Inleiding Op 1 maart 2010 is de nieuwe 'Wet medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs' in werking getreden. Deze wet leidt tot veranderingen in de medezeggenschap voor personeel, deelnemers en ouders. In het medezeggenschapsstatuut is de instelling van een Centrale Ouderraad aangegeven. Dit reglement beschrijft de samenstelling, werkwijze, verkiezingen en de bevoegdheden van de Centrale Ouderraad. Begrippen en hun betekenis Hieronder volgt een lijst van begrippen en de uitleg daarvan. Het zijn begrippen die de Centrale Ouderraad kan tegenkomen in zijn werk voor de school. Bevoegd gezag College van Bestuur Raad van Toezicht Deelnemer Leerling Deelnemersraad Huishoudelijk reglement Instelling Medezeggenschapstatuut MBO Ondernemingsraad Ouders Schooladviesraad School WEB Wet VO Wet Zo noemt de wet de personen die uiteindelijk de taak en het recht hebben om te beslissen hoe het in de school moet toegaan, het College van Bestuur De leiding van de school, zie ook bevoegd gezag, Een raad die controleert of het College van Bestuur zijn werk goed doet. Zo noemt de wet een leerling, student, scholier of cursist die onderwijs volgt op de mbo-school. Wanneer er deelnemer staat bedoelen we ook deelneemster. Een leerling die onderwijs volgt op een vmbo-school De centrale vertegenwoordiging van de deelnemers op de mboinstelling. De deelnemersraad overlegt met het bevoegd gezag over allerlei aangelegenheden die voor de deelnemers van belang zijn. Het reglement dat de Centrale Ouderraad vaststelt om de gang van zaken binnen deze raad te regelen. Hetzelfde als school (zie daar) Document waarin de inrichting van de medezeggenschap op een mboschool wordt beschreven. Middelbaar beroepsonderwijs, bestaande uit ROC's, vakscholen en AOC's. De vertegenwoordiging van de medewerkers van de school. De ondernemingsraad overlegt met het bevoegd gezag over allerlei personeelsaangelegenheden. Ouders, voogden en verzorgers van leerlingen die bij Nordwin College zijn ingeschreven. Een raad die op een VMBO en MBO 1&2 school de school adviseert over het onderwijs en de gang van zaken in de school. Hierin zijn vertegenwoordigd; bedrijfsleven, maatschappij en ouders. De vmbo-school of mbo-school waar je je opleiding volgt. De Wet Educatie en Beroepsonderwijs, de belangrijkste wet die voor de instellingen in de bve-sector geldt. De wet voorgezet onderwijs, de belangrijkste wet die gaat over het vmbo-onderwijs. De WEB, tenzij ergens een andere wet wordt bedoeld. 2
Algemene bepalingen Artikel 1: Centrale Ouderraad Nordwin College kent een Centrale Ouderraad. De Centrale Ouderraad behartigt de belangen van de ouders in de school en moet representatief zijn voor alle ouders. Het bevoegd gezag stelt de Centrale Ouderraad in. Artikel 2: Samenstelling Centrale Ouderraad 1. De Centrale Ouderraad bestaat uit 9 personen, die door en uit de ouders worden gekozen. Alle ouders mogen deelnemen aan de verkiezingen voor de Centrale Ouderraad. De verkiezingen voor de Centrale Ouderraad worden getrapt door verkiezingen van ouders in de schooladviesraad (SAR) georganiseerd. Alle ouders kunnen zich verkiesbaar stellen voor deze ouderplaatsen in de SAR. Per SAR (en dus per locatie) zijn er ouders die zitting hebben in de Centrale Ouderraad. 2. De leden worden gekozen voor een periode van vier jaar. Elke vier jaar zijn er verkiezingen, volgens een rooster van aftreden en worden nieuwe leden gekozen. Het huishoudelijk reglement van de Centrale Ouderraad (zie artikel 4 en 8) bepaalt wat er gebeurt als een lid tussentijds aftreedt en wat er moet gebeuren als een lid de school verlaat. 3. Het huishoudelijk reglement kan bepalen dat de Centrale Ouderraad ook plaatsvervangende leden kent. Als dat zo is, gelden alle bepalingen van dit reglement ook voor de plaatsvervangende leden. 4. Bij de start van de eerste ouderraad in 2011 zijn de leden, omwille van continuïteit en praktische uitvoering aangezocht via de oudergeleding in de MR, vanuit de SAR en de klankbordgroepen. Artikel 3: Reglement en bijlagen 1. Het reglement voor de Centrale Ouderraad in de school wordt voor vijf jaar vastgesteld door het bevoegd gezag. Het kan tussentijds worden gewijzigd. De Centrale Ouderraad heeft het recht om wijzigingsvoorstellen te doen. In ieder geval wordt elke twee jaar onderzocht of het reglement naar tevredenheid van alle betrokkenen werkt. Voordat het bevoegd gezag het vaststelt of wijzigt, moet de Centrale Ouderraad met een meerderheid van tweederde van het aantal leden daarmee instemmen. 2. De Centrale Ouderraad stelt zelf een huishoudelijk reglement op voor zijn vergaderingen en verdere manier van werken (zie ook artikel 7). 3. Elk jaar maakt de Centrale Ouderraad een begroting, waarin staat hoe de raad de door de school beschikbaar gestelde gelden zal besteden. Deze begroting legt de Centrale Ouderraad ter goedkeuring voor aan het bevoegd gezag. 4. Het bevoegd gezag geeft aan welk lid van het College van Bestuur namens het bevoegd gezag de besprekingen met de Centrale Ouderraad voert. 5. De onder 2 tot en met 4 genoemde besluiten en mededelingen worden door de Centrale Ouderraad als bijlagen bij het huishoudelijk reglement van de Centrale Ouderraad gevoegd. Artikel 4: Overleg 1. De Centrale Ouderraad, de ondernemingsraad en de deelnemersraad overleggen ten minste tweemaal per jaar gezamenlijk over algemene aangelegenheden over de school en het onderwijs. De voorzitter van de deelnemersraad, de Centrale Ouderraad en van de ondernemingsraad nemen daartoe gezamenlijk het initiatief. 2. Het bevoegd gezag overlegt minimaal tweemaal per jaar met de Centrale Ouderraad over de algemene gang van zaken binnen de school. Het bevoegd gezag nodigt de Centrale Ouderraad daarvoor uit, tenminste drie weken voor de datum van het overleg. De agenda voor dit overleg wordt in onderling overleg vastgesteld. 3
3. Het bevoegd gezag kan, onder opgaaf van redenen, de Centrale Ouderraad vaker uitnodigen voor overleg. De Centrale Ouderraad kan ook, onder opgaaf van redenen, het bevoegd gezag vaker voor overleg uitnodigen. Dat overleg wordt dan steeds gehouden binnen drie weken na de uitnodiging en ook hierbij wordt de agenda in onderling overleg vastgesteld. 4. De deelnemersraad, de ondernemingsraad, de Centrale Ouderraad en het bevoegd gezag overleggen minimaal eenmaal per jaar gezamenlijk over de algemene gang van zaken binnen de school. Het bevoegd gezag neemt het initiatief tot dit overleg. 5. De Raad van Toezicht overlegt minimaal eenmaal per jaar met de deelnemersraad, de Centrale Ouderraad en de ondernemingsraad over het beleid en de ontwikkelingen in de instelling. Artikel 5: Faciliteiten voor de Centrale Ouderraad 1. Het bevoegd gezag stelt aan de Centrale Ouderraad voldoende geld ter beschikking om de taken van de raad goed te kunnen uitvoeren. In ieder geval geldt dat voor: a. het organiseren van de verkiezingen van de leden van de raad; b. de ambtelijke ondersteuning van de raad; c. het volgen van cursussen door de leden van de raad; d. het organiseren van contacten met de overige ouders; e. contacten met externe deskundigen. 2. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de Centrale Ouderraad de beschikking krijgt over de voorzieningen die de raad voor zijn werk nodig heeft, zoals ruimten om te werken en te vergaderen, gebruik van telefoon, eigen IT-voorzieningen, papier en andere materialen voor zover dat redelijk en nodig is. 3. De school heeft de mogelijkheid om het lidmaatschap van de Centrale Ouderraad te belonen. Huishoudelijke aangelegenheden Artikel 6: Verkiezingen 1. De leden van de Centrale Ouderraad hebben zitting in de Schooladviesraad (SAR) 2. De verkiezingen voor ouderleden in de SAR worden georganiseerd door de school. 3. Verkiezingen worden gehouden in een geheime, schriftelijke stemming. Er worden daarbij formulieren gebruikt, waarop alle kandidaten zijn vermeld. 4. Alle ouders binnen de school kunnen zich schriftelijk kandidaat stellen voor de SAR. 5. De Centrale Ouderraad bestaat uit 9 leden a. 2 namens de ouders van de locatie VMBO Buitenpost Gekozen in de SAR uit en door de ouders van de locatie VMBO Buitenpost b. 2 namens de ouders van de locatie VMBO Heerenveen Gekozen in de SAR uit en door de ouders van de locatie VMBO Heerenveen c. 2 namens de ouders van de locatie VMBO Sneek Gekozen in de SAR uit en door de ouders van de locatie VMBO Sneek d. 3 namens de ouders van de locatie VMBO Leeuwarden Gekozen in de SAR uit en door de ouders van de locatie VMBO Leeuwarden 6. De Centrale Ouderraad stelt op zijn laatst een half jaar voor de eerstkomende verkiezingen een reglement voor die verkiezingen vast. In dat reglement staat in ieder geval: a. waar en wanneer de kandidaatstellingen worden ingediend. b. wanneer en hoe de kandidaatstellingen bekend worden gemaakt. c. waar en wanneer er gekozen kan worden. d. hoe ervoor gezorgd wordt dat de verkiezingen eerlijk verlopen. e. wie er een beslissing moet nemen als er onduidelijkheden zijn. f. wie de uitslag vaststelt. 4
Artikel 7: Het huishoudelijk reglement 1. Het huishoudelijk reglement wordt door de Centrale Ouderraad vastgesteld. Voordat de Centrale Ouderraad dat doet vraagt de Centrale Ouderraad daarover advies aan het bevoegd gezag. 2. Het huishoudelijk reglement bevat in elk geval bepalingen over: a. zittingsduur van de leden en het rooster van aftreden b. de gang van zaken bij tussentijds aftreden van leden, bijvoorbeeld omdat een deelnemer de school verlaat c. het aantal keren per jaar dat de Centrale Ouderraad in ieder geval bij elkaar komt; d. de onderwerpen, waarvoor de Centrale Ouderraad in ieder geval ook bij elkaar komt e. hoe de overleggen met het bevoegd gezag worden ingericht f. de ondersteuning (secretariaat e.d.) g. de openbaarheid van vergaderingen h. de openbaarheid van stukken i. de manier waarop bekend wordt gemaakt dat er een vergadering zal zijn j. het aantal leden (of plaatsvervangende leden) dat ten minste aanwezig moet zijn, om een vergadering te kunnen houden en om besluiten te kunnen nemen k. wat er moet gebeuren, als een vergadering niet door kan gaan l. de manier van vergaderen m. de manier van stemmen n. het bekendmaken van besluiten Artikel 8: Organisatie van de Centrale Ouderraad 1. De Centrale Ouderraad kiest uit zijn midden in ieder geval een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Combinatie van deze functies in één persoon is mogelijk, behalve voor de voorzitter. Deze moet zijn taak volledig kunnen wijden aan het voorzitterschap. De hiervoor genoemde personen vormen het dagelijks bestuur. Bevoegdheden van de Centrale Ouderraad Artikel 9: Algemene rechten van de Centrale Ouderraad 1. De Centrale Ouderraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden over de school. De Centrale Ouderraad is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De Centrale Ouderraad kan het bevoegd gezag verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. Het bevoegd gezag moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het advies. 2. De Centrale Ouderraad mag het bevoegd gezag gevraagd en ongevraagd advies geven en is bevoegd om te praten over alle zaken, die met de school te maken hebben. De Centrale Ouderraad mag daarover aan het bevoegd gezag voorstellen doen. Ook kan de Centrale Ouderraad het bevoegd gezag verplichten om over zo'n voorstel of advies een besluit te nemen. Het bevoegd gezag moet dan binnen twee maanden een gemotiveerd besluit nemen over het advies. Artikel 10: Instemmingsrecht 1. Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft het bevoegd gezag de schriftelijke instemming van de deelnemersraad nodig bij besluiten over: a. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school. b. vaststelling of wijziging van het schoolwerkplan, het leerplan, de onderwijs- en examen regeling en het zorgplan. 5
c. vaststelling of wijziging van een mogelijk schoolreglement. d. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs. e. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn. f. vaststelling of wijziging van de klachtenregeling. g. regeling van de gevolgen voor de ouders of leerlingen van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 11.1, a (grondslag), c (ingrijpende wijziging werkzaamheden), d (overdracht/omzetting/fusie), e (samenwerking), f (onderwijskundig project/experiment). h. de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of van de leerlingen worden gevraagd, zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat en die zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan. i. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van de leerlingen. j. vaststelling van het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. k. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen (sponsoring), anders dan onder i bedoeld en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd. l. het medezeggenschapsstatuut. 2. Als de Centrale Ouderraad van plan is om niet in te stemmen met een besluit dat is genoemd onder 1, dan moet hij dat binnen vier weken aan het bevoegd gezag kenbaar maken en schriftelijk voldoende motiveren. Artikel 11: Adviesrecht 1. Voordat definitieve besluiten worden genomen, heeft het bevoegd gezag advies nodig van de Centrale Ouderraad bij besluiten over: a. verandering van de grondslag van de school b. vaststelling of wijziging van de bestemming in hoofdlijnen van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare kas of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de middelen die van de ouders zijn ontvangen zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat c. beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake d. overdracht of omzetting van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake e. het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake f. deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake g. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot toelating en verwijdering van leerlingen h. regeling van de vakantie i. aansluiting bij een geschillencommissie. 6
Informatievoorziening Artikel 12: Informatievoorziening Het bevoegd gezag geeft aan de Centrale Ouderraad alle informatie die de raad voor zijn werk nodig heeft. Die informatie wordt schriftelijk gegeven en als de raad daar om vraagt ook mondeling toegelicht. Artikel 13: Verslag door de Centrale Ouderraad 1. Elk jaar maakt de Centrale Ouderraad een verslag over wat hij gedaan heeft. Daarin staat in elk geval hoe vaak er is vergaderd, waarover is overlegd met het bevoegd gezag, hoe dat overleg is verlopen en waarover en hoe het contact de ouders is geweest. Ook verantwoordt de raad de besteding van de financiën. 2. De Centrale Ouderraad zorgt ervoor dat iedereen in de school kennis kan nemen van zijn jaarverslagen. Procedure bij verschillen van mening Artikel 14: Procedure bij voorgenomen besluiten, zoals genoemd in de artikelen 11 en 12 1. Het bevoegd gezag stuurt een besluit, dat het van plan is te nemen, per brief of e-mail naar de Centrale Ouderraad. 2. Het bevoegd gezag geeft de Centrale Ouderraad minimaal een maand de tijd om over een voorgenomen besluit een standpunt te bepalen. Bij het voorgenomen besluit wordt vermeld, wat daarvan de bedoelingen zijn, waarom het moet worden genomen en welke gevolgen het voor de school en de ouders zal hebben. 3. Als de Centrale Ouderraad niet wil instemmen met een voorgenomen besluit of niet positief wil adviseren, wordt er overleg gevoerd met het bevoegd gezag, met de bedoeling er onderling uit te komen. Het voorgenomen besluit wordt zolang dit overleg loopt opgeschort. 4. Wanneer het bevoegd gezag het ook na dit overleg niet eens is met het standpunt van de Centrale Ouderraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de Centrale Ouderraad kenbaar gemaakt. 5. Bij geen overeenstemming over een adviesonderwerp heeft het bevoegd gezag het recht zelf een besluit te nemen. Wanneer het bevoegd gezag wil afwijken van een advies van de Centrale Ouderraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de Centrale Ouderraad kenbaar gemaakt. 6. Bij geen overeenstemming over een instemmingonderwerp kan de Centrale Ouderraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 7. Als het bevoegd gezag een advies van de Centrale Ouderraad niet wil overnemen en de Centrale Ouderraad vindt dat daardoor de belangen van de ouders of de ouders ernstig worden geschaad, kan de Centrale Ouderraad zich tot de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet. 8. De Centrale Ouderraad kan tegen uitspraken van de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam. De regelingen daarvoor staan in de wet. Artikel 15: Procedure bij tegenstrijdigheid tussen meningen van de Centrale Ouderraad en de ondernemingsraad Wanneer de ondernemingsraad, de Centrale Ouderraad en de deelnemersraad over hetzelfde onderwerp een tegenstrijdige mening geven, beslist het bevoegd gezag. Als bij dat besluit de wettelijke instemming- of advies bevoegdheden van de Centrale Ouderraad in het geding zijn en het bevoegd gezag daarbij het standpunt van de Centrale Ouderraad niet overneemt, kan de Centrale Ouderraad hiertegen in beroep gaan bij de Landelijke Geschillencommissie Medezeggenschap. 7
Zorgtaken van de Centrale Ouderraad Artikel 16: Openheid, openbaarheid en onderling overleg 1. De Centrale Ouderraad hanteert een open wijze van werken. Behalve als het gaat om vertrouwelijke stukken of personele aangelegenheden, vergadert de raad zo veel mogelijk openbaar. Verslagen en andere mededelingen worden zo breed mogelijk in de school bekend gemaakt. 2. Het bevoegd gezag zorgt er voor dat in alle gebouwen van de school, op een voor alle ouders goed toegankelijke plaats, faciliteiten beschikbaar zijn voor de Centrale Ouderraad om informatie aan de ouders te geven. Slotbepalingen Artikel 19: Geen benadeling positie Het bevoegd gezag zorgt er voor dat leden, voormalige leden en kandidaat-leden van de Centrale Ouderraad niet worden benadeeld omdat ze lid zijn, lid waren of lid willen worden van de Centrale Ouderraad. Artikel 20: Niet voorziene zaken In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bevoegd gezag na overleg met de Centrale Ouderraad. Artikel 21: Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking direct nadat het bevoegd gezag het met schriftelijke instemming van de Centrale Ouderraad heeft vastgesteld. Het wordt zo breed mogelijk bekend gemaakt, zodat alle ouders er gemakkelijk kennis van kunnen nemen. 8