Wijzigingen wetgeving 2015

Vergelijkbare documenten
(Besluit 2015-II-15) Dekblad VII / VIII V 57 / 58. invoegen. verwijderenn

Besluit 2017-I-11. gezien de conclusies van de hoorzitting met het binnenvaartbedrijfsleven in maart 2017,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bemanningsvoorschriften voor Pleziervaartuigen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Langszij meevoeren: Certificaatplicht. Langszij meevoeren door pleziervaartuigen. Langszij meevoeren algemeen:

Behoeften waaraan de voorgestelde wijzigingen geacht zijn te beantwoorden

Wijzigingen wetgeving 2013

Wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement Ontwerpbepalingen voor schepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken

a) de navolgende, onder punt 3 genoemde vermeldingen worden na hoofdstuk 4 ingevoegd.

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

PROTOCOL 21. Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen

Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR)

Besluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

Gezamenlijke Bekendmaking

RIJNVAART- POLITIE- Stand

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Herziene Rijnvaartakte. van 17 oktober 1868 in de versie van 20 november In werking getreden protocollen

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

(vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Proefvaarten met duwstellen

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PROTOCOL 11. Behoeften waaraan de voorgestelde wijziging geacht is te beantwoorden

1; Besluiten en regelingen Rijn en BSW. Aanwijzing; Rijnkruisend scheepvaartverkeer 2007

Schepen met zeepapieren op de binnenwateren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

De elektronische meldplicht, deze regeling wordt voor Nederland uitgewerkt in twee reglementen, namelijk:

PROTOCOL 14. Besluit

Gehanteerde tarieven voor overtredingen van het RPR en het MPR in Duitsland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

REGLEMENT BETREFFENDE HET SCHEEPVAARTPERSONEEL OP DE RIJN (RSP)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AIS vanaf 1 december 2014 verplicht op de Rijn

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

512 Politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel I, onderdeel B, komt te tekst van artikel 124a, derde lid, te luiden als volgt:

12.02 Functie van de lichtwaarschuwing op het riviergedeelte Oberwesel - St. Goar.

RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT (RPR)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aan artikel 7.7 van de Binnenvaartregeling wordt een lid toegevoegd, luidende:

Dekblad I/II V - X 3 / 3 : 1 3 / 3 / 4 3 : 2 / 4 3 : : : / : 1 / 82 : 2 82 : 1 / 82. Bijlage 9, 9 1 / 2 10.

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

Eerste Kamer der Staten-Generaal

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART REGLEMENT BETREFFENDE DE PATENTEN VOOR DE SCHEEPVAART OP DE RIJN. (Patentreglement Rijn)

38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

RIJNVAART- POLITIE- REGLEMENT (RPR)

RIJNVAART- POLITIE- REGLEMENT (RPR)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering tarieflijst waterzaken binnenvaart

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

I. Bepalingen van toepassing op de gehele Rijn

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. CLNI/CONF (12) 4 16 juli 2012 Or : de de/fr/nl/en

Reglementen. Ivar ONRUST

VR DOC.1127/2BIS

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hfst. l; Algemene bepalingen

Certificaat van Onderzoek voor de pleziervaart na 1 juli 2009

Eerste Kamer der Staten-Generaal

RIJNVAART- POLITIE- Stand

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Aanvullende bepalingen inzake de kennis van de bemanningsleden van binnenschepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken

Richtlijn 2008/126/EG PB L32 gecertificeerd bij L 34 Richtlijn 2009/46/EG PB L 109 Richtlijn 2013/49/EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanwijzing rusttijden, vaartijden, bemanningssterkte en stilleggen van schepen

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Vaarbewijzen. Vragen:

Transcriptie:

Wijzigingen wetgeving 2015 Januari 2015 Staatsblad 2015 518 opgenomen onder de tab nieuws en wijzigigen. Besluit van..., houdende wijziging van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, het Binnenvaartpolitiereglement en enkele andere besluiten in verband met een actualisering en enkele andere aanpassingen. Vaststellingsbesluit BPR wordt aangepast: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. Het BPR wordt aangepast: Artikel 1.07, tweede lid, komt te luiden: 2. Een schip mag niet deelnemen aan de scheepvaart indien door de wijze van belading de stabiliteit in gevaar wordt gebracht. Tijdens de vaart mag de lading het vrije uitzicht niet meer beperken dan tot 350 m voor het schip of het samenstel. In afwijking van de vorige volzin, mag het vrije uitzicht bij het gelijktijdig gebruik van radar en camera-installaties overeenkomstig artikel 7.02, zesde lid, van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn tot 500 m voor de boeg worden beperkt, indien a. door bedoelde hulpmiddelen het uitzicht van 350 m tot 500 m voor de boeg wordt gewaarborgd, b. aan de eisen van artikel 6.32, eerste lid, wordt voldaan, c. de radarantennes en de camera s aan de boeg van het schip zijn geïnstalleerd. Artikel 1.08 Gebruik van reddingsvesten wordt verplicht Artikel 1.10 Het handboek marifoon mag ook elektronisch geraadpleegd worden. Artikel 3.14 Diverse verwijzingen worden aangepast. Artikel 4.07 Gebruik en uitrusting van Inland AIS apparaat wordt toegevoegd. Artikel 6.26 Gele lichten bij een brug wordt gewijzigd Artikel 6.33, 4 e lid vervalt, andere artikelen worden vernummerd. Artikel 7.03 Ankeren en het gebruik van sputpalen wordt aangepast. Artikel 8.06 Snel varen en waterskiën wordt aangepast. Artikel 9.02 wordt aangepast, maximale afmetingen zijn bindend Artikel 9.04 wordt aangepast - rechtsvaren op een aantal gebieden verplicht. Artikel 9.05 wordt aangepast - voortbewegen door een vlieger is verboden. 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 1 van 14

In bijlage 7 wordt een bord sputpalen toegestaan toegevoegd. Overige bijlagen (gebieden) zijn deels ook aangepast, zie het staatsblad Het RPR wordt aangepast In het Rijnvaartpolitiereglement 1995 komt de toelichtende tekst bij bord A.1a in bijlage 7 te luiden: A.1a Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor (artikel 6.22, lid 2, onder a). Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Op dat moment zullen deze aanpassingen in de regels op deze website verwerkt worden. Februari 2015 CCR 2014/II ingevoegd en verwerkt De nieuwe voorschriften treden op 1 december 2015 in werking. Protocol 13: het RSP aangepast. Artikel 3.02, 3 e lid onder a aangevuld met een beroepsbekwaamheid matroos zoals bedoeld in de administratieve overeenstemming over de samenwerking voor de wederzijdse erkenning van door middel van schoolopleidingen verkregen beroepsbekwaamheid matroos;. Protocol 14: het RPR aangepast De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd: a) De vermelding bij bijlage 11 komt te luiden: Bijlage 11: Gegevens die in het Inland AIS-apparaat moeten worden ingevoerd: verklaring van de navigatiestatus en van het referentiepunt voor de positie-informatie op het schip. b) De vermelding bij bijlage 12 komt te vervallen. 2. Bijlage 12 komt te vervallen. Dit was al eerder op de website verwerkt Protocol 21 ingevoerd. Kennisnemingen van de inwerkingtreding in de lidstaten van door comités en werkgroepen genomen beslissingen, evenals kennisnemingen van het niet-verlengen van tijdelijke voorschriften Een grote tabel waarin al deze zaken voor het RPR, het ROSR en het RSP opgesomd worden. Staatsblad 4394 2015 van 20 februari 2015 ingevoerd. Beschrijving Deze richtlijn heeft betrekking op overtredingen van voorschriften op het gebied van de scheepvaart op de binnenwateren (beroeps- en recreatievaart). De tarieven zijn afgerond volgens de systematiek van de Aanwijzing kader voor strafvordering en OM-afdoeningen. 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 2 van 14

1 Achtergrond Het strafvorderingsbeleid voor binnenvaart wijkt op een aantal punten af van het Kader voor strafvordering en het gebruikelijke strafprocesrecht. De reden hiervoor ligt in het internationale recht. De wet- en regelgeving op de Nederlandse binnenwateren verschilt per water. Op enkele scheepvaartwegen zijn een specifiek verdrag en bijbehorende voorschriften van toepassing. Van belang is met name de Herziene Rijnvaartakte (HRA, ook wel: Akte van Mannheim 1868), die in Nederland geldt op de Rijn, het Pannerdensch Kanaal, de Lek en de Waal (de zgn. Aktewateren ). De HRA heeft een eigen sanctieregime. Zo berust de bevoegdheid om recht te spreken bij zgn. Rijnvaartrechters (art. 34 HRA) en kent artikel 32 van de Herziene Rijnvaartakte uitsluitend een geldboete als sanctie. Dit betekent dat bij overtredingen op de internationale Rijn ingevolge artikel 94 Grondwet geen ruimte is voor oplegging van vervangende hechtenis. Hetzelfde geldt voor taakstraffen, verbeurdverklaring of ontzegging van de vaarbevoegdheid. De op te leggen geldboete is sinds 1 november 2011 gemaximeerd op 25.000 euro. De in deze richtlijn opgenomen tarieven zijn vergeleken met de Bussgeldkatalog van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) in Straatsburg. Bij een groot aantal feiten is er in navolging van de Bussgeldkatalog voor gekozen om marges aan te geven. Wegingsfactoren zijn daarbij onder meer de ernst van feit, de mate van gevaarzetting, het soort schip en de omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd. Datum inwerkingtreding: 01-03-2015 Mei 2015 Het ADN 2015 ingevoerd. De originele tekst in PDF formaat volledig op de site gezet. De tekst ook in delen gesplitst opgenomen, hierdoor is het mogelijk om meerdere delen van het ADN naast elkaar te raadplegen. Dit geeft o.a. de mogelijkheid om naast de stoffentabel ook de voetnoten te raadplegen. De overgangsbepalingen in deel 9.1 - constructie droge lading en in deel 9.3 - constructie tankschepen type N verwerkt. Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) Toegevoegd, inclusief de vertaling in het Nederlands (bron SDU) In de overgangsvoorschriften wordt verwezen naar artikel 8 van dit ADN. ADN, deel 1, nummer 1.6.7.1.2 In deze sectie a) betekent in bedrijf zijnd schip - een schip overeenkomstig artikel 8, paragraaf 2, van het ADN; - een schip waarvoor overeenkomstig 8.6.1.1 tot en met 8.6.1.4 reeds een certificaat van goedkeuring is verstrekt; 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 3 van 14

Schepen die vanaf 31 december 2014 meer dan 12 maanden niet zijn voorzien van een geldig Certificaat van Goedkeuring zijn voorzien zijn van beide gevallen uitgesloten ADN, artikel 8. Overgangsbepalingen 1. Certificaten van goedkeuring en andere documenten opgesteld in overeenstemming met de vereisten van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de Donau (AND-D) of nationale regelgeving gebaseerd op de Europese bepalingen betreffende het internationaal vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke goederen, opgenomen in een bijlage bij resolutie nr. 223 van het Inland Transport Comité van de Economische Commissie voor Europa of zoals gewijzigd, die van toepassing zijn op de datum waarop de in artikel 11, eerste lid, bedoelde Voorschriften in de bijlagen worden toegepast, blijven geldig tot aan hun einddatum, onder dezelfde voorwaarden als die gelden tot aan de datum van die toepassing, met inbegrip van hun erkenning door andere staten. Voorts blijven deze certificaten geldig voor een tijdvak van een jaar vanaf de datum van de toepassing van de Voorschriften in de bijlagen ingeval zij gedurende dat tijdvak zouden verstrijken. Het tijdvak van geldigheid bedraagt evenwel in geen geval meer dan vijf jaar na de datum van toepassing van de Voorschriften in de bijlagen. 2. Schepen die, op de datum van de toepassing van de in artikel 11, eerste lid, bedoelde Voorschriften in de bijlagen, worden goedgekeurd voor het vervoer van gevaarlijke goederen op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij en die overeenkomstig de vereisten in de Voorschriften in de bijlagen, waar nodig rekening houdend met de algemene overgangsbepalingen daarin, kunnen een ADN-certificaat van goedkeuring ingevolge de in de Voorschriften in de bijlagen vastgelegde procedure verkrijgen. 3. In het geval van in het tweede lid bedoelde schepen die uitsluitend worden gebruikt op binnenwateren waar het ADNR krachtens het nationale recht niet van toepassing was voorafgaand aan de datum van toepassing van de in artikel 11, eerste lid, bedoelde voorschriften, kunnen de op specifieke waterwegen toepasselijke aanvullende overgangsbepalingen worden toegepast naast de algemene overgangsbepalingen. Dergelijke schepen verkrijgen een ADN-certificaat van goedkeuring dat beperkt is tot de bovenbedoelde binnenwateren, of tot een gedeelte daarvan. 4. Indien nieuwe voorwaarden worden toegevoegd aan de Voorschriften in de bijlagen, kunnen de Verdragsluitende Partijen nieuwe algemene overgangsbepalingen opnemen. Deze overgangsbepalingen vermelden de desbetreffende schepen en het tijdvak waarin ze van kracht zijn. Artikel 11. Inwerkingtreding 1. Dit Verdrag treedt in werking een maand na de datum waarop het in artikel 10, eerste lid, vermelde aantal staten die het definitief hebben ondertekend of hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd het totaal van zeven heeft bereikt. Evenwel zijn de Voorschriften in de bijlagen, uitgezonderd bepalingen inzake de erkenning van classificatiebureaus, niet eerder van toepassing dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van het Verdrag. REPORT OF THE ADMINISTRATIVE COMMITTEE ON ITS FIRST SESSION (19 June 2008) toegevoegd. VI. Status of the european agreement concerning the international carriage of dangerous goods by inland waterways (adn) (agenda item 5) 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 4 van 14

9. The Administrative Committee noted that, following ratification by Germany on 31 January 2008, ADN had entered into force on 29 February 2008. In accordance with Article 11, paragraph 1, of ADN, the annexed Regulations, with the exception of provisions concerning recognition of classification societies, will not apply until 28 February 2009. Een schip overeenkomstig artikel 8, paragraaf 2, van het ADN is dus een schip dat op 28 Februari 2008 voorzien was van een Certificaat van Goedkeuring. Het traktatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden jaargang 2015 nummer 9 toegevoegd Hieruit blijkt dat het ADN 2015 op 1 januari 2015 in werking is getreden. ECE/TRANS/WP.15/AC.2/50/Add.1 Toegevoegd Hierin staan de wijzigingen van het ADN in het Engels vermeld. Numij zending 112 verwerkt Bijlage 13 van het BPR aangepast Op het Juliana kanaal tussen de Beatrixhaven en de haven Stein moeten schepen of duwstellen langer dan 110 meter voorzien zijn van een actieve boegbesturing. BVR aangepast. Artikel 22, lid 4 en 5: beperking van de geldigheidsduur van het klein vaarbewijs tot de dag waarop de houder de 70-jarige leeftijd bereikt, alsmede de 5-jarige geldigheid van een na dat tijdstip aan die houder afgegeven klein vaarbewijs zijn vervallen De wijziging komt uit Staatsblad 2014-192, geldig vanaf 1 juni 2014, ook dit Staatsblad toegevoegd, dit was erdoorheen geglipt. Alle andere wijzigingen van deze Numij update waren al eerder verwerkt vanuit de bron: de staatsbladen en CCR resoluties. Juni 2015 Numij zending ADN 2015 verwerkt. Dit was al verwerkt door het invoeren van het ADN 2015 Staatsblad Nr. 11506 30 april 2015 verwerkt De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen aangepast. Gaat om een kleine tekstuele aanpassing (lid-staat wordt lidstaat) Bijlage 1 geheel vervangen: Bijlage behorend bij artikel 2, tweede lid, onder a en b, van de Regeling erkende instanties vervoer 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 5 van 14

gevaarlijke stoffen Bijlage 3 aangepast 1. Artikel 2 vervalt. 2. In artikel 5, eerste en tweede lid, wordt 195 24 vervangen door: 195 bij 24. 3. Artikel 7 komt te luiden: Artikel 7. Vervoerdocument In geval het vervoer van gevaarlijke stoffen uitsluitend binnen Nederland plaatsvindt, is het toegestaan dat de documenten die op basis van het ADN verplicht aan boord moeten worden meegevoerd, uitsluitend zijn gesteld in de Nederlandse taal. Tabel 1 behorende bij artikel 1 van bijlage 4 aangepast. Dit zijn de bevoegde instanties voor het ADN binnen Nederland Staatscourant Nr. 14674 29 mei 2015 toegevoegd Aanwijzing binnenvaart, Deze aanwijzing bevat regels voor het OM en de politie ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van de scheepvaart op de binnenwateren (beroeps- en recreatievaart). Staatscourant Nr.Nr. 14090 27 mei 2015 toegevoegd De binnenvaartregeling aangepast Artikel 1.8 Op de goedkeuring en installatie van een tachograaf als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van bijlage 1.9 is bijlage A3 van het Rsp van toepassing, alsmede bijlage 1.4. Dit is in verschillende artikelen verwerkt. In artikel 5.11 en 7.22 wordt de aangifte bij de politie bij vermissing van documenten vervangen door het afleggen van een verklaring. De bijlage 1.4 toegevoegd Bijlage 1.4: voorschriften met betrekking tot typegoedkeuring en installatie tachografen Rijnvaart als bedoeld in artikel 1.8. De bijlage 11.1, de boetetabel vervangen November - december 2015 Staatscourant Nr. 38318 van 3 november 2015 toegevoegd, inclusief de wijziging van 18 november 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 2 november 2015, nr. IENM/BSK- 2015/201651, tot wijziging van de Binnenvaartregeling in verband met de implementatie van resolutie 2015-I van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, de reparatie van verschillende onvolkomenheden in die regeling en tot wijziging van de Scheepsafvalstoffenregeling Rijn- en binnenvaart in verband met de implementatie van protocollen 2015-I-1 en 2015-I-3 van 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 6 van 14

respectievelijk het Internationaal Verevenings- en Coördinatieorgaan en de Conferentie van Verdragssluitende Partijen van het CDNI-verdrag; De binnenvaartregeling aangepast Artikel 1.1 1 e lid tekstueel Artikel 7.9, 4 e lid tekstueel Artikel 12.3, 1 e lid tekstueel Het RSP (dit is bijlage 1.9 bij de binnenvaartregeling) aangepast Artikel 1.1: toegevoegd: 39. Vloeibaar aardgas (LNG) : aardgas dat vloeibaar is gemaakt door afkoeling tot een temperatuur van -161 C. Aan artikel 3.13, eerste lid, de volgende alinea s toegevoegd: Aan boord van schepen die over een krachtens Bijlage O van het ROSR op de Rijn erkend communautair certificaat beschikken, kan zich in plaats van het door een bevoegde autoriteit van een Rijnoeverstaat of België afgegeven vaartijdenboek, een door een bevoegde autoriteit van een derde staat afgegeven en door de CCR erkend vaartijdenboek bevinden. Erkende vaartijdenboeken moeten in ten minste één van de officiële talen van de CCR worden bijgehouden. De bevoegde autoriteiten voor de afgifte van op de Rijn geldige vaartijdenboeken staan vermeld in bijlage A1a. Hoofdstuk 4a toegevoegd: AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN VOOR DE KENNIS VAN DE BEMANNINGSLEDEN VAN SCHEPEN DIE VLOEIBAAR AARDGAS (LNG) ALS BRANDSTOF GEBRUIKEN Artikel 9,05 aangepast: De bevoegde autoriteiten verstrekken een verklaring overeenkomstig artikel 4a.02 aan bemanningsleden van schepen die vóór 1 juli 2016 zijn begonnen met het gebruik van LNG als brandstof, wanneer de betrokken bemanningsleden op grond van een aanbeveling van de CCR krachtens artikel 2.19 van het ROSR zijn opgeleid en een vaartijd van ten minste 90 dagen op dergelijke schepen kunnen aantonen. De volgende bijlagen bij het RSP zijn aangepast: Deze wijzigingen zijn het gevolg van de CCR resolutie 205-I 10 tm 12. Helaas zijn deze aanpassingen nog niet op de website van de CCR verwerkt, hierdoor is het aanpassen van deze bijlagen teveel werk. Ik verwijs voor de bijlagen van het RSP naar de website van de CCR. E: BEMANNINGSLEDEN VAN SCHEPEN DIE VLOEIBAAR AARDGAS (LNG) ALS BRANDSTOF GEBRUIKEN - is toegevoegd. Deze bestaat uit bijlage E1 Model van de verklaring van deskundigheid aangaande het gebruik van vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof, en Bijlage E2 BIJLAGE E2 Programma van de cursus voor bemanningsleden van schepen die vloeibaar aardgas (lng) als brandstof gebruiken. Bijlage A1 - is toegevoegd BIJLAGE A1A Bevoegde autoriteiten voor de afgifte van op de rijn geldige vaartijdenboeken. Deze tabel is leeg, er wordt verwezen naar de website van de CCR. 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 7 van 14

In bijlage D1 wordt het model Rijnpatent vervangen door een nieuw model. Bijlage D5 wordt aangevuld met een aantal nieuwe modellen van vaarbewijzen en landaanduidingen van een aantal landen. In bijlage D6 wordt de tabel van landaanduidingen aangepast. In bijlage 6.2 wordt het model van de geneeskundige verklaring aangepast. Deze tabel is niet juist zie de rectificatie in staatsblad Nr. 38318-n1 Staatscourant Nr. 42586 26 november 2015 toegevoegd. Bekendmaking aan Rijnscheepvaart nr. 2/2015, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hiermee worden de door Centrale Commissie voor de Rijnvaart aangenomen resolutie 2015-I, protocollen 2015-I-7, 2015-I-13 en 2015-I-16, over de invoering, de wijziging en de verlenging van de werkingsduur van een aantal bepalingen van tijdelijke aard van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 in de nationale wetgeving verwerkt; Het RPR aangepast: Artikel 1.01 aangevuld met de volgende definities: ad. LNG-installatie: alle elementen van het schip die vloeibaar aardgas (LNG) of aardgas kunnen bevatten, zoals motoren, brandstoftanks, buffertanks en bunkerleidingen; ae. bunkerzone: de zone die in een omtrek van 20 m van de aansluiting voor het bunkeren ligt; af. vloeibaar aardgas (LNG): aardgas dat vloeibaar is gemaakt door afkoeling tot een temperatuur van 161. Artikel 1.10 gewijzigd: 1. Onderdeel ac komt te luiden: ac. de bij artikel 15.08, tweede lid, voorgeschreven losverklaring;. 2. Twee onderdelen worden toegevoegd, luidende: ad. voor schepen die het kenteken voeren als bedoeld in artikel 2.06, het operationeel handboek en de veiligheidsrol; ae. voor schepen die het kenteken voeren als bedoeld in artikel 2.06, de verklaringen van deskundigheid aangaande het gebruik van vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof van de schipper en van de bemanningsleden die betrokken zijn bij de bunkerprocedure. Artikel 2.06 toegevoegd: Artikel 2.06 Kenteken van schepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken 1. Schepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken, moeten een kenteken voeren.... 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 8 van 14

Artikel 4.07, vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid, onderdeel c, komen beide te luiden: c. scheeps- of samensteltype overeenkomstig de Standaard voor Tracking en Tracing van schepen in de binnenvaart; In artikel 6.28 wordt, onder vernummering van de leden 10 tot en met 12 tot lid 11 tot en met 13, een lid ingevoegd, luidende: 10. Schepen en samenstellen die het kenteken als bedoeld in artikel 2.06 voeren, mogen de sluis niet binnenvaren indien er vloeibaar aardgas (LNG) vrijkomt buiten de LNG-installatie, of indien verwacht kan worden dat er vloeibaar aardgas (LNG) buiten de LNG-installatie zal vrijkomen tijdens het schutten. Artikel 7.08 komt te luiden: Artikel 7.08 Bewaking en toezicht 1. Een ter zake kundige bewaker moet zich voortdurend bevinden aan boord: a. van een stilliggend schip dat het kenteken als bedoeld in artikel 2.06 voert, b. van een stilliggend schip dat een teken als bedoeld in artikel 3.14 voert, en c. van een stilliggend passagiersschip wanneer er passagiers aan boord zijn.... Aan hoofdstuk 8 wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 8.11 Veiligheid aan boord van schepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken 1. Alvorens te beginnen met het bunkeren van vloeibaar aardgas (LNG) dient de schipper van het schip dat moet bunkeren zich ervan te vergewissen dat: a. de voorgeschreven brandbestrijdingsmiddelen te allen tijde operationeel zijn en b. tussen het schip en de kade de voorgeschreven middelen aanwezig zijn voor de evacuatie van personen aan boord van het schip dat moet bunkeren.... Artikel 15.06 komt te luiden: Artikel 15.06 Plicht tot waakzaamheid tijdens het bunkeren 1. De schipper moet bij het bunkeren van brandstof en smeerstoffen ervoor zorgen dat: a. de hoeveelheid die wordt gebunkerd binnen de afleesbare standen van de peilinrichting blijft, b. bij afzonderlijk vullen van de brandstoftanks, dat de afsluiters in de verbindingsleidingen tussen de brandstoftanks gesloten zijn, c. het bunkeren onder toezicht geschiedt, en d. een inrichting overeenkomstig artikel 8.05, tiende lid, onderdeel a), van het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn wordt gebruikt.... Onder vernummering van de artikelen 15.07 en 15.08 tot 15.08 en 15.09 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 15.07 Plicht tot waakzaamheid bij het bunkeren van vloeibaar aardgas (LNG) 1. De bepalingen van artikel 15.06, eerste lid, onderdeel a en b, en het tweede lid, onderdeel a en e, zijn niet van toepassing bij het bunkeren van vloeibaar aardgas (LNG). 2. Het bunkeren van vloeibaar aardgas (LNG) tijdens het varen, de overslag en het aan of van 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 9 van 14

boord gaan van passagiers is niet toegestaan.... Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. De vermelding bij schets 62 komt te luiden: Art 3.33 Verbod evenwijdig aan een schip ligplaats te nemen Art. 15.07, achtste lid, onderdeel a, plicht tot waakzaamheid bij het bunkeren van vloeibaar aardgas (LNG). CCR 2015-I Protocol 14 opgenomen en verwerkt Deze aanpassing, die op 1 december 2015 in werking treed, is nog niet in de Nederlandse wetgeving verwerkt. Artikel 7.03 komt te luiden: Artikel 7.03 Ankeren en het gebruik van spudpalen 1. Een schip, een drijvend voorwerp en een drijvende inrichting mogen niet ankeren en geen gebruik maken van spudpalen: a) op een gedeelte van de vaarweg waar bij algemene regeling ankeren is verboden; b) in een vak aangeduid door het teken A.6 (bijlage 7), aan de zijde van de vaarweg waar het teken is aangebracht.... Bijlage 7 (teken E.6.1) komt te luiden: E.6.1 Toestemming gebruik te maken van spudpalen aan de zijde van de vaarweg waar het bord is aangebracht. (artikel 7.03 lid 3 CCR 2015-I- Protocol 15 opgenomen en verwerkt Deze aanpassing, die op 1 december 2015 in werking treed, is nog niet in de Nederlandse wetgeving verwerkt. Artikel 1.06 komt te luiden: Artikel 1.06 Gebruik van de vaarweg Onverminderd de artikelen 8.08, 9.02, tiende lid, 10.01, 10.02, 11.01 en 11.02 van dit voorschrift moeten de lengte, de breedte, de hoogte boven water, de diepgang en de snelheid van een schip of een samenstel verenigbaar zijn met de kenmerken en afmetingen van de vaarweg en de kunstwerken. Artikel 11.01 komt te luiden: Artikel 11.01 Ten hoogste toegelaten afmetingen van schepen 1. De grootste lengte van een schip mag niet meer bedragen dan 135 m en de grootste breedte mag niet meer bedragen dan 22,80 m. De breedte van een schip niet meer bedragen dan a) 17,70 m op het riviergedeelte tussen Bingen (kmr 528,50) en St. Goar 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 10 van 14

(kmr 556,00) en b) 15 m op het riviergedeelte tussen Pannerden (kmr 867,46) en het Lekkanaal (kmr 949,40).... Artikel 11.02 komt te luiden: Artikel 11.02 Ten hoogste toegelaten afmetingen van duwstellen en gekoppelde samenstellen 1. Een duwstel en een gekoppeld samenstel mogen de in het tweede en derde lid genoemde afmetingen niet overschrijden. Zij mogen slechts met de toegelaten afmetingen varen indien deze zijn vermeld in het certificaat van onderzoek met opgave van de toegelaten formatie en de toegelaten belading voor de van toepassing zijnde vaarrichting. De tabel met afmetingen op de verschillende vaargebieden is aangepast De maximale afmetingen volgens de tabel (van belang bij het invullen van de duwformaties) zijn: Sluizen Iffezheim (km 334,00) t/m Lorch (km 540,20) 193 x 22,90 Karlsruhe (km 359,80) t/m Lorch (km 540,20) bovendien 153 x 34,35 Alleen de afvaart en bij een waterstand op de peilschaal bij Kaub van 1,20 m en meer, tenzij de bevoegde autoriteit de vaart bij een lagere waterstand uitdrukkelijk heeft toegelaten. Voor zover de duwboot langszijde daarvan vastgemaakte duwbakken meevoert, moeten deze onbeladen zijn Bad Salzig (km 564,30) t/m Gorinchem (km 952,50) onverminderd de bepalingen van lid 3.4 voor duwstellen a) in opvaart (lange formatie) 269,50 x 22,90 b) in afvaart (brede formatie) 193 x 34,35 Alles onder voorwaarden, zie het betreffende artikel. De artikelen 11.03 tot en met 11.05 komen te vervallen. CCR 2015-I Protocol 16 opgenomen en verwerkt In de nationale wetgeving verwerkt door de bekendmaking aan de Rijnscheepvaart nummer 2/2015 Staatsblad 42586 van 26 november 2015. Artikel 12.01 komt te luiden: Artikel 12.01 Meldplicht 1. De schipper van de volgende schepen en samenstellen moet zich, alvorens de in het achtste lid bedoelde riviergedeelten binnen te varen, via de marifoon melden op het aangegeven kanaal: a. schip dat goederen vervoert waarop het ADN van toepassing is; b. tankschip; c. schip dat containers vervoert; d. schip met een lengte van meer dan 110 m; e. hotelschip; f. zeeschip; 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 11 van 14

g. schip dat een LNG-systeem aan boord heeft; h. bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21.... Na bijlage 11 wordt een bijlage toegevoegd, luidende: BIJLAGE 12 LIJST VAN DE SOORTEN VAARTUIGEN EN SAMENSTELLEN Naam: motortankschip; motorvrachtschip; kanaalspits;... Opmerking het scheepstype pleziervaartuig ontbreekt in deze lijst, terwijl ook dit scheepstype van een AIS voorzien moet zijn. CCR 2015-I Protocol 17 opgenomen De werkingsduur van een aantal artikelen wordt verlengd. Op mijn website wordt hier verder geen aandacht aan besteed. Staatsblad 2015-395 toegevoegd en verwerkt Het vasttellingsbesluit BPR gewijzigd De minister is nu de minister van van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast zijn er wat verwijzingen in artikelen aangepast. Het BPR gewijzigd De definitie van klein schip is wat betreft de veerponten aangepast. Het begrip 14 CEMT-klasse: door de Conférence Européenne des Ministres de Transport vastgestelde klassering van vaarwegen opgenomen in de Richtlijnen vaarwegen zoals periodiek vast te stellen door de Minister van Infrastructuur en Milieu, is toegevoegd. Artikel 1.07, 2 e lid is aangepast. het uitzicht mag tot 500 meter voor het schip worden beperkt mits aanvullende voorzieningen aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar her ROSR Artikel 1.08 is aangepast:het gebruik van reddingsvesten is nu in veel gevallen verplicht. Artikel 1.10 is aangepast: het handboel marifonie mag nu ook elektronisch Artikel 4.07 is aangepast: Een inland AIS apparaat is nu op veel schepen verplicht. Artikel 6.01 is aangepast: In dit hoofdstuk worden onder een klein schip mede begrepen een sleep, een duwstel of een gekoppeld samenstel, uitsluitend uit kleine schepen bestaande, alsmede een amfibievoertuig ongeacht de afmetingen van dit voertuig en de wijze waarop dit voertuig wordt gebruikt. Dit is in tegenspraak met de ILT uitspraak dat pleziervaartuigen helemaal niet mogen slepen. Artikel 6.26 is aangepast, gaat over de lichten bij bruggen e.d. Artikel 7.03 is aangepast Het gebruik van sputpalen wordt hierdoor geregeld. 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 12 van 14

Artikel 8.06, 1 e lid is aangepast gaat over snelle motorboten Artikel 9.02, 1 e lid is aangepast afmetingen schepen nu via een ministeriële regeling (artikel 11.01, waarin dit voorheen geregeld werd is komen te vervallen) De maximale afmetingen zijn nu opgenomen in de Regeling communicatie en afmetingen rijk. Dit stuk opgenomen in de tab Vaarreglementen. Artikel 9.05 is aangepast het is verboden te varen met een door een vlieger voortbewogen plank of klein schip Artikel 9.06 is uitgebreid met 6 Op de in bijlage 17, onder e, vermelde vaarwegen mogen een alleenvarend motorschip en een duwstel en een gekoppeld samenstel waarvan de lengte meer bedraagt dan 65 m varen, indien zij zijn voorzien van een kopbesturing van voldoende effectief vermogen die vanuit de stuurhut kan worden bediend. 7. Op de in bijlage 17, onder f, vermelde vaarwegen mogen een alleenvarend motorschip en een duwstel en een gekoppeld samenstel waarvan de lengte meer bedraagt dan 110 m varen, indien zij zijn voorzien van een kopbesturing van voldoende effectief vermogen die vanuit de stuurhut kan worden bediend. De schets 69 in bijlage 3 is vervangen Bijlage 4 is toegevoegd: Gebruik van het Inland AIS-apparaat als bedoeld in artikel 4.07, derde, vierde en achtste lid, In bijlage 7 worden war artikelen gewijzigd, tevens wordt het bord Toestemming gebruik te maken van spudpalen aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst (artikel 7.03, lid 3) toegevoegd. In bijlage 9, 10, 11, 14, 15, 16 en 17 worden wat vaargebieden toegevoegd. Bijlage 13 vervalt/ Bijlage 14. Ligplaats nemen, is geheel vervangen. RPR De toelichtende tekst bij bord A.1a in bijlage 7 komt te luiden: A.1a Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor (artikel 6.22, lid 2, onder a). Staatsblad 2015-524 toegevoegd: Het Besluit van 14 oktober 2015, houdende wijziging van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, het Binnenvaartpolitiereglement en enkele andere besluiten in verband met een actualisering en enkele andere aanpassingen (Stb. 2015, 395) treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat met ingang van 1 december 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 13 van 14

2016 in werking treedt en van artikel IV. 11-01-16 www.rbv-advies.nl Pag. 14 van 14