TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 1



Vergelijkbare documenten
TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2

Onderwerp en lijdend voorwerp

SPAANS LES 1 Español

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

VOORWOORD. René van Royen

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

Caecilius. Lucius Caecilius Iucundus

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Jezus Christus is de enige Redder

TIJD VAN DE ROMEINEN. Na Chr. 70 na Christus: Verwoesting van Jeruzalem

BIJBELS GRIEKS LES 2

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

12peciale voorlichtingns-eum,

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

René van Royen LATIJN LEREN LEZEN. deel I

BIJBELS GRIEKS LES 4

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 3

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

BIJBELS GRIEKS LES 3

Latijn voor de brugklas mihi nomen est:.

Een geopende hemel. Opb. 4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel.

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE deel I. de zelfstandige naamwoorden van de derde declinatie

Les 13: Geboorte van Jezus.

Galaten 1. Begin van de brief

Online cursus spelling en grammatica

13 december 2018 Katwijk

Kindercatechese groep B - 7 januari 2018

Christus als leerling volgen

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 2. Les 2 - Redding: Waarom is het voor ieder mens nodig om gered te worden?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lesoverzicht. 1. Bidden p De Kerk p De priester p Vergeving p De Bijbel p Delen p Het offer p.

BIJBELS GRIEKS LES 8

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.

Wat doen als je Jezus mist

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Samen met Jezus op weg

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 3. TalencentrumBarneveld.nl

2 Petrus 1. Begin van de brief

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Hervormde gemeente Brandwijk. Naam: Zondag 4 december 2011 Ds Blenk. Waar gaat de preek over? Zingen: Stil gebed. Votum en Groet. Zingen: Tien Geboden

De Bijbel open (07-12)

Het WOORD van GOD. Emmaus Correspondence School te Dubuque, U.S.A. (Dutch The Word of God )

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

De DIENSTKNECHT van GOD

SOLA SCRIPTURA VERKONDIGING 5 FEBRUARI Zusters en broeders, gemeente van onze Heere Jezus Christus

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Dopen - in het Nieuwe Testament

LEVEN MET LEF Bijbelstudie 6: Een vrouw voor Izak: Op zoek naar de ware Jacob(a)

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

Hagar hoort er ook bij

Oefeningen voor inkeer en verstilling

TalencentrumBarneveld.nl. Ugaritisch LES 1

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Vijf redenen waarom dit waar is

Lees Zoek op Om over na te denken

8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).

Onze analyse van Openbaring zal gebaseerd zijn op de volgende structuur:

Romeinen. Romeinen. Germanen

SPAANS LES 2 Español

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

In het volgende verhaal maak je kennis met een vreemd volk. Luister goed. Z I E N W I J E R G E V A A R L I J K U I T?

Kennismakingsvragen:

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Vernieuwing van je denken. Philip Nunn Conferentie Voorburg 24 oktober 2018

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

De wederkomst. Paulus noemt, dat degenen, die de wederkomst van de Heere Jezus mogen meemaken, Maranatha: Dit is een woord van Aramese oorsprong

Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

II DOMUS. Wonen in Rome 20. Ubi est Quintus? 26. Taal 27. Fontes Iuvenalis 32. Lectio II Lectio I XIX

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

(werkwoordelijk gezegde)

EENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 2. TalencentrumBarneveld.nl

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

zus van Maria, de moeder des Heren. Dat blijkt uit Johannes 19:25 waar staat: Johannes, de discipel die Jezus liefhad.

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis

De gelijkenis van de onbeschaamde vriend. ( of over gebedsverhoring )

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Transcriptie:

pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor al diegenen die Latijnse teksten willen leren lezen. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel is enige kennis van de grammatica in uw voordeel. De teksten die u gaat leren lezen komen voor een groot deel uit de Latijnse vertaling van de Bijbel, de Vulgata. Ook zult kennis maken met teksten van verschillende christelijke en klassieke schrijvers. Aan het einde van een les staan een aantal opdrachten die u moet maken. De antwoorden daarvan staan aan het einde van de les. In de lessen staan ook oefenopdrachten waarvan de antwoorden eveneens in de les staan. Begin nooit aan de volgende les als u de voorgaande stof nog niet grondig kent! Veel succes toegewenst. 1.2 De Vulgata De Vulgata is de Latijnse vertaling van de Bijbel. De vertaling is gemaakt door de kerkvader Hiëronymus, die leefde van 348 tot 420 na Chr. Hij was een groot geleerde. Zijn Latijnse editio vulgata ( uitgave voor het volk ) baseerde hij op de bestaande Griekse, Latijnse en Hebreeuwse versies. In de achtste eeuw werd de Vulgata door Karel de Grote geaccepteerd als de officiële tekst van de hele Bijbel. Het werd de gezaghebbende vertaling voor de Roomse kerk. 1.3 Bekende woorden Het zal u verrassen hoeveel Latijnse woorden u al heeft ontmoet en kent zonder ooit de Latijnse taal geleerd te hebben. Hier volgen er enkele: minister, dictator, rector, cursus, collega, villa, quasi, lustrum, lucifer. Er zouden er nog veel meer te noemen zijn! Al deze woorden worden door ons nog in hun oorspronkelijke vorm gebruikt. 1.4 De uitspraak Alleen gebruiken we niet de Latijnse uitspraak. Die uitspraak is soms hetzelfde. Andere keren verschilt de Latijnse uitspraak. Voorbeelden: cursus uitspraak: koersoes collega de ĝ wordt uitgesproken als in het Engelse good quasi de qu wordt uitgesproken als kw. lucifer de c wordt altijd uitgesproken als een k. (loekifer) ancillae uitspraak: ankillai ae wordt uitgesproken als ai foedus uitspraak: foidoes oe wordt uitgesproken als oi iam uitspraak: jam 1.5 De klemtoon Ook moeten we de klemtoon in gaten houden. voorbeelden: (de rode, vetgedrukte letter geeft de klemtoon aan) femina = vrouw salutat = hij / zij groet filius = zoon

pagina:2 Hier volgen enkele aanwijzingen voor de plaats van de klemtoon. Bij woorden met twee lettergrepen valt de klemtoon altijd op de eerste lettergreep: cur-sus, qua-si Als de klinker uit tweede lettergreep van achteren gevolgd wordt door twee medeklinkers dan valt op die lettergreep de klemtoon: li-ben-ter = graag, ta-ber-na = winkel, an-cil-la = slavin, pu-el-la = meisje Als in de laatste twee lettergrepen twee klinkers achterelkaar staan, valt de klemtoon op de derde lettergreep van achteren: gla-di-us = zwaard, in-te-re-a = intussen, ae-di-fi-ci-um = gebouw In de andere gevallen zal de klemtoon aangegeven worden. cu-bi-cu-lum = slaapkamer, cu-li-na =keuken, co-gi-tat (=hij/zij denkt) Hier volgt een aantal Latijnse woorden met uitspraak en klemtoon filius fili-oes; cubiculum koebikoeloem; aedificium aidifiki-oem ; salutant saloetant; consulem konsoelem; principium prinkipi-oem; ducem dukem; dies di-es; proelium proili-oem; ianua janoe-a In de eerste lessen zal er regelmatig aandacht aan de klemtoon worden geschonken. 1.6 We maken kennis met het werkwoord Voorbeelden van werkwoorden zijn: lopen, kijken, vragen en antwoorden. pater salutat (pater saloetat) = vader groet mater salutat (mater saloetat) = moeder groet pater et mater salutant = vader en moeder groeten pater rogat (pater roĝat) = vader vraagt mater rogat (mater roĝat) = moeder vraagt pater et mater rogant = vader en moeder vragen pater laudat = vader prijst mater laudat = moeder prijst pater et mater laudant = vader en moeder prijzen Als de uitspraak wordt gegeven, wordt deze altijd cursief gedrukt. De g wordt ĝ gedrukt om u eraan te herinneren, dat de g wordt uitgesproken als in het Engelse "good". Oefenopdracht 1 Antwoorden staan achter in de les! Kijk de oefenopdrachten meteen na! Vul in: pater cogitat (pater coĝitat) = vader denkt 1. mater. = moeder denkt 2. pater et mater. = vader en moeder denken pater et mater vocant (vokant) = vader en moeder roepen 3. pater. = vader roept 4. mater. = moeder roept

pagina:3 1.7 We maken kennis met zelfstandige naamwoorden Voorbeelden van zelfstandige naamwoorden: huis, Petrus, man, paard. Iacobus Petrum vocat = Jacobus roept Petrus Petrus Iacobum vocat = Petrus roept Jacobus Wat zien we? Als Jacobus roept schrijven we in het Latijn Iacobus. Als Petrus Jacobus roept schrijven we in het Latijn Iacobum. Datzelfde verschijnsel zien we ook bij Petrus. We kunnen het ook anders zeggen: Als Jacobus onderwerp is, schrijven we in het Latijn Iacobus. Als Jacobus lijdend voorwerp is schrijven we Iacobum Een woord dat onderwerp is, staat in de eerste naamval (nominativus) Een woord dat lijdend voorwerp is, staat in de vierde naamval ( accusativus) Zo ook: Petrus Jacobum salutat = Petrus groet Jacobus Jacobus Petrum salutat = Jacobus groet Petrus Onthoud: nominativus - Petrus accusativus - Petrum Servus Petrum laudat = de slaaf prijst Petrus Let op: het Latijn kent geen lidwoorden. Servus = een slaaf, de slaaf Zo ook: Ancilla Petrum salutat = De / een slavin groet Petrus. Petrus ancillam salutat = Petrus groet de / een slavin. Petrus et Iacobus feminam salutant = Petrus en Jacobus groeten de / een vrouw. In het vervolg van deze lessen maken we de keuze om in de vertaling zoveel mogelijk voor het bepaalde lidwoord (de, het) te kiezen. In een tekst is het meestal wel duidelijk wat u moet kiezen. onthoud: nom. ancilla (ankilla) acc. ancillam We hebben nu zelfstandige naamwoorden op a en us gehad. Er zijn echter ook zelfstandige naamwoorden op um. voorbeelden: vinum = wijn, templum = tempel en verbum = woord Zowel de nominativus als de accusativus eindigen op um. servus vinum amat = de slaaf houdt van (de) wijn Petrus templum spectat = Petrus kijkt naar de tempel servus vinum dat = de slaaf geeft de wijn Petrus et Iacobus vinum spectant = Petrus en Jacobus kijken naar de wijn

pagina:4 Tenslotte zijn er nog woorden die niet op a, op us of op um eindigen. voorbeelden: dux = aanvoerder, veritas = waarheid, miles = soldaat nom. dux acc. ducem nom. veritas acc. veritatem nom. consul acc. consulem nom. miles acc. militem consul ducem vocat = de consul roept de aanvoerder dux consulem vocat = de aanvoerder roept de consul consul et dux servum vocant = de consul en de aanvoerder roepen de slaaf dux militem salutat = de aanvoerder groet de soldaat Onthoud: Het onderwerp van een zin staat in de nominativus (eerste naamval) Het lijdend voorwerp staat in de accusativus (vierde naamval) Petr-us (nom.), Petr-um (acc.) Ancill-a (nom.), ancill-am (acc.) templ-um (nom.), templ-um (acc.) dux (nom.), duc-em (acc.) Oefenopdracht 2 Vul in: 1. Maria vocat = Maria roept Jezus 2. consul vocat = de consul roept de soldaat 3. ducem miles salutat = 4. servus et miles consulem salutant = 1.8 De eerste Latijnse leenwoorden Rond 50 v. Chr. veroverden de Romeinen grote delen van het huidige Nederland, destijds een moerassig deltagebied (volgens de geschiedschrijver Tacitus een land van ijselijke wouden en afschuwelijke moerassen ), waar Keltische en Germaanse stammen woonden. De Germanen in het noorden heroverden na een korte periode van Romeinse bezetting al spoedig hun vrijheid. Het gebied ten zuiden van de Rijn bleef, ondanks een kortstondige opstand van de Batavieren onder leiding van Julius Civilis in 69 n. Chr., tot het eind van de derde eeuw onder Romeins gezag. Het Nederlands is van oorsprong een Germaanse taal, maar de langdurige aanwezigheid van Romeinen en geromaniseerde Galliërs heeft duidelijke sporen nagelaten in onze taal. Woorden als straat (via strata), boter (butyrum), vork (furca), zak (saccum), wal (valium) en wijn (vinum) behoren tot de eerste Latijnse leenwoorden. Ook de naam van de Betuwe is ontleend aan de Romeinen, die dit gebied insula Batavorum noemden: eiland der Bataven.

pagina:5 1.9 Het werkwoord zijn Petrus discipulus (diskipoeloes) est = Petrus is een discipel Maria femina est = Maria is een vrouw Christus Deus (de-oes) est = Christus is God Christus verbum est = Christus is het Woord N.B! In zinnetjes als... is... staan beide naamwoorden in de nominativus! 1.10 Nog meer over werkwoorden Petrus vocat = Petrus roept Petrus et Iacobus vocant = Petrus en Iacobus roepen vocat bestaat uit voca (de stam van het werkwoord) + t ( geeft aan dat hij, zij het onderwerp is) vocant bestaat uit voca (stam) + nt (geeft aan dat zij (meervoud!) het onderwerp is) Er zijn ook nog werkwoorden waar de stam op een e eindigt of op een i. voorbeelden: Petrus audit = Petrus luistert (stam: audi) Petrus videt = Petrus ziet (stam: vide) Petrus Iacobum videt = Petrus ziet Jacobus Petrus servum punit = Petrus straft de slaaf Petrus dormit = Petrus slaapt Servus nescit (neskit) = de slaaf weet het niet Iacobus sedet = Iacobus zit Petrus et Iacobus sedent = Petrus en Jacobus zitten Petrus et Iacobus dormiunt (dormi-oent) = Petrus en Jacobus slapen Servus et ancilla nesciunt (neski-oent) = de slaaf en de slavin weten het niet Ancilla respondet = de slavin antwoordt We kennen nu drie soorten werkwoorden: Werkwoorden met een stam op a vocat = hij/zij roept, vocant = zij roepen werkwoorden met een stam op e terret = hij/zij maakt bang, terrent = zij maken bang Werkwoorden met een stam op i audit = hij/zij luistert, audiunt = zij luisteren Oefenopgave 3 Vul in: 1. Petrus et Iacobus servum = Petrus en Jacobus straffen de slaaf 2. Servus et ancilla = De slaaf en de slavin luisteren 3. Servus ancillam terret = 4. Servum ancilla vocat =

pagina:6 Leer de volgende woorden manducat = hij, zij eet portat = hij, zij draagt creat (kre-at) = hij schept (zie Gen. 1) iubet (joebet) = hij, zij beveelt habet = hij, zij heeft venit = hij, zij komt scit = hij, zij weet caelum(kailoem) = hemel vita = leven terra = aarde mundus = wereld in principio = in het begin (uitspraak: principio: prinkipio) homo = mens (acc. hominem) lux = licht (acc. lucem) non = niet Leer deze woorden voordat u aan de opdrachten begint. Vergeet niet om de woorden na een paar dagen nog eens te herhalen. Zorg ook dat u al de voorbeeldzinnen vlot kunt vertalen. Opdrachten (antwoorden staan aan het einde van de les) 1 Vertaal de volgende zinnen: 1. Petrus manducat. 2. Maria et Martha Deum laudant. 3. Servus vinum portat. 4. Ancilla non vinum habet. 5. Iacobus iubet. 6. Iesus lux est. 7. Iacobus et Petrus templum vident. 8. Christus in mundum venit. 9. Mundus Christum nescit. 10. In principio Deus caelum et terra creat. 2 Vul in: Voorbeeld: opgave: Maria et Martha (zien)... antwoord: vident 1. Petrus et Iacobus (luisteren). 2. Maria (Jacobus) videt. 3. Maria et Martha (komen). 4. Petrum (Maria) salutat. 5. Christus (het leven) est. 6. Maria et Martha (zitten) 7. Christus (de waarheid) est. 8. Petrus et Jacobus ( slapen). 9. (de discipel) servum punit. 10. Servus (de aanvoerder) spectat.

pagina:7 3 Schrijf de volgende woorden over en en zet er nom. of acc. achter. Voorbeeld: servum acc.; Petrus nom. 1. militem 2. consulem 3. ancilla 4. Mariam 5. Iacobum 6. Paulus 7. vitam 8. vinum 9. veritatem 10. Deus 4 Schrijf over en geef met een streepje de klemtoon aan. Voorbeeld: opgave: Servus ancillam salutat antwoord: Servus ancillam salutat 1. Servus et discipulus manducant. 2. Miles et consul dormiunt. 3. Ancilla femina est. 4. Consulem videt. 5. Dux cogitat. Woorden en werkwoorden oefenen? 1. Ga naar "extra oefeningen" 2. klik op de link: http:\\talencentrumbarneveld.wrts.nl U ziet nu de extra oefeningen: les 1 en les 1b 3. U kiest eerst Les 1. Klik op "overnemen" 4. Klik op "aanmelden". Vul uw e-mailadres in en een eenvoudig wachtwoord. 5. Klik eronder op "aanmelden". 6. U ziet nu de lijst met Latijnse woorden. Klik onderaan de pagina op "opslaan" 7. Klik nu op "overhoren" 8. Klik nu bijvoorbeeld op "meerkeuze" 9. Klik onderaan de pagina op "begin overhoring" 10. Als u geen fouten meer maakt, kies dan "in gedachten" Begin niet aan de volgende les als u deze les nog niet grondig kent. Antwoorden oefenopdrachten Oefenopdracht 1 1. cogitat 2. cogitant 3. vocat 4. vocat Oefenopdracht 2 1. Iesum 2. militem 3. De soldaat groet de aanvoerder. 4. De slaaf en de soldaat groeten de consul. Oefenopdracht 3 1. puniunt 2. audiunt 3. De slaaf maakt de slavin bang. 4. De slavin roept de slaaf.

pagina:8 Antwoorden opdrachten 1 Vertaal de volgende zinnen: 1. Petrus manducat. Petrus eet. 2. Maria et Martha Deum laudant. Maria en Martha prijzen God. 3. Servus vinum portat. De slaaf draagt wijn. 4. Ancilla non vinum habet. De slavin heeft geen wijn. 5. Iacobus iubet. Jacobus beveelt. 6. Iesus lux est. Jezus is het Licht. 7. Iacobus et Petrus templum vident. Jacobus en Petrus zien de tempel. 8. Christus in mundum venit. Christus komt naar de wereld. 9. Mundus Christum nescit. De wereld kent Christus niet. 10. In principio Deus caelum et terra creat. In den beginne schept God de hemel en de aarde. 2 Vul in: 1. Petrus et Iacobus (luisteren). audiunt 2. Maria (Jacobus) videt. Iacobum 3. Maria et Martha (komen). veniunt 4. Petrum (Maria) salutat. Maria 5. Christus (het leven) est. vita 6. Maria et Martha (zitten). sedent 7. Christus (de waarheid) est. veritas 8. Petrus et Jacobus ( slapen). dormiunt 9. (de discipel) servum punit. discipulus 10. Servus (de aanvoerder) spectat. ducem 1 militem acc 6 Paulus nom 2 consulem acc 7 vita nom 3 ancilla nom 8 venum nom/acc 4 Mariam acc 9 veritatem acc 5 Iacobum acc 10 Deum acc 4 Schrijf over en geef met een streepje de klemtoon aan 1. Servus et discipulus manducant. 2. Miles et consul dormiunt. 3. Ancilla femina est. 4. Consulem videt. 5. Dux cogitat.