 20,4 14,0 47,7 0,62 0,021 93,3 AW Achtergrondwaarde (AW) - 190,0 0,60 15,0 40,0 0,15 1,50 50,00 35,0 140,0 1,50 0,02 190,0 AW Maximale waarde Wonen - 550,0 1,20 35,0 54,0 0,83 88,00 210,0 39,0 200,0 6,80 0,02 190,0 Wonen Maximale waarde Industrie - 920,0 4,30 190,0 190,0 4,80 190,00 530,0 100,0 720,0 40,00 0,50 500,0 Industrie Interventiewaarde - 920,0 13,00 190,0 190,0 36,00 190,00 530,0 100,0 720,0 40,00 1,00 5000,0 Niet toepasbaar * : hoger dan de Achtergrondwaarde, lager dan twee keer de Achtergrondwaarde ** : hoger dan de Maximale Waarde klasse Wonen, lager dan de Maximale Waarde voor Wonen plus de Achtergrond-waarde

95-percentielwaarde De 95-percentielwaarde (P95) is de waarde waarboven 5% en waaronder 95% van de waarnemingen liggen. De 95-percentielwaarde is getoetst aan de interventiewaarden voor de verschillende parameters. Indien de 95-percentielwaarde boven de interventiewaarde ligt, bestaat de kans dat binnen de zone grond voorkomt waarvan de kwaliteit het saneringscriterium overschrijdt. Grondverzet mag niet plaatsvinden met grond die een risico oplevert (kwaliteit boven het saneringscriterium). In de richtlijn bodemkwaliteitskaarten staat beschreven dat door middel van de invoer van de 95- percentielwaarden in de Risicotoolbox Bodem (bron 4) bepaald moet worden of hier sprake van is. Er is geen enkele parameter waarbij de P95 de interventiewaarde overschrijdt. Het gebruik van de risicotoolbox is dan ook niet aan de orde. 2.9 Opstellen ontgravings- en toepassingskaart Ontgravingskaart Op de ontgravingskaart is de kwaliteit van de toe te passen/te ontgraven bodem weergegeven. Dit geeft aan met welke waarde (klasse) getoetst moet worden aan de eisen in de zone van toepassing. Bij het opstellen van de ontgravingskaart is onderscheid gemaakt tussen de bovengrond (0-0,5 m- mv) en de ondergrond (0,5-2,0 m-mv). De ontgravingskaarten zijn opgenomen in bijlage a (bovengrond) en 3b (ondergrond). De kwaliteit van de bovengrond van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook & Middelaar is geheel geclassificeerd als AW (schoon). Uitzonderingen hierop zijn de witte vlekken, het uiterwaardengebied van de Maas (in beheer bij Rijkswaterstaat) en de gronden die conform de Waterwet in beheer zijn bij het Waterschap. Hetzelfde geldt voor de ondergrond. Toepassingskaart Op de toepassingskaart is vastgelegd aan welke eisen een partij toe te passen grond of bagger in een zone moet voldoen. De toepassingskaarten zijn opgenomen in bijlage 4a (bovengrond) en 4b (ondergrond). De toepassingseis volgt uit de combinatie van de bodemfunctieklasse en de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem, waarbij de strengste eis geldt (zie tabel 4). Tabel 4: toepassingseis per zone Bodemfunctieklasse (ontvangende bodem) Bodemkwaliteitsklasse (ontvangende bodem) Toepassingseis (toe te passen partij) Wonen Landbouw / natuur Landbouw / natuur Industrie Landbouw / natuur Landbouw / natuur Landbouw / natuur Landbouw / natuur Landbouw / natuur 1 Landbouw / natuur kwaliteit voldoet aan de Achtergrondwaarden (AW) Omdat de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem in de gehele regio is geclassificeerd als Achtergrondwaarde (AW), geldt dat de toepassingseis van de toe te passen partij is gedefinieerd als AW. Dit houdt in dat toe te passen grond altijd, zowel voor de boven- als ondergrond, moet voldoen aan de eis van AW. 17

18

Literatuurverwijzing 1. Besluit bodemkwaliteit, 3 december 2007, Staatsblad nr. 469 2. Regeling bodemkwaliteit, 20 december 2007, Staatscourant nr. 247, pag. 67 3. Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, 3 september 2007, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Ministerie van Verkeer en Waterstaat 4. Risicotoolbox Bodem, 2008, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, www.risicotoolboxbodem.nl 19

20

Bijlagen Bijlage 1 : Gebiedsindeling Bijlage 2a : Spreidingskaart waarnemingen bovengrond Bijlage 2b : Spreidingskaart waarnemingen ondergrond Bijlage 3a : Ontgravingskaart bovengrond Bijlage 3b : Ontgravingskaart ondergrond Bijlage 4a : Toepassingskaart bovengrond Bijlage 4b : Toepassingskaart ondergrond Bijlage 5 : Uitgesloten locaties Bijlage 6 : Bodemfunctieklassenkaart Bijlage 7 : Statistische kentallen Bijlage 8a : Overzicht screening Bijlage 8b : Uitbijterlijst 21

Bijlage 7: Statistische kentallen

Bijlage 8a: Overzicht screening

Bijlage 8b: Uitbijterlijst