Richtsnoeren inzake de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen

Vergelijkbare documenten
EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Aanbevelingen tot wijziging van Aanbevelingen EBA/REC/2015/01

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

EBA-RICHTSNOEREN VOOR DE REEKS SCENARIO'S DIE MOETEN WORDEN GEBRUIKT IN HERSTELPLANNEN

Definitieve richtsnoeren

EBA richtsnoeren inzake achterstallige betalingen en gedwongen verkoop

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

Definitieve richtsnoeren

inzake paspoortmeldingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van de richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

Definitieve richtsnoeren

Aanbeveling over de behandeling van entiteiten in het groepsherstelplan

EBA-richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

Bijlage Circulaire NBB_2017_ juni 2014 EBA/GL/2014/04. Richtsnoeren

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

RICHTSNOEREN INZAKE LIMIETEN VOOR BLOOTSTELLINGEN MET BETREKKING TOT SCHADUWBANKENTITEITEN EBA/GL/2015/20 03/06/2016. Richtsnoeren

EBA-richtsnoeren voor het toepasselijke notionele discontopercentage voor variabele beloning

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Richtsnoeren. betreffende betalingsverplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU inzake de depositogarantiestelsels EBA/GL/2015/

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Richtsnoeren EBA/GL/2018/07. 4 december 2018

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Richtsnoeren inzake de ramingen van LGD die passend zijn voor een economische neergang ("LGD-raming bij economische neergang")

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

Richtsnoeren MAR Uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap

inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten

Richtsnoeren. inzake producttoezicht- en -governanceregelingen voor retailbanken EBA/GL/2015/18 22/03/2016

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Deze Richtsnoeren zijn gericht tot de Bank als bevoegde autoriteit en als afwikkelingsautoriteit alsook aan de instellingen.

Richtsnoeren en aanbevelingen

Richtsnoeren en aanbevelingen

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

EBA/GL/2014/ december Richtsnoeren

RICHTSNOEREN INZAKE INSTELLINGEN DIE FALEN OF WAARSCHIJNLIJK GAAN FALEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

inzake het toezicht op significante bijkantoren

(Voor de EER relevante tekst)

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

EBA/GL/2013/ Richtsnoeren

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

RICHTSNOEREN VOOR CORRECTIES VAN DE GEWIJZIGDE DURATION EBA/GL/2016/09 04/01/2017. Richtsnoeren

Richtsnoeren Regels en procedures bij wanbetaling van deelnemers van CSD

RICHTSNOEREN INZAKE DE BENCHMARKEXERCITIE VOOR BELONINGEN EBA/GL/2014/08 16/07/2014. Richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Richtsnoeren EBA/GL/2016/05 07/11/2016

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtsnoeren inzake de verlenging van de herstelperiode in uitzonderlijke ongunstige omstandigheden

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor het gebruik van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren MAR Personen die marktpeilingen ontvangen

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

RICHTSNOEREN INZAKE MAATREGELEN VOOR HET AANPAKKEN OF WEGNEMEN VAN BELEMMERINGEN VOOR AFWIKKELBAARHEID EBA/GL/2014/ december 2014.

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

GUIDELINES ON NATIONAL PROVISIONAL LISTS OF THE MOST REPRESENTATIVE SERVICES EBA/GL/2015/ EBA-richtsnoeren

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

inzake samenwerkingsovereenkomsten tussen depositogarantiestelsels uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU

(Voor de EER relevante tekst)

EBA-richtsnoeren. inzake een. geavanceerde meetbenadering (GMB) Aanvullingen en wijzigingen (EBA/GL/2012/01)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

Openbare raadpleging

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtsnoeren inzake aanvullend vermogen

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

2/6. 1 PB L 158 van , blz PB L 335 van , blz PB L 331 van , blz

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

10/01/2012 ESMA/2011/188

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU)

Transcriptie:

EBA/GL/2015/21 19.05.2016 Richtsnoeren inzake de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen 1

1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status van deze richtsnoeren 1. Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgebracht op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 1. Overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 moeten bevoegde autoriteiten en financiële instellingen zich tot het uiterste inspannen om aan die richtsnoeren te voldoen. 2. Richtsnoeren geven weer wat in de opvatting van de EBA passende toezichtpraktijken binnen het Europees Systeem voor financieel toezicht zijn en hoe het recht van de Unie op een specifiek gebied dient te worden toegepast. Bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 voor wie richtsnoeren gelden, dienen hieraan te voldoen door deze op passende wijze in hun praktijken te integreren (bijvoorbeeld door hun wettelijk kader of hun toezichtprocessen aan te passen), ook wanneer richtsnoeren primair tot instellingen zijn gericht. Kennisgevingsverplichtingen 3. Overeenkomstig artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 stellen bevoegde autoriteiten EBA vóór 19.07.2016 ervan in kennis of zij aan deze richtsnoeren voldoen of voornemens zijn deze op te volgen, of, indien dit niet het geval is, wat de redenen van de niet-naleving zijn. Bevoegde autoriteiten die bij het verstrijken van de termijn niet hebben gereageerd, worden geacht niet te hebben voldaan aan de richtsnoeren. Kennisgevingen worden ingediend door het formulier op de EBA-website te versturen naar compliance@eba.europa.eu onder vermelding van "EBA/GL/2015/21". Kennisgevingen worden ingediend door personen die bevoegd zijn om namens hun bevoegde autoriteiten te melden of zij aan de richtsnoeren voldoen. Elke verandering in de status van de naleving dient eveneens aan EBA te worden gemeld. 4. Kennisgevingen worden overeenkomstig artikel 16, lid 3, van de EBA-verordening op haarwebsite bekendgemaakt. 1 Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12). 2

Titel I Onderwerp, toepassingsgebied en definities 1. Onderwerp Deze richtsnoeren specificeren de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen om te worden goedgekeurd door de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 52, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU. 2. Adressaten Deze richtsnoeren zijn gericht aan de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten. 3. Definities 3.1 Basisscenario heeft de betekenis die is omschreven in [artikel 1, lid 4, EBA/RTS/2015/12]. 3.2 Saneringsperiode heeft de betekenis die is omschreven in [artikel 1, lid 3, EBA/RTS/2015/12]. 3.3 Herstructureringsplan : een plan dat de instelling of entiteit indient met betrekking tot de toekenning van staatssteun overeenkomstig de artikelen 107 en 108 van het VWEU. Titel II Specificatie van minimumcriteria voor de beoordeling van het bedrijfssaneringsplan Ten behoeve van de goedkeuring van het bedrijfssaneringsplan op grond van artikel 52, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU beoordelen de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit het bedrijfssaneringsplan ten minste aan de hand van de minimumcriteria die worden gespecificeerd in de alinea s 2 tot en met 5 van deze Titel II. 1. Bewustzijn en inzet Uit het bedrijfssaneringsplan blijkt dat het leidinggevend orgaan of de op grond van artikel 72, lid 1, van Richtlijn 2014/59/EU aangewezen persoon of personen van de in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d) van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instelling of entiteit: 1. het bedrijfssaneringsplan ondersteunt/ondersteunen en zich ertoe verbindt/verbinden dit ten uitvoer te leggen; 2. een of meer afdelingen heeft/hebben aangewezen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van het bedrijfssaneringsplan en de persoon of personen hebben aangewezen aan wie in die afdelingen een hogere leidinggevende functie is toegewezen; 3. belangrijke interne en externe belanghebbende partijen heeft/hebben gevraagd om medewerking en ondersteuning van het bedrijfssaneringsplan, zoals: 3

3.1. de raad van bestuur en de directie van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU, die de uiteindelijke verantwoordelijkheid dragen voor de saneringsstrategie; 3.2. de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten buiten de EU die mogelijk verantwoordelijk zijn voor onderdelen van een dergelijke instelling of entiteit. 2. Geloofwaardigheid 2.1 Het bedrijfssaneringsplan toont met een hoge mate van betrouwbaarheid aan dat de uitvoering ervan de levensvatbaarheid op lange termijn van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU zal herstellen. Dit bewijs berust op geloofwaardige aannames, een op scenario s gebaseerde analyse en passende en concrete prestatie-indicatoren die de prestaties van de hele groep, de entiteiten en de bedrijfsonderdelen die niet zullen worden geliquideerd of verkocht, weergeven. 2.2 Eventuele aannames en prestatie-indicatoren worden vergeleken met passende sectorale benchmarks en zijn in overeenstemming met beschikbare macro-economische prognoses. 2.3 Wanneer het bedrijfssaneringsplan een beschrijving geeft van de manier waarop de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU een aanvaardbaar financieel rendement zal kunnen behalen, wordt dat rendement beoordeeld door vergelijking met relevante vergelijkbare instellingen of entiteiten en historische gegevens. 2.4 De risico s waarmee bij de levensvatbaarheidsanalyse in het bedrijfssaneringsplan rekening wordt gehouden, zijn in overeenstemming met voor de instelling specifieke risico's en bredere risico s, zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteit, de centrale bank of een andere relevante autoriteit of instelling in de desbetreffende markten. 2.5 Het worstcasescenario omvat, ten opzichte van het basisscenario, een significante, maar wel plausibele, verandering in de onderliggende aannames. Deze veranderingen hebben met name betrekking op de aannames die het meest van belang zijn voor de instelling die zich in een saneringsproces bevindt. 2.6 Herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn mag, zelfs in het worstcasescenario, niet leiden tot een toepassing van afwikkelingsinstrumenten buiten het bestek van de afwikkelingsregeling die werd uitgevoerd toen het bedrijfssaneringsplan werd opgesteld. De afwikkelingsautoriteit waarborgt ook dat de sanering van de instelling of entiteit geen aanleiding geeft tot enige wezenlijke belemmering van de afwikkelbaarheid. Als dergelijke wezenlijke belemmeringen worden vastgesteld, stelt de afwikkelingsautoriteit de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU daarvan in kennis volgens de procedure die wordt beschreven in artikel 52, 4

lid 8, van Richtlijn 2014/59/EU, en geeft zij aan hoe deze belemmeringen kunnen worden weggenomen. 2.7 Het bedrijfssaneringsplan toont aan dat de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU in staat is het proces voor de beoordeling van de toereikendheid van het interne kapitaal goed te doorlopen in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 2013/36/EU. 2 2.8 Teneinde te kunnen bepalen of het redelijk waarschijnlijk is dat het bedrijfssaneringsplan de levensvatbaarheid op lange termijn van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU herstelt, beoordelen beide autoriteiten het bedrijfssaneringsplan aan de hand van de relevante bepalingen van het kader en de methodologie voor de analyse van het bedrijfsmodel, als bepaald in de EBA-richtsnoeren inzake gemeenschappelijke procedures en methoden voor het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (supervisory review and evaluation process - SREP) 3. In dit verband mag van de afwikkelingsautoriteit niet worden verwacht dat deze de genoemde EBA-richtsnoeren gebruikt op een hoger niveau dan op basis van haar ervaring en competentie kan worden aangenomen. 3. Geschiktheid van de saneringsstrategie en -maatregelen 3.1 De informatie die in het bedrijfssaneringsplan wordt verstrekt en de onderliggende aannames over de oorzaken die tot de afwikkeling en de saneringsstrategie hebben geleid, zijn in overeenstemming met de beoordeling die de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit hebben uitgevoerd en de waardering op basis waarvan is vastgesteld of aan de afwikkelingsvoorwaarden is voldaan overeenkomstig artikel 36, lid 4, onder a) van Richtlijn 2014/59/EU. 3.2 Elke analyse van de externe bedrijfsomgeving in het bedrijfssaneringsplan is in overeenstemming met de analyse van kansen en bedreigingen in de relevante markten, zoals door de afwikkelingsautoriteit en bevoegde autoriteit bij de uitvoering van hun taken vastgesteld. 3.3 Het bedrijfssaneringsplan is haalbaar en realistisch. Meer bepaald: 3.3.1 wordt bij de uitvoering van interne en governance-maatregelen rekening gehouden met mogelijke belemmeringen, zoals arbeidsrechtelijke voorwaarden of andere contractuele vereisten; 3.3.2 houden de saneringsstrategie, maatregelen, mijlpalen en prestatie-indicatoren die in het bedrijfssaneringsplan zijn opgenomen, rekening met de onderlinge afhankelijkheden tussen de rechtspersonen en bedrijfsonderdelen binnen de groep. 2 Richtlijn 2013/36/EU, PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338. 3 EBA/GL/2014/13, 19 december 2014. 5

Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om commerciële, financierings- en operationele onderlinge afhankelijkheden; 3.3.3 houden de saneringsstrategie, de afzonderlijke maatregelen, de mijlpalen en de prestatie-indicatoren die in het bedrijfssaneringsplan zijn opgenomen, rekening met de situatie in de relevante markten; 3.3.4 iedere afstoting van activa, entiteiten of bedrijfsonderdelen die het bedrijfssaneringsplan beoogt, wordt afgestemd op de situatie in de relevante markten. Bij de timing en omvang van dergelijke afstotingen wordt ook rekening gehouden met de belangstelling en mogelijkheid dat beleggers ze kopen; 3.3.5 is de benchmark of waardering die wordt gebruikt om de verwachte opbrengst van de door het bedrijfssaneringsplan beoogde afstoting van activa, entiteiten of bedrijfsonderdelen te berekenen, prudent, betrouwbaar en realistisch. 3.4 De saneringsperiode is zo kort mogelijk, waarbij rekening wordt gehouden met: 3.4.1 de noodzaak voldoende tijd in te ruimen voor het zo effectief mogelijk uitvoeren van de saneringsstrategie en -maatregelen, teneinde de levensvatbaarheid op lange termijn te herstellen; 3.4.2 normen en praktijken in de relevante markten; 3.4.3 de noodzaak de financiële stabiliteit te handhaven. 4. Consistentie 4.1 Het bedrijfssaneringsplan is in overeenstemming met alle andere bedrijfsplannen die de instelling of entiteit heeft opgesteld en op grond van wettelijke en bestuursrechtelijke verplichtingen heeft ingediend bij een andere autoriteit (bijv. mededingingsautoriteit of autoriteit voor effecten en markten). 4.2 Wanneer de staatssteunregels van de Unie van toepassing zijn, werken de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit bij het beoordelen van het bedrijfssaneringsplan samen met de Europese Commissie aan de beoordeling en de analyse van de levensvatbaarheid, wat een doelstelling is van zowel het bedrijfssaneringsplan als van het herstructureringsplan. 4.3 Wanneer het bedrijfssaneringsplan maatregelen bevat die reeds voorkomen in de meest recente versies van eerder opgestelde herstel- of afwikkelingsplannen voor de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) van Richtlijn 2014/59/EU, worden deze beperkt tot elementen die na het falen en de afwikkeling van die instelling of entiteit en gezien de situatie op de relevante markten nog altijd relevant zijn. 6

4.4 De afwikkelingsstrategie mag de afwikkelingsdoelstellingen en -beginselen die zijn neergelegd in de artikelen 31 en 34 van Richtlijn 2014/59/EU, zoals toegepast door de afwikkelingsautoriteit, niet ondermijnen. De afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit vergewissen zich ervan dat de tenuitvoerlegging van de saneringsstrategie en - maatregelen geen nadelige gevolgen heeft voor de kritieke functies van de instelling of entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) van Richtlijn 2014/59/EU, de werking van het financiële stelsel en de algehele financiële stabiliteit. 5. Toezicht en verificatie 5.1 Mijlpalen en prestatie-indicatoren die in het bedrijfssaneringsplan zijn opgenomen, zijn voldoende concreet om te kunnen worden gemonitord, zulks in overeenstemming met de verslagleggingsplicht als bedoeld in artikel 52, lid 10, van Richtlijn 2014/59/EU. 5.2 De inhoud van het bedrijfssaneringsplan en het voortgangsverslag stellen de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit in staat te concluderen dat het bedrijfssaneringsplan correct wordt uitgevoerd en dat het zijn doelstellingen zal bereiken. 5.3 De afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit zorgen voor toereikende regelingen om de monitoring, met name waar het gaat om de tijdige informatiestroom met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het bedrijfssaneringsplan, te kunnen laten plaatsvinden. 5.4 Wanneer de afwikkelingsautoriteit of de bevoegde autoriteit een onafhankelijke deskundige aanwijst die de aannames en het effect van de maatregelen waarvan in het bedrijfssaneringsplan wordt uitgegaan, geheel of gedeeltelijk moet verifiëren, dient deze deskundige te voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria die zijn gespecificeerd in deel vijf, Titel I van de Gedelegeerde verordening [XXX/XXX] van de Commissie tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU (Onafhankelijkheid van taxateurs). Titel III Afstemming 1. Afstemming tussen afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten 1.1 De afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit stellen passende werkafspraken vast voor het indienen, beoordelen en goedkeuren van de bedrijfssaneringsplannen. 1.2 De indicatieve tijdlijn van de beoogde acties biedt iedere autoriteit voldoende tijd om het bedrijfssaneringsplan, nadat dit is ingediend, te beoordelen, maar biedt ook voldoende tijd om bezorgdheden te uiten, de bezorgdheden die de andere autoriteit heeft geuit te onderzoeken en om overeenstemming te bereiken over passende actie, rekening houdend met de uiterste termijnen die worden genoemd in artikel 52, leden 7 tot en met 10, van Richtlijn 2014/59/EU. 7

1.3 De afwikkelingsautoriteiten en de bevoegde autoriteiten stemmen de communicatie op elkaar af en sturen, zo mogelijk, één gezamenlijke reactie aan het instituut of de entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) van Richtlijn 2014/59/EU. In deze communicatie wordt het instituut of de entiteit in de gelegenheid gesteld verbeteringen aan te brengen, in overeenstemming met de procedure die is vastgelegd in artikel 52, leden 7 tot en met 10, van Richtlijn 2014/59/EU. 1.4 De bevoegde autoriteit geeft haar instemming met de goedkeuring van het bedrijfssaneringsplan door de afwikkelingsautoriteit schriftelijk. 1.5 De afwikkelingsautoriteit geeft de bevoegde autoriteit zonder onnodig uitstel inzage in alle voortgangsverslagen die bij haar worden ingediend door het leidinggevend orgaan of de op grond van artikel 72, lid 1, van Richtlijn 2014/59/EU aangewezen persoon of personen. 1.6 Telkens wanneer het voortgangsverslag is ingediend, stellen de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteiten werkafspraken vast om de beoordeling van en communicatie over het voortgangsverslag op elkaar af te stemmen en met elkaar te delen. Bij deze afspraken dient voor elke autoriteit tijd te worden ingeruimd om het voortgangsverslag te beoordelen, maar ook voldoende tijd om eventuele bezorgdheden aan de andere autoriteit kenbaar te maken en, voor laatstgenoemde, om deze bezorgdheden te onderzoeken en in te stemmen met passende actie. 1.7 Wanneer een onenigheid tussen de twee autoriteiten niet kan worden opgelost binnen de in artikel 52, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU genoemde periode, kan een van beide autoriteiten de kwestie voorleggen aan EBA, waarna EBA de autoriteiten kan helpen een overeenkomst te bereiken in overeenstemming met artikel 31 van de EBA-verordening. 2. Afstemming tussen afwikkelingsautoriteiten en tussen bevoegde autoriteiten 2.1 Wanneer de instellingen of entiteiten in afwikkeling als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) van Richtlijn 2014/59/EU, activiteiten hebben in meer dan één lidstaat of in rechtsgebieden buiten de EU, draagt de relevante afwikkelingsautoriteit, alvorens het bedrijfssaneringsplan goed te keuren, maar binnen het passende tijdskader voor de beoordeling, zorg voor het volgende: 2.1.1 Zij geeft het bedrijfssaneringsplan door aan de andere afwikkelingsautoriteiten die bij de reorganisatie betrokken zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 52, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU, ook als die zich in rechtsgebieden buiten de EU bevinden, in overeenstemming met de bestaande samenwerkingsregelingen of met bestaande beoordelingen van gelijkwaardigheid van vertrouwelijkheid. 8

2.1.2 Zij neemt in overweging het bedrijfssaneringsplan door te geven aan het afwikkelingscollege van dat instituut of die entiteit of aan het Europese afwikkelingscollege. 2.1.3 Zij biedt de afwikkelingsautoriteiten als bedoeld in de punten 2.1.1 en 2.1.2 hierboven de gelegenheid commentaar te leveren op het bedrijfssaneringsplan en houdt zoveel mogelijk rekening met dit commentaar. 2.2 Wanneer de in afwikkeling verkerende instellingen of entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d) van Richtlijn 2014/59/EU activiteiten hebben in meer dan één lidstaat of rechtsgebieden buiten de EU, draagt de desbetreffende bevoegde autoriteit, alvorens haar goedkeuring van het bedrijfssaneringsplan kenbaar te maken aan de afwikkelingsautoriteit, maar binnen het passende tijdskader voor de beoordeling, zorg voor het volgende: 2.2.1 Zij geeft het bedrijfssaneringsplan door aan de andere bevoegde autoriteiten die bij de sanering betrokken zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 52, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU, ook als die zich in rechtsgebieden buiten de EU bevinden, in overeenstemming met de bestaande samenwerkingsregelingen of met bestaande beoordelingen van gelijkwaardigheid van vertrouwelijkheid. 2.2.2 Zij neemt in overweging het bedrijfssaneringsplan door te geven aan de andere leden van het college van toezichthouders van die instelling of entiteit. 2.2.3 Zij biedt de bevoegde autoriteiten als bedoeld in de punten 2.2.1 en 2.2.2 hierboven de gelegenheid commentaar te leveren op het bedrijfssaneringsplan en houdt zoveel mogelijk rekening met dit commentaar. 2.3 Wanneer het instrument van bail-in wordt toegepast op twee of meer groepsentiteiten in verschillende lidstaten, werken de relevante afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten samen aan de beoordeling en goedkeuring van het bedrijfssaneringsplan. Titel IV Toepassingsdatum 5. Deze richtsnoeren gelden vanaf [3 maanden na de vertaling van de richtsnoeren in alle officiële talen van de EU] 9