Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Hierna te noemen de onderwijsinstelling.



Vergelijkbare documenten
PRAKTIJKOVEREENKOMST. Algemene voorwaarden. 1. Randvoorwaarden. 2. Aard van de overeenkomst. 3. Tussentijdse wijzigingen

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst Deltion College

Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden

Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie

Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst

Algemene voorwaarden BPV-blad

Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP.

Stageovereenkomst Algemene voorwaarden

PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Praktijkovereenkomst. ROC Menso Alting

Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15

Algemene Voorwaarden praktijkovereenkomst

Stageovereenkomst Stageblad

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BBL-c (bedrijfsgerichte trajecten)

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BOL en BBL-individueel

Praktijkovereenkomst. Ondergetekenden: Komen het volgende overeen:

Praktijkovereenkomst BOL

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2018/2019

Praktijkovereenkomst BBL

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar

VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

VOORBEELD STAGEOVEREENKOMST

Naam cursist: <naam cursist> Handtekening:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Algemene voorwaarden. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Dienst Bestuurlijke Ondersteuning

Praktijkovereenkomst BBL

Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs. Ingaande schooljaar 2015/2016

Artikelen van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS -

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2016/2017 Versie 1.1 d.d

Lid 3. De OER is voor elke onderwijsdeelnemer op een toegankelijke plaats in te zien.

overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

Praktijkovereenkomst. Versie september 2011

Vastgesteld door College van Bestuur, na verkregen instemming van de Studentenraad:

Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen

(indien de leerling minderjarig is)

De Algemene Voorwaarden vormen samen met het BPV-blad de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel WEB.

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst. Graafschap College Doetinchem

PRAKTIJKOVEREENKOMST BEROEPSONDERWIJS BOL/BBL ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST ROC van FLEVOLAND

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST (BPV en andersoortige stages)

Examenovereenkomst mbo - Stichting STC-Group

ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST

Onderwijsovereenkomst (OOK) voor de afdeling Educatie ROC Leiden

Onderwijsovereenkomst

Informatiegids beroepspraktijkvorming

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

Onderwijsovereenkomst Educatie

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN

ONDERWIJSOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Informatiegids Beroepspraktijkvorming mborijnland. Cohort 2017

Onderwijsovereenkomst

Inhoud. Artikel Artikel Artikel Artikel

Onderwijsovereenkomst: opleidingsblad

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomsten

Algemene voorwaarden

Onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en Beroepsonderwijs. Voorbeeld

BEROEPSPRAKTIJKVORMINGS-OVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS

ONDERWIJSOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Onderwijsovereenkomst. NCVBBedrijfsopleidingen

Regeling BPV / BBL. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding.

Leerwerkovereenkomst. De Starter Naam Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer Geslacht Geboortedatum BSN-nummer adres

Onderwijsovereenkomst

Onderwijsovereenkomst CITAVERDE College Opleidingsblad

Onderwijsovereenkomst : Algemene Voorwaarden

4.8 De student en in het geval van minderjarigheid de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier.

MODEL PRAKTIJKOVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS

Onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs

Servicedocument Stages in het mbo

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Onderwijsovereenkomst CITAVERDE College Opleidingsblad

Stageovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering 1

Bepalingen onderwijsovereenkomst artikel 1 t/m 18

BEPALINGEN van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS

4 AARD VAN DE OVEREENKOMST

Naam Voor en achternaam Adres Geslacht Postcode en plaats Functie Postadres adres Postcode en plaats Telefoonnummer KVK nummer

Onderwijsovereenkomst / algemene voorwaarden

Servicedocument Stages in het mbo

Servicedocument Praktijkovereenkomst. Informatie en voorbeeldmodellen

Onderwijsovereenkomst

1.1 De deelnemersraad heeft ingestemd met de model onderwijsovereenkomst van het SOMA College.

Onderwijsovereenkomst CITAVERDE College Opleidingsblad

Regeling BPV. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding.

ONDERWIJSOVEREENKOMST nummer..

Informatiegids beroepspraktijkvorming

Bijlage Onderwijsovereenkomst vavo

Regeling bindend studieadvies

LEERWERKOVEREENKOMST MINOR SEN

ONDERWIJSOVEREENKOMST HKS COHORT

Transcriptie:

Student nr: Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Vertegenwoordigd door :, vestigingsdirecteur mbo vestiging te: Hierna te noemen de onderwijsinstelling. 2a. De student Officiële achternaam : Voorna(a)m(en) : Roepnaam : Geboortedatum : Geboren te : Telefoonnummer : Clusius e mailadres : Burgerservicenummer : Hierna te noemen de 2b. Bij minderjarigheid van de student, de wettelijke vertegenwoordiger Naam : E mailadres : Hierna te noemen de wettelijke vertegenwoordiger. 3. Praktijk biedende organisatie: Naam : Telefoonnummer : Vertegenwoordigd door : Praktijkopleider : E mail praktijkopleider : Relatienummer : Hierna te noemen praktijk biedende organisatie. Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: 1. De student is ingeschreven bij de onderwijsinstelling op grond van een onderwijsovereenkomst. De beroepspraktijkvorming wordt uitgevoerd in het kader van de volgende opleiding: Naam opleiding : Groepscode : CREBO code : Niveau : Leerweg* : * Bij BOL studenten EN BBL studenten zonder arbeidsovereenkomst is de rechtspositie stagiair(e). * Bij BBL studenten met een arbeidsovereenkomst is de rechtspositie werknemer.

2. De beroepspraktijkvorming waarop deze overeenkomst betrekking heeft begint op : eindigt op : en heeft een omvang van : 3. De praktijkopleider is belast met de begeleiding van de De bpv begeleider van de onderwijsinstelling, naam, zal het verloop van de beroepspraktijkvorming volgen door het onderhouden van regelmatige contacten met de praktijkopleider en de 4. Dit bpv blad vormt samen met de algemene voorwaarden, die staan opgenomen in bijlage 1, de tussen de partijen gesloten praktijkovereenkomst. Voor zover daarvan in dit bpv blad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden bpv van toepassing. 5. Als de onderwijsonderwijsinstelling, na tussentijdse wijzigingen, een wijzigingsbijlage bij deze praktijkovereenkomst uitgeeft, hoeft deze niet nogmaals ondertekend te worden, indien de in artikel 3 van de algemene voorwaarden bedoelde procedure wordt doorlopen. Deze wijzigingsbijlage maakt daarna een onlosmakelijk onderdeel uit van de praktijkovereenkomst. Ondertekening De student en het leerbedrijf verklaren door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de algemene voorwaarden die deel uitmaken van deze praktijkovereenkomst. Partijen verklaren door ondertekening van deze overeenkomst de in de algemene voorwaarden opgenomen verplichtingen te zullen nakomen. Partijen verklaren de documenten die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst of als bijlage bij deze overeenkomst worden gevoegd te hebben ontvangen. Als de student minderjarig is wordt deze overeenkomst ook ondertekend door zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s). Aldus in drievoud opgemaakt en ondertekend te, Plaats: Datum: Namens de onderwijsinstelling: Naam: Plaats Handtekening: Datum: (Maar dan in de vormgeving zoals hieronder, maar dat lukt mij niet ) In te vullen door de student: Plaats: Datum: In de leerweg BBL: De student gaat akkoord met de betaling van de opleidingskosten inclusief cursusgeld door de praktijkbiedende organisatie. Aankruisen indien van toepassing Bij minderjarigheid van de student, tevens de wettelijke vertegenwoordiger: Plaats: Datum: In te vullen door de praktijkbiedende organisatie:

Plaats: Datum: In de leerweg BBL: Prak jkbiedende organisa e verklaart de opleidingskosten inclusief cursusgeld namens de student te voldoen. Aankruisen indien van toepassing Let op: als de bovenstaande gegevens niet kloppen, neem dan binnen tien werkdagen na ontvangst van het bpv blad contact op met de administratie van de onderwijsonderwijsinstelling! (dit geldt voor de student en voor het leerbedrijf). Bijlage 1. Algemene Voorwaarden BPV Artikel 1. Randvoorwaarden 1.1 De studentenraad van het Clusius College heeft ingestemd met de model praktijkovereenkomst van het Clusius College en de bijbehorende algemene voorwaarden. 1.2 Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de student, de onderwijsinstelling en het leerbedrijf, in deze overeenkomst ook wel aangeduid als partijen en wordt beheerd door de onderwijsinstelling. 1.3 De student is ingeschreven bij de onderwijsinstelling op grond van een onderwijsovereenkomst. 1.4 Op de praktijkovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 1.5 Het bedrijf of de organisatie die de bpv verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomst over een gunstige beoordeling van Stichting samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB. Artikel 2. Aard van de overeenkomst 2.1 De Algemene Voorwaarden vormen samen met het bpv blad de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8 en 7.2.9 van de WEB. 2.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Afspraken die specifiek gaan over de door de student te volgen bpv, staan in het bpv blad. Het bpv blad is een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst bpv staat, wordt de bpv bedoeld zoals vermeld op het bpv blad. Artikel 3. Tussentijdse wijzigingen 3.1 De praktijkovereenkomst en meer in het bijzonder, de bpvgegevens zoals opgenomen op het bpv blad, kunnen gedurende de bpv periode met schriftelijke of mondelinge instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. 3.2 Indien de wijziging van bpv gegevens voortkomt uit een wijziging van het opleidingstraject van de student, dient daaraan een verzoek van de student om wijziging in het opleidingstraject en een aanpassing van de onderwijsovereenkomst aan vooraf te gaan. 3.3 De bpv gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van de onderwijsinstelling of het leerbedrijf vooraf gaan. 3.4 De bpv gegevens betreffende de begin en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het Een dergelijk verzoek wordt door de onderwijsinstelling enkel gehonoreerd na overleg met en instemming van de 3.5 In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv gegevens, wordt het bpv blad gedurende de looptijd aangevuld met een wijzigingsbijlage op het bpv blad. 3.6 De onderwijsinstelling stuurt de wijzigingsbijlage bij het bpvblad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student (en in het geval van minderjarigheid ook naar zijn/haar ouder( s) of wettelijk vertegenwoordiger ( s)) en aan het 3.7 De student (en in het geval van minderjarigheid de ouder ( s) en/of wettelijk vertegenwoordiger ( s)) en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van de wijzigingsbijlage bij het bpv blad schriftelijk dan wel mondeling aan de onderwijsinstelling door te geven als de inhoud van de wijzigingsbijlage bij het bpv blad niet correct is. 3.8 Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste op de wijzigingsbijlage vermelde bpv gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal de onderwijsinstelling overgaan tot correctie van de betreffende bpvgegevens op de wijzigingsbijlage. 3.9 Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal de onderwijsinstelling overgaan tot schrapping van de wijzigingsbijlage bij het bpv blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpvblad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen. 3.10 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.7 reageren, dan wordt de wijzigingsbijlage een onlosmakelijk onderdeel van de praktijkovereenkomst. Artikel 4. Inhoud en inrichting 4.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De beroepspraktijkvorming vindt plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een praktijkovereenkomst. In de praktijkovereenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie. 4.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs en examenregeling (OER) van de opleiding. De OER is te vinden op mijn.clusius.nl. 4.3 Met betrekking tot het heroriëntatie traject gelden, in plaats van de onderwijs en vormingsdoelen zoals opgenomen in de onderwijs en examenregeling (OER) van de opleiding, de leerdoelen die opgenomen zijn in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan heroriëntatietraject. Artikel 5. (Inspannings )verplichting leerbedrijf 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv

door een functionaris van de onderwijsinstelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4 Examinering van beroepgerichte onderdelen van de opleiding vindt onder andere plaats door het afleggen van één of meerdere proeven van bekwaamheid (pvb) in een praktijksituatie. De praktijkbiedende organisatie stelt de student, indien mogelijk, in de gelegenheid om de pvb af te laten leggen in haar organisatie. De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor de organisatie van de beoordeling van de pvb. Met nadrukkelijke voorkeur wordt ook de praktijkbiedende organisatie betrokken bij de beoordeling van de student bij het afleggen van de pvb. Nadere (of afwijkende) afspraken over het afleggen van de pvb door de betreffende student worden gemaakt met de bpv begeleider. 5.5 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de onderwijsinstelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden. 5.6 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv periode deel te nemen aan (landelijke) examens. Deze examens kunnen mogelijk ook plaatsvinden op dagen waarop bpv gepland is. Artikel 6. (Inspannings )verplichting onderwijsinstelling 6.1 De onderwijsinstelling draagt zorg voor begeleiding door de bpv begeleider. De student weet bij aanvang van de bpv wie zijn begeleider is. De gegevens van de bpv begeleider zijn te vinden op het bpv blad van de praktijkovereenkomst. Indien de door de onderwijsinstelling in de praktijkkomst met naam genoemde begeleider onverhoopt uitvalt, zal door de onderwijsinstelling een vervangende onderwijsbegeleider worden benoemd. De student en het praktijkbiedende organisatie worden hiervan op de hoogte gesteld. 6.2 De bpv begeleider vanuit de onderwijsinstelling volgt het verloop van de beroepspraktijkvorming door het onderhouden van contacten met de student en met de praktijkbegeleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het 6.3 De onderwijsinstelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvorming zijn gevolgd, heeft behaald. Dit gebeurt op basis van de gestelde eisen zoals zijn opgenomen in de onderwijs en examenregeling (OER) van de opleiding. 6.4 De onderwijsinstelling neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de Artikel 7. (Inspannings )verplichting student 7.1 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op het bpvblad. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk de bpv te volgen, en op de met het leerbedrijf afgesproken dagen en tijden aanwezig te zijn, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht. 7.2 De student sluit zich in de beroepspraktijkvorming aan bij de arbeidstijden zoals die in de praktijkbiedende organisatie gelden. Hierbij wordt het maximum van 40 uur per week gesteld. 7.3 Voor de afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden voor de student de regels zoals deze door de praktijkbiedende organisatie gehanteerd worden. 7.4 De student is verplicht bij absentie de praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling hiervan zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. Bij terugkomst van absentie geldt hetzelfde. 7.5 De BOL student overhandigt, aan het eind van elke periode, een overzicht van zijn/haar gewerkte uren aan school. De praktijkbiedende organisatie dient dit overzicht geaccordeerd te hebben. Artikel 8. Nadere afspraken met de student 8.1 Indien gewenst kunnen de onderwijsinstelling, de student en het leerbedrijf nadere individuele afspraken maken. Bijvoorbeeld over de leerdoelen, de begeleiding of de beoordeling van de 8.2 Deze afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd in een addendum en onderdeel uitmaken van de praktijkovereenkomst. Artikel 9. Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid 9.1 De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in. 9.2 De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. 9.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de 9.4 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de 9.5 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de 9.6 Het leerbedrijf heeft haar aansprakelijkheid afdoende verzekerd. De stagiair(e) is, in hoedanigheid van ondergeschikte (conform de wettelijke bepalingen), gedurende de stageperiode meeverzekerd op de aansprakelijkheidsverzekering van het 9.7 De onderwijsinstelling is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de student, het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de bpv. 9.8 De aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling indien de schade is veroorzaakt door de stagiair(e) en voor zover deze verband houdt met zijn/haar praktijkwerkzaamheden is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de onderwijsinstelling. De dekking is altijd secundair, dat wil zeggen dat er eerst een beroep moet worden gedaan op de eigen verzekeringen van het Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het maximaal uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de onderwijsinstelling (max. 25.000, ). De onderwijsinstelling heeft tevens ook een ongevallenverzekering die dekking biedt voor schade door een ongeval tijdens stage. Aansprakelijkheid voor letselschade zal nimmer door de aansprakelijkheidsverzekering van de onderwijsinstelling in behandeling worden genomen. 9.9 Het leerbedrijf heeft als eigenaar van een trekker of ander landbouwvoertuig een (verplichte) eigen verzekering afgesloten. Daarnaast heeft de onderwijsinstelling een aansprakelijkheidsverzekering met een aanvullende stagedekking. De verzekering dekt schade die is ontstaan door een leerling bij het uitvoeren van werkzaamheden tijdens de stage. Deze dekking is altijd secundair; dit betekent dat altijd de eigen (casco) verzekering van de eigenaar van de trekker of ander landbouwvoertuig eerst wordt aangesproken. Voor deze aanvullende stagedekking geldt uiteraard ook de verplichting voor het hebben van een T rijbewijs bij het rijden op de openbare weg. Bij het rijden op eigen terrein is een T rijbewijs niet noodzakelijk. Mocht er onverhoopt cascoschade aan de trekker of ander landbouwvoertuig van het stagebedrijf ontstaan, dan vergoedt de aansprakelijkheidsverzekering van de school de schade tot maximaal 25.000,. Als de eigen (verplichte) verzekering van het leerbedrijf niet toestaat dat een leerling (al dan niet in bezit van een T rijbewijs) de trekker bestuurt, loopt het leerbedrijf het risico op een niet gedekte schade.

Artikel 10. Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming 10.1 Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv begeleider van de onderwijsinstelling. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen. 10.2 Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost kan de student een klacht indienen. Hiervoor is de klachtenregeling van het Clusius College van toepassing. Deze is te vinden op www.clusius.nl. 10.3 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de bpv begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de onderwijsinstelling. Artikel 11. Gegevensuitwisseling en privacy 11.1 De student heeft recht op inzage in het eigen studentendossier en meer in het bijzonder in de door de onderwijsinstelling verwerkte bpv gegevens. 11.2 Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen de onderwijsinstelling en het leerbedrijf de Wet Bescherming persoonsgegevens in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de Artikel 12. Duur en beëindiging overeenkomst 12.1 De praktijkovereenkomst treedt na ondertekening van het eerste bpv blad in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de bpv periode zoals vermeld op het bpv blad. 12.2 De praktijkovereenkomst eindigt van rechtswege: a. Op het moment dat de student de bpv met positieve beoordeling heeft voltooid. b. Door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op het bpv blad. c. Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en de onderwijsinstelling. d. Door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen. e. Wanneer de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB is verlopen of ingetrokken. Een beëindiging van rechtswege zal door de onderwijsinstelling schriftelijk worden bevestigd aan de student en het 12.3 De praktijkovereenkomst kan in onderling overleg tussen de onderwijsinstelling, de student en het leerbedrijf met wederzijds goedvinden worden beëindigd. 12.4 De praktijkovereenkomst kan (buitengerechtelijk) worden ontbonden: a. Door het leerbedrijf als de student zich ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels zoals genoemd in artikel 9.1 en 9.2 van deze algemene voorwaarden. b. Door een van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de praktijkovereenkomst te laten voortduren. c. Door een van de partijen als de onderwijsinstelling, de student of het leerbedrijf de hem bij wet of in de praktijkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt. d. Door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst (indien aanwezig) tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd. 12.5 Een ontbinding door een van de partijen op grond van artikel 12.4 vindt schriftelijk plaats aan de andere partijen met vermelding van de reden van ontbinding. 12.6 Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel 12.4 onder c dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de gelegenheid te worden gesteld om binnen een termijn van twee weken alsnog zijn verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestelling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is. Artikel 13. Vervangende praktijkplaats 13.1 Indien de praktijkovereenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf niet aan haar verplichtingen voldoet (de praktijkplaats is niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding schiet tekort of ontbreekt, het leerbedrijf beschikt niet langer over een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB of er is sprake van andere omstandigheden die maken dat de bpv niet langer naar behoren kan plaatsvinden), dan spant de onderwijsinstelling zich, na overleg met SBB, in dat een toereikende vervangende voorziening zo snel als mogelijk beschikbaar wordt gesteld voor de Artikel 14. Slotbepaling 14.1 In de gevallen waarin de praktijkovereenkomst niet voorziet, beslissen de onderwijsinstelling en het leerbedrijf na overleg met de 14.2 Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB raken, dan wordt SBB hierbij betrokken.