Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Vergelijkbare documenten
MODELVERORDENING LANGDURIGHEIDTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE MENTERWOLDE

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

13 april Verordening Langdurigheidstoeslag 2010

RAADSBESLUIT. Verordening Langdurigheidstoeslag Asten mei

CVDR. Nr. CVDR28457_1. Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009

Verordening Langdurigheidstoeslag. Gemeenteraad Maatschappelijke zorg en welzijn. Datum ondertekening Bron bekendmaking

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012/25698 WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag 1 / 5

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2012

B&W-Aanbiedingsformulier

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2010 Leesexemplaar na doorvoering wijzigingsverordening 2012

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Zoetermeer 2009

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gemeente Albrandsuuaard

vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag Zeewolde 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

Gemeente Boxmeer I-SZ/2012/724 / RIS (6)

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Overbetuwe 2009

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Uitleg

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011,

Langdurigheidtoeslag Verordening. Verordening Langdurigheidtoeslag 2012 ex artikel 36 WWB

Verordening Langdurigheidstoeslag Voor de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand

De raad van de gemeente Koggenland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011

Verordening langdurigheidstoeslag WWB ISD Bollenstreek 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 februari 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr ;

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE HOUTEN

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 12 februari 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 februari 2009, inzake de Langdurigheidstoeslag;

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Emmen 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2011

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Nijverdal, 5 februari gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

d. voor gehuwden met ten laste komende kind(eren) van 12 tot en met 17 jaar: 39 % van de norm gehuwden, vermeerderd met een bedrag van 240,- euro.

Langdurigheidstoeslag 2013

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept

Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

O. Deeben raad00264

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

Verordening langdurigheidstoeslag WWB ISD Bollenstreek

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 april 2013

CVDR. Nr. CVDR188254_1. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

GEMEENTEBLAD. Nr

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

GEMEENTEBLAD. Nr Artikel 1 Begripsbepalingen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, nr. 108/12;

Heerhugowaaŕä Stad van kansen

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Raadsvoorstel 2 april 2009 AB RV

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 november 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

De Raad van de gemeente Ede,

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Gemeente Baarn - Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Baarn

Gemeente Dalfsen. Gemeenteraad

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014.

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet b e s l u i t :

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012

Transcriptie:

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013 Datum De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Someren d.d. gezien het advies van de participatiecommissie werk en inkomen d.d. gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel d, artikel 8, tweede lid, onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013. Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren; b. de wet: de Wet werk en bijstand; c. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; d. WSF 2000: Wet Studiefinanciering e. bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet f. alleenstaande: een alleenstaande als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a van de wet; g. alleenstaande ouder: een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b van de wet; h. gehuwden: de gehuwden tezamen of de gehuwden met de tot hun last komende kinderen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, onder 1 en 2 van de wet. i. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan moet worden gelezen als de referteperiode, waarbij een bijstandsuitkering, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen wordt gezien; j. peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat. k. referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

- 2 - l. pensioengerechtigde leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet Artikel 2 Voorwaarden 1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en geen uitzicht heeft op inkomstenverbetering. 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die in de referteperiode of op de peildatum een opleiding volgt of heeft gevolgd als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt of heeft gevolgd als genoemd in de WSF 2000. Artikel 3 Hoogte toeslag 1. De langdurigheidstoeslag wordt gebaseerd op de bijstandsnormen per 1 januari van het betreffende jaar en bedraagt: a. voor gehuwden: 38,5 % van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21, onderdeel c van de wet; b. voor een alleenstaande ouder: 38,5 % van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21, onderdeel b van de wet, verhoogd met de maximale toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid van de wet. c. voor een alleenstaande: 38,5 % van de bijstandsnorm genoemd in artikel 21, onderdeel a van de wet, verhoogd met de maximale toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid van de wet. 2. Voor toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend. 3. Indien een van de gehuwden op de peildatum uitgesloten is van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, eerste lid van de wet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. Het inkomen en het vermogen van de uitgesloten partner zoals bedoeld in het derde lid moet wel worden meegenomen bij de berekening van het inkomen en vermogen. Artikel 4 Uitvoerend orgaan Het college is belast met de uitvoering van deze regeling Artikel 5 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college Artikel 6 Nadere uitvoeringsregels Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

- 3 - Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013. 2. Deze verordening treedt inwerking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2013. 3. Op hetzelfde moment komt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012 te vervallen. Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, de raadsgriffier, de voorzitter, J.Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman

- 4 - ALGEMENE TOELICHTING Algemeen Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd naar gemeenten. Artikel 36 Wet werk en bijstand (WWB) vormt de basis, maar daarnaast is in artikel 8 WWB bepaald dat gemeenten in een verordening de precieze voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen. De verordening moet in ieder geval betrekking hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. In de verordening worden niet de zaken geregeld die in de wet geregeld zijn. Doelgroep Deze bijzondere categoriale voorziening staat in beginsel open voor iedereen met een minimum inkomen, dus ook voor werkenden. De bron van het inkomen is niet van belang, maar de hoogte daarvan. Dit geldt op dezelfde wijze voor de bijzondere bijstand. Door werkenden toe te laten tot de doelgroep wordt de zogenaamde armoedeval verder verkleind en wordt aangesloten bij de overige gemeentelijke uitvoeringsregels minima. Hoogte van de toeslag Tot 1 januari 2009 was de hoogte van de toeslag centraal bepaald. Het waren vaste bedragen die vastgesteld werden als percentage van de voor de persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm. Gemeenten kunnen met de huidige wetgeving zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Gelet op de bedoeling van de wetgever bij de totstandkoming van de langdurigheidstoeslag moet de hoogte van het bedrag voldoende hoog zijn. Daarom sluit berekening van de hoogte aan bij de langdurigheidstoeslag van voor de decentralisatie. Aan de hand hiervan zijn er drie toeslagen mogelijk. Langdurig De referteperiode bedroeg tot 1 januari 2009 vijf jaar. De gemeenten hebben nu de vrijheid de duur van de referteperiode zelf vast te stellen. Uitgegaan wordt van een periode van drie jaar. Uit het feit dat de minimumleeftijd voor het recht op de langdurigheidstoeslag is verlaagd van 23 naar 21 jaar kan worden afgeleid dat onder langdurig tenminste 3 jaar moet worden begrepen. Ook het Nibud heeft aangegeven dat de reserveringsmogelijkheden bij een periode van 3 jaar minimaal worden. Laag inkomen Daarbij geldt dat in ieder geval geen sprake is van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. De inkomensgrens is bij alle bestaande minimaregelingen op 110% gesteld. Geen ambtshalve verstrekking In de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een

- 5 - vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat. Er zijn echter wel mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijke administratie blijkt dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen wijzigingen zijn opgetreden, dan kan een volledig ingevuld aanvraag formulier toegezonden worden, waarna de betrokkene door het zetten van de handtekening de aanvraag officieel maakt. De Wet Aanscherping WWB Op 1 januari 2012 is inwerking getreden de Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ) gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (kortweg: Wet Aanscherping WWB). Eén van de speerpunten van de wetswijziging wordt gevormd door het normeren van de inkomensgrens voor het gemeentelijk minimabeleid op 110% van de bijstandsnorm. Dit geldt ook voor de langdurigheidstoeslag (zie artikel 36, zesde lid WWB). De Verordening langdurigheidstoeslag dient hierdoor worden aangepast. Wetswijziging 1-1-2013 Besluit aanpassing wetten inzake verhoging AOW-leeftijd De wijziging in deze versie heeft te maken met de aanpassing van de Wwb inzake de verhoging AOW leeftijd. Deze is nu niet meer voor iedereen op 65 jaar, maar afhankelijk van de geboortedatum. De leeftijd van 65 jaar wordt vervangen door de term : pensioengerechtigde leeftijd. Artikel 7a lid 1 van de Algemene Ouderdomswet luidt: 1. De pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd zijn: a. vóór 1 januari 2013: 65, respectievelijk 15 jaar; b. in 2013: 65 jaar en één maand, respectievelijk 15 jaar en één maand; c. in 2014: 65 jaar en twee maanden, respectievelijk 15 jaar en twee maanden; d. in 2015: 65 jaar en drie maanden, respectievelijk 15 jaar en drie maanden; e. in 2016: 65 jaar en vijf maanden, respectievelijk 15 jaar en vijf maanden; f. in 2017: 65 jaar en zeven maanden, respectievelijk 15 jaar en zeven maanden; g. in 2018: 65 jaar en negen maanden, respectievelijk 15 jaar en negen maanden; h. in 2019: 66 jaar, respectievelijk 16 jaar; i. in 2020: 66 jaar en drie maanden, respectievelijk 16 jaar en drie maanden; j. in 2021: 66 jaar en zes maanden, respectievelijk 16 jaar en zes maanden; k. in 2022: 66 jaar en negen maanden, respectievelijk 16 jaar en negen maanden; l. in 2023: 67 jaar, respectievelijk 17 jaar. Op pensioengerechtigden die in een bepaald kalenderjaar de pensioen-gerechtigde leeftijd hebben bereikt zijn de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd in de kalenderjaren daarna niet van toepassing

- 6 - ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsbepalingen Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Artikel 2 Voorwaarden Eerste lid In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van de voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor personen met een inkomen uit arbeid of anders wordt het inkomen afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaande, alleenstaande ouder, gehuwden) en de daarbij behorende bijstandsnorm. In artikel 36 WWB wordt bepaald dat om recht te hebben op de langdurigheidstoeslag er geen uitzicht op inkomensverbetering mag zijn. Deze zinsnede is, om hier geen misverstand over te krijgen, eveneens overgenomen in de verordening. Deze zinsnede is niet nieuw, maar was bij de verordening uit 2009 nog niet opgenomen, omdat tijdens het opstellen van de verordening destijds het wetsontwerp omtrent de langdurigheidstoeslag nog in behandeling was. Deze zinsnede is daarna pas toegevoegd. Hiermee wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Tweede lid Zoals hierboven aangegeven ontbreekt het recht op langdurigheidstoeslag indien men beschikt over uitzicht op inkomensverbetering (artikel 36 WWB). Van mensen die gedurende een periode van 3 jaar of langer een minimuminkomen hebben tot 110% wordt niet verwacht dat er concreet uitzicht bestaat op inkomensverbetering. Studenten worden in staat geacht om na hun studie door werkaanvaarding een inkomensstijging te realiseren. Derhalve worden zij in dit lid uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag. Gelet op de tekst van artikel 8 lid 2 onderdeel b WWB hoeft het criterium geen uitzicht op inkomensverbetering niet te worden vastgelegd in de verordening. Echter de tekst geeft ook niet aan dat dit niet vastgelegd mag worden in de verordening. Artikel 8, tweede lid, onder b bepaald immers: voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel d (= verordeningsplicht langdurigheidstoeslag), hebben de regels in ieder geval betrekking op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag. In ieder geval sluit vastlegging niet uit en daarom is er voor gekozen om deze bepaling in de verordening op te nemen (c.q. te laten staan, aangezien dit reeds was opgenomen in de verordening). Artikel 3 Hoogte toeslag Eerste en tweede lid Hierin wordt de hoogte van de toeslag geregeld. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is afhankelijk van de leefsituatie.

- 7 - In deze verordening wordt uitgegaan van een percentage van de bijstandsnorm (met eventuele maximale toeslag). Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB. De genoemde percentages zijn de huidige percentages wanneer de bedragen van de langdurigheidstoeslag worden afgezet tegen de bijstandsnormen. Derde lid In het derde lid wordt een regeling overeenkomstig artikel 24 WWB gegeven voor situaties waarin één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 (geen verblijfsstatus) of artikel 13 eerste lid WWB (detentie). De WWB voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de rechthebbende echtgenoot, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor gehuwden in dergelijke situaties ook niet opportuun is. Dit derde lid ziet enkel op de situatie dat er bij gehuwden sprake is van een uitsluitingsgrond op grond van artikel 11 of artikel 13 eerste lid WWB. Indien één van de gehuwden niet in aanmerking komt voor het recht op langdurigheidstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 WWB of in deze verordening, hebben de gehuwden geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslag komt gehuwden immers gezamenlijk toe. Zij moeten daarom ook beiden, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, aan de voorwaarden voldoen. Vierde lid (was vijfde lid) Het inkomen en het vermogen van de uitgesloten partner zoals bedoeld in het derde lid moet wel worden meegenomen bij de berekening van het inkomen en het vermogen. Het inkomen moet getoetst worden aan de toepasselijke norm van artikel 21, onderdeel c WWB en het vermogen aan artikel 34 WWB. Artikel 4 Uitvoerend orgaan Artikel 5 Onvoorziene gevallen Artikel 6 Nadere uitvoeringsregels Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding