Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant



Vergelijkbare documenten
FISCALITEIT VAN DE VLAAMSE PROVINCIES INITIËLE BEGROTINGEN 2007

FISCALITEIT VAN DE VLAAMSE PROVINCIES 2004

Bestuursmemoriaal. Provincie Vlaams-Brabant. Nummer november de jaargang. Reglementen en verordeningen van de provincieraad

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

BEF BEF BEF BEF BEF

Belasting op vaste reclameinrichtingen. aanplakborden voor publieksdoeleinden

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

FISCALITEIT VAN DE VLAAMSE PROVINCIES INITIËLE BUDGETTEN 2014

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

FISCALITEIT VAN DE VLAAMSE PROVINCIES INITIËLE BUDGETTEN 2018

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

FISCALITEIT VAN DE VLAAMSE PROVINCIES - INITIËLE BUDGETTEN 2017

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

Bestuursmemoriaal. Provincie Vlaams-Brabant. Inhoud. Reglementen en verordeningen van de provincieraad

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

Belasting op onbebouwde percelen

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

dienst financiën: Gemeentebelastingen - Algemene gemeentebelasting juridisch kader

BELASTINGREGLEMENT OP DE VERSPREIDING VAN NIET GEADRESSEERDE DRUKWERKEN

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Kortrijk (2016/2020)

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

BELASTINGREGLEMENT OP HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN VERGUNNINGEN EN ATTESTEN OP HET VLAK VAN STEDENBOU EN MILIEU

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

AANGIFTEFORMULIER. Verspreiding niet-geadresseerde reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten.

WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 Art

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

dienst financiën R E G L E M E N T

BELASTING OP HET INDIENEN VAN AANVRAGEN TOT OMGEVINGSVERGUNNING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE TWEEDE VERBLIJVEN

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTINGREGLEMENT OP DE OPENBARE EN PRIVATE PUBLICITAIRE INRICHTINGEN

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES. Artikel 1. Definities. In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder :

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

BELASTINGREGLEMENT OP RECLAME ZICHTBAAR VAN OP DE OPENBARE WEG

Punt 1 Het artikel 3 van het belastingreglement op het straatparkeren als volgt te wijzigen met ingang van 1 februari 2016:

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

Als oppervlakte geldt de oppervlakte die is vastgelegd in de kadastrale legger.

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van t/m )

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

Gemeente Anderlecht. Belastingreglement op het gratis verspreiden van niet-geadresseerd. reclamedrukwerk aan huis.

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 22 NOVEMBER 2018

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/011

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/012

4. Gemeentebelastingen: e. Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten: invoering

Gemeenteraad 10 december 2018 Bekendmaking 20 december Belasting op het straatparkeren - aanslagjaar 2019

Financiën - Goedkeuren van het reglement vermindering op de algemene gemeentebelasting voor gezinnen

Artikel 1: Algemene bepalingen

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 23 mei 2017 Beleidsdomein Woon- en Leefomgeving - Dienst Woon- en Leefomgeving

MODELVERORDENING GEMEENTELIJKE ACTIVERINGSHEFFING

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen terzake;

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

Voorstel van de heer Wim Aernoudt, N-VA-provincieraadslid, betreffende het vrijstellen van provinciale bedrijfsbelasting voor de landbouwsector.

13. Algemene gemeentebelasting op economische bedrijvigheden (2013): goedkeuring.

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

DEEL 1: BELASTING OP DE HORECAGELEGENHEDEN

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

De raad. Gelet op het gemeentedecreet;

Omzendbrief BB 2008/07

GR Punt 33. Belasting op het exploiteren van een taxidienst - hernieuwing (datum van publicatie 21/02/2013)

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

12. Belasting op verschillende categorieën van horeca- en aanverwante bedrijven (2013): goedkeuring.

Transcriptie:

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant Nummer 2 20 februari 2009 15de jaargang Inhoud Reglementen en verordeningen van de provincieraad Nr. 6 Nr. 7 Toepassing van de artikelen 244 en 245 van het Provinciedecreet Overzichtslijsten van de raadsbesluiten van de vergadering van 3 en 17 februari 2009 blz. 15 Wijziging van de reglementen betreffende: de inning van de provinciebelasting op de vergunningsplichtige bedrijven; van de provinciebelasting op de bank- en financieringsinstellingen, van de provinciebelasting op de aanplakborden en van de provinciebelasting op de jachtverloven: goedkeuring Besluit van de provincieraad van 3 februari 2009 blz. 17 Maandelijks (behalve in juli) Afgiftekantoor Leuven X

Wettelijke bekendmakingen Nr. 8 Diplomatiek en consulair korps - Consulaten-generaal blz. 33 Een jaarabonnement op het Bestuursmemoriaal ontvangt u door storting van 62 euro op de rekening nr. 091-0106177-88 van de provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 te 3010 Leuven met vermelding op de strook van BM art. 823. Een los exemplaar kan verkregen worden tegen de prijs van 6,20 euro. Een elektronische versie van het bestuursmemoriaal wordt verspreid via de website van de provincie, www.vlaamsbrabant.be/bestuursmemoriaal. Verantwoordelijke uitgever: Marc COLLIER, provinciegriffier, Provincieplein 1, 3010 Leuven Bestuursmemoriaal nr. 2-20 februari 2009

Nr. 6 Toepassing van de artikelen 244 en 245 van het Provinciedecreet (Directie interne administratie en personeelsbeleid) PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Overzichtslijst van de raadsbesluiten van 3 februari 2009 Voorstel VOORWERP EN GENOMEN BESLUITEN nr. 1. 10 Wijziging van de reglementen betreffende: de inning van de provinciebelasting op de vergunningsplichtige bedrijven; van de provinciebelasting op de bank- en financieringsinstellingen, van de provinciebelasting op de aanplakborden en van de provinciebelasting op de jachtverloven: 2. 11 Het opzetten van een programma tot uitgifte van thesauriebewijzen voor een totale waarde van 25 miljoen euro: 3. 12 Aanvraag tot programmatie van het specialisatiejaar BSO "Verwarmingsinstallaties" in de Wijnpers te Leuven: 4. 13 Aanvraag tot programmatie van een structuuronderdeel voor het Provinciaal Instituut voor Secundair Onderwijs te Tienen: 5. 14 Intercommunale Maatschappij voor de Sanering en de Inrichting van de Vallei van de Molenbeek en van de Pontbeek: aanwijzing van een provinciaal vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van 9 februari 2009 bijzonder mandaat aan de provinciaal vertegenwoordiger: 15

PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Toepassing van de artikelen 244 en 245 van het Provinciedecreet Overzichtslijst van de raadsbesluiten van 17 februari 2009 Voorstel VOORWERP EN GENOMEN BESLUITEN nr. 1. 16 Goedkeuring van het intern controlesysteem van de provincie Vlaams- Brabant. 2. 17 Jaarrapport "interne controle" 2008: 3. 18 Verkoop aan de stad Landen van het park van het voormalig Provinciaal trefcentrum "Rufferdinge" te Landen: 4. 19 Provincie Oost-Vlaanderen - herziening provinciaal ruimtelijk structuurplan - advies openbaar onderzoek: 5. Kennisgeving nr. 20 Toepassing van artikel 43 3 BVR 19.01.2007 betreffende het statuut van de lokaal en provinciaal mandataris rapport inzake de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. 6. 21 Vervanging van een effectief en een plaatsvervangend lid van de Provinciale commissie voor ruimtelijke ordening: 7. 22 Erkenning van een lokale islamitische geloofsgemeenschap te Leuven: 16

Nr. 7 Wijziging van de reglementen betreffende: de inning van de provinciebelasting op de vergunningsplichtige bedrijven; van de provinciebelasting op de bank- en financieringsinstellingen, van de provinciebelasting op de aanplakborden en van de provinciebelasting op de jachtverloven: Besluit van de provincieraad van 3 februari 2009 (Directie financiën) Gelet op het artikel 42 3 van het Provinciedecreet; DE PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de vergunningsplichtige bedrijven, goedgekeurd door de provincieraad op 9 november 1995 en gewijzigd op 15 oktober 1998, 2 februari 1999 en 6 maart 2001; Gelet op het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de bank- en financieringsinstellingen, goedgekeurd door de provincieraad op 9 november 1995 en gewijzigd op 15 oktober 1998, 2 februari 1999 en 6 maart 2001; Gelet op het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de aanplakborden, goedgekeurd door de provincieraad op 9 november 1995 en gewijzigd op 15 oktober 1998, 2 februari 1999 en 6 maart 2001; Gelet op het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de jachtverloven, goedgekeurd door de provincieraad op 9 november 1995 en gewijzigd op 6 maart 2001; Gelet op de financiële positie van de provincie; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1. Het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de vergunningsplichtige bedrijven wordt als volgt gewijzigd: Artikel 2 wordt vervangen als volgt: De belasting is verschuldigd voor elke exploitatie van klasse 1 of klasse 2 vermeld in het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB) en voor elke exploitatie van klasse 1 of klasse 2 waarvan de oprichting of de verandering (wijziging, uitbreiding, toevoeging) het voorwerp moet 17

uitmaken van een vergunning met toepassing van het decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten (Vlarem). Artikel 3 wordt vervangen als volgt: De belasting wordt als volgt vastgesteld: 250,00 euro per exploitatie van klasse 2; 500,00 euro per exploitatie van klasse 1; 2.480,00 euro per exploitatie van klasse 1 waarvoor een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport vereist is. Artikel 3bis wordt vervangen als volgt: Voor bedrijven uit de land- en tuinbouwsector worden de belastingtarieven als volgt vastgesteld: 125,00 euro per exploitatie van klasse 2; 250,00 euro per exploitatie van klasse 1; 1.240,00 euro per exploitatie van klasse 1 waarvoor een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport vereist is. In artikel 6 wordt "gouverneur" vervangen door "deputatie", wordt "provincieontvanger" vervangen door "financieel beheerder" en wordt "30 september" vervangen door "30 juni". Artikel 7 wordt vervangen als volgt: Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. In artikel 8 wordt "provincieontvanger" vervangen door "financieel beheerder". Er wordt een nieuw artikel 9 ingevoerd: De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. Er wordt een nieuw artikel 10 ingevoerd: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Artikel 9 wordt artikel 11 en 1 januari 2001 wordt 1 januari 2009. 18

Art. 2. Het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de bank- en financieringsinstellingen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt vervangen als volgt: Er wordt ten behoeve van de provincie Vlaams-Brabant een jaarlijkse belasting geheven op de bank- en financieringsinstellingen en op de bankautomaten, gevestigd of geïnstalleerd op het grondgebied van de provincie. Onder bank- en financieringsinstelling wordt verstaan: elke instelling, hoofdzetel of bijhuis, toegankelijk voor het publiek en die deposito-, financierings-, krediet-, spaar- of wisselverrichtingen uitvoert. Onder bankautomaten wordt verstaan: elk toestel dat zich op de openbare weg of op een voor het cliënteel van de bank- en financieringsinstelling of voor het publiek toegankelijke plaats bevindt en kan gebruikt worden om geldopnemingen en/of deposito- of spaarverrichtingen uit te voeren. Artikel 2 wordt vervangen als volgt: De belasting wordt vastgesteld op: 1. 620,00 euro per bank- en financieringsinstelling; 2. 300,00 euro per bankautomaat. Zij is verschuldigd voor het hele jaar, welke ook het ogenblik van opening of sluiting van het agentschap, of de plaatsing van de automaat is. Artikel 4 wordt vervangen als volgt: Zijn niet aan de belasting onderworpen: a. De instellingen die geen twee bedieningsposten voor individuele klantencontacten hebben. Onder bedieningspost wordt verstaan: elke plaats (lokaal, bureau, loket...) waar deposito-, financierings-, krediet-, spaar- of wisselverrichtingen uitgevoerd kunnen worden; b. De kantoren van notarissen, verzekeringsagenten en makelaars; c. De instellingen vrijgesteld van provinciebelasting krachtens de wet. In artikel 5 wordt "gouverneur" vervangen door "deputatie", wordt "provincieontvanger" vervangen door "financieel beheerder" en wordt "30 september" vervangen door "30 juni". Artikel 6 wordt vervangen als volgt: Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. In artikel 7 wordt "provincieontvanger" vervangen door "financieel beheerder". Er wordt een nieuw artikel 8 ingevoerd: De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. 19

Er wordt een nieuw artikel 9 ingevoerd: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Artikel 8 wordt artikel 10 en 1 januari 2001 wordt 1 januari 2009. Art. 3. Het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de aanplakborden wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt vervangen als volgt: Er wordt ten behoeve van de provincie Vlaams-Brabant een jaarlijkse belasting geheven ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen door tussenkomst van wie aanplakborden zijn geplaatst op het grondgebied van de provincie. Onder aanplakborden wordt verstaan: elke constructie in onverschillig welk materiaal geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door eender welk middel, met inbegrip van de muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Artikel 2 wordt vervangen als volgt: Het bedrag van deze belasting is voor elk bord afzonderlijk vastgesteld op 12,50 euro per m². Elk deel van een m² wordt beschouwd als een volledige m². Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, dit wil zeggen de oppervlakte die voor het aanplakken kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Wat de aanplakking op de muren of gedeelten van muren betreft, is alleen het gedeelte belastbaar dat werkelijk voor de reclame wordt gebruikt. Voor de borden met meerdere vlakken wordt de belasting vastgesteld volgens de oppervlakte van alle zichtbare vlakken. Artikel 3 wordt veranderd als volgt: Belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en, als de gebruiker onbekend is, de eigenaar van de grond of van de muur waarop het bord zich bevindt. Artikel 4 wordt veranderd als volgt: De belasting is verschuldigd voor het hele jaar. 20

De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor het verschuldigd zijn van de belasting. Artikel 7 wordt artikel 6 en wordt veranderd als volgt: De belastingplichtige ontvangt vanwege het provinciebestuur een aangifteformulier dat hij/zij behoorlijk moet invullen, ondertekenen en terugsturen vóór de erin vermelde vervaldatum. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen moet spontaan de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur en dit uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar. De belastingplichtige die een nieuw bord plaatst moet de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het bord wordt geplaatst. De door de belastingplichtige tijdig teruggezonden ingevulde en ondertekende aangifte wordt onderzocht door het provinciebestuur en zal het voorwerp uitmaken van een inkohiering die door de deputatie uitvoerbaar wordt verklaard en voor ontvangst wordt bezorgd aan de financieel beheerder. Artikel 8 wordt artikel 7 en wordt veranderd als volgt: Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. Artikel 9 wordt artikel 8 en wordt veranderd als volgt: De inning en de invordering van de belasting worden gedaan door de financieel beheerder. Het bedrag van de belasting moet worden betaald door middel van het overschrijvingsformulier, gehecht aan het aanslagbiljet. Er wordt een nieuw artikel 9 ingevoerd: De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. Er wordt een nieuw artikel 10 ingevoerd: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Artikel 10 wordt artikel 11 Artikel 11 wordt artikel 12 en 1 januari 2001 wordt 1 januari 2009. 21

Art. 4. Het reglement betreffende de inning van de provinciebelasting op de jachtverloven wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt vervangen als volgt: Er wordt ten behoeve van de provincie een jaarlijkse belasting geheven op de jachtverloven en de jachtvergunningen uitgereikt in Vlaams-Brabant, met volgende tarieven: 23,00 euro voor een jachtverlof, geldig alle dagen van het jachtseizoen 16,00 euro voor een jachtverlof, geldig elke zondag van het jachtseizoen 6,00 euro voor een jachtvergunning, die 5 dagen geldig is in het jachtseizoen. In artikel 3 wordt 1 januari 2001 vervangen door 1 januari 2009. Art. 5. De gecoördineerde teksten met inbegrip van de wijzigingen van de reglementen, gevoegd bij dit besluit, worden goedgekeurd. Leuven, 3 februari 2009 Van raadswege: (g) Marc COLLIER provinciegriffier (g) Vic LAUREYS voorzitter Dit besluit van de provincieraad wordt opgenomen in het bestuursmemoriaal van de provincie. Leuven, 6 februari 2009 22

REGLEMENT BETREFFENDE DE INNING VAN DE PROVINCIEBELASTING OP DE VERGUNNINGSPLICHTIGE BEDRIJVEN Artikel 1. Er wordt ten voordele van de provincie Vlaams-Brabant een jaarlijkse belasting ingesteld op de vergunningsplichtige bedrijven van klasse 1 en 2. Art. 2. De belasting is verschuldigd voor elke exploitatie van klasse 1 of klasse 2 vermeld in het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB) en voor elke exploitatie van klasse 1 of klasse 2 waarvan de oprichting of de verandering (wijziging, uitbreiding, toevoeging) het voorwerp moet uitmaken van een vergunning met toepassing van het decreet betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten (Vlarem). Art. 3. De belasting wordt als volgt vastgesteld: 250,00 euro per exploitatie van klasse 2; 500,00 euro per exploitatie van klasse 1; 2.480,00 euro per exploitatie van klasse 1 waarvoor een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport vereist is. Art. 3. bis Voor bedrijven uit de land- en tuinbouwsector worden de belastingtarieven als volgt vastgesteld: 125,00 euro per exploitatie van klasse 2; 250,00 euro per exploitatie van klasse 1; 1.240,00 euro per exploitatie van klasse 1 waarvoor een milieueffectenrapport en/of een veiligheidsrapport vereist is. Art. 4. De belasting is niet verschuldigd door: a. De openbare diensten; b. De belastingplichtigen die op grond van een wet vrijgesteld zijn van provinciebelastingen. Art. 5. De belasting is verschuldigd door de houder van de vergunning. De belasting is verschuldigd voor het hele jaar. De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor het verschuldigd zijn van de belasting. 23

Art. 6. De belastingplichtige ontvangt vanwege het provinciebestuur een aangifteformulier dat hij/zij behoorlijk moet invullen, ondertekenen en terugsturen vóór de erin vermelde vervaldatum. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen moet spontaan de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur en dit uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar. Dit geldt tevens voor vergunningsplichtige bedrijven die zonder vergunning worden uitgebaat. Nieuwe vergunningsplichtige bedrijven moeten de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de exploitatie in werking werd gesteld. De door de belastingplichtige tijdig teruggezonden ingevulde en ondertekende aangifte wordt onderzocht door het provinciebestuur en zal het voorwerp uitmaken van een inkohiering die door de deputatie uitvoerbaar wordt verklaard en voor ontvangst wordt bezorgd aan de financieel beheerder. Art. 7. Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. Art. 8. De inning en de invordering van de belasting worden gedaan door de financieel beheerder. Het bedrag van de belasting moet worden betaald door middel van het overschrijvingsformulier, gehecht aan het aanslagbiljet Art. 9. De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. Art. 10. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. 24

Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. 25

REGLEMENT BETREFFENDE DE INNING VAN EEN PROVINCIEBELASTING OP DE BANK-EN FINANCIERINGSINSTELLINGEN Artikel 1. Er wordt ten behoeve van de provincie Vlaams-Brabant een jaarlijkse belasting geheven op de bank- en financieringsinstellingen en op de bankautomaten, gevestigd of geïnstalleerd op het grondgebied van de provincie. Onder bank- en financieringsinstelling wordt verstaan: elke instelling, hoofdzetel of bijhuis, toegankelijk voor het publiek en die deposito-, financierings-, krediet-, spaar- of wisselverrichtingen uitvoert. Onder bankautomaten wordt verstaan: elk toestel dat zich op de openbare weg of op een voor het cliënteel van de bank- en financieringsinstelling of voor het publiek toegankelijke plaats bevindt en kan gebruikt worden om geldopnemingen en/of deposito- of spaarverrichtingen uit te voeren. Art. 2. De belasting wordt vastgesteld op: 1. 620,00 euro per bank- en financieringsinstelling; 2. 300,00 euro per bankautomaat. Zij is verschuldigd voor het hele jaar, welke ook het ogenblik van opening of sluiting van het agentschap, of de plaatsing van de automaat is. Art. 3. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die uitbater is van de instelling of van de automaat of bij gebreke hiervan door de eigenaar van de instelling of van de automaat. Art. 4. Zijn niet aan de belasting onderworpen: a. De instellingen die geen twee bedieningsposten voor individuele klantencontacten hebben. Onder bedieningspost wordt verstaan: elke plaats (lokaal, bureau, loket,...) waar deposito-, financierings-, krediet-, spaar- of wisselverrichtingen uitgevoerd kunnen worden; b. De kantoren van notarissen, verzekeringsagenten en makelaars; c. De instellingen vrijgesteld van provinciebelasting krachtens de wet. 26

Art. 5. De belastingplichtige ontvangt vanwege het provinciebestuur een aangifteformulier dat hij/zij behoorlijk moet invullen, ondertekenen en terugsturen vóór de erin vermelde vervaldatum. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen moet spontaan de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur en dit uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar. De belastingplichtige die een nieuwe instelling opent of een nieuwe automaat plaatst moet de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de instelling wordt geopend of de automaat wordt geplaatst. De door de belastingplichtige tijdig teruggezonden ingevulde en ondertekende aangifte wordt onderzocht door het provinciebestuur en zal het voorwerp uitmaken van een inkohiering die door de deputatie uitvoerbaar wordt verklaard en voor ontvangst wordt bezorgd aan de financieel beheerder. Art. 6. Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. Art. 7. De inning en de invordering van de belasting worden gedaan door de financieel beheerder. Het bedrag van de belasting moet worden betaald door middel van het overschrijvingsformulier, gehecht aan het aanslagbiljet. Art. 8. De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. Art. 9. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. 27

De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. 28

REGLEMENT BETREFFENDE DE INNING VAN EEN PROVINCIEBELASTING OP DE AANPLAKBORDEN Art. 1. Er wordt ten behoeve van de provincie Vlaams-Brabant een jaarlijkse belasting geheven ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen door tussenkomst van wie aanplakborden zijn geplaatst op het grondgebied van de provincie. Onder aanplakborden wordt verstaan: elke constructie in onverschillig welk materiaal geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door eender welk middel, met inbegrip van de muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Art. 2. Het bedrag van deze belasting is voor elk bord afzonderlijk vastgesteld op 12,50 euro per m². Elk deel van een m² wordt beschouwd als een volledige m². Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, dit wil zeggen de oppervlakte die voor het aanplakken kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Wat de aanplakking op de muren of gedeelten van muren betreft, is alleen het gedeelte belastbaar dat werkelijk voor de reclame wordt gebruikt. Voor de borden met meerdere vlakken wordt de belasting vastgesteld volgens de oppervlakte van alle zichtbare vlakken. Art. 3. Belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en, als de gebruiker onbekend is, de eigenaar van de grond of van de muur waarop het bord zich bevindt. Art. 4. De belasting is verschuldigd voor het hele jaar. De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor het verschuldigd zijn van de belasting. 29

Artikel 5: De belasting is niet verschuldigd voor: a. De aanplakborden vastgehecht aan de handelshuizen en bestemd voor het bevorderen van de verkoop van hun producten b. De aanplakborden geplaatst door openbare besturen of openbare diensten; c. De aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen; d. De aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden naar aanleiding van bij de wet bepaalde verkiezingen; e. De aanplakborden geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening; f. De aanplakborden uitsluitend gebruikt door sociaal-culturele verenigingen. Art. 6. De belastingplichtige ontvangt vanwege het provinciebestuur een aangifteformulier dat hij/zij behoorlijk moet invullen, ondertekenen en terugsturen vóór de erin vermelde vervaldatum. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen moet spontaan de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur en dit uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar. De belastingplichtige die een nieuw bord plaatst moet de gegevens voor de aanslag ter beschikking stellen aan het provinciebestuur uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het bord wordt geplaatst. De door de belastingplichtige tijdig teruggezonden ingevulde en ondertekende aangifte wordt onderzocht door het provinciebestuur en zal het voorwerp uitmaken van een inkohiering die door de deputatie uitvoerbaar wordt verklaard en voor ontvangst wordt bezorgd aan de financieel beheerder. Art. 7. Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onvolledige of onjuiste aangifte kan de belastingplichtige van ambtswege belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De verschuldigde belasting wordt dan verhoogd met 50 % en zal het voorwerp uitmaken van een kohier dat voor uitvoerbaarverklaring aan de deputatie zal worden voorgelegd. Art. 8. De inning en de invordering van de belasting worden gedaan door de financieel beheerder. Het bedrag van de belasting moet worden betaald door middel van het overschrijvingsformulier, gehecht aan het aanslagbiljet. Art. 9. De weigering om mee te werken aan een fiscale controle, de weigering om inlichtingen te verschaffen of de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen wordt bestraft met een administratieve geldboete van 500 euro. 30

Art. 10. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij de deputatie. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager. De deputatie of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd. Art. 11. Indien wegens een bevel van de overheid of in geval van overmacht het bord verkleind of weggenomen wordt, kan de belastingplichtige geen aanspraak maken op een belastingvermindering. Art. 12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. 31

REGLEMENT BETREFFENDE DE INNING VAN DE PROVINCIEBELASTING OP DE JACHTVERLOVEN Artikel 1. Er wordt ten behoeve van de provincie een jaarlijkse belasting geheven op de jachtverloven en de jachtvergunningen uitgereikt in Vlaams-Brabant, tegen volgende tarieven: 23,00 euro voor een jachtverlof, geldig alle dagen van het jachtseizoen 16,00 euro voor een jachtverlof, geldig elke zondag van het jachtseizoen 6,00 euro voor een jachtvergunning, die 5 dagen geldig is in het jachtseizoen. Art. 2. Het bedrag van de belasting moet op een daartoe geopende bankrekening betaald worden met vermelding van de referentie Provincie Vlaams-Brabant / provinciebelasting op de jachtverloven. Het bewijs van storting of de kennisgeving van debet dient gevoegd te worden bij de andere vereiste documenten, nodig voor het verkrijgen van het jachtverlof of de jachtvergunning. Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. Dit bericht wordt opgenomen in het bestuursmemoriaal van de provincie. Leuven, 11 februari 2009 32

Nr. 8 DIPLOMATIEK EN CONSULAIR KORPS Consulaten-generaal (Directie interne administatie en personeelsbeleid - dienst algemeen secretariaat) OFFICIEEL BERICHT De heer minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking brengt mij de hierna volgende inlichtingen/wijzigingen ter kennis aangaande de consulaire korpsen. LAND NAMEN ONDERWERP PLAATS TURKMENISTAN De heer Koen MINNE Werd benoemd tot ereconsul van Turkmenistan te Brussel met als consulair ressort het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest. BRUSSEL TURKIJE De heer Mehmet POROY Werd benoemd tot consul generaal van de Republiek Turkije te Brussel met als consulair ressort het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de provincies Vlaams- en Waals- Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen. BRUSSEL Dit bericht wordt opgenomen in het bestuursmemoriaal van de provincie. Leuven, 11 februari 2009 33