DEELSUBSIDIEVERORDENING VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN DEN HELDER



Vergelijkbare documenten
Deelsubsidieverordening Voorschoolse voorzieningen Den Helder

Onderwerp: Vaststellen subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Ommen

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel

overwegende dat het hiervoor noodzakelijk is om regels te stellen omtrent de tegemoetkoming in de kosten van (VVE-)peuteropvang;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Ve rordening peuteropvang e n voorschoolse e ducatie gemeente Vijfheerenlanden (i.o.) 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

BESLUIT NADERE REGELS SUBSIDIES PEUTEROPVANG EN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE VENRAY 2018

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen in Midden- Delfland

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

besluiten vast te stellen: de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda.

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Subsidieregeling Voorschoolse Educatie en Peuterwerk

Nadere regels Peuteropvang Hellevoetsluis 2018

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019

B en W. nr d.d

Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

GEMEENTEBLAD. Nr Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

De Tijdelijke subsidieverordening Peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019

Onderwerp: Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gelet op artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2013 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

Verordening tegemoetkoming kosten peuteropvang in Midden-Delfland

Beleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Tytsjerksteradiel

Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist besluiten,

Gemeenteraad van Zaltbommel - Verordening peutertoeslag en vve gemeente Zaltbommel 2018 vastgesteld

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2018 Reguliere peuteropvang en vooren vroegschoolse educatie

Nadere regels subsidies Peuterspeelzaalwerk en Voorschoolse Educatie 2018

Bijzondere subsidieverordening peuteropvang gemeente Purmerend 2019

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie

Gemeente Bergen op Zoom - Subsidieregels Peuteropvang Bergen op Zoom Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019

Burgemeester en wethouders van Gouda

Uitvoeringsregels gemeentetoeslag voor peuteropvang en VVE Hardinxveld-Giessendam

Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen

Subsidieregels Peuteropvang gemeente Steenbergen 2017

Pagina 1 van 5. Gegevens gemeente (in te vullen door de gemeente)

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011;

Uitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente Montfoort

CVDR. Nr. CVDR600886_1

Subsidieregeling Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Assen

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013

Subsidieregeling peuteropvanggroepen met voorschoolse educatie gemeente Schiedam. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

Subsidieregeling VVE gemeente Maasdriel 2018

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011;

Uitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente IJsselstein

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad

Artikel 1 Begripsomschrijving

Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen

Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad

Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra Vastgesteld op 6 mei 2014

Nadere regels subsidies peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie 2018

Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse voorzieningen op peuterspeelzalen Edam-Volendam

Nadere Regel Subsidieregeling peuteropvang gemeente Heerenveen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,

Collegevoorstel. gewijzigde Peuteropvangrege ing Oude IJsselstreek

CVDR. Nr. CVDR406257_1. Subsidieregeling Voorschools aanbod. Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Duiven

Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder.

Gemeente Goeree-Overflakkee Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

Model Subsidieregeling kinderopvang

Verordening Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec

Besluit nr.: Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

SUBSIDIEREGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN PEUTEROPVANG DEN HAAG 2017

UITVOERINGSREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE IN DE PEUTEROPVANG Burgemeester en Wethouders van de gemeente Boxtel:

Nadere regels subsidie voorschoolse voorzieningen Medemblik

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Beuningen 2020

De beleidsregels treden in werking, met in acht neming van de onder 10.(Datum inwerkingtreding) gestelde specificaties, op 1 januari 2014.

Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve)

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en VVE Scherpenzeel 2019

1 Verlening 2016 Vaststelling 2016

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Nadere regels Subsidie peuteropvang gemeente Heerenveen 2018 herziene versie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Verordening Sociaal Medische Indicatie 2019 gemeente Beverwijk Documentnummer INT

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2013 (nummer BV );

ONTWERP Subsidieregeling peuteropvanggroepen met voorschoolse educatie gemeente Schiedam 2018

Nadere regels Subsidie peuteropvang gemeente Heerenveen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,

Toelichting bij het aanvraagformulier subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015

Geen afwijkingen. (Een volledig overzicht van activiteiten staat in het subsidiecontract)

GEMEENTEBLAD. Nr

Beleidsregels Voorschoolse voorzieningen Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen;

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Transcriptie:

DEELSUBSIDIEVERORDENING VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN DEN HELDER ARTIKEL 1 BEGRIPPENKADER Algemene subsidieverordening Boekjaar College Doelgroepkind Eigen bijdrage Kinderdagopvang Kinderopvangtoeslag Leerlingengewicht Maximaal uurtarief Overdrachtsformulier Peutergroep Peuteropvang Peuterplaats Peuterspeelzaalwerk, niveau 2 Peutertoeslag Subsidieaanvrager Toeslagjaar VNG Voorschoolse educatie Algemene subsidieverordening 2013 van de gemeente Den Helder. Kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. Kinderen met een leerlingengewicht en/of een indicatie op (risico op) een taalachterstand afgegeven door de jeugdgezondheidszorg in overeenstemming met de gemeentelijke uitvoeringsnotitie onderwijsachterstandenbeleid. De financiële vergoeding die ouders/verzorgers moeten betalen voor deelname van hun kind(eren) aan peuteropvang. Mogelijkheid om kinderen op te vangen en heeft primair als doel de arbeidsparticipatie van ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar te bevorderen. Bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Kinderopvangtoeslag bestaat uit een overheidsbijdrage en een werkgeversbijdrage. Deze wordt via de belastingdienst uitgekeerd. Alleen die gezinnen waarin beide ouders een betaalde baan hebben of alleenstaande ouders met een betaalde baan komen in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag. Het leerlingengewicht in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld de gemeente krijgt voor het wegwerken van taal- en onderwijsachterstanden. Daarbij bepaalt het opleidingsniveau van de ouders welk gewicht een kind krijgt. Het tarief dat door aanbieders maximaal in rekening wordt gebracht voor een uur peuteropvang bij 2 dagdelen van 3 uur per week en 40 weken per jaar. Document dat door alle voorschoolse voorzieningen wordt gebruikt bij de overgang van een kind naar het basisonderwijs. Een groep bestaande uit maximaal 14 of 15 kinderen, afhankelijk van de leeftijden in de groep. Gecombineerde groep van peuterplaatsen, waar peuterspeelzaalwerk op niveau 2 plaatsvindt, die deels wordt gesubsidieerd door het college en deels wordt gefinancierd vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Rekeneenheid die overeenkomt met 2 dagdelen van 3 uur bezoek aan de peuteropvang gedurende maximaal 40 weken per jaar. Peuteropvang gericht op spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen, waarbij de werkzaamheden uitsluitend door gekwalificeerde beroepskrachten worden verricht, in deze zin dat er twee (op minimaal SPW-3 niveau) geschoolde pedagogisch medewerkers op de peutergroep staan. De gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten voor de peuteropvang aan ouders op grond van deze verordening. Ouders/verzorgers ontvangen de hen toegekende toeslag via de peuteropvangaanbieder. Aanbieders van peuteropvang en voorschoolse educatie. Het betreffende boekjaar waarin de ouder/verzorger peutertoeslag heeft ontvangen. Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Taalstimuleringsprogramma voor doelgroepkinderen die plaatsvindt in de peuteropvang gedurende 4 dagdelen van 3 uur per week en in de kinderdagopvang minimaal 10 uur per week. ARTIKEL 2 SUBSIDIEPLAFOND Voor de uitvoering van deze verordening geldt een subsidieplafond. De hoogte van het subsidieplafond wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld bij de begroting. Voor zover de gemeentebegroting nog niet is vastgesteld door de gemeenteraad geldt voor de hoogte van het budget het zogenaamde begrotingsvoorbehoud conform artikel 4.34 van de Algemene wet bestuursrecht. 1

ARTIKEL 3 DE SUBSIDIEAANVRAAG 1. Subsidie voor aanbieders van peuteropvang en voorschoolse educatie Aanbieders van peuteropvang kunnen aanspraak maken op: a. Subsidie voor de uitvoering van een aanbod peuteropvang (2 dagdelen van 3 uur per week) en/of; b. Subsidie voor de uitvoering van een aanbod peuteropvang met voorschoolse educatie ( 4 dagdelen van 3 uur per week). c. Peutertoeslag voor ouders, als onderdeel van de subsidie genoemd onder a. en b. De ouder/ouders van wie het kind gebruik maakt van peuteropvang komen, via de aanbieder, in aanmerking voor peutertoeslag: o Indien peuteropvang gericht is op kinderen van 2 tot 4 jaar. o Voor doelgroepkinderen voorschoolse educatie voor 4 dagdelen van 3 uur, voor 40 weken in het jaar, zijnde alle weken buiten de schoolvakanties, o Voor overige kinderen maximaal 2 dagdelen van 3 uur, voor 40 weken in het jaar, zijnde alle weken buiten de schoolvakanties, o Indien de geplaatste kinderen woonachtig en ingeschreven zijn in de gemeente Den Helder, o De ouder/ouders komt/komen niet in aanmerking voor de peutertoeslag wanneer zij o aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag. Als de ouder/ouders in aanmerking komt/komen voor de kinderopvangtoeslag voor minder uren in geval van een peutertoeslag, kan aanvullend voor die meer-uren op een peutertoeslag aanspraak worden gemaakt. d. Bij peuteropvang komen peuterplaatsen alleen in aanmerking voor subsidie als bedoeld onder a. indien de ouders/verzorgers geen recht hebben op fiscale kinderopvangtoeslag. e. Ouders van doelgroepkinderen als bedoeld onder b. die wel recht hebben op de kinderopvangtoeslag vragen over het 1 e en 2 e dagdeel kinderopvangtoeslag aan. De kosten van het 3 e en 4 e dagdeel worden, in het kader van het aanvullende aanbod voorschoolse educatie, gesubsidieerd door het college. f. Geen subsidie als bedoeld onder a. of b. wordt verleend wanneer ouders een gemeentelijke tegemoetkoming ontvangen op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in het kader van arbeidsintegratie. g. Geen subsidie als bedoeld onder a., b. of c. wordt verleend wanneer de aanbieder geen voorschoolse educatieprogramma biedt. Aanbieders van kinderdagopvang kunnen aanspraak maken op: h. Subsidie voor de uitvoering van een aanbod voorschoolse educatie, het zogenaamde jaarbedrag voorschoolse educatie per geplaatste peuter. 2. Vereisten bij de subsidieaanvraag peuteropvangaanbieders In aanvulling op de gegevens vermeld in artikel 2.2 Algemene subsidieverordening dienen bij aanvraag per peuteropvangvoorziening (-locatie) de volgende gespecificeerde gegevens schriftelijk te worden overgelegd: registratienummer landelijke register, locatienaam, adres- en contactgegevens; het aantal kinderen voor wie in het boekjaar peuterplaatsen peuteropvang wordt aangeboden, waarvan de ouders geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag; het aantal doelgroepkinderen voor wie in het boekjaar peuterplaatsen voorschoolse educatie in de peuteropvang wordt aangeboden, met kopieën van bewijsstukken waaruit blijkt dat er voor de betreffende kinderen aanspraak is op voorschoolse educatie (verwijsformulier GGD Hollands Noorden), per 1 september in het lopende jaar; een opgave van het voor het boekjaar geldende uurtarief van de peuteropvangaanbieder; een opgave van de ouderbijdrage per peuterplaats peuteropvang op grond van de vastgestelde Tabel 1 genoemd in Artikel 3; De naam van het voorschoolse educatieprogramma 3. Voorwaarden bij de subsidieaanvraag peuteropvangaanbieders a. De subsidieaanvrager dient behalve aan de algemene voorwaarden genoemd in de Algemene subsidieverordening te voldoen aan de voorwaarden genoemd in: de Verordening ruimte en inrichtingseisen peuterspeelzaalwerk gemeente Den Helder, de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, en te voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. 2

b. Het college rekent bij subsidiering met een uurtarief dat niet meer dan 8,77 bedraagt. De peuteropvangaanbieder stelt een uurtarief vast voor peuteropvang op basis van de kostprijs. Wanneer de kostprijs en uurtarief hoger zijn dan 8,77 is de aanbieder verantwoordelijk voor de bekostiging, vanaf 8,77. c. De peuteropvang maakt gebruik van het overdrachtsformulier en verzorgt een gedegen overdracht naar de basisschool op grond van het Convenant Voor- en vroegschoolse Educatie Den Helder. d. De peuteropvang werkt biedt peuterspeelzaalwerk niveau 2. 4. Vereisten bij de subsidieaanvraag kinderdagopvangaanbieders In aanvulling op de gegevens vermeld in artikel 2.2 Algemene subsidieverordening dienen bij aanvraag per kinderdagopvangvoorziening (-locatie) de volgende gespecificeerde gegevens schriftelijk te worden overgelegd: a. registratienummer landelijke register, locatienaam, adres- en contactgegevens; b. het aantal doelgroepkinderen voor wie in het boekjaar voorschoolse educatie wordt aangeboden. c. de naam van het voorschoolse educatieprogramma 5. Voorwaarden bij de subsidieaanvraag kinderdagopvangaanbieders De subsidieaanvrager dient behalve aan de algemene voorwaarden genoemd in de Algemene subsidieverordening te voldoen aan de voorwaarden genoemd in: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, en te voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. 6. Vereisten bij aanvraag peutertoeslag voor ouders/verzorgers a. Bij verlening van de toeslag wordt uitgegaan van een door de ouder(s) opgegeven gezamenlijk toetsingsinkomen voor het betreffende toeslagjaar. Ouders tonen dit aan door het indienen van een jaaropgaaf of loonstrookje bij de aanbieder. b. De ouders overleggen het formulier 'Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag' aan de aanbieder waaruit blijkt dat rechtmatig aanspraak wordt gemaakt op peutertoeslag. 7. Aanvraagformulier Het college kan model aanvraagformulieren vaststellen. 8. Datum aanvraag subsidie Vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dient de subsidieaanvrager bij het college een subsidieaanvraag in. Voor het eerst vóór 1 oktober 2013. ARTIKEL 4 SUBSIDIEOPBOUW 1. Subsidie voor peuteropvangaanbieders a. De maximale subsidie per kind bedraagt 8,77 per uur voor maximaal 240 uur per jaar (2 dagdelen per week x 3 uur x 40 weken). b. Voor doelgroepkinderen is een aanvullende subsidie beschikbaar voor het 3 e en het 4 e dagdeel van maximaal 8,77 per uur voor maximaal 240 uur per jaar. c. De onder b. genoemde aanvullende subsidie voor elke geplaatst doelgroepkind is bepaald op maximaal 360, -. d. De subsidie is gekoppeld aan een minimaal bezettingspercentage op jaarbasis. Het gewenste gemiddelde bezettingspercentage voor peuteropvang is 93%. e. De te verlenen subsidie per peuterplaats peuteropvang wordt bepaald op de hoogte van het door de instelling bij aanvraag opgegeven uurtarief tot een maximum van 8,77 vermenigvuldigd met het aantal uren 6 en verminderd met de ouderbijdrage. f. De te verlenen subsidie per peuterplaats peuteropvang met voorschoolse educatie wordt bepaald op de hoogte van het door de instelling bij aanvraag opgegeven uurtarief tot een maximum van 8,77 vermenigvuldigd met het aantal uren 12, verhoogd met de genoemde forfaitaire bedrag voor extra 3

bijkomende werkzaamheden voorschoolse educatie 360, - en verminderd met de ouderbijdrage voor het 1 e en het 2 e dagdeel, g. De hoogte van de subsidie rekenheden genoemd onder a. en c, wordt jaarlijks bepaald op grond van de Consumentenprijsindex (CPI). 2. Subsidie voor kinderdagopvangaanbieders met voorschoolse educatie a. De te verlenen subsidie per peuterplaats voorschoolse educatie in de kinderdagopvang wordt bepaald op de hoogte van het genoemde forfaitaire bedrag voor extra bijkomende werkzaamheden voorschoolse educatie 360, -. b. De hoogte van de subsidie rekeneenheid genoemd onder a., wordt jaarlijks bepaald op grond van de Consumentenprijsindex (CPI) 3. Hoogte van de peutertoeslag a. Het college hanteert de Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk van de VNG, met uitzondering van de inkomenscategorieën 1. en 2., voor het bepalen van de hoogte van de peutertoeslag. b. Op grond van de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) betalen ouders van doelgroepkinderen voorschoolse educatie niet meer dan zij op grond van de Wet Kinderopvang zouden betalen indien zij de maximale toeslag ontvangen. Voor ouders van doelgroepkinderen is de maximale ouderbijdrage daarom 288, - (12 uur per week x 40 weken x 0,60) per jaar. c. d. e. Tabel 1. Ouderbijdrage peuteropvang is geldig met ingang van 2013. In opvolgende jaren worden de opvolgende tabellen van de VNG voor de betreffende jaren gehanteerd. Hierdoor kan de hoogte van de genoemde peutertoeslag onder a. de hoogte van de maximale ouderbijdrage onder b. wijzigen. Peuteropvangaanbieders ontvangen de ouderbijdragen. Zij zijn verantwoordelijk voor het innen van deze bijdragen zoals vastgesteld met toepassing van de tabel en dragen het bijbehorende risico van dubieuze debiteuren. Tabel 1 Ouderbijdrage peuteropvang 'Helder Ouderbijdrage peuteropvang per uur o.b.v, 8,7? Ouder 'bijdrage peuteropvang per maand o.b.v. 8,77 1 Lager dan 23.030 (1.777 p.m) 0,- o,- 2 23.030 26.490 3,20 64,- 3 26.491 36.451 3,64 73,- 4 36.452 49.579 4,11 82,- 5 49.580 71.267 5,23 105,- 6 71.268 98.756 6,79 136,- 7 98.757 En hoger 8,63 173,- " ' vv..'-.',." '.:'X'-/-.,< ARTIKEL 5 BESCHIKKING EN UITBETALING 1. Op een subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 1 december voorafgaande aan het boekjaar waarvoor subsidie is aangevraagd beslist 2. De subsidie wordt volgens de Algemene subsidieverordening jaarlijks op basis van voorschot uitbetaald in maandelijkse termijnen. ARTIKEL 6 VERANTWOORDING EN SUBSIDIEVASTSTELLING In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening legt de subsidieaanvrager verantwoording af over: 4

1. alle peuters die in het boekjaar hebben deelgenomen aan een door het college gesubsidieerd aanbod peuteropvang of voorschoolse educatie met opgave van de periode die zij gedurende het boekjaar hebben deelgenomen en, indien van toepassing, of zij tot de doelgroep behoren waarbij: a. voor peuteropvang per gesubsidieerde peuterplaats kopieën van het formulier 'Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag' worden overgelegd waaruit blijkt dat rechtmatig aanspraak wordt gemaakt op peuteropvang; b. voor voorschoolse educatie per gesubsidieerde peuterplaats door de subsidieaanvrager gewaarmerkte kopieën van het verwijsformulier voorschoolse educatie GGD Hollands Noorden worden overgelegd waaruit blijkt dat rechtmatig gebruik gemaakt wordt van voorschoolse educatie; c. een opgave per gesubsidieerde peuterplaats van de werkelijk gefactureerde ouderbijdragen in het kalenderjaar wordt overgelegd; d. het totaal aantal daadwerkelijk bezette peuterplaatsen peuteropvang en voorschoolse educatie gedurende het boekjaar afgeleid van de gegevens onder lid a, waarbij voor de berekening van een peuterplaats die gedurende een deel van het boekjaar is bezet het aantal maanden naar beneden wordt afgerond indien de peuterplaats na de 15e van de maand is bezet en/of voor de 16e van de maand is beëindigd en naar boven wordt afgerond indien de peuterplaats voor de 16e van de maand is bezet en/of na de 15e van de maand is beëindigd, waarbij vervolgens voor de bepaling van de gerealiseerde peuterplaats de volgende formule wordt gehanteerd: A (= het aantal maanden dat de peuterplaats is bezet): 12 = B (= de omvang van een peuterplaats die een gedeelte van het kalenderjaar is bezet afgerond op 2 decimalen achter de komma); e. de uitvoering van de ontwikkelingsgerichte voorschoolse educatieprogramma's. 2. Het college kan nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren. 3. Voor 1 juni van het betreffende boekjaar wordt door de subsidieaanvrager een tussentijds schriftelijk overzicht ingediend waaruit de bezetting blijkt. 4. Het college kan formats vaststellen voor het indienen van de verantwoordingsgegevens. ARTIKEL 7 OVERGANGSREGELING Voor de bestaande aanbieders geldt uitsluitend in het eerste jaar van de inwerkingtreding van deze verordening een overgangsregeling in die zin dat zij niet meer dan 10% minder subsidie ontvangen dan zij op grond van de Deelsubsidieverordening Peuterspeelzalen 2005 zouden ontvangen in vergelijkbare situatie en vergelijkbare bezetting. ARTIKEL 8 CITEERTITEL EN INWERKINGTREDING 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Deelsubsidieverordening Voorschoolse Voorzieningen" 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar openbare bekendmaking. Aldus besloten in de raadsvergadering van 1 juli 2013 voorzitter Koen Schuiling

BIJLAGE 1. SCHEMATISCHE WEERGAVE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN Welke gezinnen kunnen gebruikmaken van de peuteropvang: Alle gezinnen; zowel de niet- als wel werkende ouders. Welke gezinnen kunnen gebruikmaken van de kinderopvang: Gezinnen waarin beide ouders werken of waarvan één of beide ouders een reintegratie- of inburgeringstraject volgt. Eenoudergezinnen met werkende ouder. Peuteropvang inclusief een aanbod voorschoolse educatie Kinder ( GEMEENTE Reguliere peuterplaats Voorschoolse educatieplaals, inclusief iaarbedrag voorschoolse educatie Kinderopvangtoeslag Peutertoeslag Jaarbedrag voorschoolse educatie Toelichting: Den Helder kent twee soorten voorschoolse voorzieningen waarin de gemeente een (gedeelde) financiële verantwoordelijkheid heeft. Het gaat om peuteropvang en kinderdagopvang. Alle kinderen kunnen gebruikmaken van peuteropvang. Een (reguliere) peuteropvangplaats bestaat uit 2 dagdelen van 3 uur in de week. Daarnaast kunnen de zogenaamde doelgroepkinderen deelnemen aan een aanbod voorschoolse educatie. Deze kinderen bezetten twee peuteropvangplaatsen van totaal 12 uur per week en aanvullend ontvangen aanbieders per doelgroepkind een jaarbedrag voorschoolse educatie. Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag vragen hun toelage aan bij de belastingdienst. Ouders die hier geen recht op hebben komen in aanmerking voor de peutertoeslag van de gemeente. Alleen kinderen van werkende ouders of kinderen van wie één of beide ouders een re-integratie of inburgeringstraject volgen kunnen gebruikmaken van kinderdagopvang. De ouders hebben recht op kinderopvangtoeslag. De gemeente subsidieert voorschoolse educatie in de kinderdagopvang door middel van het toekennen van een jaarbedrag voorschoolse educatie per doelgroepkind aan de aanbieders. 6

BIJLAGE 2. REKENMODEL REKENEENHEDEN ' Maximaal uurtarief Aantal uur per weeft Aantal Wéken per peuteropvang jaar Gemiddelde eigen bijdrage per jaar Extra jaarbedrag voorschoolse ducatie per plaats 8.77 6 uur 40 weken 500, - 360, - FORMULE A. REGULIERE PEUTERPLAATS 8,77 x 6 uur x 40 weken = 2.105 - eigen bijdrage a 500, - = 1.605,- FORMULE B. PEUTERPLAATS VOORSCHOOLSE EDUCATIE (Reguliere plaats) 1.605, - + (3 e en 4 e dagdeel) 2.105, - + (jaarbedrag voorschoolse educatie) 360, - = 4.070, - FORMULE C. VOORSCHOOLSE EDUCATIE IN KINDERDAGOPVANG 360, - per doelgroepkind voorschoolse educatie 7