DE OVERGANG VAN E NAAR D WEETJES EN TIPS



Vergelijkbare documenten
Van pupil E naar D...

Van pupil E naar D...

wat gaat er veranderen?

Van pupil E naar D wat moet ik daarmee? Voorwoord

Veranderingen bij overgang van E naar D

VAN E-PUPIL NAAR D-PUPIL

Van pupil E naar D wat moet ik daar mee?

Informatie voor scheidsrechters

Wat nu? Ik ga van de E...naar de D pupillen! Wat verandert er allemaal bij de D pupillen?

Een kennismaking voor D spelers

Van pupil E naar D. Een kennismaking voor (toekomstige) D pupillen

Van E-pupil naar D-pupil. Wat gaat er allemaal veranderen?

De stap van E naar D Informatie voor spelers, leiders en trainers

Van E pupil naar D pupil

VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters. VV Nieuwerkerk Handleiding grensrechters

Informatie over de functie van assistent scheidsrechter.

VV Moordrecht Handleiding grensrechters 1

Informatie over functie van. ASSISTENT SCHEIDSRECHTER (grensrechter)

INSTRUCTIEBOEKJE. voor D-pupillen en D-leiders (vooral bedoeld voor de overstap van E- naar D-pupil) 16m. 65m 9.15m 9.15m. 100m

Van de E naar de D!! Wat nu??

Informatie over de functie van assistent scheidsrechter.

Van O11 naar een O12 / O13

Van 7- tal (O11 jaar) naar 11- tal (O12 jaar)

De Assistent Scheidsrechter

Van E- naar D-pupillen (van JO11 naar JO13)

Inhoud. Voorwoord. Beste voetballer (en ster natuurlijk),

SCHEIDS, BUITENSPEL!, ZIE JE DAT NIET!, BRILLETJE NODIG!

Balcontrole Doordat je een goede techniek hebt, gaat de bal precies de kant op die jij wilt.

De assistent-scheidsrechter

Veld en spelsystemen MICHEL DEKKER WSV 1930

SPELREGELS IN HET KORT

Welkom bij de D-pupillen Voetballen was nog nooit zó leuk

ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

Antwoord B Hij fluit af toont de verdediger een rode kaart wegens Hands en laat het spel hervatten met een strafschop.

SPELREGELS 2019/ 20 SPELREGELWIJZIGINGEN. Datum : 1 juni 2019

2. In welke van de volgende situaties dient het spel te worden hervat met een indirecte vrije schop?

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

De assistentscheidsrechter

OFWEL VAN E NAAR D VOETBAL

DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VAN HRC 27/STORMVOGELS 28!

SAO spelregelquiz 2018/2019. Ronde 3

ANDERE VOETBALVORMEN 4 TEGEN 4 VOOR MINI-PUPILLEN. 4 tegen 4 voor minipupillen. 7 tegen 7 (pupillen)

Handleiding assistent-scheidsrechter

Handleiding Videotest spelregels Themabijeenkomst

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers. Er wordt bij voorkeur gespeeld met een specifieke minivoetbal low bounce -voetbal.

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

Voor de Jongste Jeugd van Hockeyclub Hisalis. Maart 2006 Anniek de Jong

A. Hij geeft beide spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart zodra dit mogelijk is, zonder het spel hiervoor te onderbreken.

15m. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1

Spelregels Minipolo. Pupillen 1 Voorwoord:

groep 1 oefenvorm 1.1 t/m 1.8 d-pupillen

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

Wat staat erin? September

Spelregels 2013 Beach Soccer Dames

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

BUITENSPEL! NEE, HIJ NIET! SAMENVATTING VAN DE SPELREGELS VELDVOETBAL

Spelregels zestal hockey

SAMENVATTING SPELREGELWIJZIGINGEN 2016/'17

Buitenspel! Nee, hij niet! Buitenspel! Nee, hij niet! Samenvatting van de spelregels veldvoetbal

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

Spelregelkennislijn D-jeugd (onder de 13 jaar)

Specifieke Handleiding jeugdtrainers

Spelregels 8:8. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1 t/m 1.7 / partijvorm 1 llen aanva

Iedereen maakt immers fouten, dus ook de scheidsrechter. Acceptatie van deze fouten is immers ook onderdeel van het spel.

Spelregels zestal hockey

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Een ploeg bestaat uit 5 basisspelers en maximum 5 wisselspelers.

Pupillencursus Scheidsrechter zijn, is dat leuk?

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Coaching Boekje U7-U12 Dragons

KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND Amateurvoetbal

Hockey, niet zo maar een sport "van zestalhockey naar achttalhockey''

groep 2 oefenvorm 2.1 t/m 2.8 d-pupillen

Beknopte handleiding voor het begeleiden van wedstrijden U7 tot U13. Seizoen

Spelregels competities West I

De Spelregels. Geschreven door Ermerstrand: Het speelveld. Er wordt gespeeld op een ondergrond van zand.

Fluiten(d) door de B-jeugd

Spelregels : Zestal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

Spelregels aspiranten E (5-5)

Spelregels Achttal hockey

belangrijkste reglementswijzigingen seizoen 2019/2020 update: woensdag 7 augustus 2019

Spelregels : Achttal Hockey Versie oktober 2011 Bron: KNHB / District Zuid JJ

Spelregels achttal hockey. Hoe ziet het speelveld eruit? 15m. speelrichting. 15m. Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen

Arbitrage : van 8-tal hockey naar 11-tal hockey Versie november 2010 Bron: KNHB / B.Bams

groep 3 oefenvorm 3.1 t/m 3.8 d-pupillen

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

KONINKLIJKE BELGISCHE LIEFHEBBERSVOETBALBOND

MINI-HOCKEY E-jeugd (6:6)

Voorwoord. Wij wensen u een zonnig, maar bovenal een sportief en gezellig evenement toe! De Organisatie

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

Wijzigingen aan de Regels van het Voetbalspel /08/2016

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen. Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Pupillen. Waterpolo. (waterpolo voor dummies)

1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. 2e periode: balbezit 3e periode: balbezit en balbezit tegenstander.

1. REEKSINDELING 2 2. OPMAAK KLASSEMENT 2. Competitieregels 7 tegen 7 3

Wij zijn als team op de hoogte dat de organisatie het recht heeft ons te diskwalificeren bij het niet naleven

Transcriptie:

DE OVERGANG VAN E NAAR D WEETJES EN TIPS 1. Het speelveld De wereld voetbalbond (FIFA) heeft bepaald dat de lengte van een voetbalveld tussen 105 en 100 meter moet zijn. Voor de breedte geldt maximaal 69 en minimaal 64 meter. De doelen (7,32 meter breed bij 2,44 hoog) staan op het midden van de doellijnen. Het doelgebied meet 18,32 meter bij 5,50 meter. Het strafschopgebied is 40,32 bij 16,5 meter. De lijn die het strafschopgebied begrenst en evenwijdig aan de doellijn loop, wordt 16-meterlijn genoemd. Het strafschoppunt bevindt zich tegenover het midden van de doellijn op een afstand van 11 meter van die lijn. De straal van middencirkel: 9,15 meter. De vier hoekschopgebieden hebben elk een straal van 1 meter (100 cm). Op de hoekpunten staat een hoekvlaggenstok die boven de grond niet korter dan 1,50 meter mag zijn en niet in een punt mag eindigen. Tijdens de wedstrijd moeten deze vlaggen op hun plaats blijven. 2. Hoofdmomenten Wat zijn hoofdmomenten? Heeft dat iets met koppen te maken? Of is het een moment in het voetbal dat je iets met je hoofd moet doen? Het heeft met geen van bovenstaande vragen te maken. Met hoofdmomenten bedoelen we in het voetbal de belangrijkste momenten. Maar wat zijn dan die belangrijkste momenten?

Een belangrijk moment is als je eigen ploeg de bal heeft, want dan kan je proberen om aan te gaan vallen en een doelpunt te maken. Dit moment noemen we in voetbaltermen balbezit. Een ander belangrijk moment is als de tegenstander de bal heeft, want dan moeten we proberen de bal weer terug te krijgen. Dit moment wordt in voetbaltermen balbezit tegenstander genoemd. En als dat lukt hebben we gelijk nog een belangrijk moment namelijk het moment dat de tegenstander de bal heeft en jouw ploeg hem weer verovert, maar natuurlijk ook andersom als jouw team de bal heeft en hem weer krijt raakt. Dat is het laatste hoofdmoment. Die twee momenten noemen we: omschakeling. Er zijn dus drie hoofdmomenten in het voetbal die je moet onthouden, namelijk: - Balbezit, - Balbezit tegenstander, - Van balbezit tegenstander naar balbezit eigen team (en andersom) = omschakeling, Bij de verschillende hoofdmomenten moet je verschillende dingen doen. De belangrijkste dingen die je moet doen, worden op de volgende bladzijden uitgelegd. Er wordt uitgelegd wat je moet doen bij balbezit, bij balbezit tegenstander en bij het veroveren of het verliezen van de bal (omschakeling). Over deze zaken krijg je tijdens het seizoen ook nog het nodige te horen, maar omdat dit zo belangrijk is, kun je er nu alvast iets over lezen. Balbezit = aanvallen De bedoeling van het voetbal is om van de tegenstander te winnen en dat doe je door meer doelpunten te maken. Het is dus heel belangrijk om te scoren en dat doe je door in balbezit te zijn. Tijdens deze hoofdfase is het van belang dat we het veld zo groot mogelijk maken. Dat betekent dat we niet allemaal dicht bij elkaar moeten gaan lopen, maar juist ver uit elkaar. De vleugelspitsen moeten bijvoorbeeld ver naar buiten (vlak bij de zijlijn) gaan staan en niet vlak bij de spits. De tegenstander moet dan ook naar de zijkanten, waardoor er voor ons meer ruimte in het midden is. Hoe meer ruimte we hebben, hoe makkelijker het wordt om bij het doel van de tegenstander te komen en een doelpunt te maken. Als alle tegenstanders vlak bij elkaar voor de goal kunnen gaan staan, is dit erg lastig.

Balbezit tegenstander = verdedigen Als de tegenstander de bal heeft, moet je gaan verdedigen en er voor zorgen dat de tegenstander geen doelpunt kan maken. Je moet er voor zorgen dat de tegenstander niet in de buurt van je goal komt en daarom begint het verdedigen al voorin; bij de aanval. We proberen de bal zo ver mogelijk van ons eigen doel te veroveren. Als we de bal dan afgepakt hebben, is de weg naar het doel, waarin wij moeten scoren ook korter. Daarnaast proberen we bij het verdedigen het veld klein te maken. Hoe we dit precies gaan doen, zal ook tijdens het seizoen nog verder worden uitgelegd, maar hier wordt al een eerste uitleg gegeven. Het heeft met "knijpen" te maken. Dit houdt in dat wanneer de bal aan de andere kant van het veld is, je een beetje meer nar de binnenkant (de as) van het veld gaat verdedigen. Je moet je eigen tegenstander goed verdedigen als hij aan de bal is of als de bal dicht in de buurt is. Op de figuur hieronder zie je wat de as van het veld is. Het is een lijn die niet op het veld zelf aanwezig is en die in de lengte over het midden van het veld loopt. Omschakeling De bedoeling is dat we zo snel mogelijk omschakelen. Als we de bal veroveren moet je snel de dingen gaan doen die bij balbezit horen. Bij het kwijtraken van de bal ga je zo vlug mogelijk de dingen doen die horen bij het balbezit van de tegenstander. Voetballen doe je voornamelijk met je benen en voeten, maar ook met je hoofd moet je veel doen. En dan bedoelen we niet alleen koppen, maar ook goed nadenken. Je moet goed nadenken over wat je allemaal moet doen op welke momenten. Vanaf de D-tjes wordt dit telkens meer. Door de trainer en de coaches wordt hierover veel uitgelegd. Als je vragen hebt, moet je die stellen. Niet alleen jij, maar je hele team leert daarvan. Elke positie in het veld heeft zijn eigen taken en je moet dus de goede dingen doen die bij de positie horen waar je speelt. Dus is het belangrijk dat je weet wat je waar en wanneer moet doen. Over deze punten wordt hieronder informatie gegeven.

3. Vreemde voetbaltermen In het voetbal worden dingen geroepen die niet iedereen begrijpt. In het voetbal wordt vaak het eigen voetbaltaaltje gebruikt en daarin worden soms rare woorden gebruikt. Als je de voetbaltermen niet begrijpt, weet je dus ook niet wat er wordt bedoeld en wat je moet doen. Zo kan een trainer tegen je zeggen dat je "het veld groot moet maken" en dan gaat de trainer er van uit dat je weet wat je moet doen. Wat voor de trainer allemaal heel vanzelfsprekend is, hoeft dit voor jou echter niet te zijn. Dit is helemaal geen probleem, na een tijdje zul je zelf ook de voetbaltaal spreken. Als je iets niet begrijpt, dan moet je het wel vragen. Enkele voetbaltermen worden hieronder genoemd. Het zijn er slechts een paar en bovendien komen er ook nog steeds nieuwe bij. Een van de nieuwere voetbaltermen is "schwalbe". Deze term hebben we van de Duitsers overgenomen. Als een speler net doet alsof hij door een overtreding ten val is gebracht, maakt hij een schwalbe. Dit wordt ook wel fopduik genoemd. Een andere term is "panna", die wordt gebruikt als er iemand door zijn benen wordt gespeeld. Het woord "panna" komt uit Zuid-Amerika en het komt van jongetjes die op straat spelen en dan bij zwerfhonden een bal of een blikje tussen hun poten doorspelen. De kreet die dan wordt geslaakt is hier als "panna" bekend geworden. Echte voetbaltermen Diep Breed As van het veld Knijpen Coachen Het veld groot maken Het veld klein maken Pass Rust in de richting van het doel van de tegenstander naar de zijkant of in de breedterichting van het veld. Let op: je kan breed en diep spelen, maar ook lopen. Lengte as van het veld Naar de as lopen als de bal aan de andere kant van het veld is de trainer en de begeleiders coachen natuurlijk, maar spelers moeten elkaar ook coachen. Hiermee wordt bedoeld dat ze met elkaar praten en elkaar helpen om beter te spelen. Ver uit elkaar spelen, om meer ruimte voor de aanval te krijgen Dicht bij elkaar spelen, zodat het verdedigen makkelijker wordt het spelen van de bal Tussen de 1e en de 2e helft hebben we natuurlijk rust, maar als dit wordt geroepen door de trainer of de medespelers betekent het vaak dat je de tijd hebt en niet gehaast moet spelen. Dit is een aantal voetbaltermen, je zult er nog veel meer horen.

4. Andere spelregelwijzigingen Bij de overgang van de E pupillen naar de D pupillen komen er nieuwe spelregels bij. Eigenlijk is het een grote stap voorwaarts, het gaat nu veel meer op het echte voetbal lijken. Er wordt gespeeld op een groot veld, je kunt buitenspel staan, de keeper mag de bal na een terugspeelbal niet meer in de handen nemen, etc. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen genoemd. Verderop in dit boekje staat meer informatie over buitenspel. Het is een interessante maar wel Een van de moeilijkste spelregels van het voetbal. Niet alleen voor de spelers en de scheidsrechter, maar ook voor de toeschouwers. Natuurlijk beslissen scheids- en grensrechter tijdens de wedstrijd over het wel of niet buitenspel staan. Keeper neemt uit vanaf de 16 meter lijn Een overzicht van de veranderde spelregels Aantal spelers in het veld Speelveld Duur van de wedstrijd Bal Buitenspel Directe vrije trappen Vrije trap verdedigende partij Spelhervatting keeper (doelschop) Corner Wisselspelers Straffen Terugspelen op de keeper 6 seconden regeling keeper Aanvoerder Assistent scheidsrechter (grensrechter) Inworp 11 per team normale grootte 2 maal 30 minuten nummer 5 met een max. gewicht van 370 gram ja ja (net als indirecte vrije trappen) Een vrij trap voor de verdedigende partij (ten gevolge van een overtreding) in het eigen strafschop gebied wordt vanaf de rand van het eigen strafschop gebied genomen. Van de rand van het 16 meter gebied Deze wordt genomen op het snijpunt van de doellijn van het zogenaamde 10,15 meter streepje (gemeten van de hoekvlag) Maximaal 5. Een reeds gewisselde speler mag weer ingebracht worden (doorwisselen) Gele kaart, rode kaart en 5 straf minutenregeling De keeper mag een terugspeelbal niet in de hand nemen, alleen als deze wordt gekopt mag dit wel. De keeper heeft 6 seconden om de bal weer in het veld te brengen Ja Ja Een foutieve inworp mag opnieuw worden genomen. 5. Buitenspel In de D- pupillen kun je afgefloten worden omdat je buitenspel staat. Dit is een

moeilijke spelregel en betekent zeker niet dat je buiten het spel (veld) staat. Hieronder wordt uitgelegd wat buitenspel inhoudt. Grondregel buitenspel Je bevindt je in buitenspelpositie, als je op het moment dat de bal wordt gespeeld, dichter bij de doellijn van de tegenpartij bent dan de bal en de voorlaatste tegenstander. Als je gelijk staat met de voorlaatste verdediger sta je niet buitenspel. Gevolg van deze regel is dat een aanvaller niet tussen de keeper en de verdedigers kan blijven hangen en daar wachten tot de bal in zijn buurt komt om een goal te maken. Als de verdedigers naar voren gaan, zetten zij de aanvaller buitenspel. Staat een speler buitenspel dan krijgt de tegenstander een indirecte vrije schop. De verdedigers zullen altijd proberen om de tegenstander zo ver mogelijk van hun eigen goal te houden, zodat hij niet kan scoren. Het buitenspel zetten is hiervoor een prima mogelijkheid. Daarom is het in de D- pupillen van groot belang dat de verdedigers niet achter blijven hangen, maar zich zo snel mogelijk in de richting van de middellijn bewegen. Dit moet je dus meteen doen bij balbezit. Als wij in de aanval zijn, staan onze verdedigers bij de middellijn. Een speler wordt alleen voor het buitenspel staan bestraft indien hij, op het moment dat de bal wordt geraakt of gespeeld door een medespeler, naar het oordeel van de scheidsrechter, actief bij het spel betrokken is. Actief bij het spel betrokken zijn is een speler door: In te grijpen in het spel of Een tegenstander in diens spel te beïnvloeden of Voordeel te trekken uit de buitenspelpositie. Geen buitenspel

Je staat niet buitenspel als je: Op de eigen speelhelft staat, Gelijk staat met de voorlaatste tegenstander, Gelijk staat met de laatste twee tegenstanders. Ook sta je niet buitenspel als je bal ontvangt uit een: Doelschop, Inworp of Hoekschop. De buitenspelval Een van de beste manieren om een aanval af te stoppen is het buitenspel zetten van de aanvallers van de tegenstander. Het buitenspel zetten van de tegenstander wordt ook wel het openklappen van de buitenspelval genoemd. Bij het openklappen van de buitenspelval lopen de verdedigers snel voren en zetten de spelers van de tegenpartij buitenspel. Deze aanpak zullen we volgend seizoen nog gaan oefenen. Er is ook een groot risico aan verbonden, want als het misgaat, heeft de tegenstander vaak een goed scoringskans. Waar je in ieder geval op moet letten, is dat je niet achter de eigen verdediging blijft hangen, waardoor de buitenspelval wordt opgeheven. Zorg dus dat je zo snel mogelijk met de anderen naar voren beweegt en blijf niet staan. Strafbaar en niet-strafbaar buitenspel Men onderscheidt strafbaar en niet-strafbaar buitenspel. Een speler wordt alleen voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij, op het moment dat de bal wordt geraakt of gespeeld door een medespeler, naar het oordeel van de scheidsrechter, actief bij het spel is betrokken door: - in te grijpen in het spel of - een tegenstander in diens spel te beïnvloeden of - voordeel te trekken uit zijn buitenspelpositie. Het moment waarop de scheidsrechter de situatie van een aanvaller beoordeelt, is dus het moment waarop één van zijn medespelers de bal speelt of aanraakt en niet het moment waarop de aanvaller de bal ontvangt. 6. Uitgangspunten voor goed voetbal De volgende uitgangspunten gelden voor de spelers van een team.

Voetbal om te winnen Je speelt om te winnen. Het is van belang dat je daarbij plezier hebt, want dan zal winnen makkelijker gaan. Je moet een wedstrijd willen winnen en dit ook laten zien. Natuurlijk moet het winnen niet ten koste van alles gaan en moet er correct worden gespeeld. Als je het winnen niet belangrijk vindt en je ook niet je best doet, zal het plezier in het voetbal verdwijnen. Denk in teamverband, steun elkaar en maak elkaar beter Voetbal is een teamsport en zeker in D-tjes heb je je teamgenoten hard nodig op het grotere veld. Dankzij je medespelers kun jij je ontwikkelen en een goed resultaat halen. Het is noodzakelijk om rekening te houden met je medespelers en je mag van hun verwachten dat ze dit ook met jou doen. Ook de beste voetballer moet een medespeler helpen tijdens de wedstrijd. Daarnaast heb je ook wat je de vorm van de dag noemt. Soms lijkt alles te lukken en een andere wedstrijd gaat er veel mis. Creëer een team en creëer sfeer in en rondom het team. Als er extra activiteiten rondom het team worden georganiseerd zal dat de sfeer ten goede komen. Denk daarbij aan een uitje, een barbecue of iets dergelijks. Schreeuwende ouders (toeschouwers) langs de lijn verpesten vaak de sfeer. Vertel ouders dat ze wel mogen aanmoedigen, maar dan alleen positief. Het coachen laten ze aan de trainer over. Straal zelfvertrouwen en overtuiging uit Wijs elkaar op fouten Iedereen maakt fouten. Als een teamgenoot iets fout doet, mag je daar iets van zeggen, maar dit dient op een vriendelijke en nette manier te gebeuren. Op een manier zoals je het zelf ook graag van je teamgenoten zou willen horen. De bedoeling van de opmerking moet zijn dat je medespeler er iets van leert en de volgende keer deze fout niet weer maakt. Als je niet weet hoe je dat moet zeggen, houd je je mond. Als er een fout gemaakt is, dient deze meteen weer hersteld te worden. Ga dus niet staan wijzen, praten o.i.d. maar ga verder met voetballen. Elkaar coachen (helpen) is erg belangrijk. Tegenstander Aangezien we van de tegenstander willen winnen, moet je goed kijken naar de zwakke plekken van de tegenstander. Weet je welke spelers goed zijn? Hoe ver

schoppen ze de bal ongeveer weg? Waar laten ze vaak ruimte open waar wij kunnen aanvallen? En zo zijn er nog veel meer zaken waar je naar kunt kijken. Als je weet waar de sterke en zwakke plekken van de tegenstander zitten, kun je hier rekening mee houden. De tegenstander kan dan moeilijker scoren en zelf lukt het je om makkelijker doelpunten te maken. Sta boven je tegenstander, maar sportief en met respect Werk aan zelfkritiek (Accepteer opbouwende coaching en blijf voetballen) Accepteer een beslissing van de scheidsrechter Als je twijfelt aan een beslissing van de scheidsrechter zul je moeten leren om je toch bij die beslissing neer te leggen. Het is zinloos om hier veel energie in te steken, een scheidsrechter wijzigt zijn beslissing toch niet meer. Als je tijdens de wedstrijd gaat protesteren tegen scheids- of grensrechter gaat dit ook nog ten koste van je eigen voetbal. Daarnaast geldt de regel dat je wordt gewisseld als je dit toch doet. 7. Tips Bij de D- pupillen hebben we een veel groter veld dan we in de E-tjes gewend zijn en de afstanden die je moet lopen zijn ook veel groter. Zorg er dus voor dat je meteen naar de plek loopt waar je hoort te staan en doe dit niet op het laatste moment, daarvoor zijn de afstanden te groot. Als je de bal met de voet schiet mag de keeper de bal niet oppakken. Als de bal per ongeluk via een voet bij de keeper terecht komt dan mag hij hem wel oppakken. De keeper mag wel elke bal die met het hoofd, de schouders of de bovenbenen is gespeeld in zijn handen pakken. Doe altijd je best om als eerste bij de bal te zijn. De speler die de bal heeft, bepaalt wat er gaat gebeuren. Zorg er voor dat je meteen naar de bal toegaat en doe dit zo snel mogelijk. Als je de bal onder controle hebt, probeer je zoveel mogelijk te bewegen met de bal. Als je stilstaat kan de tegenstander de bal veel makkelijker van je afpakken.

Als we de bal in ons bezit hebben, moet je zorgen dat je aanspeelbaar bent. Loop bij je tegenstander vandaan en kies een plaats op het veld waarvan je weet dat de bal er naar toe kan worden gespeeld. Het heeft geen zin om op een grote afstand met de handen in de zijde te kijken hoe je teamgenoten het doen. Ook zonder bal moet je meevoetballen! Aanvallers moeten rekening houden met de buitenspelval en dus niet achter de verdediging van de tegenstanders blijven hangen. Het is een groot veld en er moet veel worden gelopen. Probeer dit zoveel mogelijk te doen, maar houd de positie die je in het veld hebt vast, anders moet je veel te veel lopen. Als je moe bent, is er de mogelijkheid om gewisseld te worden. Maak hiervan, als het nodig is, gebruik. Enkele tips voor verdedigers: Blijf altijd tussen de man die je dekt en het doel Vertraag je tegenstander zo veel mogelijk door hem te blijven volgen Als je probeert de bal te veroveren, gooi dan je hele lichaam in de strijd Oefen jezelf in het verwerken van de bal, zowel door te koppen als door volleys Speel verstandig achterin. Neem geen onnodige risico's Gebruik de pauzes op dode momenten om je team te hergroeperen Maak als team de ruimte voor de tegenstander zo klein mogelijk Zorg ervoor dat je de manier van spelen en jouw rol er in begrijpt

Tot slot We hopen dat je met dit boekje een beetje op weg zijn geholpen nu je als D-pupil gaat voetballen. Je hebt vast nog veel vragen. Alle vragen die in de loop van het seizoen bij je op komen kun je binnen JVC DEDEMSVAART aan iemand stellen, bijvoorbeeld jouw trainer of leider. Het is de bedoeling dat iedereen plezier heeft aan het voetbal en het belangrijk vindt dat ook anderen plezier aan het voetbal hebben. Voor een groot deel hangt het plezier van ieder lid zelf af. JVC DEDEMSVAART biedt de mogelijkheden voor veel voetbalplezier.