Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Staar (cataract) en de behandeling van staar z
Wat is staar? 1 Voor in het oog, vlak achter de pupil, zit een heldere en doorzichtige ooglens. Naarmate we ouder worden, wordt deze lens minder helder. Daardoor lijken de dingen die we zien waziger en grauwer van kleur. Dit troebel worden van de ooglens wordt 'staar' of 'cataract' genoemd. Iedereen die ouder wordt, krijgt daarmee te maken. Maar niet iedereen heeft er echt last van. Er zijn verschillende vormen van staar en verschillende oorzaken. De meest voorkomende vorm is ouderdomsstaar. Hierover gaat deze brochure.
Ouderdomsstaar 2 Ouderdomsstaar of seniel cataract is een normaal verouderingsproces, net als het krijgen van rimpels. Sommige mensen merken al rond hun veertigste dat hun ooglens troebel wordt. Meestal doen de eerste verschijnselen van ouderdomsstaar zich echter pas later voor. Of u het merkt, hangt ervan af op welke plek in de ooglens de troebeling zich ontwikkelt en hoe groot die troebeling is. Zit de troebele plek in het midden van de lens of daar vlakbij, dan krijgt u al snel klachten. U gaat bijvoorbeeld wazig zien, dubbelzien, u ziet kleuren doffer of u krijgt last van licht of schitteringen. Als u binnen korte tijd opeens veel sterkere brillenglazen nodig hebt, kan dat ook wijzen op ouderdomsstaar. Sterkere brillenglazen kunnen het zicht op den duur echter niet meer verbeteren. Doorgaans neemt de staar in de loop van de tijd toe. Het gezichtsvermogen wordt daarmee steeds slechter. Een bezoek aan de oogarts is dan noodzakelijk.
Onderzoek 3 Onderzoek Om erachter te komen of er inderdaad sprake is van ouderdomsstaar, bekijkt de oogarts uw ogen met een zgn. spleetlamp. Deze lamp geeft een smalle bundel licht, waarmee de oogarts het voorste deel van het oog kan bekijken. Daar bevindt zich de ooglens. De oogarts kan met het licht zien of er troebelingen zijn in de ooglens en zo ja, hoe ver de staar zich al heeft ontwikkeld. Daarnaast onderzoekt de oogarts hoeveel u nog kunt zien en of uw ogen verder gezond zijn. Wanneer behandelen? Wie nog goed genoeg ziet om zonder problemen het dagelijkse werk en hobby's te kunnen doen, hoeft zich (nog) niet te laten behandelen. Een operatie is dan niet direct noodzakelijk. Het is echter wel realistisch om rekening te houden met een staaroperatie in de toekomst. Staar wordt immers nooit minder; het gezichtsvermogen gaat langzaam maar zeker toch achteruit. Is (beginnende) staar eenmaal ontdekt, dan is herbeoordeling nodig als u merkt dat de klachten erger worden. Zodra de staar te hinderlijk wordt, kan uw gezichtsvermogen weer worden hersteld met een staaroperatie. Wanneer dit moet gebeuren, kunt u in overleg met uw oogarts zelf bepalen.
Behandeling 4 Ouderdomsstaar is goed te behandelen. Een staaroperatie kan het gezichtsvermogen vrijwel volledig herstellen. Bij een staaroperatie haalt de oogarts de troebele lens uit het oog en vervangt deze door een kunstlensje. De oogarts opereert altijd maar één oog per operatie. Zo kunt u kort na de operatie alles weer doen, omdat u nog voldoende zicht hebt door uw niet-geopereerde oog. Staaroperaties worden zeer veel uitgevoerd. In principe is het risico van complicaties gering maar er kan een bloeding, infectie of netvliesprobleem optreden. Ook lukt het soms niet om alle lensresten te verwijderen bij de operatie en moeten deze resten op een later tijdstip alsnog worden verwijderd. Bij een deel van de patiënten kan enige maanden tot jaren na de operatie zogenaamde na-staar optreden, waarbij een geringe troebeling ontstaat die met een laserbehandeling te behandelen is. Ook op zeer hoge leeftijd is de operatie nog goed te ondergaan. Overigens is opereren de enige manier om echt iets te doen aan ouderdomsstaar. Er bestaan geen medicijnen en geen laserbehandeling tegen staar.
Staaroperatie 5 Plaatselijke verdoving Een staaroperatie zal in de meeste gevallen onder plaatselijke verdoving worden verricht. De verdoving kan worden uitgevoerd door middel van een prik onder het oog (retrobulbaire anesthesie), een injectie onder het oogbindvlies (subtenon injectie) of door middel van druppels op het oog (druppel-anesthesie). Welke vorm van verdoving voor u het beste is, wordt in overleg met u besloten. In uitzonderlijke gevallen kan worden besloten om de operatie onder algehele anesthesie te verrichten. Voor een staaroperatie onder plaatselijke verdoving moet u in ieder geval in staat zijn om een half uur stil te liggen. De soort anesthesie, plaatselijk of algeheel, heeft geen invloed op het resultaat van de operatie. Dagopname In de meeste gevallen vindt de operatie plaats in dagopname. Dat wil zeggen dat u een aantal uren in het ziekenhuis verblijft en dezelfde dag weer naar huis gaat. Tijdens uw opname wordt het oog eerst gedruppeld voor de verdoving en de verwijding van de pupil. Vervolgens vindt de operatie plaats. Na afloop verblijft u nog enige tijd op de verpleegafdeling om te herstellen van de operatie. In het Wilhelmina Ziekenhuis Assen wordt gebruik gemaakt van moderne apparatuur om de operatie uit te voeren en moderne implantlenzen. Met vragen hierover kunt u terecht bij uw oogarts.
Na de operatie 6 Als de verdoving uitgewerkt raakt, kunt u wat pijn voelen, dit is normaal. Eventueel kunt u hiervoor paracetamol (2 tabletten van 500 mg) gebruiken. Zakt de pijn niet af en bent u ook misselijk, dan is het raadzaam contact op te nemen met uw huisarts. Na de operatie zult u het nog enige tijd rustig aan moeten doen. U mag uw normale dagelijkse bezigheden hervatten, maar geen zwaar lichamelijk werk verrichten. Het is aan te raden om ter bescherming van het oog de eerste week na de operatie overdag een (zonne)bril te dragen en s nachts een kapje voor het oog te plaatsen. Autorijden, sporten en zwemmen mag alleen in overleg met uw oogarts. De eerste dagen na de operatie zult u nog wazig zien. Na een herstelperiode van vier tot zes weken zal uw gezichtsscherpte stabiel zijn en kan er, indien nodig, een brillenglas worden aangemeten. Na de operatie moet uw oog gedruppeld worden om het herstel van het oog te bevorderen. U moet zich daarbij houden aan de voorschriften van de oogarts.
Vragen? Mocht u nog vragen hebben over staar of een staaroperatie, neemt u dan contact op met uw oogarts! De polikliniek Oogheelkunde is op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur op telefoonnummer (0592) 32 52 85. Hebt u een opmerking of een klacht? De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best u de juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. Dat kan aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via: e-mailadres: ombudsfunctionaris@wza.nl telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht Wilhelmina Ziekenhuis Assen Europaweg-Zuid 1 Postbus 30.001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl 2014 WZA ooghe01 maart 2014