Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013



Vergelijkbare documenten
Opname van pneumokokkenvaccinatie in het RVP heeft geleid tot aanzienlijke daling van pneumokokkenziekte

Achtergrond en praktijk. Verandering in het vaccinatieschema Pneumokokken

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Verandering pneumokokkenvaccinatie: van 7-valent naar 10-valent

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinatie tegen meningokokken. Nr. 2018/28, Den Haag 19 december Samenvatting

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor peuters van 14 maanden. Rijksvaccinatieprogramma

PNEUMOKOK NU AAN DE BEURT

Gezondheid Actueel juni 2019

Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie

De OKIDOKI-3 studie. Dragerschap in de neus van kinderen en ouders

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Kinkhoest en zwangerschap

Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent

Vaccinatie tegen HPV voor meisjes. Rijksvaccinatieprogramma

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins

Veelgestelde vragen over mazelen

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Bescherm uw kind. Informatie voor ouders tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind. Laat uw kind inenten tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinatie tegen gordelroos. Nr. 2019/12, Den Haag, 15 juli Samenvatting

Vaccinatie tegen HPV voor meisjes van 12 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Duiding Vaccinatiegraad

Opbouw sessie 1: vaccineren

Vaccinaties ; informatie voor ouders

Vragenlijstonderzoek reactogeniciteit DKTP-Hib-HepB en pneumokokken bij zuigelingen RIVM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

5 Pneumokokken. VaccInformatiemap Rijksvaccinatieprogramma 2015/

7,2. Werkstuk door een scholier 1567 woorden 21 februari keer beoordeeld. Het actuele vaccinatieprogramma

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Informatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus

Bescherm uw kind. Laat uw kind inenten tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit

Hepatitis B en zwangerschap

Uitnodiging voor deelname aan VIKING-studie. Onderzoek naar bescherming tegen kinkhoest door vaccinatie bij volwassenen

Het RVP, waar staan we nu? Hans van Vliet, programmamanager RVP

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak.

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Meningokokken. 04 februari 2011

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Uitnodiging voor deelname aan de MIKI studie Maternale Immunisatie Kinkhoest

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond.

Wie komen er voor het RVP in aanmerking?

HPV-vaccinatie voor meisjes van 12 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Liefs Jill. hip, hot & handig nieuws. Prikgids prikken - inentingen - vaccins

De onderstaande teksten zijn gekopieerd van de site ofwel de site van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu.

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Bijwerkingen onderzoek binnen het RVP: van melding tot aanpassing. Jeanet Kemmeren Epidemiologie en Surveillance

Onderzoek naar de beschermingsduur van een meningokokkenvaccinatie (MenACWY) bij tieners

Liefs Jill. hip, hot & handig nieuws. Prikgids prikken - inentingen - vaccins

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

pneumokokkenpolysacharidenconjugaatvaccin (13-valent, geadsorbeerd)

Ouder- en Kindteams Amsterdam Jaarrapportage 2017

NVKP DOSSIERS: KEUZE-MOGELIJKHEDEN TEN AANZIEN VAN DE

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-4 JAAR

Het Rijksvaccinatie Programma

Gezondheidsraad. Vaccinatie van zuigelingen tegen pneumokokkeninfecties (3)

Vaccinatiegraad zakt verder, zorg bij kinderartsen groeit

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kuik (CDA) over de snel oprukkende dodelijke bacterie Meningokokken W (2018Z10275).

NVKP DOSSIERS: PNEUMOKOKKEN

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Vaccineren tegen pneumokokken: Dweilen met de kraan open? Karin Elberse

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-4 JAAR

Nieuwsbrief Maart 2014

Vaccineren op maat. Wat is het belang van vaccineren?

Haal die prik tegen meningokokkenziekte

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Pneumokokken vaccinatie

Samenvatting. Adviesvraag

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema

Onderzoek naar klachten na meningokokken en BMR vaccinatie

NVKP DOSSIERS: KEUZE-MOGELIJKHEDEN TEN AANZIEN VAN DE

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Uitnodiging voor deelname aan de StimulAgestudie. Onderzoek naar het stimuleren van immuniteit op middelbare leeftijd

Leren over vaccineren

Algemene vaccinatie tegen meningokokken C en pneumokokken

Aanvullende kinkhoestvaccinatie: perspectief van de zorgverzekering. Datum 18 november 2015 Status DEFINITIEF

Vaccinaties: Vraag en antwoord Staand order Casussen

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting

Boostervaccinatie tegen kinkhoest: BERT-studie. Onderzoek naar langdurige bescherming tegen kinkhoest

Beantwoording vragen ex art. 38 RvO D66 over de vaccinatiegraad in Groningen. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte!

Afwezige of niet goed werkende milt. Behandeling en voorkomen van infecties

Het is een goed moment om na te denken over de toekomst van het RVP

PATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING

Vaccins tegen de meningokok groep C. Nederlandse Meningitis Stichting

Jeugdgezondheidszorg. 0 tot 4 jaar. Amstelveen, Ouder-Amstel, Aalsmeer, Uithoorn

REGIONAAL BASISPAKKET

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rijksvaccinatieprogramma De pijlers van het RVP borgen veiligheid en effectiviteit

Transcriptie:

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 De achtergrond van de overgang naar het nieuwe inentingsschema met 1 prik minder Waarom is het niet meer nodig om 4 inentingen tegen pneumokokken te krijgen? De effectiviteit van de vaccinaties in het RVP wordt doorlopend bewaakt aan de hand van het aantal ernstige ziektegevallen (hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging)door pneumokokkenziekte per type pneumokok. De pneumokokkeninenting bij jonge kinderen bleek succesvol. Uit het onderzoek bleek ook dat bij een hoge vaccinatiegraad en eenmaal opgebouwde groepsbescherming, zoals nu in Nederland, 3 in plaats van 4 prikken goede bescherming bieden tegen pneumokokkenziekte. Groepsbescherming betekent dat het effect van vaccinatie verder reikt dan de gevaccineerde kinderen; doordat de ziekte minder vaak voorkomt heeft de vaccinatie ook indirecte effecten zodat ook anderen in de omgeving van gevaccineerden beter beschermd zijn. Daarom heeft de minister van VWS op advies van de Gezondheidsraad besloten dat er nog maar 3 inentingen gegeven hoeven te worden. Wie hebben dit onderzoek uitgevoerd? De beslissing is gebaseerd op onderzoek uitgevoerd door verschillende instituten in Nederland, waaronder het RIVM in Bilthoven, het Linnaeus Instituut van het Spaarneziekenhuis in Hoofddorp, het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht en het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis. Daarnaast zijn resultaten van buitenlandse studies in het advies van de Gezondheidsraad opgenomen. Wat hield dit onderzoek in? Hoe werd dit onderzoek uitgevoerd? Belangrijk onderdeel van het onderzoek betrof onderzoek waarin antistofresponsen na verschillende vaccinatieschema s (3+1 versus 2+1) zijn vergeleken. Hieruit bleek dat na de herhalingsvaccinatie op 11 maanden zowel de schema s met 3 als met 4 prikken een goede antistofrespons gaven. Uit de de surveillance van het voorkomen van pneumokokkenziekte bleek verder dat sinds de introductie van de vaccinatie ernstige pneumokokkenziekte bij kinderen sterk is afgenomen, maar ook dat dit voor ouderen geldt. Onderzoek waarin naar het voorkomen van de pneumokokkenbacterie is gekeken (dragerschapsonderzoek) liet zien dat de pneumokokkentypen die in het vaccin zitten, bij Nederlandse kinderen (vrijwel) niet meer voorkomen. Dit geeft aan dat de circulatie van de bacterie is afgenomen en dat er groepsbescherming is. Waarom is bij de invoering van de inentingen tegen pneumokokken niet meteen gestart met 3 inentingen? Toen er gestart werd met inenten in 2006 met een vaccin tegen de 7 meeste voorkomende pneumokokktypen (7-valent vaccin), waren er volgens de Gezondheidsraad nog onvoldoende gegevens om dat te onderbouwen en bovendien kon er nog geen groepsbescherming in Nederland verwacht worden. Ernstige pneumokokkenziekte kwam vooral voor bij kinderen onder de 2 jaar en bij mensen ouder dan 65 jaar. Baby s konden al vrij snel na de geboorte ernstig ziek worden door pneumokokken. Daarom is er toen gekozen voor het geven van 3 prikken in het eerste halve levensjaar, om baby s op die manier optimaal te beschermen, gevolgd door 1 prik op de leeftijd van 11 maanden. In 2011 is men overgegaan naar een vaccin tegen 10 pneumokokkentypen (10-valent vaccin). Omdat er ook toen nog te weinig bekend was over de groepsbescherming, bleef het prikschema onveranderd. Wel heeft de Gezondheidsraad toen voorgesteld om het prikschema na 2 jaar te heroverwegen, omdat men dan over voldoende gegevens zou beschikken. Dat is nu gebeurd. Waarom is in andere landen bij de invoering wel direct gekozen voor 3 inentingen in plaats van 4?

Ieder land bepaalt zijn eigen nationale vaccinatieprogramma. Bij de besluitvorming over het vaccinatieprogramma spelen veel aspecten een rol. Vaak verschillen de diverse vaccinatieprogramma s. Vóórkomen van de ziekten, al of niet bestaande groepsbescherming betreffende de ziekten waartegen gevaccineerd wordt, het inpassen in het schema met de andere vaccinaties, maar ook de kosten van vaccin kunnen bij de besluitvorming een rol spelen. In Nederland adviseert de Gezondheidsraad de minister over het vaccinatieprogramma. De raad oordeelde dat er nog onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing met gegevens over Nederland mogelijk was om een 2+1-schema te kunnen adviseren. Zodoende heeft de minister besloten om te beginnen met 4 inentingen om baby s optimaal te beschermen. Via de doorlopende bewaking werd gekeken of groepsbescherming ontstond. Daarnaast werd gestart met onderzoek om het effect van het 2+1-schema te meten. Waarom wordt gekozen voor een inenting bij 2-4 maanden? Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat een 3-5 maandenschema tot minder ziektegevallen leidt dan een 2-4 maandenschema. Vanwege vroegere bescherming en betere inpasbaarheid in het Rijksvaccinatieprogramma geeft de commissie de voorkeur aan vaccineren op de leeftijd van 2, 4 en 11 maanden. Het vaccineren volgens het nieuwe schema Vanaf wanneer is dit nieuwe inentingsschema geldig? De minister heeft besloten dat direct gestart kan worden met het nieuwe schema. Zie hiervoor ook de informatie op de website. (link) Hoe weet ik of mijn kind een prik minder kan krijgen? Dit kunt u bespreken tijdens het volgende consult op het consultatiebureau. Of uw kind in aanmerking komt voor het nieuwe schema is afhankelijk van de leeftijd van uw kind en het tijdstip waarop en het aantal prikken dat uw kind al gehad heeft. Wat moet ik doen om te weten te komen of mijn kind een prik minder kan krijgen? De volgende keer dat u met uw kind naar het consultatiebureau gaat, bekijkt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige samen met u of uw kind in aanmerking komt voor het nieuwe schema. Er verandert niets aan het aantal andere vaccinaties en aan het aantal bezoeken dat u aan het consultatiebureau brengt. U hoeft hiervoor niet vooraf telefonisch contact op te nemen met het consultatiebureau. Mijn kind heeft nu 4 prikken gehad tegen pneumokokken. Nu blijkt dat één te veel te zijn. Is dat schadelijk voor mijn kind? Nee, dat is niet te veel en dat is niet schadelijk voor uw kind. U kunt ook in de bijsluiter lezen dat het vaccin zowel in een serie van 3 prikken als in een serie van 4 prikken gegeven mag worden. (link naar bijsluiter) Ik moet binnenkort met mijn kind de 1e prik tegen pneumokokken gaan halen. De eerste prik moet gewoon gegeven worden. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige bekijkt samen met u of uw kind in aanmerking komt voor het nieuwe schema. De vaccinaties tegen pneumokokken worden op de leeftijd van 6-9 weken, 4 maanden en 11 maanden gegeven. Deze prikken worden tegelijk met de DKTP-Hib-HepB-vaccinaties gegeven. Op de leeftijd van 3 maanden wordt alleen een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie gegeven. Ik moet binnenkort met mijn kind de 2e prik tegen pneumokokken gaan halen. Als uw kind jonger dan 7 maanden is kan die prik waarschijnlijk vervallen. Op de leeftijd van 3 maanden wordt wel een DKTP-Hib-HepB-vaccinatie gegeven. De volgende keer dat

u met uw kindje naar het consultatiebureau gaat, bekijkt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige samen met u wanneer uw kind in aanmerking komt voor vaccinaties. De vaccinaties tegen pneumokokken worden op de leeftijd van 6-9 weken, 4 maanden en 11 maanden gegeven. Deze prikken worden tegelijk met de DKTP-Hib- HepB-vaccinaties gegeven. Als uw kind 7 maanden of ouder is moet de prik waarschijnlijk wel gegeven worden. Bespreek dit op het consultatiebureau. Ik moet binnenkort met mijn kind de 3e prik tegen pneumokokken gaan halen. Waarschijnlijk moet die prik gewoon gegeven worden. Voor een schema met drie prikken moet er namelijk een langere tijd (8 weken) tussen de eerste en tweede prik zitten. De volgende keer dat u met uw kind naar het consultatiebureau gaat, bekijkt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige samen met u of uw kind in aanmerking komt voor vaccinatie. De vaccinaties tegen pneumokokken worden op de leeftijd van 6-9 weken, 4 maanden en 11 maanden gegeven. Deze prikken worden tegelijk met de DKTP-Hib- HepB-vaccinaties gegeven. Op de leeftijd van 3 maanden wordt alleen een DKTP-Hib- HepB-vaccinatie gegeven. Als uw kind al ouder is gelden andere perioden. Dit kunt u op het consultatiebureau bespreken. Ik moet binnenkort met mijn kind de 4e prik tegen pneumokokken gaan halen. Waarschijnlijk niet. De volgende keer dat u met uw kind naar het consultatiebureau gaat, bekijkt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige samen met u welke vaccinaties uw kind nodig heeft. Als uw kind al 3 prikken gehad heeft op de leeftijd van ongeveer 2,3 en 4 maanden, dan moet daarna vrijwel altijd een half jaar later een 4 e prik gegeven worden om een langdurige bescherming op te bouwen. Mijn kind heeft met 2 maanden 1 inenting gehad en is nu 4 maanden oud, maar heeft door omstandigheden nog geen tweede inenting gekregen. Kan dit alsnog? De volgende keer dat u met uw kind naar het consultatiebureau gaat, bekijkt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige samen met u wanneer uw kind weer ingeënt moeten worden en hoeveel inentingen er gegeven moeten worden. Op het vaccinatiebewijs staan 4 vakjes voor de inenting tegen pneumokokken. Maar de 1e inenting is nog niet gegeven. Komt mijn kind in aanmerking voor 3 inentingen? Ja. Als uw kind de 1e inenting nog moet krijgen en uw kind is nog geen jaar oud, dan komt uw kind direct in aanmerking voor drie prikken. Het schema wordt per direct aangepast. Op het vaccinatiebewijs zal dit door de arts of verpleegkundige worden aangegeven. U kunt gelijk op het consultatiebureau een afspraak maken voor de inenting. De ziekte Wat zijn pneumokokken? De pneumokok (Streptococcus pneumoniae) is een bacterie waarvan bijna 100 verschillende typen bekend zijn. Pneumokokken kunnen ernstige ziekten veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en longontsteking. Daarnaast zijn ze belangrijke verwekkers van middenoorontsteking. Pneumokokkenziekte komt vooral voor bij jonge kinderen, vanwege hun nog onrijpe afweersysteem. De ziekte kan ook senioren treffen, doordat met de leeftijd de werking van het immuunsysteem afneemt. Pneumokokkenziekte is een verzamelnaam voor ziekten die worden veroorzaakt door de bacterie.

Het pneumokokkenvaccin dat in het vaccinatieprogramma wordt gebruikt, werkt tegen 10 typen (10-valent vaccin) die ernstige ziekte kunnen veroorzaken. Hoe vaak komt pneumokokkenziekte voor? Het inenten van jonge kinderen is erg succesvol gebleken. Ruim 6 jaar na het invoeren van de inenting is het aantal kinderen met de ernstige vormen (= invasief) van pneumokokkenziekte drastisch verminderd. Pneumokokkenziekte die veroorzaakt wordt door pneumokokkentypen waar in Nederland tegen ingeënt wordt, is bij zuigelingen en jonge kinderen vrijwel verdwenen (in 2012 was de incidentie 0-2 per 100.000 per jaar bij 0-1 jarige kinderen; zie figuur 1). Figuur 1 In totaal is er een sterke afname van ernstige pneumokokkenziekte na invoering van vaccinatie. In getallen betekent dit een daling bij kinderen jonger dan 1 jaar : van 50-60 in 2004-2005 naar 9 per 100.000 kinderen per jaar in 2012, bij kinderen van 1 tot 2 jaar: van 24-32 in 2004-2005 naar 4 per 100.000 kinderen per jaar in 2012 (zie figuur 2). Figuur 2

Het belang van inenten tegen pneumokokken Waarom is het zo belangrijk dat mijn kindje ingeënt wordt? Sinds 2006 worden zuigelingen en jonge kinderen in ons land ingeënt tegen pneumokokkeninfecties. Pneumokokken kunnen ernstige ziekten veroorzaken zoals hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en longontsteking. Daarnaast zijn ze belangrijke verwekkers van middenoorontsteking. Pneumokokkenziekte komt vooral voor bij jonge kinderen, vanwege hun nog onrijpe afweersysteem. De ziekte kan ook ouderen treffen, doordat met de leeftijd de werking van het immuunsysteem afneemt. Het ene type pneumokok zorgt voor ernstigere ziekten dan andere. Door uw kind te laten inenten beschermt u uw eigen kind tegen de meest ernstige typen, maar ook anderen in de omgeving worden indirect beschermd door de groepsbescherming die uw kind mee helpt in stand te houden. Daarbij gaat het om kinderen en ouderen die om diverse redenen zelf geen bescherming op kunnen bouwen. Hoe lang bieden deze inentingen bescherming? Pneumokokkenvaccinatie moet vooral bescherming bieden gedurende de eerste twee levensjaren. De bescherming houdt zeker enkele jaren aan. Bovendien komen de pneumokokken bacteriën uit het vaccin bij kinderen vrijwel niet meer voor. Hierdoor zijn kinderen ook door groepsbescherming beschermd. Deze indirecte bescherming maakt de duur van de bescherming minder belangrijk. Op oudere leeftijd (>65 jaar) komt ernstige pneumokokkenziekte wel nog regelmatig voor. Hoe groot is het risico op ziekte door pneumokokken als mijn kind maar 1 inenting krijgt? Als uw kind nog geen 2 jaar oud is, dan biedt 1 inenting geen langdurige bescherming en bestaat er toch een risico op het krijgen van een pneumokokkenziekte. Na de 2 e verjaardag is het risico op een ernstige infectie door pneumokokken zo klein dat kinderen dan niet meer ingeënt worden. Alleen als kinderen bepaalde chronische ziekten hebben, kan alsnog inenten tegen pneumokokken zinvol zijn. Op die leeftijd geeft

inenten met dit vaccin ook langdurige bescherming. Onder ouderen komt ernstige pneumokokkenziekte wel weer meer voor. Momenteel wordt door de Universiteit Utrecht onderzoek uitgevoerd of pneumokokkenvaccinatie van ouderen effectief is. Resultaten hierover zijn nog niet beschikbaar. Heeft het nog zin om pas na het tweede levensjaar te starten met de inentingen? Na de 2 e verjaardag is het risico op een ernstige infectie door pneumokokken zo klein dat kinderen dan niet meer ingeënt worden. Alleen als kinderen bepaalde chronische ziekten hebben, kan alsnog inenten tegen pneumokokken zinvol zijn. Op die leeftijd geeft inenten met dit vaccin ook langdurige bescherming. Er zijn dan ook andere vaccinaties zinvol. Bespreek dit met de behandelend arts. Hoe lang mag de periode zijn tussen de inentingen tegen pneumokokken? Voor baby s geldt: De beste bescherming wordt geboden als tussen de 1e en 2e inenting een periode van 8 weken zit. Tussen de 2e en 3e inenting is dit ongeveer 6-7 maanden. Na 3 inentingen, waarbij de derde rond de leeftijd van 11 maanden wordt gegeven, is uw kindje goed beschermd. Als uw kind later is gestart met de inentingen gelden andere periodes. U kunt dit het beste op het consultatiebureau bespreken. Ik ga een paar weken naar het buitenland, kan mijn kind dan toch eerder de tweede inenting krijgen? Neemt u hierover contact op met uw consultatiebureau. Zij kunnen nagaan wat voor uw kind het beste is. Het vaccin tegen pneumokokkenziekte Met welk vaccin wordt nu ingeënt binnen het Rijksvaccinatieprogramma? Met Synflorix. Dit vaccin beschermt tegen 10 typen pneumokokken. Voor de bijsluiter, zie;.. Opmerking [ID1]: Link naar bijsluiter Het Rijksvaccinatieprogramma algemeen Waarom moet er voor DKTP-Hib-HepB nog wel 4 keer ingeënt worden in het eerste levensjaar? Dat heeft te maken met de kinkhoest-component. Er is erg veel kinkhoest in Nederland. Dat is een ernstige ziekte vooral voor jonge baby s. Met dit inentingsschema bouwen baby s zo jong mogelijk en zo snel mogelijk bescherming op tegen kinkhoest.