Specifieke Bepalingen bij nationale wedstrijden en testen kunstrijden, ijsdansen en synchroonschaatsen



Vergelijkbare documenten
SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

2 e Selectiewedstrijd voor: Overdekte kunstijsbaan 30 x 60 meter Radioweg 64 Kardingerplein NK Amsterdam 9735 AA Groningen Datum

2 e Selectiewedstrijd voor: Datum selectiewedstrijd: Sluitingsdatum. 4 de selectiewedstrijd voor:

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

Overzicht wijzigingen in nationale reglementen KNSB

Kummenaedestraat BT Geleen 2 november 2013 Datum selectiewedstrijd: 5 januari 2014

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

inschrijving: inschrijving:

UITSCHRIJVING VOOR DE SELECTIEWEDSTRIJDEN KNSB-CUP 2016 KNSB CUP C

NEDERLANDSE ROLSCHAATS BOND - KUNSTRIJDEN. Technisch Reglement 2014

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlandse kampioenschappen aflossing. Artikel 303 Nederlandse Kampioenschappen afstanden

SPECIFIEKE BEPALINGEN KUNSTRIJDEN

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN

Reglementswijzigingen nationale reglementen.

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT. Artikel 201 Algemeen. Artikel 202 De baan. Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK

Technisch reglement SBK 2016

Gemaakt door Jolien Heddes G3A. Maart 2010

KNSB Cup seizoen 2018/2019

Het NSIJP verenigt liefhebbers van het IJslandse paard

KNSB Cup seizoen 2019/2020

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN ONK, INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN

Artikel 301 Nederlandse kampioenschappen. Artikel 302 Nederlands kampioenschap aflossing

SELECTIENORMEN KNSB KUNSTRIJDEN VOOR DEELNAME AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN EN INTERNATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start 2019/2020

KNSB Cup seizoen 2017/2018

KNSB Cup seizoen 2016/2017

Selectienormen KNSB Shorttrack Senioren. Definitieve versie 10 september 2015

Reglement NSK Allround 2017

Nationaal Kampioenschap voor BMX Clubs 2017

Technische reglementen en procedures SBK 2018

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld.

Waar in dit document wordt gesproken over deelnemers of rijders, worden zowel dames als heren bedoeld.

Nationaal wedstrijdreglement Algemene bepalingen INHOUD

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen:

National regulations for Belgian competitions changes

Selectienormen KNSB Shorttrack Junioren

National regulations for Belgian competitions

Technische reglementen en procedures SBK 2018

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2019

Selectienormen KNSB 2014/2015 Langebaan

KWALIFICATIEPROCEDURE VOOR DEELNAME AAN WK, EK EN WORLD CUPS MODERNE VIJFKAMP (ONDER AUSPICIËN VAN DE UIPM)

Reglement Biljart Artistiek

KNWU BMX NATIONAAL KAMPIOENSCHAP 2019

nationale wedstrijdreglementen KNSB Vastgesteld door Ledenraad 20 mei 2017

KNHS-Indoorkampioenschappen 2017 ZZ-Zwaar - Lichte Tour Junioren Young Riders Zware Tour Versie

Reglement Subli Competitie Jonge Dressuurpaarden 2019

Competitiebepalingen. KNHS-BMC Centaur Cup 2011/ ALGEMEEN

Interne selectieprocedure langebaanschaatsen Olympische Spelen PyeongChang 2018

Bepalingen voor deelname aan de nationale competitie Mass start

1. DOEL VAN DE MEERKAMP Het organiseren van meer wedstrijden voor de lagere categorieën. Voorbereiding voor wedstrijden op een hoger niveau.

Overzicht goedgekeurde wijzigingen nationale reglementen

Bijlagen bij het Kunstrijreglement 2013

Ontwikkelingsplan kunstrijden (concept) 2011/2012. H. Naaktgeboren W. van Veen K. Venhuizen

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! KNWU BMX Nationaal Kampioenschap 2017 Versie 6 januari 2017

KNSB Selectiedocument Langebaan

1. DOEL VAN DE MEERKAMP Het organiseren van meer wedstrijden voor de lagere categorieën. Voorbereiding voor wedstrijden op een hoger niveau.

KNHS-kampioenschappen t/m Z2 dressuur en ZZ springen. Ingaand per 1 april 2010 en geldig tot en met 1 oktober 2010

Bij categorieën van 8 of minder renners is de uitslag na drie manches bepalend voor de toekenning van de topcompetitiepunten.

KNWU BMX Nationaal Kampioenschap KNWU BMX NK 2015 versie 3.0

KNSB selectieprocedure shorttrack senioren, seizoen Definitieve versie 8 augustus 2017

KNSB selectieprocedure shorttrack junioren seizoen

Informatie Leisure World Regio Oost, seizoen

Reglement Subli Competitie 2017


KNSB Selectiedocument Langebaan

Kampioenschapsbepalingen

TOPCOMPETITIE FIETSCROSS (BMX) Reglement Nationale en Internationale TopCompetitie wedstrijden 2013

Interne Selectieprocedure Shorttrack Olympische Spelen PyeongChang 2018

1. DOEL VAN DE MEERKAMP Het organiseren van meer wedstrijden voor de lagere categorieën. Voorbereiding voor wedstrijden op een hoger niveau.

Kampioenschapsreglement

WEDSTRIJDREGLEMENT NATIONALE JEUGD- EN JUNIOREN KAMPIOENSCHAPPEN

KNSB Selectiedocument Langebaan

Technische reglementen en procedures SBK 2017

Kampioenschapsreglement Hippiade 2017

PLAATSINGSSCHEMA`S EN SELECTIEPROCEDURES

Selectienormen KNSB 2013/2014 Langebaan

KNHS Selectieprocedure Outdoor Dressuur Kampioenschappen ZZ-Zwaar en Lichte Tour

TECHNISCHE REGLEMENT NOORDELIJKE KAMPIOENSCHAPPEN MICROTEAMGYM 2018

VAN MOSSEL AUTOMOTIVE CUP 2018

Op zaterdag 10 november 2018 zal de jaarlijkse wedstrijd om de Residentie Cup op de 400m baan van de Uithof te Den Haag plaatsvinden.

Reglement voor selectie en uitzending van wedstrijdparen voor WDSF Kampioenschappen en Cup wedstrijden

Kampioenschapsreglement

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN LANGEBAAN

Nederlandse Bowling Federatie EVENEMENTENPLAN BOWLINGSEIZOEN

BELGISCHE AANPASSINGEN 2015 Aan het FEI-reglement Uitgave 2015 Gereviseerd in februari 2015

Nederlands Kampioenschap Voltige Versie

KNHS-outdoorkampioenschappen t/m ZZ-Licht dressuur en ZZ springen Ingaand op 1 april 2018 en geldig tot 1 oktober 2018

Selectiecriteria. Selectiecriteria (ref. 11 augustus 2016) Pagina 1 van 5

SPORTIEF REGLEMENT PCR PORSCHE RS2 KLASSE 2016

Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5

Competitiebepalingen KNHS Witte Van Moort Para Dressuur Trophy 2017/2018

Kampioenschapsreglement

HANDBOEK NATIONALE EVENEMENTEN WATERPOLO. N.K. E jeugd (0.11 jr.) N.K. D jeugd (o.13 jr.) N.K. C jeugd (o.15 jr.) N.K. A jeugd (o.19 jr.

SELECTIENORMEN KNSB 2016 Inline-Skaten

Transcriptie:

Specifieke Bepalingen bij nationale wedstrijden en testen kunstrijden, ijsdansen en synchroonschaatsen Algemene Bepalingen De navolgende bepalingen gelden als aanvulling op de Algemene Bepalingen voor wedstrijden in het hardrijden, kunstrijden en schoonrijden van de KNSB, en hebben betrekking op nationale wedstrijden, gewestelijke wedstrijden, regionale wedstrijden, clubwedstrijden, testen, basistesten kunstrijden, bouwstenen ijsdansen alsmede demonstraties. De navolgende bepalingen gelden tevens als aanvulling op de General Regulations 2008 en Special Regulations Figure Skating 2008, Ice Dancing 2008 en Synchronized Skating 2008 van de ISU. In gevallen waar deze specifieke bepalingen niet in voorzien, gelden de reglementen van de Internationale Skating Union (ISU). Daar waar in de Special Regulations Figure Skating 2008 gesproken wordt over ISU moet KNSB gelezen worden. Artikel 500 - Takken van het kunstrijden Nationale kunstrijonderdelen zijn: a. Solorijden b. Paarrijden c. IJsdansen d. Synchroonschaatsen Artikel 501 Solorijden Solorijden is onderverdeeld in: a. kort programma (met verplichte elementen) b. vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het kort programma en het vrij programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren, Junioren, Novice en Debs. Artikel 501 A IJsdansen IJsdansen is onderverdeeld in: a. verplichte dansen b. originele dans c. vrije dans 2 verplichte dansen, de originele dans en de vrije dans moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren en Junioren. Artikel 502 Paarrijden Par. 2 Paarrijden is onderverdeeld in: a. kort programma (met verplichte elementen) b. vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het kort programma en het vrij programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren en Junioren. Artikel 503 Synchroonschaatsen Synchroon schaatsen is onderverdeeld in: a. kort programma (met verplichte elementen) Specifieke Bepalingen Kunstrijden 1

b. vrij programma (niet voorgeschreven bewegingen) Het kort programma en het vrij programma moeten worden verreden bij kampioenschappen voor Senioren en Junioren; Voor Novice en Juvenile (Debs) moet alleen het vrije programma worden gereden. Artikel 504 - Tijdsduur programma's Tijdsduur van het kort programma Solorijden Lid. a. Junioren B Dames maximaal 2.50 minuut Heren maximaal 2.50 minuut Lid. b. Novice en Novice B Dames maximaal 2.30 minuut Heren maximaal 2.30 minuut Lid. c. Debs en Debs B Dames maximaal 2.30 minuut Heren maximaal 2.30 minuut Lid. d. Teens en Teens B Dames maximaal 2.15 minuut Heren maximaal 2.15 minuut Tijdsduur van het vrij programma Solorijden Lid. a. Junioren B Dames 3.30 minuut + of 10 sec. Heren 4.00 minuut + of 10 sec. Lid. b. Novice en Novice B Dames 3.00 minuut + of 10 sec. Heren 3.30 minuut + of 10 sec. Lid. c. Debs en Debs B Dames 3.00 minuut + of 10 sec. Heren 3.00 minuut + of 10 sec. Lid. d. Teens en Teens B Dames 2.30 minuut + of 10 sec. Heren 2.30 minuut + of 10 sec. Lid. e. Proms en Proms B Dames 2.30 minuut + of 10 sec. Heren 2.30 minuut + of 10 sec. Lid. f. Mini s en Aspiranten Dames 2.00 minuut + of 10 sec. Heren 2.00 minuut + of 10 sec. Tijdsduur van de originele dans bij ijsdansen: Lid. a. Junioren Zie ISU reglementen Lid. b. Senioren Zie ISU reglementen Tijdsduur van de vrije dans voor ijsdansen: Lid. a. Novice Zie ISU reglementen Lid. b. Junioren Zie ISU reglementen Lid. c. Senioren Zie ISU reglementen Tijdsduur van het vrij programma Synchroonschaatsen Lid. a. Novice team 3.30 minuut Specifieke Bepalingen Kunstrijden 2

Lid. b. Juvenile (Debs) 3.00 minuut Par. 5. Tijdsduur van het korte en vrije programma paarrijden: (er zijn geen andere groepen dan in de ISU-reglementen opgenomen) Artikel 505 - Indeling in categorieën Solorijden: CATEGORIE BEHAALDE TEST Lid. a. Senioren (leeftijden: zie ISU-reglement) Goud Lid. b. Junioren (leeftijden: zie ISU-reglement) Intergoud Lid. c. Junioren B Intergoud - dames vanaf 19 jaar - heren vanaf 19 jaar Lid. d. Novice (leeftijden: zie ISU reglementen) Zilver Lid. e. Novice B Zilver - dames vanaf 15 jaar - heren vanaf 15 jaar Lid. f. Debs Interzilver - dames t/m 12 jaar - heren t/m 12 jaar Lid. g. Debs B Interzilver - dames vanaf 13 jaar - heren vanaf 13 jaar Lid. h. Teens Brons - dames t/m 12 jaar - heren t/m 12 jaar Lid. i. Teens B Brons - dames vanaf 13 jaar - heren vanaf 13 jaar Lid. j. Proms Interbrons - dames t/m 11 jaar - heren t/m 11 jaar Lid. k. Proms B Interbrons - dames vanaf 12 jaar - heren vanaf 12 jaar Lid. l. Mini s Maximaal 6 e klas test - dames t/m 11 jaar - heren t/m 12 jaar Lid.m. Aspiranten Maximaal 6 e klas test - dames vanaf 12 jaar - heren vanaf 13 jaar Specifieke Bepalingen Kunstrijden 3

IJsdansen: CATEGORIE BEHAALDE DANS TEST BEHAALDE MIF TEST Lid. a. Senioren (leeftijden: zie ISU-reglement) Platina Goud Lid. b. Junioren (leeftijden: zie ISU-reglement) Goud Intergoud Lid. c. Junioren B Intergoud Intergoud - dames vanaf 19 t.e.m. 35 jaar - heren vanaf 22 t.e.m. 35 jaar Lid. d. Novice (leeftijden: zie ISU reglementen) Intergoud Zilver Lid. e. Novice B Zilver Zilver - dames vanaf 15 t.e.m. 35 jaar - heren vanaf 15 jaar t.e.m. 35 Lid. f. Debs Zilver Interzilver - dames t/m 12 jaar - heren t/m 12 jaar Lid. g. Debs B Interzilver Interzilver - dames vanaf 13 t.e.m. 35 jaar - heren vanaf 13 t.e.m. 35 jaar Lid. h. Teens Brons Brons - dames t/m 12 jaar - heren t/m 12 jaar Lid. i. Teens B Brons Brons - dames vanaf 13 t.e.m. 35 jaar - heren vanaf 13 t.e.m. 35 jaar Lid. j. Proms Interbrons Interbrons - dames t/m 11 jaar - heren t/m 11 jaar Lid. k. Proms B Interbrons Interbrons - dames vanaf 12 t.e.m. 35 jaar - heren vanaf 12 t.e.m. 35 jaar Bij het NK rijden de categorieën: Debs, Novice, Junioren en Senioren. Bij de KNSB-Cup rijden de categorieën: Proms, Proms B, Teens, Teens B, Debs B, Novice B en Junioren B. In het Adultcircuit (en het solodanscircuit)rijden de categorieën: Brons, Zilver en Goud. Synchroonschaatsen: CATEGORIE Lid. a. Lid. b. Lid. c. Lid. d. Senioren team (leeftijden: zie ISU-reglement) Junioren team (leeftijden: zie ISU-reglement) Novice team (t/m 14 jaar) Juvenile team (Debs) (t/m 11 jaar) Specifieke Bepalingen Kunstrijden 4

Par. 5. Par. 6. Par. 7. Par. 8. Par. 9. Par. 10. Par. 11. Paarrijden: (er zijn geen andere groepen dan in de ISU-reglementen zijn opgenomen) Nationale wedstrijden kunnen uitsluitend volgens deze categorie-indelingen worden verreden. Voor alle nationale wedstrijden in één schaatsseizoen kan een rijder slechts in één en dezelfde categorie rijden in een betreffende tak van kunstrijden (solorijden, paarrijden, ijsdansen en Synchroonschaatsen). De rijder maakt de keuze voor de categorie kenbaar d.m.v. de inschrijving bij de eerste wedstrijd in het schaatsseizoen. Als uiterste datum waarop de met betrekking tot de categorie-indeling genoemde testen behaald moeten zijn, geldt 15 september van het kalenderjaar (waarin de eerste helft van het betreffende seizoen valt). Voor het ijsdansen en paarrijden moeten beide partners de per categorie betreffende test hebben gehaald, met dien verstande dat een van beide partners maximaal 1 test meer mag hebben Als uiterste datum voor het bereiken van de leeftijden met betrekking tot de categorie-indeling geldt 1 juli van het betreffende seizoen. Het Sectiebestuur Kunstrijden is gerechtigd om in uitzonderlijke gevallen, waarin een rijder om voor hem moverende redenen verzoekt in een andere categorie te mogen rijden dan waartoe hij volgens dat reglement is verplicht, dispensatie te verlenen. Voor internationale wedstrijden kan van deze categorie-indeling worden afgeweken, mits hiervoor toestemming is gegeven door het Sectiebestuur Kunstrijden. De wedstrijdorganisatie dient hiervoor ten minste drie maanden vóór de wedstrijd toestemming te vragen aan de Sectie kunstrijden. De maximum leeftijd bij KNSB-cup wedstrijden is 35 jaar. Dit geldt voor zowel solorijden, paarrijden en ijsdansen. Artikel 506 - Kort programma voor solorijden Novice en Novice B Volgend ISU guidline (ISU communication 1397) of indien van toepassing de meest recente ISU-versie hiervan). Het kort programma voor Debs en Debs B moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: DAMES & HEREN 1) Axel of dubbele Axel 2) Dubbele sprong direct uit verbindende passen 3) Sprongcombinatie van een dubbel en een enkele sprong of van twee dubbele sprongen (herhaling van de onder 2 genoemde losse sprong is niet toegestaan). 4) Dames: Hemelpirouette tenminste 6 draaien Heren: Zitpiroutte tenminste 6 draaien in positie (gesprongen niet toegestaan, voetwissel optioneel) 5) Combinatiepirouette met alle basisposties en max. 1 voetwissel (tenminste 4 draaien per voet) 6) Passenserie in rechte lijn, cirkel of, serpentine met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte 7) Zweefstanden serie met minimaal 3 verschillende zweefstanden (ook voor heren) Het kort programma voor Teens en Teens B moet uit de volgende verplichte elementen bestaan: DAMES & HEREN 1) Axel 2) Enkele of dubbele sprong direct uit verbindende passen 3) Sprongcombinatie van 2 enkele of een dubbele en een enkele sprong (herhaling van de onder 2 genoemde losse sprong is niet toegestaan) 4) Zweefpirouette tenminste 5 draaien (gesprongen en/of voetwissel niet toegestaan) 5) Zitpirouette tenminste 5 draaien (gesprongen en/of voetwissel niet toegestaan) 6) Combinatiepirouette met alle basisposities, zonder voetwissel (minimaal 8 draaien) 7) Passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte Specifieke Bepalingen Kunstrijden 5

Artikel 507 A Verplichte dansen bij IJsdansen Voor alle wedstrijden en kampioenschappen voor de categorieën Senioren en Junioren worden jaarlijks de verplichte dans(en) via de ISU-communications bekendgemaakt. Deze informatie zal tevens via KRberichten worden verspreid. Voor alle wedstrijden en kampioenschappen voor de categorieën Junioren B, Novice B, Debs B, Teens, Teens B, Proms, Proms B, Goud, Zilver, Brons wordt jaarlijks vóór 1 mei voor het komende seizoen de verplichte dans(en) geselecteerd en niet later dan 15 mei via KR-berichten bekendgemaakt Artikel 508 Vrij programma bij solorijden Voor alle groepen (Senioren, Junioren, Junioren B, Novice en Novice B, Debs en Debs B, Teens en Teens B en Proms) geldt de volgende regel: Alle enkele en/of dubbele sprongen mogen maximaal 1 x herhaald worden mits deze in een combinatie of serie worden gedaan. Alleen de Toeloop en de Rittberger mogen nog 1 x extra in een combinatie of serie worden herhaald. Alle basissprongen dienen te worden getoond in het vrije programma. Voor herhaling van de 3-voudige sprongen geldt de ISU regel. Debs en Debs B Dames & Heren Lange Kür 3 min (+/- 10 sec) Max. 6 sprongelementen waarvan tenminste 1 een axelelement moet zijn. Binnen de 6 sprongelementen mag je max. 3 sprongcombinaties of sequenties uitvoeren. Max. 1 sprongcombinatie mag uit max. drie (3) sprongen mag bestaan. Een sprongsequentie mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Slechts twee (2) sprongen met twee en een halve (2 ½) draai of drie (3) draaien mogen herhaald worden in of een sprongcombinatie of sprong-sequentie. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van alle (2 of 3) sprongen opgeteld. 3 pirouetten: - Een combinatiepirouette met min. een positiewissel en max. 1 voetwissel. (5 draaien per voet). - Een zweefpirouette (gesprongen en/of voetwissel toegestaan) (5 draaien per voet). - Een zitpirouette (gesprongen en/of voetwissel toegestaan ) (5 draaien per voet). (Bij de twee laatst genoemde pirouetten geldt dat slechts één pirouette gesprongen mag zijn). - Max. 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte of 1 zweefstandenserie, bestaande uit minimaal 2 zweefstanden. Teens en Teens B Dames & Heren Lange Kür 2:30 min (+/- 10 sec) Max. 6 sprongelementen waarvan tenminste 1 een axelelement moet zijn. Binnen de 6 sprongelementen mag je max. 3 sprongcombinaties of sequenties uitvoeren. Max. 1 sprongcombinatie mag uit max. drie (3) sprongen mag bestaan. Een sprongsequentie mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Slechts twee (2) sprongen met twee en een halve (2 ½) draai of drie (3) draaien mogen herhaald worden in of een sprongcombinatie of sprong-sequentie. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van alle (2 of 3) sprongen opgeteld. Sprongen algemeen: De spot, salchow en rittberger mogen slechts 1maal uitgevoerd worden als losse sprong. Vervolgens mag deze alleen maar in combinatie uitgevoerd worden met als restrictie dat er niet meer dan 3x een spot (enkel of dubbel), 3x een salchow (enkel of dubbel) en 3x een rittberger (enkel of dubbel) in het programma uitgevoerd wordt. Exact drie (3) verschillende pirouetten. Één (1) daarvan moet een combinatiepirouette zijn (aantal positiewissels en voetwissels is vrij) tenminste 6 draaien totaal. De overige twee (2) pirouetten zijn vrij (geen combinatiepirouette!) maar dienen wel verschillend te zijn van elkaar en tenminste 4 draaien per pirouette Specifieke Bepalingen Kunstrijden 6

totaal. Het minimum aantal draaien per positie/ variatie is 2. Wordt de positie minder dan 2 draaien uitgevoerd dan telt de hele positie/variatie niet mee voor de pirouette. Het aantal voet- en positiewissels in de combinatiepirouette is vrij. Max. 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte of 1 zweefstandenserie, bestaande uit minimaal 2 zweefstanden. Par.4. Proms/Proms B Dames en Heren Kür 2:30 min (+/- 10 sec) Max. 6 sprongelementen waarvan tenminste 1 een axelelement moet zijn. Binnen de 6 sprongelementen mag je max. 3 sprongcombinaties of sequenties uitvoeren. Max. 1 sprongcombinatie mag uit max. drie (3) sprongen mag bestaan. Een sprongsequentie mag meerdere sprongen bevatten maar slechts de moeilijkste 2 sprongen worden geteld. Slechts twee (2) sprongen met twee en een halve (2 ½) draai of drie (3) draaien mogen herhaald worden in of een sprongcombinatie of sprong-sequentie. Bij een sprongcombinatie wordt de waarde van alle (2 of 3) sprongen opgeteld. Sprongen algemeen: De spot, salchow en rittberger mogen slechts 1maal uitgevoerd worden als losse sprong. Vervolgens mag deze alleen maar in combinatie uitgevoerd worden met als restrictie dat er niet meer dan 3x een spot (enkel of dubbel), 3x een salchow (enkel of dubbel) en 3x een rittberger (enkel of dubbel) in het programma uitgevoerd wordt. Exact drie (3) verschillende pirouetten. Één (1) daarvan moet een combinatiepirouette zijn (aantal positiewissels en voetwissels is vrij) tenminste 6 draaien totaal. De overige twee (2) pirouetten zijn vrij (geen combinatiepirouette!) maar dienen wel verschillend te zijn van elkaar en tenminste 4 draaien per pirouette totaal. Het minimum aantal draaien per positie/ variatie is 2. Wordt de positie minder dan 2 draaien uitgevoerd dan telt de hele positie/variatie niet mee voor de pirouette. Het aantal voet- en positiewissels in de combinatiepirouette is vrij. Max. 1 passenserie in rechte lijn, cirkel of serpentine, met maximaal gebruik van de ijsoppervlakte of 1 zweefstandenserie, bestaande uit minimaal 2 zweefstanden. Artikel 509A Aanvullende regels voor het vrij programma bij ijsdansen Voor de groep Novice wordt uitgegaan van de ISU-regels voor de vrije dans van Novice. Artikel 509 B Aanvullende regels voor het vrij programma bij het sychroonschaatsen Voor de groep Novice en Juvenile (Debs) wordt uitgegaan van de ISU-regels voor het vrije programma voor junioren. Artikel 510 - Aanvragen en toewijzen van wedstrijden, aankondiging van wedstrijden Onverlet het in de Algemene Bepalingen gestelde moeten alle kampioenschappen en internationale wedstrijden, alsmede de andere nationale wedstrijden, te weten: a. Nationale wedstrijden, b. Regionale wedstrijden, c. Gewestelijke wedstrijden, d. Clubwedstrijden, die een gewest of de aangesloten vereniging van plan zijn in een bepaald seizoen te organiseren door de organisatie van deze wedstrijden aan het Sectiebestuur Kunstrijden uiterlijk binnen zes weken na aanvang van het schaatsseizoen (1 juli t/m 30 juni) bekendgemaakt worden. Indien twee of meer wedstrijden op onderling met elkaar in strijd zijnde dagen zouden worden georganiseerd, zal de wedstrijdsecretaris van het Sectiebestuur Kunstrijden onmiddellijk de betreffende organisatoren in kennis stellen en vervolgens met hen in overleg treden om een andere datum vast te stellen. Het Sectiebestuur Kunstrijden zal de ontvangen wedstrijdaanvragen (zie paragraaf 1 hierboven), voor zover daaraan goedkeuring werd verleend, en de te houden testen solorijden, paarrijden en ijsdansen, alsmede Specifieke Bepalingen Kunstrijden 7

verdere kunstrij-evenementen, door middel van de nationale wedstrijdkalender als bedoeld in Artikel 18 van het algemeen reglement van de Bond, bekendmaken per 1 september. Deze aankondiging vervangt niet de aankondiging van wedstrijden volgens Artikel 14 van de Algemene Bepalingen. Par. 5. Par. 6. De aankondiging van een wedstrijd dient te geschieden door de organiserende vereniging onder verantwoording van de betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissie, waarbij wat betreft de inhoud van de aankondiging het bepaalde in Artikel 15 van de Algemene Bepalingen in acht genomen moet worden. De aankondiging dient ten minste zes weken vóór aanvang van een wedstrijd te zijn verzonden aan: a. alle kunstrijverenigingen met mogelijke deelnemers; b. de aangewezen scheidsrechter en juryleden; c. de betrokken gewestelijke besturen; d. de betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissies; e. het Sectiebestuur Kunstrijden; f. de redactie van de SCHAATSSPORT. De organisatie zendt ten minste twee weken vóór de eerste dag van de wedstrijd een programma met deelnemerslijst en tijdschema aan: a. alle kunstrijverenigingen in de/het betreffende gewest(en); b. de aangewezen scheidsrechter en juryleden; c. de betrokken gewestelijke besturen; d. de betrokken Gewestelijke/Regionale Technische Commissies; e. het Sectiebestuur Kunstrijden; f. de redactie van de SCHAATSSPORT. Artikel 510 A - Samenstelling van wedstrijden solo- en paarrijden en synchroonschaatsen Nederlandse Kampioenschappen Solorijden, Paarrijden en Synchroonschaatsen en Gewestelijke Kampioenschappen Solorijden, Paarrijden en Synchroonschaatsen moeten voor alle categorieën (m.u.v. Juvenile (Debs) bij synchroonschaatsen) bestaan uit: a. Kort programma b. Vrij programma De KNSB cup, wedstrijd voor Junioren B, Novice B, Debs B, Teens en, Teens B moeten bestaan uit: a. Kort programma b. Vrij programma De KNSB cup wedstrijd voor Proms moet bestaan uit: a. Vrij programma Andere wedstrijden solorijden, paarrijden en Synchroonschaatsen kunnen bestaan uit: a. Kort programma (optioneel) b. Vrij programma (optioneel) Artikel 510 B Samenstelling van wedstrijden ijsdansen Nederlandse Kampioenschappen en Gewestelijke Kampioenschappen voor Senioren en Junioren moeten bestaan uit a. Verplichte dans(en); b. Originele dans; c. Vrije dans. Nederlandse Kampioenschappen en Gewestelijke Kampioenschappen voor Novice en Debs moeten bestaan uit: a. Verplichte dans(en); b. Vrije dans. De KNSB cup en de Finale van de KNSB Cup voor de Junioren B, Novice B en Debs B moeten bestaan uit: a. 2 verplichte dans(en), deze worden geloot uit de testdansen. b. Vrije dans Specifieke Bepalingen Kunstrijden 8

a. De KNSB cup en de Finale van de KNSB Cup voor de Teens, Teens B, Proms en Proms B moeten bestaan uit: 2 verplichte dans(en), deze worden geloot uit de testdansen. Par. 5. De categorieën in het Adult Circuit bestaan uit (voor zowel solo als paar): a. verplichte dans(en) (optioneel) b. een aparte wedstrijd voor originele dans (optioneel) c. een aparte wedstrijd voor vrije dans (optioneel) Artikel 510 C Open Nederlandse Kampioenschappen Bij de Open Nederlandse Kampioenschappen kunnen met inachtneming van het gestelde in Artikel 505, de volgende categorieën inschrijven: Solorijden: Senioren, Junioren, Novice en Debs Paarrijden: Senioren en Junioren IJsdansen: Senioren, Junioren, Novice en Debs Synchroonschaatsen: Senioren, Junioren Par. 5. Par. 6. Het aantal deelnemers aan de Nederlandse Kampioenschappen voor de genoemde categorieën is beperkt tot de volgende aantallen: Dames Heren Paarrijden IJsdansen Synchroon Senioren 12 6 6 6 6 Junioren 12 6 6 6 6 Novice 12 6 6 6 6 Debs 12 6 6 6 6 Het Sectiebestuur Kunstrijden wijst voorafgaand aan het seizoen 3 wedstrijden aan (plaats en datum) als nationale selectiewedstrijd voor de Open Nederlandse Kampioenschappen. Het Sectiebestuur Kunstrijden bepaalt welke programma s zullen worden gereden op deze wedstrijden in de diverse categorieën Rijders kunnen zich kwalificeren voor deelname aan de Open Nederlandse Kampioenschappen door middel van behaalde punten op selectiewedstrijden. Op deze wedstrijden is inschrijving in de categorieën genoemd in mogelijk voor alle rijders die daartoe gekwalificeerd zijn volgens artikel 505. Kwalificatie voor deelname aan de Open Nederlandse Kampioenschappen gebeurt aan de hand van een puntenklassement dat wordt opgesteld op grond van de uitslagen van de 3 selectiewedstrijden. De punten worden toegekend in iedere categorie bij de 3 selectie wedstrijden op grond van de plaatscijfers. Het aantal deelnemers in de categorie is bepalend voor het aantal punten die de rijder krijgt. De rijder die als eerste eindigt krijgt de minste punten en de rijder die als laatste eindigt krijgt de meeste punten (bijvoorbeeld: als men in een categorie 13 deelnemers heeft dan krijgt de rijder die op de laatste plaats eindigt 13 punten en de rijder die op de eerste plaats eindigt 1 punt.) Er mag aan 3 selectiewedstrijden worden deelgenomen. Als een rijder/paar/team aan 3 selectiewedstrijden deelneemt tellen de behaalde punten in het puntenklassement van de twee selectiewedstrijden waar de minste punten zijn verdiend. Wanneer meerdere rijders een gelijk aantal punten in het puntenklassement behalen geeft de beste eindklassering op de derde selectiewedstrijden de doorslag. Rijders die niet aan tenminste twee selectiewedstrijden hebben deelgenomen kunnen niet aan de Open Nederlandse Kampioenschappen deelnemen. Tevens moeten de volgende punten behaald worden bij de lange kür. Bij een lange kür minimaal een total segment score van: Senioren dames Senioren heren 45 punten 50 punten Specifieke Bepalingen Kunstrijden 9

Junioren dames Junioren heren IJsdansen senioren IJsdansen junioren Paarrijden senioren Paarrijden junioren 40 punten 45 punten 55 punten bij de vrije dans 40 punten bij de vrije dans Wordt nog nader bepaald 50 punten Par. 7. Par. 8. Par. 9. Indien een rijder die gekwalificeerd is om aan de Open Nederlandse Kampioenschappen deel te nemen om onvoorziene reden van deelname moet afzien, is de betreffende vereniging verplicht de organisatie hiervan onmiddellijk schriftelijk te informeren. De organiserende vereniging zal daarop de vereniging van de volgende met het laagste aantal punten informeren die dan de plaats van de weggevallen rijder kan innemen. Vervanging kan maximaal 3 maal per categorie gebeuren en uiterlijk tot het begin van de eerste officiële loting. Indien na 3 vervangingen het maximaal aantal deelnemers niet wordt gehaald, zal de wedstrijd met minder deelnemers worden verreden. Leden van de selectie kunstrijden die door de KNSB worden uitgezonden naar ISU wedstrijden en daardoor niet kunnen deelnemen aan de selectiewedstrijden zullen alsnog worden toegelaten bij de Hertogstadbokaal en de Staten van Hollandbokaal. Zij zullen dan boven de eerder genoemde aantallen worden toegelaten. Leden van de selectie kunstrijden die door de KNSB worden uitgezonden naar ISU wedstrijden hoeven zich niet via selectiewedstrijden te kwalificeren voor de Nederlandse Kampioenschappen. Zij hebben automatisch toegang tot de Open Nederlandse Kampioenschappen. De selectiewedstrijden worden wel opgenomen in het wedstrijdschema als de planning dit toelaat. Par. 10. De winnaar binnen een categorie krijgt de titel Nederlands Kampioen voor die categorie wanneer minimaal de volgende punten totalen worden behaald: Senioren Dames 105 Punten IJsdansen Senioren 115 Punten Junioren Dames 80 Punten IJsdansen Junioren 100 Punten Novice Dames 70 Punten IJsdansen Novice 50 Punten Senioren Heren 120 Punten IJsdansen Debs 40 Punten Junioren Heren 100 Punten Synchroonschaatsen Senioren 105 Punten Novice Heren 75 Punten Synchroonschaatsen Junioren 85 Punten Paarrijden Senioren 110 Punten Synchroonschaatsen Novice Punten Paarrijden Junioren 90 Punten Paarrijden Novice 72 Punten Voor de categorie Debs worden nog geen minimumpunten vastgesteld omdat er op dit niveau nog geen ervaring is met het N.J.S. Par. 11. Par. 12. Aan de Open Nederlandse Kampioenschappen mogen rijd(st)er(s) meedoen die niet in het bezit zijn van een Nederlands paspoort. Zij hebben zich echter wel te houden aan het bepaalde in artikel 510 C par. 5 t/m 7. Indien een rijd(st)er die geen Nederlandse nationaliteit heeft eindigt op de 1 e plaats dan wordt hij/zij Open Nederlands Kampioen. De rijd(st)er die in dezelfde categorie 2 e wordt en in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit wordt dan Nederlands Kampioen. Artikel 510 D KNSB-CUP Voor de KNSB-cup kunnen met inachtneming van het gestelde in Artikel 505, de volgende categorieën inschrijven: Solorijden: Junioren B, Novice B, Teens, Debs B, Proms, en Teens B IJsdansen: Junioren B, Novice B, Debs B, Teens, Teens B, Proms, Proms B Synchroonschaatsen: Adult, All (mix) Age en Juvenile (Debs) Het aantal deelnemers aan de KNSB-CUP voor de genoemde categorieën is beperkt tot de volgende Specifieke Bepalingen Kunstrijden 10

aantallen: Dames Heren IJsdansen Junioren B 12 8 12 Novice B 12 8 12 Debs B 12 8 12 Teens 12 8 12 Proms 12 8 12 Teens B 12 8 12 Par. 5. Par. 6. Par. 7. Het Sectiebestuur Kunstrijden wijst voorafgaand aan het seizoen 3 wedstrijden aan (plaats en datum) als nationale selectiewedstrijden voor de KNSB-cup Het Sectiebestuur Kunstrijden bepaalt welke programma s moeten worden gereden op deze wedstrijden in de diverse categorieën. Rijders kunnen zich kwalificeren voor deelname aan de KNSB-cup door middel van behaalde punten op selectiewedstrijden. Op deze wedstrijden is inschrijving in de categorieën genoemd in lid 1 mogelijk voor alle rijders die daartoe gekwalificeerd zijn volgens artikel 505. Kwalificatie voor deelname aan de KNSB-cup gebeurt aan de hand van een puntenklassement dat wordt opgesteld op grond van de uitslagen van de 3 selectiewedstrijden. De punten worden toegekend in iedere categorie bij de 3 selectie wedstrijden op grond van de plaatscijfers. Het aantal deelnemers in de categorie is bepalend voor het aantal punten die de rijder krijgt. De rijder die als eerste eindigt krijgt de minste punten en de rijder die als laatste eindigt krijgt de meeste punten (bijvoorbeeld: als men in een categorie 13 deelnemers heeft dan krijgt de rijder die op de laatste plaats eindigt 13 punten en de rijder die op de eerste plaats eindigt 1 punt.) Er mag aan 3 selectiewedstrijden worden deelgenomen. Als een rijder/paar/team aan 3 selectiewedstrijden deelneemt tellen de behaalde punten in het puntenklassement van de twee selectiewedstrijden waar de minste punten zijn verdiend. Wanneer meerdere rijders een gelijk aantal punten in het puntenklassement behalen geeft de beste eindklassering op de derde selectiewedstrijden de doorslag. Rijders die niet aan tenminste twee selectiewedstrijden hebben deelgenomen kunnen niet aan de KNSB-cup deelnemen. Indien een rijder die gekwalificeerd is om aan de KNSB-cup deel te nemen en om onvoorziene redenen van deelname moet afzien, dan is de betreffende vereniging verplicht de organisatie hiervan onmiddellijk schriftelijk te informeren. De organiserende vereniging zal daarop de vereniging van de volgende met het laagste aantal punten informeren die dan de plaats van de weggevallen rijder kan innemen. Vervanging kan maximaal 3 maal per categorie gebeuren en uiterlijk tot het begin van de eerste officiële loting. Indien na 3 vervangingen het maximaal aantal deelnemers niet wordt gehaald, zal de wedstrijd met minder deelnemers worden verreden. Artikel 510 E Artikel 510 F Als kandidaten zich inschrijven voor een wedstrijd/testen waarbij het ISU Judging System (NJS) wordt gebruikt dan zijn zij verplicht om bij de inschrijving het planned program te voegen. Als het planned program niet bij de inschrijving is toegevoegd dan geldt dat de kandidaat NIET is ingeschreven. Na het omroepen van de naam van de deelnemer(ster) is er maximaal 1 minuut tijd totdat de muziek wordt gestart. Artikel 511 Officials Bij alle testen en wedstrijden in Nederland worden scheidsrechter, assistent-scheidsrechter, juryleden, technisch specialist, technisch controller en video-data operator door of namens de voorzitter van het Sectiebestuur Kunstrijden aangewezen (met uitzondering van ISU-wedstrijden). Bij internationale wedstrijden worden de Nederlandse juryleden door of namens de voorzitter van het Sectiebestuur Kunstrijden aangewezen. Specifieke Bepalingen Kunstrijden 11

Par. 5. Par. 6. Par. 7. Par. 8. Bij basis-testen en club/recreantenwedstrijden benoemt het Sectiebestuur Kunstrijden ten minste één jurylid, wiens naam op de lijst van juryleden voorkomt. Alleen dit jurylid kan als voorzitter van de beoordelingscommissie of scheidsrechter fungeren. Aanvullend kan de organisatie als tijdelijk jurylid benoemen kunstrijders van minimaal 18 jaar en in het bezit van 1 deel van de vierde klas test. Behoudens het hierna bepaalde is het niet toegestaan als scheidsrechter of jurylid te functioneren als men niet is aangewezen conform het onder 1. gestelde. Indien een jurylid verstek laat gaan, zal de apart fungerende scheidsrechter, indien hij/zij daartoe bevoegd is, deel gaan uitmaken van het jurypanel. Indien de scheidsrechter echter reeds deel uitmaakt van het jurypanel, moet hij/zij in overleg met de organisatoren trachten een ander jurylid in te schakelen. De overige officials worden door het gewest of lid dat de wedstrijd of test organiseert benoemd. In tegenstelling tot hetgeen in art. 336 (par. 3; ISU) is bepaald, gelden de volgende aanpassingen: a. een assistent-scheidsrechter alleen bij de Nederlandse kampioenschappen en internationale wedstrijden; b. minimaal drie juryleden (vijf bij Nederlandse kampioenschappen); c. een reserve jurylid (indien mogelijk); d. één tijdwaarnemer voor de programma's (indien mogelijk). Artikel 512 - Lotingen Solorijden & Synchroonschaatsen De startvolgorde wordt als volgt bepaald: a. een deelnemer wordt gekozen om de vereniging, waarbij de loting van de startvolgorde begint, te loten. b. loting van de startvolgorde van de deelnemers in alfabetische volgorde van de verenigingen, te beginnen bij de gelote vereniging. Artikel 512 A Lotingen IJsdansen De startvolgorde bij de eerste dans en de originele dans wordt als volgt bepaald: a. een deelnemer wordt gekozen om de vereniging, waarbij de loting van de startvolgorde begint, te loten b. loting van de startvolgorde van de deelnemers in alfabetische volgorde van de verenigingen, te beginnen bij de gelote vereniging De startnummers mogen alleen getrokken worden door deelnemers, door een officiële vertegenwoordiger van hun vereniging of door leden van het organisatiecomité. De officiële aankondiging van de inschrijvingen en de samenstelling van de jury wordt door de scheidsrechter van de wedstrijd, of door een aangewezen official gedaan ten tijde van de eerste loting van de startvolgorde van die wedstrijd Indien er meer dan 1 verplichte dans wordt gereden, vindt de loting van de dansen plaats voor de eerste training. Artikel 512 B - Startvolgorde bij het IJsdansen. Bij verplichte dansen gelden de volgende regels: a. De deelnemer met startnummer één moet de eerste dans als eerste rijden; de dans moet dan door alle andere deelnemers worden gereden in de volgorde van hun startnummer. b. De deelnemers zijn in twee groepen verdeeld. De eerste dans wordt eerst door de deelnemers van groep één in overeenstemming met hun getrokken startnummer gereden, vervolgens door de deelnemers van groep twee, enz. De tweede dans wordt het eerst door de deelnemers van groep twee gereden, dan door de deelnemers van de eerste groep. Indien het aantal deelnemers niet deelbaar is door twee dan moet de laatste groep, die de eerste dans rijdt, een deelnemer meer bevatten dan de eerste groep. c. Een uitzondering op deze regel is toegestaan als er slechts twee deelnemers zijn, doch alleen met beider toestemming. Zo spoedig mogelijk nadat de resultaten van het voorafgaande gedeelte van de wedstrijd bekend zijn, moet de Specifieke Bepalingen Kunstrijden 12

scheidsrechter of zijn assistent, in aanwezigheid van ten minste een rijder, de loting van het volgende deel van de wedstrijd op zich nemen. Bij de Original Dance gelden de volgende regels: a. De loting is gebaseerd op het resultaat van de verplichte dans(en). b. Als twee of meer deelnemers gelijk eindigen voor dezelfde plaats na afloop van de verplichte dansen, loten zij in dezelfde groep. Een aparte loting tussen die gelijk geëindigde paren zal dan voorafgaan aan de werkelijke loting om uit te maken wie van hen het eerst mag loten. Wanneer deelnemers die gelijk geëindigd zijn in dezelfde groep hebben geloot, zal de onmiddellijk voorafgaande groep kleiner zijn met het aantal deelnemers zoals toegevoegd aan de volgende groep. Indien het aantal deelnemende paren tien of kleiner is, vindt een vrije loting voor de startvolgorde voor de originele dans plaats. Het hoogst geëindigde paar na de verplichte dansen loot dan als eerste. Bij de vrije dans gelden de volgende regels: a. De loting is gebaseerd op het resultaat van de verplichte dans(en) en de originele dans samen. Het hoogst geëindigde paar loot als eerste. b. Indien paren gelijk eindigen, geeft het resultaat behaald bij de originele dans de doorslag. Artikel 513 - Waardering / Berekening Resultaten Voor alle selectiewedstrijden, alsmede het Nederlands Kampioenschap, de finale KNSB-cup en Internationale wedstrijden geldt dat het ISU-jureringssysteem moet worden gebruikt (zie ISU reglement). Artikel 514 Scheidsrechters Par. 5. De als scheidsrechter bij nationale wedstrijden voorgedragen scheidsrechters mogen niet gediskwalificeerd zijn door een voorziening in de bepalingen en (hoewel niet gediskwalificeerd), mogen geen inkomsten hebben uit eigendom of management van een ijsshow of ijsbaan en geen betaalde werknemer van de KNSB zijn. Het Sectiebestuur Kunstrijden moet jaarlijks vóór 1 maart aan het Bondsbestuur de namen van de personen sub a1, a2, b1, b2, en c1 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, b3, en c2 bekendmaken, die als scheidsrechter worden aanbevolen en wel op de volgende wijze: Lid. a. Scheidsrechter voor Solo- en Paarrijden: 1. Scheidsrechter voor ISU-kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Lid. b. Scheidsrechter voor IJsdansen: 1. Scheidsrechter voor ISU-kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Lid. c. Scheidsrechter voor Synchroonschaatsen: 1. Scheidsrechter voor ISU-kampioenschappen 2. Scheidsrechter voor internationale wedstrijden 3. Scheidsrechter voor nationale wedstrijden Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Scheidsrechters voor ISU- Kampioenschappen en internationale wedstrijden en scheidsrechters voor Nederlandse kampioenschappen mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden en testen. Hun namen behoeven niet op de lijst van scheidsrechters voor nationale wedstrijden en testen genoemd te worden. Het Sectiebestuur Kunstrijden dient er de uiterste zorg voor te dragen dat de te benoemen scheidsrechters uiterst ervaren, betrouwbaar en volkomen onpartijdig zijn en een grondige kennis van de desbetreffende voorschriften hebben. Een scheidsrechter die de leeftijd van 70 jaar op 1 juli heeft bereikt, kan dat jaar of daarna, in overeenstemming met paragraaf 1 en 2 hierboven, niet meer opnieuw worden voorgedragen. In bijzondere gevallen kan hiervoor echter dispensatie worden verleend. Teneinde in aanmerking te komen voor een voordracht tot scheidsrechter bij nationale wedstrijden, moet de aanbevolen kandidaat: erkend zijn als jurylid voor nationale wedstrijden in de laatste drie achtereenvolgende lijsten de voordracht voorafgaande de activiteiten van de kandidaat als jurylid moeten gedurende de 36 maanden aan de voordracht Specifieke Bepalingen Kunstrijden 13

voorafgaande bevredigend zijn geweest. Het Sectiebestuur Kunstrijden zal over de vaardigheid van de kandidaat beslissen. Par. 6. Par. 7. De volledige lijst van scheidsrechters zal uiterlijk op 1 augustus van ieder jaar door de KNSB aan de leden worden bekendgemaakt. De lijst zal samen met de lijst van erkende juryleden worden bekendgemaakt en zal op 1 augustus van ieder jaar van kracht zijn. Plichten en bevoegdheden van de scheidsrechter zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating 2008 Par. 8. Rapport van de scheidsrechter zal zijn conform de Special Regulations Figure Skating 2008 Par. 9. Het door de scheidsrechter getekende rapport moet binnen twee maanden na de wedstrijd aan het Sectiebestuur Kunstrijden worden gezonden. Artikel 515 Juryleden Het Sectiebestuur Kunstrijden zal jaarlijks vóór 1 maart aan het Bondsbestuur de namen van de personen sub a.1, a2, b1, b2, en c1 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, a4, a5, a6, b3, b4, b5, b6, c2, c3, en c4 bekendmaken, die als juryleden worden aanbevolen: Lid. a. Juryleden voor Solo- en Paarrijden: 1. Juryleden voor ISU-kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden en -testen 4. Juryleden voor regionale wedstrijden 5. Juryleden voor basistesten 6. Kandidaat-juryleden Lid. b. Juryleden voor IJsdansen: 1. Juryleden voor ISU-kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden en -testen 4. Juryleden voor regionale wedstrijden 5. Juryleden voor bouwsteentesten 6. Kandidaat-juryleden Lid. c. Juryleden voor Synchroonschaatsen: 1. Juryleden voor ISU-kampioenschappen 2. Juryleden voor internationale wedstrijden 3. Juryleden voor nationale wedstrijden 4. Juryleden voor regionale wedstrijden 5. Kandidaat-juryleden Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Juryleden voor internationale wedstrijden mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden, testen en basistesten. Hun namen behoeven niet op de lijst van juryleden voor nationale wedstrijden genoemd te worden. Juryleden dienen de Nederlandse nationaliteit te hebben. Indien het Sectiebestuur Kunstrijden een jurylid met andere nationaliteit voordraagt, moet het betrokken jurylid inwoner zijn van Nederland. Par. 5. Plichten van juryleden zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating 2008 Artikel 516 Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator Het Sectiebestuur Kunstrijden zal jaarlijks vóór 1 maart aan het Bondsbestuur de namen van de personen sub a.1, a2, b1, b2, c1 en c2 en vóór 1 juli de namen van de personen sub a3, a4, b3, b4, c3, en c4 bekendmaken, die als juryleden worden aanbevolen: Lid. a. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor Solo- en Paarrijden: 1. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor ISU-kampioenschappen 2. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor internationale Specifieke Bepalingen Kunstrijden 14

Lid.b. Lid. c. wedstrijden 3. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor nationale wedstrijden 4. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor regionale wedstrijden Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor IJsdansen: 1. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor ISU-kampioenschappen 2. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor internationale wedstrijden 3. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor nationale wedstrijden 4. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor regionale wedstrijden Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor IJsdansen: 1. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor ISU-kampioenschappen 2. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor internationale wedstrijden 3. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor nationale wedstrijden 4. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor regionale wedstrijden Par. 5. Voordrachten moeten voor de verschillende groepen apart worden voorgelegd. Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator voor internationale wedstrijden mogen ook als zodanig optreden bij nationale wedstrijden. Hun namen behoeven niet op de lijst van juryleden voor nationale wedstrijden genoemd te worden. Juryleden dienen de Nederlandse nationaliteit te hebben. Indien het Sectiebestuur Kunstrijden een Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator met andere nationaliteit voordraagt, moet het betrokken jurylid inwoner zijn van Nederland. Plichten van de Technisch Specialist / Technisch Controller / Video-Data operator zullen zijn conform de Special Regulations Figure Skating 2008 Artikel 517 Wedstrijden en Demonstraties Par. 1 Par. 5. Par. 6. Par. 7. Par. 8. Par. 9. Onderhandelingen betreffende demonstraties van welke aard ook mogen niet met de rijders worden gevoerd, doch alleen met het lid waartoe de rijder behoort. Afspraken voor demonstraties binnen Nederland moeten schriftelijk worden geregeld door het lid van de KNSB,waarbij de rijder is aangesloten en het gewest van de KNSB, waarbij wordt gedemonstreerd; beide leden van de KNSB dienen de wedstrijdsecretaris van de sectie kunstrijden hiervan in kennis te stellen. Afspraken voor demonstraties in het buitenland moeten schriftelijk worden geregeld door het lid van de Bond, waarbij de rijder is aangesloten en de KNSB. De bepalingen van ISU-Artikel 102, paragraaf 7 (optreden met niet tot deelneming gerechtigde personen) en van ISU-Artikel 109, paragraaf 2 en 3 (lidmaatschap) zijn eveneens van toepassing op demonstraties De totale waarde van alle geschenken, die iedere deelnemer bij kunstrijdemonstraties - gehouden op dezelfde dag en voor dezelfde sponsor - ontvangt, mag niet hoger zijn dan 75,--. Bij wedstrijden mag het organiserende lid voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden voor rijders en officials. Voor rijders en zij die demonstreren bij het kunstrijden mogen reis- en verblijfkosten vergoed worden aan ouders of deelnemer door het lid dat het evenement organiseert. Leden is het niet toegestaan voor deelneming aan een wedstrijd, demonstratie of ander evenement, meer te vragen of te betalen dan de gemaakte vervoerskosten en noodzakelijke andere kosten tijdens de reis, of de ter plaatse van het evenement gemaakt verblijfkosten. Een deelnemer die in een ander dan door het organiserende lid aangewezen hotel verkiest te verblijven, zal voor zo'n ander hotel slechts aanspraak hebben op een vergoeding, welke gebaseerd is op de overeenkomstige prijs van het daartoe door het lid aangewezen hotel. Dergelijke deelnemers moeten wel het organiserende lid van hun plaatselijke adres op de hoogte stellen. Specifieke Bepalingen Kunstrijden 15

Par. 10. Par. 11. Bij wedstrijden in het kunstrijden moet het organiserende lid voor alle scheidsrechters en assistentscheidsrechters, alsmede de juryleden, die benoemd zijn om op te treden, voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden. Bij demonstraties kunstrijden mag het organiserende lid voor degenen die demonstreren en genodigden die hen vergezellen, voor vervoer en verblijf zorgen of de reis- en verblijfkosten vergoeden. Artikel 518 Nationale testen bij het kunstrijden (solorijden en ijsdansen) (zie ook schematische voorstelling dat is bijgevoegd) Nationale testen kunnen worden afgelegd door leden van de bij de KNSB aangesloten verenigingen, mits zij in het bezit zijn van een geldige KNSB-licentie kunstrijden. Tevens bestaat de mogelijkheid voor trainers (in het bezit van een geldige KNSB-licentie kunstrijden) deze testen af te leggen. Testen Schaatsvaardigheid (moves in the field) Niveau 1/Interbrons (Proms/Proms B) Pre-Preliminary test Moves in the Field testen USA Niveau 2/ Brons (Teens/Teens B) Preliminary test Moves in the Field testen USA Niveau 3/ Interzilver (Debs/Debs B) Pre-Juvenile test Moves in the Field testen USA Niveau 4/ Zilver (Novice/Novice B) Juvenile test Moves in the Field testen USA Niveau 5/ Intergoud (Junioren/Junioren B) Intermediate test Moves in the Field testen USA Niveau 6/ Goud (Senioren) Novice test Moves in the Field testen USA Niveau 7/ Platina Junior test Moves in the Field testen USA Niveau 8/ Mastertest Senior test Moves in the Field testen USA Testen Solorijden (Vrijrijden) - Voor de vrijrijtesten geldt dat de kür een maximumduur heeft. In afwijking van de wedstrijdreglementen mag een kür ook korter zijn, mits de gevraagde elementen en benodigde componenten ook getoond worden. - Bij alle testen geldt, dat er max. 2 elementen, op aanvraag van de scheidsrechter mogen worden overgedaan. Echter bij de Interbrons, Brons en Interzilver vrijrijtesten geldt dat maximaal 1 sprong en 1 ander element mogen worden overgedaan. - Voor alle testen geldt dat, overeenkomstig het Nationale wedstrijdreglement, in iedere kür alle verschillende sprongelementen moeten worden getoond. Er mogen niet meer elementen worden uitgevoerd dan de gevraagde elementen. Specifieke Bepalingen Kunstrijden 16

- Voor de hogere testen (vanaf Zilver) gelden tevens de ISU-regels voor die betreffende categorie, met de restrictie dat de specifieke elementen volgens de onderstaande testreglementen moeten worden uitgevoerd. Er mogen niet meer elementen worden uitgevoerd dan de gevraagde elementen. - Als niet specifiek vermeld staat welk level behaald moet worden, is de keuze van het level vrij. Test 1 / Interbrons (benodigd voor categorie: Proms/Proms B) 1. Kadet 2. Spot 3. Salchow 4. Rittberger 5. Flip 6. Lutz 7. Combinatie van 2 enkele sprongen (waarvan één sprong, Flip, Lutz of Rittberger moet zijn) 8. Standwisselpirouette (tenminste 3 draaien per been) 9. Zitpirouette (tenminste 4 draaien in positie) 10. Zweefpirouette (tenminste 4 draaien in positie) Test 2 / Brons (categorie: Teens/Teens B) Kür (tijdsduur max. 2:40 min) 1. Axel 2. Enkele sprong naar keuze 3. Sprongsequentie van 3 sprongen, waarvan 1 een flip moet zijn 4. Sprongcombinatie van 2 sprongen 5. One-position pirouette tenminste 5 draaien (standpirouette uitgesloten) 6. Combinatiepir. zonder voetwissel en met tenminste 1 positiewissel (4 draaien per positie), posities verschillend van element 5 7. Passenserie in rechte lijn over de lengte van de baan N.B. De sprongen vermeld onder resp. 1,2 en 3 dienen verschillend te zijn. In de sprongcombinatie mogen ze eventueel wel worden herhaald. De pirouettes onder 5 en 6 dienen verschillend te zijn. Test 3 / Interzilver (Debs/Debs B) Kür (tijdsduur max. 3 min + 10 sec) Kür volgens KNSB Debs reglement (lange kür). met 6 sprongelementen en 3 pirouettes De volgende elementen zijn verplicht: a. Axel (dubbel of enkel) b. Dubbele sprong naar keuze uit verbindende passen c. Een dubbele sprong naar keuze anders dan onder b. d. Sprongcombinatie bestaande uit 2 sprongen, met minimaal 1 dubbele sprong naar keuze e. Sprongcombinatie met 3 sprongen, waarvan 1 lutz f. Sprong naar keuze g. Wisselpirouette (tenminste 5 draaien in positie en per voet),keuze uit wisselzweef of wisselzit. h. Dames: Himmel pirouette (tenminste 5 draaien in positie) Heren: Zweefpirouette (tenminste 5 draaien in positie) i. Combinatiepirouette met 1 voetwissel en 1 positiewissel (tenminste 5 draaien per been) j. Dames: Zweefstandenserie bestaande uit tenminste 3 zweefstanden waarvan tenminste 1 binnenwaarts moet zijn (elke zweefstand tenminste 3 sec. aanhouden) Heren: Passenserie (in cirkel- of serpentinevorm met gevarieerde passen) Het maximaal aantal sprongelementen is 6. Voor het seizoen 2009 2010 geldt bij wijze van overgangsregeling: De volgende elementen zijn verplicht: a. Axel (dubbel of enkel) b. Sprong naar keuze uit verbindende passen c. Een dubbele sprong naar keuze Specifieke Bepalingen Kunstrijden 17

d. Sprongcombinatie bestaande uit 2 sprongen, met minimaal 1 dubbele sprong naar keuze e. Sprongcombinatie met 3 sprongen, waarvan 1 lutz f. Sprong naar keuze g. Wisselpirouette (tenminste 5 draaien in positie en per voet),keuze uit wisselzweef of wisselzit. h. Dames: Himmel pirouette (tenminste 5 draaien in positie) Heren: Zweefpirouette (tenminste 5 draaien in positie) i. Combinatiepirouette met 1 voetwissel en 1 positiewissel (tenminste 5 draaien per been) j. Dames: Zweefstandenserie bestaande uit tenminste 3 zweefstanden waarvan tenminste 1 binnenwaarts moet zijn (elke zweefstand tenminste 3 sec. aanhouden) Heren: Passenserie (in cirkel- of serpentinevorm met gevarieerde passen) Het maximaal aantal sprongelementen is 6. Test 4 / Zilver (Novice/Novice B) Kür (tijdsduur dames max. 3 min + 10 sec ; heren max. 3:30 min + 10 sec) Kür volgens ISU comm. 1397: Guidelines for novice competitions (lange kür). Indien er vanuit de ISU een recentere versie verschijnt voor de Novice wordt deze gehanteerd! De volgende elementen zijn verplicht. 1. Axel (dubbel of enkel) 2. Dubbele sprong naar keuze uit verbindende passen (sprong onder 3 mag herhaald worden) 3. Drie verschillende dubbelsprongen naar keuze 4. Sprongcombinatie bestaande uit 2 dubbele sprongen naar keuze (sprongen onder 3 mogen herhaald worden) 5. Heren: sprongsequence bestaande uit 3 sprongen waarvan 1 dubbele naar keuze en 1 axel. 6. Drie verschillende pirouettes, waarvan 1 combinatie pirouette met minimaal 10 draaiingen, 1 ingesprongen pirouette naar keuze zonder positie- en voetwissel (6 draaiingen) en 1 andere pirouette (6 draaiingen) 7 Passenserie of zweefstandenserie, naar keuze Het maximum aantal sprongelementen is voor dames 6 en heren 7. Voor het seizoen 2009 2010 geldt bij wijze van overgangsregeling: De volgende elementen zijn verplicht: 1. Axel (dubbel of enkel) 2. Dubbele sprong naar keuze uit verbindende passen (sprong onder 3 mag herhaald worden) 3. Drie verschillende dubbelsprongen naar keuze 4. Sprongcombinatie bestaande uit 2 dubbele sprongen naar keuze of een dubbele en een enkele sprong (sprongen onder 3 mogen herhaald worden) 5. Heren: sprongsequence bestaande uit 3 sprongen waarvan 1 dubbele naar keuze en 1 axel. 6. Drie verschillende pirouettes, waarvan 1 combinatie pirouette met minimaal 10 draaiingen, 1 ingesprongen pirouette naar keuze zonder positie- en voetwissel (6 draaiingen) en 1 andere pirouette (6 draaiingen) 7 Passenserie of zweefstandenserie, naar keuze Het maximum aantal sprongelementen is voor dames 6 en heren 7. Test 5 / Intergoud (Junioren/Junioren B) Kür (tijdsduur dames max. 3:30 min + 10 sec ; heren max. 4 min + 10 sec) Kür volgens ISU junior reglement (lange kür). De volgende elementen zijn verplicht: 1. Maximaal 7 sprongelementen voor de dames en 8 voor de heren, waarvan 1 ( dubbel) axel 2. Alle verschillende (basis)-sprongen dienen te worden getoond en alle sprongelementen dienen als dubbele sprongen (excl. dubbele axel) uitgevoerd te zijn 3. Van de 7 sprongelementen dient 1 element een sprongsequentie te zijn van min. 2 en max. 3 sprongen 4. Van de 7 sprongelementen dient 1 element een sprongcombinatie te zijn van 2 sprongen direct achter elkaar (waarvan 1 een rittberger, flip of lutz moet zijn) Specifieke Bepalingen Kunstrijden 18