ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE UITVOERING VAN KLEINERE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN, ZOALS REPARATIE- EN MUTATIEONDERHOUD Deze algemene voorwaarden gaan uit van opdrachtverlening door middel van opdrachtbrieven, opdrachtbonnen en uitvoering op grond van jaarlijks overeen te komen eenheidsprijzen, uurtarieven, of dergelijke en is met name bestemd voor kleinere onderhoudswerkzaamheden, zoals reparatie- en mutatieonderhoud.
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KLEINERE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN, ZOALS REPARATIE- EN MUTATIEONDERHOUD Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle werkzaamheden die door SWZ (hierna te noemen de woningstichting) in het kader van kleinere onderhoudswerkzaamheden of reparatie- en mutatieonderhoud via een opdrachtbrief of opdrachtbon aan de aannemer worden opgedragen. 1.2 De toepasselijkheid van algemene voorwaarden van de aannemer wordt door de woningstichting uitdrukkelijk van de hand gewezen. 1.3 Van deze algemene voorwaarden afwijkende bedingen zijn slechts van kracht indien en voorzover de woningstichting deze uitdrukkelijk en schriftelijk aan de aannemer heeft bevestigd. 1.4 Indien op een offerte respectievelijk opdracht door de woningstichting naast deze voorwaarden nog andere voorwaarden door de woningstichting van toepassing zijn verklaard, zullen in geval van strijdigheid tussen (enige bepaling in) die voorwaarden en (enige bepaling in) deze voorwaarden, deze voorwaarden prevaleren, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. 1.5 Indien enig beding, deel uitmakend van deze algemene voorwaarden of van de overeenkomst, nietig zou zijn of vernietigd wordt, blijft de overeenkomst voor het overige in stand en zal het betreffende beding in overleg tussen partijen onverwijld worden vervangen door een beding dat de strekking van het oorspronkelijke beding zoveel mogelijk benadert. Artikel 2 Totstandkoming van de overeenkomst 2.1 De overeenkomst tot uitvoering van een specifiek werk komt tot stand doordat de aannemer de opdracht accepteert. De aannemer wordt geacht de opdracht te hebben geaccepteerd conform de op de opdrachtbon of opdrachtbrief aangegeven specificatie wanneer hij niet binnen vijf werkdagen na ontvangst heeft aangegeven de opdracht niet te accepteren en/of wanneer hij ter plaatse is begonnen met het uitvoeren van de werkzaamheden. 2.2 De aannemer zal zijn prijsaanbiedingen gestand doen tot en met zestig dagen na de dag van aanbieding. Artikel 3 Algemene verplichtingen aannemer 3.1 De aannemer is verplicht de opgedragen werkzaamheden uit te voeren naar hetgeen in deze algemene voorwaarden alsmede andere tussen de woningstichting en de aannemer overeengekomen voorwaarden is bepaald. 2
3.2 De aannemer is verplicht al datgene te verrichten wat naar aard van de opgedragen werkzaamheden in billijkheid, redelijkheid en vakkundigheid van hem verwacht mag worden. 3.3 Bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden moet de aannemer gevolg geven aan de orders en aanwijzingen die hem door een werkvoorbereider of uitvoerder van de woningstichting dan wel contactpersoon van de woningstichting worden gegeven. 3.4 De aannemer verplicht zich zijn personeel zo te instrueren dat zij bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden te allen tijde zullen werken volgens de instructies van de woningstichting. 3.5 De wijze van uitvoering van de werkzaamheden moet zodanig zijn dat voor de woningstichting dan wel voor derden geen nodeloze hinder is te duchten. De aannemer dient de werkzaamheden zodanig uit te voeren dat daardoor schade aan persoon, goed en milieu zoveel mogelijk wordt beperkt. 3.6 De aannemer draagt zorg voor orde en veiligheid op de plaats waar de opgedragen werkzaamheden worden verricht. 3.7 De aannemer moet van de op het werk of in verband met het werk plaatshebbende ongelukken, rampen of conflicten van welke aard ook, onverwijld kennis geven aan de woningstichting en alle verlangde inlichtingen verschaffen. 3.8 De aannemer draagt zorg voor de tijdige verkrijging van vergunningen, ontheffingen en dergelijke beschikkingen die eventueel nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden. 3.9 De aannemer dient te allen tijde de in het kader van de door hem uit te voeren werkzaamheden van belang zijnde wettelijke voorschriften en andere beschikkingen van overheidswege correct en adequaat na te volgen. De daarmee gemoeide kosten zijn voor rekening van de aannemer. 3.10 Het uitvoerend personeel dient zich te allen tijde tegenover bewoner(s), personeel in dienst van woningstichting te kunnen legitimeren. 3.11 De opdrachtgever kan desgevraagd van opdrachtnemer verlangen dat laatstgenoemde opdrachtgever schriftelijk rapporteert over: a. De uitgevoerde werkzaamheden en leveringen; b. De geconstateerde algehele onderhoudstoestand; c. De geconstateerde specifieke gebreken en oorzaken; d. Specificaties van werkzaamheden, systemen en materialen; e. Prognoses van toekomstige werkzaamheden en leveringen; f. De voortgang van opdrachten gerelateerd aan de planning. 3
Artikel 4 Algemene verplichtingen woningstichting 4.1 De woningstichting is in voorkomende gevallen verplicht ervoor zorg te dragen dat de aannemer toegang verkrijgt tot de woningen waarin de opgedragen werkzaamheden moeten worden verricht. 4.2 De woningstichting zal zich in alle zaken die de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden betreffen laten vertegenwoordigen door een uitvoerder van de woningstichting. Voor aanvang van de werkzaamheden zal de woningstichting aan de aannemer de naam van de uitvoerder van de woningstichting dan wel contactpersoon of diens vervanger bekend maken. 4.3 De woningstichting zal de bewoners/huurders van de percelen tijdig waarschuwen over de aard van de werkzaamheden en de periode waarin deze worden uitgevoerd. E.e.a. na en in overleg met de aannemer. Artikel 5 Aanvang werkzaamheden 5.1 De aannemer mag geen werkzaamheden uitvoeren zonder een opdrachtbon met bijbehorende werkomschrijving van de woningstichting. 5.2 In geval van kleinere onderhoudswerkzaamheden, opgedragen door middel van een opdrachtbrief, zal de datum van aanvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsduur schriftelijk worden overeengekomen. 5.3 In geval van reparatie- en mutatieonderhoud dienen de opgedragen werkzaamheden gereed te zijn voor de op de opdrachtbon vermelde gereed voor datum. Bij reparatieonderhoud correspondeert deze datum met de op de opdrachtbon aangegeven urgentiecode. Er zijn vijf urgentiecodes. Code 1: normaal, binnen 2 weken uitgevoerd. Code 2: voorrang, binnen 1 week uitgevoerd. Code 3: spoed, binnen 24 uur uitgevoerd. Code 4: laag, binnen 4 weken uitgevoerd. Code 5: niet urgent, binnen 8 weken uitgevoerd. 5.4 Voor aanvang der werkzaamheden dient de aannemer contact op te nemen met de uitvoerder van de woningstichting om de volgorde en alle op het werk c.q. uitvoering betrekking hebbende details te bespreken. 5.5 De hierboven in de leden 2 t/m 4 van dit artikel opgenomen werkzaamheden dienen aaneengesloten in de tijd worden uitgevoerd. 5.6 De aannemer zal vooraf met de bewoner(s) een afspraak maken over de aanvang en de verwachte tijdsduur van de werkzaamheden. 5.7 Wanneer om welke reden dan ook niet voldaan kan worden aan de hierboven in de leden 2 t/m 6 van dit artikel opgenomen verplichtingen, dient de aannemer dat onmiddellijk te melden aan de betrokken uitvoerder van de woningstichting. Tevens dient de aannemer de betrokken uitvoerder van de woningstichting te informeren, indien met de betrokken bewoner(s) nadere werkafspraken zijn gemaakt. 4
5.8 Bij te late oplevering is de woningstichting gerechtigd een korting van 100 per te laat opgeleverde werkdag, tenzij er sprake is van overmacht aan de zijde van de aannemer, onverminderd het recht van de woningstichting om aanvullende schadevergoeding te vorderen. 5.9 Wanneer de werkzaamheden meerdere woningen betreffen geldt het genoemde minimum bedrag per werkdag per te laat opgeleverde woning. 5.10 Voor de toepassing van deze bepaling wordt als dag van oplevering aangemerkt de dag, welke door de aannemer, overeenkomstig artikel 11 lid 4 of, in geval van heropname na onthouding van de goedkeuring overeenkomstig artikel 11 lid 5 is opgegeven, mits het werk vervolgens is of geacht wordt te zijn goedgekeurd. 5.11 Onder werkdag wordt in dit verband verstaan: een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of anders niet individuele vrije dagen. 5.12 Niet als werkbare dag wordt beschouwd een werkdag c.q. halve werkdag waarop de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden ten gevolge van de weersomstandigheden gedurende ten minste vijf uur, respectievelijk twee uur, onmogelijk is geweest. 5.13 Onder overmacht als genoemd in lid 9 van dit artikel en als bedoeld in artikel 18 wordt niet begrepen ziekte of staking van personeel van de aannemer of haar onderaannemers, personeelsschaarste bij de aannemer of haar onderaannemers alsmede te late levering van materialen door haar leveranciers. Artikel 6 Algemene uitvoeringsvoorschriften 6.1 Eventuele ongevallen, problemen met bewoner(s), ter plaatse geconstateerde gebreken of anderszins ongewone gebeurtenissen in het kader van de opgedragen werkzaamheden moeten door de aannemer terstond worden gemeld aan de betrokken uitvoerder van de woningstichting. 6.2 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden komen in elk geval de volgende kosten voor rekening van de aannemer. a. Tijdelijke aansluitingen voor gas, water, elektriciteit en telefoon. b. Aanleg en verwijderen van terreinleidingen. c. Verbruik van gas, water, elektriciteit en telefoon. d. Precario. e. Noodzakelijke herstraten van openbare bestrating en andere noodzakelijke bijkomende herstelwerkzaamheden. 6.3 De aannemer is slechts gerechtigd tot gebruik van collectieve voorzieningen (b.v. elektra in een gemeenschappelijke ruimte) na voorafgaande toestemming van de betrokken uitvoerder van de woningstichting. Daarbij kan een vergoeding worden afgesproken die later bij de afhandeling van de factuur op het te betalen bedrag in mindering wordt gebracht. 5
6.4 Wanneer de aannemer in het kader van de opgedragen werkzaamheden gebruik wenst te maken van zwaar materieel als steigers, opslag- en afvalcontainers, kango's en dergelijke moet hij daarvoor vooraf toestemming verkrijgen van de betrokken uitvoerder van de woningstichting. 6.5 De opgedragen werkzaamheden mogen alleen tussen 7.30 uur 's ochtends en 17.00 uur 's middags worden uitgevoerd. Voor de uitvoering van werkzaamheden (niet zijnde calamiteiten) buiten voornoemde tijdsperiode is geen tariefaanpassing van toepassing en dient vooraf toestemming te worden verkregen van de betrokken uitvoerder van de woningstichting of bewoner van het pand. 6.7 De aannemer dient de opgedragen werkzaamheden zoveel mogelijk met dezelfde werknemers uit te voeren. Op aanvraag van de woningstichting verschaft de aannemer een overzicht van die werknemers. 6.8 De omgeving waarin de opgedragen werkzaamheden worden verricht moet na afronding in de zelfde staat worden teruggebracht als aangetroffen bij de aanvang van de werkzaamheden. Alle materiaalresten dienen te worden verwijderd. Zo nodig wordt schoongemaakt. 6.9 De aannemer verplicht zich al het nodige te doen om te bereiken dat derden in het algemeen en bewoners van de woningstichting in het bijzonder van de opgedragen werkzaamheden zo min mogelijk overlast en/of hinder ondervinden. 6.10 Uit de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden voortkomend afval dient zo snel mogelijk via stortkokers, glijgoten of andere voorzieningen te worden afgevoerd. Het afvoeren van afvalstoffen, in het bijzonder chemisch afval, dient met inachtneming van de wettelijke voorschriften te geschieden. Vuilcontainers dienen afsluitbaar te zijn. Gedurende het weekend dienen deze te allen tijde afgesloten te zijn. 6.11 De aannemer dient zich te allen tijde op de hoogte te stellen van de staat en toestand van de omgeving waarin hij de opgedragen werkzaamheden dient te verrichten. Zo nodig neemt hij schadevoorkomende maatregelen. 6.12 De aannemer dient bij ongunstige weersomstandigheden het verse werk zorgvuldig te beschermen tegen vocht en koude. 6.13 De tijdstippen waarop de aannemer wegens vakantieperiodes geen werkzaamheden kan uitvoeren, worden tijdig en schriftelijk aan de woningstichting gemeld. Naar aanleiding van de melding kunnen afspraken worden gemaakt over eventuele gedeeltelijke beschikbaarheid van (personeel van) de aannemer voor noodgevallen. Artikel 7 Geconstateerde gebreken 7.1 De aannemer dient de door haar tijdens de uitvoering geconstateerde gebreken welke niet op de werkopdracht zijn genoemd, direct aan de uitvoerder te melden en pas tot uitvoering over te gaan nadat zij hiervoor opdracht gekregen heeft. 6
Artikel 8 Technische uitvoeringsvoorschriften 8.1 Bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden dient de aannemer de volgende technische voorschriften in acht te nemen. a. De voorschriften en normen, zoals die zijn opgenomen in de bij de opdracht behorende werkomschrijving. b. De technische voorschriften uit de STABU-Standaard 2012 / UAV 2012. c. De verwerkingsvoorschriften van bouwstoffen. d. Relevante wettelijke voorschriften, overheidsbeschikkingen, eisen van openbare nutsbedrijven en Nederlandse Normen van de Stichting Nederlandse Normalisatie-Instituut (NEN-normen). Artikel 9 Schade tijdens uitvoering 9.1 Alle schades veroorzaakt in verband met de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden zijn voor rekening van de aannemer tenzij deze kan aantonen dat de schade veroorzaakt is door handelen c.q. nalaten van personen, voor wie hij niet verantwoordelijk is. 9.2 De aannemer vrijwaart de woningstichting tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schades, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Artikel 10 Verzekering 10.1 De aannemer dient alle risico's die samenhangen met de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden (daaronder met name begrepen schade aan eigendommen van de woningstichting en bewoners van de woningstichting) deugdelijk te verzekeren. De verzekering moet primair zijn. Op eerste verzoek dient de woningstichting inzage te worden gegeven in de desbetreffende polis. Tevens dienen op verzoek stukken te worden overlegd waaruit blijkt dat de in verband met de verzekering verschuldigde premies zijn betaald. Artikel 11 Toezicht en oplevering 11.1 De woningstichting zal tijdens de uitvoering controles kunnen laten uitvoeren door een uitvoerder van de woningstichting. Een dergelijk toezicht vermindert geenszins de verantwoordelijkheid van de aannemer voor de deugdelijkheid van de werkzaamheden. 11.2 De aannemer dient de uitgevoerde werkzaamheden na voltooiing bij de betrokken uitvoerder van de woningstichting gereed te melden. 11.3 In geval van werkzaamheden boven een factuurbedrag van 3.000 (excl. BTW) zal de uitvoerder van de woningstichting de werkzaamheden opnemen. In alle overige gevallen zal steekproefsgewijs de werkzaamheden worden opgenomen. 7
11.4 Wanneer de opname aanleiding geeft tot goedkeuring van het werk wordt zulks door de uitvoerder van de woningstichting vastgelegd op een opleveringsformulier. Op het opleveringsformulier worden die gebreken vermeld die de aannemer nog dient te verhelpen, doch die niet zo ernstig zijn dat zij de goedkeuring van de werkzaamheden in de weg staan. Het werk wordt steekproefsgewijs gecontroleerd tijdens uitvoering en oplevering. Deze gebreken dienen zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 3 werkdagen na dagtekening van het opleveringsformulier te worden verholpen. De uitvoerder van de woningstichting controleert of de vermelde tekortkomingen zijn weggenomen en maakt bij goedkeuring een aantekening op het opleveringsformulier. 11.5 In geval de opname aanleiding geeft tot afkeuring wordt zulks door de betrokken uitvoerder van de woningstichting eveneens vastgelegd op een opleveringsformulier. Op het opleveringsformulier worden de gebreken vermeld die aanleiding hebben gegeven tot de afkeuring. De aannemer moet deze tekortkomingen zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 5 werkdagen na dagtekening van het opleveringsformulier verhelpen. Alsdan vindt opnieuw een opname plaats volgens de regels als in dit artikel beschreven. 11.6 Kortingen en andere bedragen, die ingevolge de overeenkomst door de aannemer verschuldigd zijn, worden bij de eerstvolgende betaling ingehouden of op andere wijze op de aannemer verhaald. Artikel 12 Wet ketenaansprakelijkheid/verleggingsregeling BTW 12.1 Voordat de gunning van een werk verstrekt wordt dient de aannemer de volgende bescheiden bij de woningstichting in te dienen: Meest recente originele bewijs van zijn betalingsgedrag aan de belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV); G-rekeningovereenkomst (één keer per kalenderjaar); Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (één keer per kalenderjaar). 12.2 De aannemer dient na het verstrijken van elk kalenderkwartaal aan de woningstichting de meest recente verklaringen van de belastingdienst en het LISV te verstrekken omtrent zijn betalingsgedrag terzake van de afdracht van loonbelasting en sociale premies. 12.3 De aannemer mag bij de uitvoering van het werk slechts gebruik maken van onderaannemers, indien hij daarvoorde schriftelijke goedkeuring heeft gekregen van de woningstichting. Alle voor het werk in te schakelen onderaannemers moeten in ieder geval beschikken over een geblokkeerde rekening (G-rekening), zoals bedoeld in de Uitvoeringsregeling ketenaansprakelijkheid premie werknemersverzekeringen. De aannemer blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de onderaannemer. 12.4 De aannemer mag bij de uitvoering van het werk slechts gebruik maken van personeel dat hem door derden ter beschikking is gesteld, indien hij daarvoor de schriftelijke goedkeuring heeft verkregen van de woningstichting. De aannemer blijft niettemin jegens de woningstichting voor bedoeld personeel ten volle verantwoordelijk. 8
12.5 De aannemer dient ingevolge de W.K.A. de voorgeschreven administratie te voeren van het werk: a. Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden moeten van alle werknemers die op het desbetreffende werk arbeid verrichten de volgende gegevens op het werk aanwezig zijn: Kopie van een geldig identiteitsbewijs Sofi-nummer Registratienummer UWV b. Het bijhouden van een mandagenregister voor eigen werknemers en voor elke onderaannemer apart. Dit register dient te allen tijde ter inzage te liggen voor de Opdrachtgever. 12.6 De aannemer verschaft zo spoedig mogelijk na de opdracht van het werk de gegevens die de woningstichting nodig heeft om te kunnen voldoen aan de hem in de Uitvoeringsregeling ketenaansprakelijkheid premie werknemersverzekeringen opgelegde verplichtingen, in het bijzonder ten aanzien van storting op de G-rekening. 12.7 Van elke declaratie van de aannemer zal het gedeelte, dat betrekking heeft op in verband met het werk verschuldigde loonbelasting en sociale premies, worden gestort op de G-rekening van de aannemer. Het gedeelte dat op de G-rekening wordt gestort wordt vooralsnog vastgesteld op een percentage van 40% van het loonkostenbestanddeel dat vermeld is op de factuur. Wanneer daartoe tijdens de uitvoering aanleiding bestaat is de woningstichting gerechtigd dit percentage te wijzigen. De woningstichting is in bijzondere omstandigheden tevens gerechtigd het gedeelte van de declaraties, dat betrekking heeft op de door de aannemer verschuldigde loonbelasting en sociale premies rechtstreeks te storten naar de bevoegde belastingdienst en de uitvoeringsinstelling van het LISV van de aannemer. De woningstichting zal deze stortingen in mindering brengen op de door hem verschuldigde termijnen van de aanneemsom. Voordat de woningstichting daartoe overgaat, zal hij de aannemer daarover schriftelijk inlichten. 12.8 De aannemer dient op zijn declaraties te vermelden, dat de omzetbelasting wordt verlegd. De hoogte van het BTW percentage moet worden vermeld. Het bovenstaande leidt uitsluitend tot uitzonderingen, indien de inspectie der directe belastingen vooraf heeft verklaard, dat de Verleggingsregeling omzetbelasting voor het onderhavige werk niet van toepassing is. 12.9 Het is de aannemer niet toegestaan de delen van zijn vorderingen op de woningstichting, die op de G-rekening te storten bedragen betreffen, te cederen dan wel te verpanden. 12.10 De aannemer vrijwaart de woningstichting tegen alle eventuele aanspraken die door de belastingdienst of het LISV worden gemaakt, alsmede tegen eventuele op die wet gebaseerde verhaalsaanspraken van onderaannemers. 12.11 De hierboven opgenomen bepalingen dienen door de aannemer te worden opgenomen in door hem terzake van het werk af te sluiten overeenkomsten met onderaannemers. Dit met dien verstande, dat in de genoemde bepalingen in plaats van de woningstichting zal worden vermeld Hoofdaannemer en in plaats van de aannemer onderaannemer. 9
Artikel 13 Betaling 13.1 Betaling vindt slechts plaats na ontvangst van een factuur. Wanneer opdrachtnemer een onderaannemer werkzaamheden laat uitvoeren, dient een kopie van de factuur van deze onderaannemer bij de factuur van opdrachtnemer gevoegd te zijn. 13.2 Op elke factuur dient te worden vermeld: a. Datum waarop de factuur wordt uitgereikt b. Een opeenvolgend nummer (met één of meer reeksen), waardoor de factuur eenduidig wordt geïdentificeerd; c. Naam en adres van de aannemer: d. Bij reparatie- en mutatieonderhoud het nummer van de opdrachtbon, waarvoor wordt gefactureerd; e. Het aantal gewerkte manuren; f. De loonkosten per manuur; g. De gebruikte materialen; h. Overige kosten; i. Het bedrag (exclusief BTW) dat op de gewone rekening van de aannemer moet worden gestort en het bedrag (exclusief BTW) bestemd voor sociale premies en loonbelasting dat op zijn G-rekening moet worden overgemaakt; j. Het nummer van de G-rekening van de aannemer; k. Het BTW identificatienummer van de aannemer; l. Het toegepaste BTW tarief; m. De zinsnede "BTW VERLEGD"; n. Het BTW identificatienummer van de woningstichting. 13.3 Bij reparatie- en mutatieonderhoud dient elke factuur vergezeld te gaan van de originele opdrachtbon en bijlage waarvoor wordt gefactureerd. Facturering vindt plaats binnen 15 werkdagen na de datum waarop de werkzaamheden zijn opgeleverd of geacht wordt te zijn goedgekeurd. 13.4 Facturen die niet voldoen aan de in de lid 2 van dit artikel gestelde voorwaarden worden door de woningstichting niet geaccepteerd en onder aangeven van de reden van weigering aan de aannemer geretourneerd. 13.5 Betaling vindt plaats binnen 30 dagen nadat een factuur bij de woningstichting in goede orde is binnengekomen en is vastgesteld dat, met name blijkens het opleveringsformulier, de desbetreffende opdracht naar behoren is afgehandeld. Artikel 14 Meer- en minderwerk 14.1 Indien de aannemer constateert dat de in de werkbeschrijving aangegeven werkzaamheden niet toereikend zijn om de geconstateerde gebreken te repareren gebreken te verhelpen, dient hij dat direct te melden aan de betrokken uitvoerder van de woningstichting. Hetzelfde geldt in geval het verhelpen van de geconstateerde gebreken minder inzet van middelen vraagt dan in de werkbeschrijving was voorzien. 10
14.2 Na de melding als bedoeld in lid 1 van dit artikel geeft de betrokken uitvoerder van de woningstichting aan of er sprake kan zijn van een meer- c.q. minderwerkopdracht. Alsdan worden ook eventuele kostenconsequenties doorgesproken. Wanneer sprake is van een wijziging van de opdracht wordt deze door de woningstichting schriftelijk bevestigd. Mondelinge afspraken dienen te worden aangetoond door de partij die zich daarop beroept. 14.3 In geval van meer- of minderwerk dient de daarop betrekking hebbende factuur vergezeld te gaan van de in lid 2 van deze bepaling bedoelde bevestiging. 14.4 Niet verrekenbaar zijn wijzigingen van loonkosten en materiaalprijzen. De op het inschrijvingsbiljet of offerte aangegeven aannemingssom is prijsvast tot einde werk. Artikel 15 Verantwoordelijkheid na oplevering 15.1 Gedurende zes maanden na de dagtekening van het opleveringsformulier als bedoeld in artikel 11.4 van deze voorwaarden is de aannemer gehouden alle gebreken, welke binnen deze termijn aan de dag treden, op eerste aanzegging van de woningstichting te herstellen. Deze periode wordt hierna aangeduid als de: onderhoudstermijn. 15.2 Onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel is de aannemer na afloop van de in lid 1 van dit artikel bedoelde onderhoudstermijn slechts aansprakelijk voor gebreken, die voor zijn risico komen en die door de uitvoerder van de woningstichting tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dan wel bij de oplevering redelijkerwijs niet te onderkennen waren. Deze aansprakelijkheid vervalt wanneer na afloop van de onderhoudstermijn meer dan vijf jaar is verstreken. 15.3 Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel laat onverlet de gelding van kwaliteitsgaranties wanneer deze in de werkomschrijving zijn opgenomen. Artikel 16 Arbeidsomstandigheden 16.1 De aannemer is in het kader van de uitvoering van het werk gehouden alle hem ingevolge de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit (Staatsblad 1997, 60) en daaruit voortvloeiende c.q. samenhangende regelingen en voorschriften opgelegde verplichtingen tijdig en correct na te komen. De aannemer vrijwaart de woningstichting tegen aanspraken van derden die verband houden met het niet, niet tijdig of niet correct nakomen van deze verplichtingen. 16.2 Elk jaar dient de aannemer aan te tonen dat de door hem op basis van artikel 4.1 van de Arbeidsomstandighedenwet op te stellen algemene risico-inventarisatie en -evaluatie van bedrijfseigen activiteiten (BRIE) mede is afgestemd op de uit het contract voortvloeiende werkzaamheden en daarin verwoorde rechten en verplichtingen. De aannemer kan dit aantonen door: - het ter hand te stellen aan de woningstichting van deze BRIE, of - het overleggen van een VeiligheidsCertificaat Aannemers (VCA) waarop de werkzaamheden uit het contract vermeld staan, of 11
- het overleggen van een verklaring van een gecertificeerde Arbodienst, waarin zij verklaard dat de aannemer zijn BRIE mede heeft afgestemd op de werkzaamheden uit het contract. De aannemer zal de werkzaamheden uitvoeren overeenkomstig de in de BRIE of VCA aangegeven procedures en werkwijzen. 16.3 Wanneer in verband met de opgedragen werkzaamheden een veiligheids- en gezondheidsplan en/of een veiligheids- en gezondheidsdossier moeten worden opgesteld, dan wel coördinatoren moeten worden aangewezen, zal zulks in de werkomschrijving worden aangegeven. De aannemer zal de woningstichting bij verzuim hiervan op de hoogte stellen. 16.4 Wanneer sprake is van een veiligheids- en gezondheidsplan zal de aannemer instaan voor de tijdige, correcte en volledige uitvoering daarvan. 16.5 Wanneer sprake is van de aanwijzing van een coördinator uitvoeringsfase, en de aanwijzing daarvan wordt opgedragen aan de aannemer, zal deze ervoor instaan, dat de door de aangestelde coördinator(en) uit te voeren taken, zoals omschreven in artikel 2.34 van het besluit, tijdig, correct en volledig zullen worden uitgevoerd. 16.6 Indien de aannemer of coördinator-uitvoeringsfase tijdens de werkzaamheden bijzondere risico's of bouwkundige en technische kenmerken, die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bij toekomstige onderhoudswerkzaamheden van belang zijn, signaleert die afwijken van de risico's of kenmerken aangegeven in de opdracht, dient hij deze schriftelijk te melden aan de woningstichting. Deze melding is te beschouwen als V&G-dossier uitvoeringsfase. Artikel 17 In gebreke blijven van één der partijen 17.1 Ingeval één partijen een op haar rustende verplichting niet nakomt, doch nakoming (nog) mogelijk is, zal de wederpartij haar per aangetekende brief in gebreke stellen en haar daarbij een redelijke termijn gunnen om alsnog haar verplichting na te komen. 17.2 Indien: Een der partijen, na in gebreke te zijn gesteld conform het bepaalde in lid 1 van dit artikel, niet alsnog binnen de gestelde termijn nakomt; Hetzij één der partijen tijdelijk niet kan nakomen of uit haar houding blijkt dat aanmaning nutteloos zou zijn en deze partij schriftelijk is medegedeeld dat zij voor het uitblijven van haar nakoming aansprakelijk wordt gesteld; Hetzij één der partijen blijvend niet kan nakomen; Is de wederpartij gerechtigd hetzij de verdere nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst op te schorten, hetzij de overeenkomst geheel of ten dele te (doen) ontbinden, onverminderd haar recht op schadevergoeding. 17.3 Reeds voordat de gestelde termijn als bedoeld in lid 1 van dit artikel is verstreken, is de woningstichting in dringende gevallen gerechtigd voor rekening van de aannemer alle maatregelen te treffen die hij noodzakelijk mocht achten met het oog op het voorkomen of beperken van (verdere) schade, gevaar of ernstige hinder. Indien de aannemer nalatig blijft zijn verplichtingen na te komen, is de woningstichting gerechtigd het werk voor rekening van de aannemer te (doen) voltooien, onverminderd het recht van de woningstichting op schadevergoeding. 12
17.4 Elk der partijen kan deze overeenkomst steeds zonder voorafgaande ingebrekestelling (doen) ontbinden ingeval: a. De wederpartij in staat van faillissement wordt verklaard; b. De wederpartij surseance van betaling aanvraagt; c. Onder de wederpartij beslag of onder één van haar debiteuren derdenbeslag is gelegd en dit beslag of derdenbeslag niet binnen een termijn van veertien dagen is opgeheven; d. De wederpartij haar onderneming aan een derde overdraagt of haar bedrijfsvoering staakt. Artikel 18 Overmacht 18.1 Geen der partijen is gehouden tot het nakomen van enige verplichting, indien hij daartoe verhinderd is ten gevolge van een omstandigheid, die niet te wijten is aan zijn schuld, of niet voor rekening komt krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvatting. 18.2 Indien één der partijen gedurende een periode van meer dan dertig werkdagen ten gevolge van overmacht zijn verplichtingen op grond van deze overeenkomst niet kan nakomen heeft de andere partij het recht de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang te beëindigen. 18.3 Indien een situatie zich voordoet zoals bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel zal voor partijen geen recht op schadevergoeding bestaan. Artikel 19 Milieu 19.1 Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen waarvan de aanwezigheid niet in dit werkomschrijving is vermeld en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de uitvoerder van de woningstichting. Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de uitvoerder van de woningstichting, de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen. Artikel 20 Geschillenbeslechting 20.1 Eventuele geschillen die in het kader van de uitvoering van door de woningstichting aan de aannemer opgedragen werkzaamheden mochten ontstaan zullen, voor zover zij in der minne niet kunnen worden geschikt, worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Zwolle, behoudens voor zover het geschil behoort tot de competentie van de kantonrechter. 20.2 In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen partijen in voorkomende gevallen gezamenlijk kiezen voor geschillenbeslechting door middel van arbitrage. Alsdan zal een akte van compromis worden gesloten. Versie: Januari 2016 13