Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen Citeertitel: Landsverordening brandweer Vindplaats : AB 1991 no. 64 Wijzigingen: AB 1993 no. 68; AB 1997 no. 34 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van deze landsverordening wordt verstaan onder: de Minister : de minister van Justitie en Publieke Werken; de Commandant : de Commandant Brandweer; de Dienst : de Dienst Brandweer; het personeel : het personeel, aangesteld in een rang voor brandweerpersoneel, genoemd in bijlage B van de Bezoldigingsregeling Aruba 1986. 2. De Dienst Brandweer Artikel 2 1. Er is een Dienst Brandweer die ten doel heeft het bevorderen van de veiligheid van de burgers van Aruba tegen de gevaren van brand. 2. De algemene leiding en de organisatie, alsmede het beheer over de Dienst berusten bij de Minister. Hij bedient zich daarbij van de Commandant. 3. De Minister stelt een ambtsinstructie voor de Commandant vast. Artikel 3 Bij de vaststelling van de werktijden van het personeel kan worden afgeweken van de artikelen 5 en 8 van de Arbeidsverordening (AB 1990 no. GT 57). Artikel 4 Onverminderd het bepaalde in andere wettelijke regelingen, behoort in ieder geval tot de taken van de Dienst: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en brandgevaar; b. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand; c. het beperken en bestrijden van gevaar voor mens en dier, anders dan tengevolge van brand; d. het bieden van hulp aan mens en dier bij ongevallen; e. het beheren van een centraal alarmpunt. Artikel 5 1. Het personeel is bevoegd zich toegang te verschaffen tot alle plaatsen en, ook zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, alle woningen binnen te treden, waar dit voor hun taakuitvoering, bedoeld in artikel 4, onderdelen a en b, noodzakelijk is. Zo nodig verschaffen zij zich de toegang met behulp van de sterke arm.
2. Zij zijn bevoegd alle benodigde uitrustingsstukken en hulpmiddelen, mee te nemen en daarvan op zodanige wijze gebruik te maken, als zij voor een goede taakvervulling noodzakelijk achten. Zij zijn voorts bevoegd personen aan te wijzen, die hen vergezellen. 3. In afwijking van artikel I.17, eerste lid, van de Staatsregeling van Aruba, is bij een binnentreden in woningen als bedoeld in het eerste, geen machtiging vereist en is artikel I.17, tweede lid, van de Staatsregeling van Aruba niet van toepassing. Artikel 6 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voor het personeel regelen gegeven ten aanzien van: a. de vereisten voor benoembaarheid en bevordering; b. de opleiding; c. de rangen; d. de eisen met betrekking tot de keuring en de controle op de lichamelijke en geestelijke geschiktheid; e. de kleding en uitrusting. 3. Vrijwillige brandweer Artikel 7 1. Met de taken, bedoeld in artikel 4, onderdelen a en b, kunnen mede worden belast vrijwilligers, ingedeeld in een afdeling vrijwillige brandweer. 2. Bij hun aanstelling bij de Dienst Brandweer kunnen bepalingen van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht op de vrijwilligers van toepassing worden verklaard. Artikel 8 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen ten aanzien van vrijwilligers regels worden gegeven ter zake van: a. de vereisten voor benoembaarheid en ontslag; b. de keuring en de controle op de lichamelijke en geestelijke geschiktheid; c. de vergoeding of de compensatie voor loonderving wegens verrichte diensten; d. de aanspraken bij ziekte, invaliditeit en overlijden; e. de kleding en uitrusting. Artikel 9 Op vrijwilligers zijn zoveel mogelijk de regelingen voor het personeel van overeenkomstige toepassing. 4. Bedrijfsbrandweer Artikel 10 1. De Minister kan bedrijven aanwijzen, die een bedrijfsbrandweer dienen aan te houden. Een aanwijzing als bedoeld in de eerste volzin, wordt alleen gegeven ten aanzien van een bedrijf dat behoort tot een soort waarvan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald, dat het in verband met de handelingen die daar worden verricht, of de goederen die daar aanwezig zijn, een verhoogd risico vormt voor 2
brand of explosie of, na brand of explosie, voor de volksgezondheid. 2. Degene die is belast met de dagelijkse leiding van een bedrijf dat behoort tot een soort, vermeld in een landsbesluit als bedoeld in het eerste lid, is verplicht alle door of namens de Minister gevraagde gegevens te verstrekken, die verband houden met handelingen die in zijn bedrijf worden verricht, of met goederen die in zijn bedrijf aanwezig zijn. 3. De Minister maakt geen gebruik van zijn bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid, dan nadat hij het desbetreffende bedrijf gedurende ten minste 30 dagen in de gelegenheid heeft gesteld zijn oordeel omtrent een eventuele aanwijzing aan hem kenbaar te maken. 4. De ministeriële beschikking tot aanwijzing van een bedrijf als een bedrijf dat een bedrijfsbrandweer dient aan te houden, wordt in afschrift gezonden aan het desbetreffende bedrijf. Artikel 11 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de eisen waaraan het personeel en het materieel van een bedrijfsbrandweer dienen te voldoen. 2. Degene die belast is met de feitelijke leiding van een ingevolge de eerste volzin van artikel 10, eerste lid, aangewezen bedrijf, is verplicht op uiterlijk 1 februari van ieder kalenderjaar aan de Commandant opgave te doen van de personeelssterkte van de bedrijfsbrandweer van zijn bedrijf en van het bij die bedrijfsbrandweer aanwezige materieel. 3. In geval van brand of explosie bij een ingevolge artikel 10, eerste lid, aangewezen bedrijf is het personeel van de bedrijfsbrandweer van dat bedrijf verplicht de bevelen en aanwijzingen op te volgen van de Commandant of van degene die namens deze met de feitelijke leiding van de brandbestrijding of de voorkoming van brand na explosie is belast. 5. Brandvoorschriften Artikel 12 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen algemene en bijzondere regels worden gesteld met betrekking tot de brandveiligheid en brandwerendheid van daarbij aangewezen gebouwen of goederen, alsmede het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen van ongevallen bij brand. 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen mede inhouden het doen sluiten van gebouwen, indien daarin niet is voldaan aan brandveiligheidsvereisten, alsmede het verbieden van het gebruik van bepaalde goederen in gebouwen het verwijderen van personen en goederen uit gebouwen en het ontruimen van gebouwen in geval van brand of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Artikel 13 Voor verrichtingen van overheidswege met betrekking tot de keuring van en controle op de veiligheid of deugdelijkheid van bij een landsbesluit als bedoeld in artikel 12, eerste lid, aangewezen gebouwen en goederen kan door de Dienst aan de eigenaar of houder van dat gebouw of die goederen een vergoeding in rekening worden gebracht. 3
6. Toezicht Artikel 14 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Dienst. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba. 2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat met het oog op de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd: a. alle inlichtingen te vragen; b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen; c. goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen; d. alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen. 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm. 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren. 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen, die op grond van het tweede lid wordt gevorderd. 7. Strafbepalingen Artikel 15 1. Hij die niet nakomt een krachtens artikel 12, eerste lid, gegeven voorschrift of niet voldoet aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 10, tweede lid, en 11, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste honderdduizend florin. 2. Bij veroordeling ter zake van het niet nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 11, eerste lid, kan als bijkomende straf worden opgelegd gehele of gedeeltelijke stillegging van de inrichting voor de tijd van ten hoogste een jaar. 3. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. 8. Slotbepalingen Artikel 16 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 4
Artikel 17 De Landsverordening ontvlambare stoffen wordt ingetrokken. Artikel 18 1. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening brandweer. 5