Citeertitel: Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel ====================================================================

Transcriptie

1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 64, vierde lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (AB 1989 no. GT 37) Citeertitel: Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel Vindplaats : AB 2003 no. 22 Wijzigingen: Geen 1. Begripsbepalingen Artikel 1 In dit landsbesluit wordt verstaan onder: de Minister : de minister belast met de zorg voor de posterijen; het Diensthoofd : de ambtenaar belast met de leiding van de Dienst der Posterijen; executief personeel : het personeel, werkzaam bij de Dienst der Posterijen, dat benoemd is in een functie waarvan de functieomschrijving het dragen van dienstkleding vereist; administratief personeel : het personeel, werkzaam bij de Dienst der Posterijen, dat geen executief personeel is en voorts werkzaam is in de administratieve rangen. Artikel 2 1. Het executief personeel heeft recht op de kosteloze verstrekking van de in bijlage I opgenomen kleding- en uitrustingsstukken. Het Diensthoofd bepaalt, na bekomen instemming van de Minister, de kleur, de stijl en de overige details van de kleding- en uitrustingsstukken. 2. Het Diensthoofd draagt zorg dat verstrekt worden: aan het personeel in de rang van hulpbrievenbesteller tot en met brievenbesteller 1e klasse A de kleding- en uitrustingsstukken, vermeld in bijlage II; aan het personeel in de rang van besteller-expediteur de kleding- en uitrustingsstukken, vermeld in bijlage III; aan het personeel in de rang van hoofdbrievenbesteller tot en met hoofdbrievenbesteller 1e klasse de kleding- en uitrustingsstukken, vermeld in bijlage IV. 3. Onverminderd het eerste lid, kan de Minister bepalen dat in een kalenderjaar het recht op de kosteloze verstrekking van dienstkleding tevens aan het administratieve personeel zal worden toegekend. Het Diensthoofd draagt er in dergelijke gevallen zorg voor dat aan dit personeel de kleding- en uitrustingsstukken, vermeld in bijlage V, worden verstrekt. 4. Bij overplaatsing of ontslag levert het personeel de ingevolge het tweede lid en derde lid verstrekte kleding en uitrusting in bij het Diensthoofd of een door deze aangewezen ambtenaar. Artikel 3 Het Diensthoofd stelt voor het personeel van de dienst der Poste-

2 rijen bij dienstorder vast, welke kleding- en uitrustingsstukken tot het dagelijks tenue behoren. Artikel 4 1. Het executief personeel heeft recht tegen betaling van de kostprijs daarvan extra exemplaren van de in bijlage VI genoemde kleding- en uitrustingsstukken aan te schaffen. 2. Betaling van de in het eerste lid bedoelde bedragen blijft achterwege, indien de verlangde extra exemplaren nodig zijn ter vervanging van kleding- en uitrustingsstukken, die ten gevolge van gebeurtenissen die zich tijdens de uitoefening van de opgedragen taak hebben voorgedaan, naar het oordeel van het Diensthoofd vervangen behoren te worden. 3. Ingeval als gevolg van slordig of onoordeelkundig gebruik door het executief personeel tot vernieuwing van door het Land verstrekte kleding- en uitrustingsstukken is overgegaan, worden de kosten daarvan op de bezoldiging van de betrokkene verhaald. Artikel 5 Aan het administratieve personeel waaraan in een bepaald kalenderjaar het recht op de kosteloze verstrekking van dienstkleding niet is toegekend, doch waaromtrent wel een dienstorder als bedoeld in artikel 3, is vastgesteld, komt tevens het recht toe om de in bijlage VI opgenomen kleding- en uitrustingsstukken tegen kostprijs aan te schaffen. Artikel 6 1. De verstrekking van de kleding- en uitrustingsstukken als bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, geschiedt éénmaal per kalenderjaar in het eerste kwartaal daarvan. 2. Het Diensthoofd stelt in het eerste kwartaal van elk kalenderjaar een lijst op met de kostprijs van de kleding- en uitrustingsstukken, genoemd in bijlage VI. Indien door het Land geen nieuwe kledingen uitrustingsstukken zijn aangeschaft, wordt de laatst bekendgemaakte lijst gecorrigeerd op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, onderdeel kleding en schoeisel. Artikel 7 1. De Minister kan, om redenen aan het algemeen belang ontleend, bepalen dat in een kalenderjaar geen of minder dienstkleding aan het personeel zal worden verstrekt. 2. Indien in een kalenderjaar geen of te weinig dienstkleding is verstrekt, als bedoeld in het eerste lid, wordt aan het personeel in het tweede kwartaal van het volgende kalenderjaar een onkostenvergoeding verstrekt, waarvan de hoogte wordt bepaald aan de hand van de lijst, bedoeld in artikel 6, tweede lid. Artikel 8 1. Dit landsbesluit treedt inwerking met ingang van de dag na die van zijn plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba, met dien verstande dat artikel 6 terugwerkt tot en met 1 januari 1998 en de artikelen 2 tot en met 5 tot en met 1 januari

3 2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel. 3

4 BIJLAGE I Behorende bij het Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel De door het Diensthoofd der Posterijen te verstrekken dienstkleding en uitrustingsstukken aan het Postpersoneel zijn: de uniformpet; deze heeft de vorm van een honkbalpet en is aan de voorkant voorzien van het embleem van de Dienst der Posterijen; de das; deze is een lange zelfbinder of een stropdas, voorzien van een boordklip; het uniformoverhemd; dit is voorzien van lange of korte mouwen, waarbij op borsthoogte het embleem van de Dienst der Posterijen is geplaatst; de uniformbroek; deze heeft lange of korte pijpen en is aan de zijkanten voorzien van een bies; de uniformrok; deze reikt tot aan de knieën en is aan de zijkanten voorzien van een bies; de uniformbroekrok; deze reikt over de knieën en is aan de zijkanten voorzien van een bies; de riem; dit is een zwartlederen riem, voorzien van een metalen sluiting; de schoenen; deze zijn van zwart leder; het onderhemd; dit is een standaard wit onderhemd, voorzien van korte mouwen; de dasklem; deze is van goudkleurig metaal en is in het midden voorzien van het wapen van Aruba; de naamplaat; deze is vervaardigd van zwart- wit plastic met vermelding van de naam, achternaam en rang van een postambtenaar. 4

5 BIJLAGE II Behorende bij het Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel Door het Diensthoofd te verstrekken kleding- en uitrustingsstukken aan het bestellerspersoneel in de rang van hulpbrievenbesteller tot en met brievenbesteller 1e klasse A, alsmede onderhoudsmedewerkers: uniformhemden met korte mouwen, ieder jaar 6 uniformbroeken respectievelijk uniform (broek) rokken, ieder jaar 4 uniformpetten, ieder jaar 2 paar schoenen, ieder jaar 3 leren riem, ieder jaar 1 naamplaat, om de drie jaar 1 onderhemden, ieder jaar 5 5

6 BIJLAGE III Behorende bij het Landsbesluit dienstkleding en uitrustingsstukken Postpersoneel Door het Diensthoofd te verstrekken kleding- en uitrustingsstukken aan het bestellerspersoneel in de rang van besteller-expediteur: uniformhemden met korte mouwen, ieder jaar 5 uniformbroeken respectievelijk uniform (broek) rokken, ieder jaar 3 uniformpetten, ieder jaar 1 paar schoenen, ieder jaar 2 leren riem, om de drie jaar 1 naamplaat, om de drie jaar 1 onderhemden, ieder jaar 5 6

7 BIJLAGE IV Behorende bij het Landsbesluit dienstkleding en uitrustingsstukken Postpersoneel Door het Diensthoofd te verstrekken kleding- en uitrustingsstukken aan het bestellerspersoneel in de rang van Hoofdbrievenbesteller tot en met Hoofdbrievenbesteller 1e klasse: uniformhemden met lange mouwen,ieder jaar 5 uniformbroeken respectievelijk uniform (broek) rokken, ieder jaar 3 dassen, ieder jaar 2 paar schoenen, ieder jaar 2 naamplaat, om de drie jaar 1 dasklem, om de drie jaar 1 onderhemden, ieder jaar 5 7

8 BIJLAGE V Behorende bij het Landsbesluit dienstkleding en uitrustingsstukken Postpersoneel Door het Diensthoofd te verstrekken kleding- en uitrustingsstukken aan het personeel in de administratieve rangen: uniformoverhemd resp. uniformbloes met lange mouwen, ieder jaar 3 uniformoverhemden resp. uniformbloezen met korte mouwen, ieder jaar 2 paar schoenen, ieder jaar 2 uniformbroeken respectievelijk uniform (broek) rok, ieder jaar 4 riem, ieder jaar 1 8

9 BIJLAGE VI Behorende bij het Landsbesluit dienstkleding en uitrustingsstukken Postpersoneel Tegen kostprijs te verstrekken kleding- en uitrustingsstukken aan het Personeel: de uniformpet 2 het uniformoverhemd 2 de uniformbroek 2 de uniformrok 2 de naamplaat 1 paar schoenen 1 9